This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62016TB0870
Case T-870/16: Order of the General Court of 27 February 2019 –Miserini Johansson v EIB (Civil service — Staff of the EIB — Prolonged or repeated absence on account of a non-occupational accident or disease — Remuneration reduced after 12 months of absence — Article 33 of the EIB Staff Regulations — Procedure for recognition of the occupational origin of the disease)
Zaak T-870/16: Beschikking van het Gerecht van 27 februari 2019 — Miserini Johansson/EIB („Openbare dienst — Personeel van de EIB — Verlengde of herhaaldelijke afwezigheid wegens ziekte die of ongeval dat niet door het beroep is veroorzaakt — Verminderde bezoldiging na twaalf maanden afwezigheid — Artikel 33 van het personeelsreglement van de EIB — Procedure om te erkennen dat de ziekte door het beroep is veroorzaakt”)
Zaak T-870/16: Beschikking van het Gerecht van 27 februari 2019 — Miserini Johansson/EIB („Openbare dienst — Personeel van de EIB — Verlengde of herhaaldelijke afwezigheid wegens ziekte die of ongeval dat niet door het beroep is veroorzaakt — Verminderde bezoldiging na twaalf maanden afwezigheid — Artikel 33 van het personeelsreglement van de EIB — Procedure om te erkennen dat de ziekte door het beroep is veroorzaakt”)
PB C 139 van 15.4.2019, p. 53–53
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
15.4.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 139/53 |
Beschikking van het Gerecht van 27 februari 2019 — Miserini Johansson/EIB
(Zaak T-870/16) (1)
(„Openbare dienst - Personeel van de EIB - Verlengde of herhaaldelijke afwezigheid wegens ziekte die of ongeval dat niet door het beroep is veroorzaakt - Verminderde bezoldiging na twaalf maanden afwezigheid - Artikel 33 van het personeelsreglement van de EIB - Procedure om te erkennen dat de ziekte door het beroep is veroorzaakt”)
(2019/C 139/53)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Virna Miserini Johansson (Luxemburg, Luxemburg) (vertegenwoordiger: A. Senes, advocaat)
Verwerende partij: Europese Investeringsbank (vertegenwoordigers: T. Gilliams, G. Faedo en K. Carr, gemachtigden, bijgestaan door J. Currall en B. Wägenbaur, advocaten)
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 270 VWEU en artikel 50 bis van het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie, primair tot nietigverklaring van een besluit van de EIB van 25 januari 2016 en tot vergoeding van de materiële en immateriële schade die dat besluit heeft veroorzaakt, subsidiair tot vergoeding van de primair aangevoerde materiële en immateriële schade alsmede tot vergoeding van de kosten in verband met de gezondheidsproblemen als gevolg van de ernstige stress die verzoekster heeft ondervonden en die niet worden vergoed door de ziektekostenverzekering van de EIB
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
Virna Miserini Johansson wordt verwezen in de kosten. |