Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016CN0114

    Zaak C-114/16: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Kúria (Hongarije) op 26 februari 2016 — Damien Zöldség, Gyümölcs Kereskedelmi és Tanácsadó Kft./Nemzeti Adó- és Vámhivatal Fellebbviteli Igazgatóság

    PB C 211 van 13.6.2016, p. 25–25 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    13.6.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 211/25


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Kúria (Hongarije) op 26 februari 2016 — Damien Zöldség, Gyümölcs Kereskedelmi és Tanácsadó Kft./Nemzeti Adó- és Vámhivatal Fellebbviteli Igazgatóság

    (Zaak C-114/16)

    (2016/C 211/31)

    Procestaal: Hongaars

    Verwijzende rechter

    Kúria

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Damien Zöldség, Gyümölcs Kereskedelmi és Tanácsadó Kft.

    Verwerende partij: Nemzeti Adó- és Vámhivatal Fellebbviteli Igazgatóság

    Prejudiciële vraag

    Moeten de artikelen 167, 168, 178 en 179 van [de btw-richtlijn] (1) aldus worden uitgelegd dat de belastingadministratie verplicht is om bij een fiscale controle het recht van de belastingplichtige op aftrek te erkennen, wanneer de belastingplichtige de betaalde voorbelasting weliswaar niet in zijn aangifte heeft vermeld, maar beschikt over facturen die aan deze richtlijn voldoen, en tijdens de inspectie verzoekt om zijn recht op aftrek te erkennen?


    (1)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1).


    Top