This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019CA0130
Case C-130/19: Judgment of the Court (Full Court) of 30 September 2021 — European Court of Auditors v Karel Pinxten (Article 286(6) TFEU — Breach of the obligations arising from the office of Member of the European Court of Auditors — Deprivation of the right to a pension — Right to effective judicial protection — Regularity of the investigation by the European Anti-Fraud Office (OLAF) — Internal procedure at the Court of Auditors — Activity incompatible with the duties of a Member of the Court of Auditors — Mission expenses and daily allowances — Representation and entertainment expenses — Use of an official car — Use of a driver — Conflict of interests — Proportionality of the penalty)
Zaak C-130/19: Arrest van het Hof (Voltallige zitting) van 30 september 2021 — Europese Rekenkamer / Karel Pinxten [Artikel 286, lid 6, VWEU – Niet-nakoming van de uit de taak van een lid van de Europese Rekenkamer voortvloeiende verplichtingen – Verval van het recht op pensioen – Recht op effectieve rechterlijke bescherming – Regelmatigheid van het onderzoek van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) – Interne procedure bij de Rekenkamer – Activiteit die onverenigbaar is met de taken als lid van de Rekenkamer – Dienstreiskosten en dagvergoedingen – Representatie- en ontvangstkosten – Gebruik van het dienstvoertuig – Beroep op de diensten van een chauffeur – Belangenconflict – Evenredigheid van de sanctie]
Zaak C-130/19: Arrest van het Hof (Voltallige zitting) van 30 september 2021 — Europese Rekenkamer / Karel Pinxten [Artikel 286, lid 6, VWEU – Niet-nakoming van de uit de taak van een lid van de Europese Rekenkamer voortvloeiende verplichtingen – Verval van het recht op pensioen – Recht op effectieve rechterlijke bescherming – Regelmatigheid van het onderzoek van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) – Interne procedure bij de Rekenkamer – Activiteit die onverenigbaar is met de taken als lid van de Rekenkamer – Dienstreiskosten en dagvergoedingen – Representatie- en ontvangstkosten – Gebruik van het dienstvoertuig – Beroep op de diensten van een chauffeur – Belangenconflict – Evenredigheid van de sanctie]
PB C 481 van 29.11.2021, p. 6–7
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
29.11.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 481/6 |
Arrest van het Hof (Voltallige zitting) van 30 september 2021 — Europese Rekenkamer / Karel Pinxten
(Zaak C-130/19) (1)
(Artikel 286, lid 6, VWEU - Niet-nakoming van de uit de taak van een lid van de Europese Rekenkamer voortvloeiende verplichtingen - Verval van het recht op pensioen - Recht op effectieve rechterlijke bescherming - Regelmatigheid van het onderzoek van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) - Interne procedure bij de Rekenkamer - Activiteit die onverenigbaar is met de taken als lid van de Rekenkamer - Dienstreiskosten en dagvergoedingen - Representatie- en ontvangstkosten - Gebruik van het dienstvoertuig - Beroep op de diensten van een chauffeur - Belangenconflict - Evenredigheid van de sanctie)
(2021/C 481/09)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Europese Rekenkamer (vertegenwoordigers: aanvankelijk C. Lesauvage, J. Vermer en É. von Bardeleben, vervolgens C. Lesauvage, gemachtigden)
Verwerende partij: Karel Pinxten (vertegenwoordiger: L. Levi, advocaat)
Dictum
1) |
Het verzoek van Karel Pinxten om de procedure te schorsen tot het einde van de strafprocedure die de Luxemburgse autoriteiten hebben ingeleid nadat hun het verslag van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) betreffende zaak nr. OC/2016/0069/A1 is overgelegd, wordt afgewezen. |
2) |
Het verzoek van Karel Pinxten om de Europese Rekenkamer te gelasten een na afloop van een interne controle opgesteld verslag over te leggen en de ten gevolge van dit verslag genomen maatregelen mee te delen alsook alle nota’s van die instelling over eventuele aantastingen van de onafhankelijkheid van de interne controleur over te leggen, wordt afgewezen. |
3) |
De door Karel Pinxten in bijlage B.10 bij zijn verweerschrift overgelegde e-mail van de president van de Europese Rekenkamer die op 13 februari 2019 naar de andere leden en de secretaris-generaal van die instelling is gestuurd, wordt verwijderd uit het dossier. |
4) |
Karel Pinxten heeft in strijd met de uit zijn taak van lid van de Europese Rekenkamer voortvloeiende verplichtingen gehandeld in de zin van artikel 286, lid 6, VWEU door:
|
5) |
Karel Pinxten wordt vervallen verklaard van twee derde van zijn pensioenrechten vanaf de datum van uitspraak van het onderhavige arrest. |
6) |
Het beroep wordt verworpen voor het overige. |
7) |
Het Hof is niet bevoegd om uitspraak te doen over de vordering tot schadevergoeding van Karel Pinxten. |
8) |
Karel Pinxten wordt verwezen in zijn eigen kosten en in die van de Europese Rekenkamer. |