Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CN0896

    Zaak C-896/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Qorti Ċivili Prim’Awla - Ġurisdizzjoni Kostituzzjonali (Malta) op 5 december 2019 – Repubblika/Il-Prim Ministru

    PB C 77 van 9.3.2020, p. 27–27 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    9.3.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 77/27


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Qorti Ċivili Prim’Awla - Ġurisdizzjoni Kostituzzjonali (Malta) op 5 december 2019 – Repubblika/Il-Prim Ministru

    (Zaak C-896/19)

    (2020/C 77/38)

    Procestaal: Maltees

    Verwijzende rechter

    Qorti Ċivili Prim’Awla - Ġurisdizzjoni Kostituzzjonali

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Repubblika

    Verwerende partij: Il-Prim Ministru

    Prejudiciële vragen

    1)

    Moeten artikel 19, lid 1, tweede alinea, VEU en artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, afzonderlijk of in onderlinge samenhang gelezen, worden geacht van toepassing te zijn met betrekking tot de rechtsgeldigheid van de artikelen 96, 96A en 100 van de Grondwet van Malta?

    2)

    Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, moet de bevoegdheid van de minister-president bij de benoeming van de leden van de rechterlijke macht in Malta worden geacht in overeenstemming te zijn met artikel 19, lid 1, tweede alinea, VEU en artikel 47 van het Handvest van de grondrechten, mede in het licht van artikel 96A van de Grondwet dat in werking is getreden in 2016?

    3)

    Indien de bevoegdheid van de minister-president niet wordt geacht in overeenstemming te zijn met die bepalingen, moet die vaststelling dan alleen in aanmerking worden genomen bij toekomstige benoemingen of dient het ook gevolgen te hebben voor eerdere benoemingen?


    Top