EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017TN0570

Zaak T-570/17: Beroep ingesteld op 17 augustus 2017 — Algebris (UK) e.a./Commissie

PB C 392 van 20.11.2017, p. 32–33 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

20.11.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 392/32


Beroep ingesteld op 17 augustus 2017 — Algebris (UK) e.a./Commissie

(Zaak T-570/17)

(2017/C 392/42)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Algebris (UK) Ltd (Londen, Verenigd Koninkrijk), Anchorage Capital Group LLC (New York, New York, Verenigde Staten), Ronit Capital LLP (Londen) (vertegenwoordigers: T. Soames, advocaat, R. East, Solicitor, N. Chesaites, Barrister, en J. Vandenbussche, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Besluit (EU) 2017/1246 van de Commissie van 7 juni 2017 tot goedkeuring van de afwikkelingsregeling, vastgesteld door Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR) bij beslissing SRB/EES/2017/08 van 7 juni 2017 betreffende Banco Popular Español S.A. (1), in zijn geheel nietig verklaren, of subsidiair, artikel 1 daarvan;

de Commissie verwijzen in de kosten van de verzoekende partij.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren de verzoekende partijen zes middelen aan.

1.

Eerste middel: de Europese Commissie heeft niet naar behoren dan wel in het geheel niet voldaan aan haar wettelijke verplichting om de discretionaire aspecten van de afwikkelingsregeling te beoordelen.

2.

Tweede middel: de Europese Commissie heeft haar besluit niet toereikend gemotiveerd.

3.

Derde middel: de Commissie heeft het vertrouwelijkheidsbeginsel en het beroepsgeheim ernstig geschonden, in strijd met artikel 339 VWEU en artikel 88, lid 1, van verordening (EU) nr. 806/2014 in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (2) en de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie en heeft daarbij ook verzoeksters’ recht op goed bestuur, zoals vastgelegd in artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, niet geëerbiedigd.

4.

Vierde middel: de Europese Commissie heeft kennelijke beoordelingsfouten gemaakt bij de toepassing van de artikelen 14, 18, 20, 21, 22 en 24, van verordening nr. 806/2014.

In dit verband, voeren de verzoekende partijen aan dat de waardering van Banco Popular die de basis van de afwikkelingsmaatregel krachtens de afwikkelingsregeling vormde, niet eerlijk, voorzichtig of betrouwbaar was, en inconsistent was met het beginsel „dat geen enkele schuldeiser slechter af mag zijn”; deze vormde daarom geen accuraat, betrouwbaar en samenhangend bewijs om de afwikkelingsregeling op te baseren, en kon het bestreden besluit niet onderbouwen. Verder, en om dezelfde redenen, was de afwikkelingsregeling (en dus ook het besluit) kennelijk onevenredig omdat maatregelen zijn genomen die verder gaan dan nodig is om de doelstellingen van de afwikkeling te verwezenlijken.

5.

Vijfde middel: de bij het bestreden besluit goedgekeurde afwikkelingsregeling schendt de eigendomsrechten van de verzoekende partijen, zoals vervat in de algemene beginselen van het Unierecht en in artikel 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

6.

Zesde middel: de afwikkelingsregeling was vastgesteld, en goedgekeurd door de Europese Commissie, in strijd met het recht van de verzoekende partijen om gehoord te worden, in overeenstemming met artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de jurisprudentie van het Hof van Justitie.


(1)  Besluit (EU) 2017/1246 van de Commissie van 7 juni 2017 tot goedkeuring van de afwikkelingsregeling voor Banco Popular Español S.A. (Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 4038) (PB 2017 L 178, blz. 15).

(2)  Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van verordening (EU) nr. 1093/2010.


Top