Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018TN0077

    Zaak T-77/18: Beroep ingesteld op 12 februari 2018 — VE / ESMA

    PB C 134 van 16.4.2018, p. 26–27 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    16.4.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 134/26


    Beroep ingesteld op 12 februari 2018 — VE / ESMA

    (Zaak T-77/18)

    (2018/C 134/37)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: VE (vertegenwoordigers: L. Levi en N. Flandin, advocaten)

    Verwerende partij: Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

    Conclusies

    De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

    het onderhavige beroep ontvankelijk en gegrond te verklaren;

    verzoekers beoordelingsrapport nietig te verklaren, voor zover zijn prestaties daarin als „onbevredigend” worden beoordeeld;

    voor zover nodig, het besluit van ESMA van 6 november 2017 tot afwijzing van verzoekers klacht nietig te verklaren;

    vergoeding te gelasten van verzoekers immateriële schade, welke ex aequo et bono op 10 000 EUR wordt begroot; en

    vergoeding te gelasten van alle kosten die verzoekers advocaten in het kader van deze procedure hebben gemaakt.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij drie middelen aan.

    1.

    Eerste middel, ontleend aan de onwettigheid van de gids voor de beoordeling, die door ESMA is vastgesteld zonder deze eerst overeenkomstig artikel 110 van het Ambtenarenstatuut aan het comité voor het Statuut voor te leggen.

    2.

    Tweede middel, ontleend aan schending van artikel 43, lid 1, van het Ambtenarenstatuut en van de gids voor de beoordeling, aangezien de verwerende partij verschillende kennelijke beoordelingsfouten heeft gemaakt:

    kennelijke beoordelingsfouten in verband met verzoekers voornaamste werkzaamheden voor wat betreft de criteria „efficiëntie”, „bekwaamheden” en „gedrag”, en

    kennelijke beoordelingsfouten in verband met verzoekers andere werkzaamheden.

    3.

    Derde middel, ontleend aan niet-nakoming van de zorgplicht en schending van het beginsel van behoorlijk bestuur met betrekking tot verzoekers gezondheidsproblemen, het gebrek aan begeleiding voor verzoeker, ongunstige arbeidsomstandigheden en het ontbreken van adequate trainingen.


    Top