This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62018CA0707
Case C-707/18: Judgment of the Court (Eighth Chamber) of 19 December 2019 (request for a preliminary ruling from Tribunalul Timiș — Romania) — Amărăști Land Investment SRL v Direcția Generală Regională a Finanțelor Publice Timișoara, Administrația Județeană a Finanțelor Publice Timiș (Reference for a preliminary ruling — Taxation — Common system of value added tax — Directive 2006/112/EC — Taxable transactions — Deduction of input tax — Purchase of immovable property not registered in the national land register — First-registration costs incurred by the purchaser — Recourse to specialist third companies — Participation in a supply of services or investment expenditure carried out for the purposes of an undertaking)
Zaak C-707/18: Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 19 december 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Timiș - Roemenië) – Amărăști Land Investment SRL/Direcția Generală Regională a Finanțelor Publice Timișoara, Administrația Județeană a Finanțelor Publice Timiș (Prejudiciële verwijzing – Fiscale bepalingen – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde – Richtlijn 2006/112/EG – Belastbare handelingen – Aftrek van de voorbelasting – Verwerving van niet in het nationale kadaster ingeschreven onroerende goederen – Kosten verbonden aan de eerste inschrijving in dit kadaster die de koper ten laste neemt – Inschakeling van gespecialiseerde derde bedrijven – Tussenkomst in een dienstverrichting of investeringsuitgaven ten behoeve van een onderneming)
Zaak C-707/18: Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 19 december 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Timiș - Roemenië) – Amărăști Land Investment SRL/Direcția Generală Regională a Finanțelor Publice Timișoara, Administrația Județeană a Finanțelor Publice Timiș (Prejudiciële verwijzing – Fiscale bepalingen – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde – Richtlijn 2006/112/EG – Belastbare handelingen – Aftrek van de voorbelasting – Verwerving van niet in het nationale kadaster ingeschreven onroerende goederen – Kosten verbonden aan de eerste inschrijving in dit kadaster die de koper ten laste neemt – Inschakeling van gespecialiseerde derde bedrijven – Tussenkomst in een dienstverrichting of investeringsuitgaven ten behoeve van een onderneming)
PB C 68 van 2.3.2020, p. 14–15
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
2.3.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 68/14 |
Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 19 december 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Timiș - Roemenië) – Amărăști Land Investment SRL/Direcția Generală Regională a Finanțelor Publice Timișoara, Administrația Județeană a Finanțelor Publice Timiș
(Zaak C-707/18) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Fiscale bepalingen - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde - Richtlijn 2006/112/EG - Belastbare handelingen - Aftrek van de voorbelasting - Verwerving van niet in het nationale kadaster ingeschreven onroerende goederen - Kosten verbonden aan de eerste inschrijving in dit kadaster die de koper ten laste neemt - Inschakeling van gespecialiseerde derde bedrijven - Tussenkomst in een dienstverrichting of investeringsuitgaven ten behoeve van een onderneming)
(2020/C 68/12)
Procestaal: Roemeens
Verwijzende rechter
Tribunal Timiș
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Amărăști Land Investment SRL
Verwerende partijen: Direcția Generală Regională a Finanțelor Publice Timișoara, Administrația Județeană a Finanțelor Publice Timiș
Dictum
1) |
Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moet aldus worden uitgelegd dat zij zich niet ertegen verzet dat de partijen bij een handeling die de eigendomsoverdracht van een onroerend goed tot doel heeft, overeenkomen een beding op te nemen volgens hetwelk de toekomstige koper alle of een deel van de kosten van de daaraan verbonden administratieve formaliteiten zal dragen, met name de kosten voor de eerste inschrijving van het onroerend goed in het nationale kadaster. Het loutere feit dat een wederzijds bindende voorlopige verkoopakte voor onroerende goederen een dergelijk beding bevat, is evenwel niet doorslaggevend om te bepalen of de toekomstige koper recht heeft op aftrek van de belasting over de toegevoegde waarde met betrekking tot de betaling van de kosten die voortvloeien uit de eerste inschrijving van de betreffende onroerende goederen in het nationale kadaster. |
2) |
Richtlijn 2006/112, met name artikel 28 ervan, moet aldus worden uitgelegd dat een toekomstige belastingplichtige koper die in het kader van een wederzijds bindende voorlopige verkoopakte voor niet in het nationale kadaster ingeschreven onroerende goederen de nodige stappen voor de eerste inschrijving van de betreffende onroerende goederen in het kadaster onderneemt – daar hij zich daartoe ten opzichte van de toekomstige verkoper contractueel heeft verbonden – en hierbij een beroep doet op diensten van belastingplichtige derden, geacht wordt deze diensten zelf ten behoeve van de toekomstige verkoper te hebben verricht in de zin van dat artikel 28, ook al zijn de contractspartijen overeengekomen dat de tegenwaarde van de inschrijving in het kadaster niet in de verkoopprijs voor die onroerende goederen is begrepen. |