This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019CA0935
Case C-935/19: Judgment of the Court (Ninth Chamber) of 15 April 2021 (request for a preliminary ruling from the Wojewódzki Sąd Administracyjny we Wrocławiu — Poland) — Grupa Warzywna sp. z o.o. v Dyrektor Izby Administracji Skarbowej we Wrocławiu (Reference for a preliminary ruling — Common system of value added tax (VAT) — Directive 2006/112/EC — Article 273 — Overstatement in the tax return of the amount of the refund of VAT — Error of assessment by the taxable person concerning the taxable nature of a transaction — Correction of the tax return following an audit — Penalty of an amount equal to 20 % of the overstated VAT reimbursement — Principle of proportionality)
Zaak C-935/19: Arrest van het Hof (Negende kamer) van 15 april 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Wojewódzki Sąd Administracyjny we Wrocławiu — Polen) — Grupa Warzywna Sp. z o.o. / Dyrektor Izby Administracji Skarbowej we Wrocławiu (Prejudiciële verwijzing – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) – Richtlijn 2006/112/EG – Artikel 273 – Te hoge opgave, in de belastingaangifte, van het bedrag van de btw-teruggaaf – Onjuiste beoordeling door de belastingplichtige van de belastbaarheid van de handeling – Correctie van de belastingaangifte na een controle – Sanctie van 20 % van het bedrag waarmee de btw-teruggaaf te hoog is opgegeven – Evenredigheidsbeginsel)
Zaak C-935/19: Arrest van het Hof (Negende kamer) van 15 april 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Wojewódzki Sąd Administracyjny we Wrocławiu — Polen) — Grupa Warzywna Sp. z o.o. / Dyrektor Izby Administracji Skarbowej we Wrocławiu (Prejudiciële verwijzing – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) – Richtlijn 2006/112/EG – Artikel 273 – Te hoge opgave, in de belastingaangifte, van het bedrag van de btw-teruggaaf – Onjuiste beoordeling door de belastingplichtige van de belastbaarheid van de handeling – Correctie van de belastingaangifte na een controle – Sanctie van 20 % van het bedrag waarmee de btw-teruggaaf te hoog is opgegeven – Evenredigheidsbeginsel)
PB C 217 van 7.6.2021, p. 14–14
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
7.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 217/14 |
Arrest van het Hof (Negende kamer) van 15 april 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Wojewódzki Sąd Administracyjny we Wrocławiu — Polen) — Grupa Warzywna Sp. z o.o. / Dyrektor Izby Administracji Skarbowej we Wrocławiu
(Zaak C-935/19) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) - Richtlijn 2006/112/EG - Artikel 273 - Te hoge opgave, in de belastingaangifte, van het bedrag van de btw-teruggaaf - Onjuiste beoordeling door de belastingplichtige van de belastbaarheid van de handeling - Correctie van de belastingaangifte na een controle - Sanctie van 20 % van het bedrag waarmee de btw-teruggaaf te hoog is opgegeven - Evenredigheidsbeginsel)
(2021/C 217/19)
Procestaal: Pools
Verwijzende rechter
Wojewódzki Sąd Administracyjny we Wrocławiu
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Grupa Warzywna Sp. z o.o.
Verwerende partij: Dyrektor Izby Administracji Skarbowej we Wrocławiu
Dictum
Artikel 273 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, en het evenredigheidsbeginsel moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een nationale regeling waarbij een belastingplichtige die een van belasting over de toegevoegde waarde (btw) vrijgestelde handeling ten onrechte heeft aangemerkt als een aan btw onderworpen handeling, een sanctie krijgt opgelegd van 20 % van het bedrag waarmee de onterecht gevraagde btw-teruggaaf te hoog is opgegeven, wanneer deze sanctie evenzeer van toepassing is op een situatie waarin de onregelmatigheid het gevolg is van het feit dat de partijen bij de handeling de belastbaarheid hiervan onjuist hebben beoordeeld, en er bij de handeling geen aanwijzingen zijn voor fraude of sprake is van inkomstenverlies voor de schatkist, als op een situatie waarin dergelijke bijzondere omstandigheden ontbreken.