Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018CN0579

    Zaak C-579/18: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour d’appel de Liège (België) op 17 september 2018 — Openbaar Ministerie, Minister van Financiën van het Koninkrijk België / QC, Comida paralela 12

    PB C 427 van 26.11.2018, p. 17–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    26.11.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 427/17


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour d’appel de Liège (België) op 17 september 2018 — Openbaar Ministerie, Minister van Financiën van het Koninkrijk België / QC, Comida paralela 12

    (Zaak C-579/18)

    (2018/C 427/25)

    Procestaal: Frans

    Verwijzende rechter

    Cour d’appel de Liège

    Partijen in het hoofdgeding

    Appellanten en geïntimeerden: Openbaar Ministerie, Minister van Financiën van het Koninkrijk België

    Verdachte en appellante: QC, Comida paralela 12

    Prejudiciële vraag

    Verzet artikel 79 van verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1) zich ertegen dat een nationale regeling als die waaraan artikel 266 van de algemene wet van 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen uitvoering geeft, in geval van een onregelmatig binnenbrengen van aan invoerrechten onderworpen goederen in het douanegebied van de Unie, degene die burgerlijk aansprakelijk is voor de dader van een dergelijk misdrijf maar die aan het plegen daarvan niet heeft deelgenomen, tot hoofdelijke medeschuldenaar van de douaneschuld maakt?


    (1)  PB 2013, L 269, blz. 1.


    Top