Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018TA0100

    Zaak T-100/18: Arrest van het Gerecht van 19 december 2019 – Wehrheim/ECB („Openbare dienst – Personeel van de ECB – Bezoldiging – Ontheemdingstoelage – Intrekking – Aansprakelijkheid – Materiële en immateriële schade – Dienstfout”)

    PB C 54 van 17.2.2020, p. 47–48 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    17.2.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 54/47


    Arrest van het Gerecht van 19 december 2019 – Wehrheim/ECB

    (Zaak T-100/18) (1)

    („Openbare dienst - Personeel van de ECB - Bezoldiging - Ontheemdingstoelage - Intrekking - Aansprakelijkheid - Materiële en immateriële schade - Dienstfout”)

    (2020/C 54/52)

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Verzoekende partij: Christine Wehrheim (Offenbach, Duitsland) (vertegenwoordiger: N. de Montigny, advocaat)

    Verwerende partij: Europese Centrale Bank (vertegenwoordigers: F. von Lindeiner en A. Andrzejewska, gemachtigden, bijgestaan door B. Wägenbaur, advocaat)

    Voorwerp

    Verzoek krachtens artikel 270 VWEU en artikel 50 bis van het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie strekkende tot vergoeding van de materiële en immateriële schade die verzoekster zou hebben geleden als gevolg van de fout die de ECB heeft gemaakt bij de vaststelling van haar financiële rechten op het moment van haar aanstelling, waardoor een ontheemdingstoelage is toegekend die vervolgens weer is ingetrokken

    Dictum

    1)

    De Europese Centrale Bank (ECB) wordt veroordeeld tot betaling van het bedrag van 1 000 EUR aan Christine Wehrheim ter vergoeding van de immateriële schade, vermeerderd met rente vanaf de dag van uitspraak van dit arrest tegen de rentevoet die de ECB voor de basisherfinancieringstransacties heeft vastgesteld, vermeerderd met 3,5 punt, en dit tot de dag van betaling door de ECB van het bedrag van 1 000 EUR.

    2)

    Het beroep wordt verworpen voor het overige.

    3)

    Christine Wehrheim en de ECB zullen hun eigen kosten dragen.


    (1)  PB C 152 van 30.4.2018.


    Top