Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016CN0477

    Zaak C-477/16: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Rechtbank Amsterdam (Nederland) op 2 september 2016 — Openbaar Ministerie tegen Ruslanas Kovalkovas

    PB C 383 van 17.10.2016, p. 8–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    17.10.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 383/8


    Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Rechtbank Amsterdam (Nederland) op 2 september 2016 — Openbaar Ministerie tegen Ruslanas Kovalkovas

    (Zaak C-477/16)

    (2016/C 383/11)

    Procestaal: Nederlands

    Verwijzende rechter

    Rechtbank Amsterdam

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoeker: Openbaar Ministerie

    Verweerder: Ruslanas Kovalkovas

    Prejudiciële vragen

    1)

    Vormen de uitdrukkingen „rechterlijke autoriteit” zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, Kaderbesluit 2002/584/JBZ (1) en „rechterlijke beslissing” zoals bedoeld in artikel I, eerste lid, Kaderbesluit 2002/584/JBZ autonome begrippen van Unierecht?

    2)

    Indien het antwoord op vraag 1) bevestigend luidt: aan de hand van welke criteria kan worden vastgesteld of een autoriteit van de uitvaardigende lidstaat een dergelijke „rechterlijke autoriteit” is en het door haar uitgevaardigde EAB bijgevolg een dergelijke 'rechterlijke beslissing is?

    3)

    Indien het antwoord op vraag 1) bevestigend luidt: valt the Ministry of Justice of the Republic of Lithuania onder het begrip „rechterlijke autoriteit” zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, Kaderbesluit 2002/584/JBZ en is het door deze autoriteit uitgevaardigde EAB bijgevolg een „rechterlijke beslissing” zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, Kaderbesluit 2002/584/JBZ?

    4)

    Indien het antwoord op vraag 1) ontkennend luidt: is de aanduiding van een autoriteit zoals the Ministry of Justice of the Republic of Lithuania als uitvaardigende rechterlijke autoriteit in overeenstemming met het Unierecht?


    (1)  Kaderbesluit van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (PB 2002 L 190, blz. 1).


    Top