Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CA0564

Zaak C-564/20: Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 10 februari 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supreme Court — Ierland) — PF, MF / Minister for Agriculture Food and the Marine, Sea Fisheries Protection Authority [Prejudiciële verwijzing – Gemeenschappelijk visserijbeleid – Verordening (EG) nr. 1224/2009 – Controleregeling – Artikel 33, lid 2, onder a), en artikel 34 – Registratie van de vangsten en de visserijinspanning – Indiening bij de Europese Commissie van gegevens over de hoeveelheden langoustines die zijn gevangen – Mogelijkheid om andere gegevens dan de gegevens in het visserijlogboek te gebruiken – Redelijke en wetenschappelijk verantwoorde methode voor de verwerking en verificatie van gegevens – Sluiting van de visserij]

PB C 148 van 4.4.2022, p. 6–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB C 148 van 4.4.2022, p. 5–5 (GA)

4.4.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 148/6


Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 10 februari 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supreme Court — Ierland) — PF, MF / Minister for Agriculture Food and the Marine, Sea Fisheries Protection Authority

(Zaak C-564/20) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Gemeenschappelijk visserijbeleid - Verordening (EG) nr. 1224/2009 - Controleregeling - Artikel 33, lid 2, onder a), en artikel 34 - Registratie van de vangsten en de visserijinspanning - Indiening bij de Europese Commissie van gegevens over de hoeveelheden langoustines die zijn gevangen - Mogelijkheid om andere gegevens dan de gegevens in het visserijlogboek te gebruiken - Redelijke en wetenschappelijk verantwoorde methode voor de verwerking en verificatie van gegevens - Sluiting van de visserij)

(2022/C 148/08)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

Supreme Court

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: PF, MF

Verwerende partijen: Minister for Agriculture Food and the Marine, Sea Fisheries Protection Authority

Dictum

Artikel 33, lid 2, onder a), en artikel 34 van verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006, zoals gewijzigd bij verordening (EU) 2015/812 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015, moeten aldus worden uitgelegd dat de enige controleautoriteit van een lidstaat niet verplicht is de Commissie enkel in kennis te stellen van de gegevens die de kapiteins van vissersvaartuigen overeenkomstig de artikelen 14 en 15 van deze verordening hebben ingevuld in het visserijlogboek, maar voor de behandeling van die gegevens een redelijke en wetenschappelijk verantwoorde methode zoals de zogenoemde “doorgebrachte tijd-methode” mag gebruiken om zich ervan te vergewissen dat de vangstcijfers die zij aan de Commissie meedeelt, nauwkeurig zijn.


(1)  PB C 19 van 18.1.2021.


Top