This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62017CN0027
Case C-27/17: Request for a preliminary ruling from the Lietuvos apeliacinis teismas (Lithuania) lodged on 19 January 2017 — AB ‘flyLAL-Lithuanian Airlines’, in liquidation, v Starptautiskā lidosta ‘Rīga’ VAS, ‘Air Baltic Corporation A/S’
Zaak C-27/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Lietuvos apeliacinis teismas (Litouwen) op 19 januari 2017 — AB „flyLAL-Lithuanian Airlines”, in liquidatie/Starptautiskā lidosta „Rīga” VAS en „Air Baltic Corporation AS”
Zaak C-27/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Lietuvos apeliacinis teismas (Litouwen) op 19 januari 2017 — AB „flyLAL-Lithuanian Airlines”, in liquidatie/Starptautiskā lidosta „Rīga” VAS en „Air Baltic Corporation AS”
PB C 104 van 3.4.2017, p. 35–35
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
3.4.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 104/35 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Lietuvos apeliacinis teismas (Litouwen) op 19 januari 2017 — AB „flyLAL-Lithuanian Airlines”, in liquidatie/Starptautiskā lidosta „Rīga” VAS en „Air Baltic Corporation AS”
(Zaak C-27/17)
(2017/C 104/50)
Procestaal: Litouws
Verwijzende rechter
Lietuvos apeliacinis teismas
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: AB „flyLAL-Lithuanian Airlines”, in liquidatie
Verwerende partijen: Starptautiskā lidosta „Rīga” VAS en „Air Baltic Corporation AS”
Prejudiciële vragen
1) |
Moet onder het begrip „plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan” in artikel 5, lid 3, van de „Brussel I-verordening” (1) in de omstandigheden van de onderhavige zaak worden verstaan de plaats waar verweersters’ met artikel 82, tweede alinea, onder c), van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap [artikel 102, tweede alinea, onder c), VWEU] strijdige onrechtmatige overeenkomst is gesloten dan wel de plaats waar handelingen zijn verricht waarbij gebruik is gemaakt van het uit die overeenkomst voortvloeiende financiële voordeel, door de verkoop tegen afbraakprijzen (kruissubsidiëring) in de concurrentiestrijd met verzoekster op dezelfde relevante markten? |
2) |
Kan de door verzoekster geleden schade (inkomstenderving) als gevolg van de voornoemde onrechtmatige daden van verweersters in casu worden aangemerkt als schade in de zin van artikel 5, lid 3, van de Brussel I-verordening? |
3) |
Moet de exploitatie van het filiaal van Air Baltic Corporation in Litouwen in de omstandigheden van de onderhavige zaak worden aangemerkt als de exploitatie van een filiaal in de zin van artikel 5, lid 5, van de Brussel I-verordening? |
(1) Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB 2001, L 12, blz. 1).