This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019CN0406
Case C-406/19 P: Appeal brought on 24 May 2019 by the European Commission against the judgment of the General Court (Seventh Chamber) delivered on 20 March 2019 in Case T-237/17, Spain v Commission
Zaak C-406/19 P: Hogere voorziening ingesteld op 24 mei 2019 door de Europese Commissie tegen het arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 20 maart 2019 in zaak T-237/17, Spanje/Commissie
Zaak C-406/19 P: Hogere voorziening ingesteld op 24 mei 2019 door de Europese Commissie tegen het arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 20 maart 2019 in zaak T-237/17, Spanje/Commissie
PB C 280 van 19.8.2019, p. 25–25
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
19.8.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 280/25 |
Hogere voorziening ingesteld op 24 mei 2019 door de Europese Commissie tegen het arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 20 maart 2019 in zaak T-237/17, Spanje/Commissie
(Zaak C-406/19 P)
(2019/C 280/33)
Procestaal: Spaans
Partijen
Rekwirante: Europese Commissie (vertegenwoordigers: F. Castillo de la Torre en J. Aquilina, gemachtigden)
Andere partij in de procedure: Koninkrijk Spanje
Conclusies
De Commissie verzoekt het Hof punt 1 van het dictum van het bestreden arrest te vernietigen en het beroep in eerste aanleg te verwerpen of, subsidiair, de zaak terug te verwijzen naar het Gerecht.
Middelen en voornaamste argumenten
Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting waar het gaat om de bewijsvoeringsregeling bij het toepassen van forfaitaire correcties overeenkomstig artikel 52, lid 2, van verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (1).