Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CA0637

    Zaak C-637/19: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 28 oktober 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Svea hovrätt — Patent- och marknadsöverdomstol — Zweden) — BY / CX (Prejudiciële verwijzing – Auteursrecht en naburige rechten – Richtlijn 2001/29/EG – Informatiemaatschappij – Harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten – Artikel 3, lid 1 – Mededeling aan het publiek – Begrip “publiek” – Elektronische overlegging aan een rechter van een beschermd werk als bewijsstuk in een gerechtelijke procedure)

    PB C 433 van 14.12.2020, p. 14–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    14.12.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 433/14


    Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 28 oktober 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Svea hovrätt — Patent- och marknadsöverdomstol — Zweden) — BY / CX

    (Zaak C-637/19) (1)

    (Prejudiciële verwijzing - Auteursrecht en naburige rechten - Richtlijn 2001/29/EG - Informatiemaatschappij - Harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten - Artikel 3, lid 1 - Mededeling aan het publiek - Begrip “publiek” - Elektronische overlegging aan een rechter van een beschermd werk als bewijsstuk in een gerechtelijke procedure)

    (2020/C 433/16)

    Procestaal: Zweeds

    Verwijzende rechter

    Svea hovrätt — Patent- och marknadsöverdomstol

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: BY

    Verwerende partij: CX

    Dictum

    Artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij moet aldus worden uitgelegd dat het in deze bepaling gebezigde begrip “mededeling aan het publiek” zich niet uitstrekt tot het geval waarin een beschermd werk langs elektronische weg aan een rechter wordt overgelegd als bewijsstuk in een gerechtelijke procedure tussen particulieren.


    (1)  PB C 372 van 4.11.2019.


    Top