Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015TN0523

    Zaak T-523/15: Beroep ingesteld op 10 september 2015 — Italmobiliare e.a./Commissie

    PB C 354 van 26.10.2015, p. 53–54 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    26.10.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 354/53


    Beroep ingesteld op 10 september 2015 — Italmobiliare e.a./Commissie

    (Zaak T-523/15)

    (2015/C 354/64)

    Procestaal: Italiaans

    Partijen

    Verzoekende partijen: Italmobiliare SpA (Milaan, Italië), Sirap-Gema SpA (Verolanuova, Italië), Sirap France SAS (Noves, Frankrijk), Petruzalek GmbH (Tattendorf, Oostenrijk), Petruzalek kft (Boedapest, Hongarije), Petruzalek s.r.o. (Bratislava, Slowakije), Petruzalek s.r.o. (Břeclav, Tsjechië) (vertegenwoordigers: M. Siragusa, advocaat, F. Moretti, advocaat, A. Bardanzellu, advocaat)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    in eerste instantie: ambtshalve aanstelling van een deskundige voor de economische analyse van de zaak;

    nietigverklaring van het besluit voor zover het aan Linpac het voordeel van de immuniteit tegen sancties toekent overeenkomstig de Mededeling van de Commissie betreffende immuniteit tegen geldboetes en vermindering van geldboetes in kartelzaken (hierna: „Mededeling”);

    nietigverklaring van het Besluit voor zover het ook Italmobiliare aansprakelijk stelt voor de bestrafte feiten en haar hoofdelijk tot betaling van de geldboetes heeft veroordeeld;

    vermindering van de bedragen van de opgelegde sancties;

    verwijzing van de Commissie in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Het onderhavige beroep is gericht tegen het besluit dat ook wordt bestreden in zaak T-522/15, CCPL e.a./Commissie.

    Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters 4 middelen aan.

    1.

    Eerste middel: miskenning van de Mededeling en schending van het beginsel van gelijke behandeling doordat de Commissie het voordeel van de immuniteit aan Linpac heeft toegekend hoewel niet aan de voorwaarden is voldaan zoals bepaald in de bedoelde Mededeling.

    2.

    Tweede middel: schending van artikel 101 VWEU, van de beginselen van rechtszekerheid, van het persoonlijke karakter van straffen en van het vermoeden van onschuld, overeenkomstig artikelen 6, lid 2, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (hierna: „EVRM”) en 7 EVRM en artikelen 48 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: „Handvest”) en 49 van het Handvest, van het grondrecht op eigendom, als bedoeld in artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM, artikel 14 EVRM, en de artikelen 17 en 21 van het Handvest, alsook schending van de beginselen van non-discriminatie en gelijke behandeling, doordat de Commissie Italmobilare verkeerdelijk hoofdelijk aansprakelijk heeft gesteld, in haar hoedanigheid van moedervennootschap, voor de handelingen gesteld door de gecontroleerde vennootschappen.

    3.

    Derde middel: niet-nakoming van artikel 101 VWEU, van artikel 23 van verordening 1/2003/EG van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1, blz. 1), van de Richtsnoeren voor de berekening van geldboeten die uit hoofde van artikel 23, lid 2, onder a), van verordening (EG) nr. 1/2003 worden opgelegd (hierna: „Richtsnoeren”), en schending van de beginselen van evenredigheid en gelijke behandeling, betreffende de bepaling van de volgende elementen/parameters van berekening van de sancties: (i) de waarde van de verkopen; (ii) het bedrag gebaseerd op van de ernst van de inbreuk; (iii) de toetredingsvergoeding; (iv) de aanpassing van het basisbedrag (meer bepaald omdat geen rekening is gehouden met de crisissituatie van de sector); (v) het maximumbedrag krachtens artikel 23, lid 2, van verordening nr. 1/2003; en (vi) de ontoereikende vermindering van de sancties als gevolg van de lange duur van de procedure; en, ten slotte, schending van artikel 101 VWEU, van de Richtsnoeren en de motiveringsplicht betreffende de afwijzing van het verzoek om toepassing van lid 35 van de bedoelde Richtsnoeren.

    4.

    Vierde middel: verzoeksters vragen dat het Gerecht, krachtens artikel 31 van verordening nr. 1/2003, zijn eigen volle rechtsmacht zou uitoefenen en, zelfs bij afwijzing van de hierboven weergegeven middelen, zijn eigen beoordeling in de plaats zou stellen van die van de Commissie en in elk geval de totale geldboetes zou verminderen die bij het besluit zijn opgelegd.


    Top