Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015TA0406

    Zaak T-406/15: Arrest van het Gerecht van 2 juli 2019 — Mahmoudian/Raad („Niet-contractuele aansprakelijkheid — Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen ten aanzien van de Islamitische Republiek Iran — Bevriezing van tegoeden — Beperking van de toegang tot het grondgebied van de lidstaten — Vergoeding van de schade die verzoeker stelt te hebben geleden ten gevolge van de plaatsing en de handhaving van zijn naam op de lijsten van personen en entiteiten waarop beperkende maatregelen van toepassing zijn — Materiële schade — Immateriële schade”)

    PB C 328 van 30.9.2019, p. 36–36 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    30.9.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 328/36


    Arrest van het Gerecht van 2 juli 2019 — Mahmoudian/Raad

    (Zaak T-406/15) (1)

    („Niet-contractuele aansprakelijkheid - Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen ten aanzien van de Islamitische Republiek Iran - Bevriezing van tegoeden - Beperking van de toegang tot het grondgebied van de lidstaten - Vergoeding van de schade die verzoeker stelt te hebben geleden ten gevolge van de plaatsing en de handhaving van zijn naam op de lijsten van personen en entiteiten waarop beperkende maatregelen van toepassing zijn - Materiële schade - Immateriële schade”)

    (2019/C 328/38)

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Verzoekende partij: Fereydoun Mahmoudian (Teheran, Iran) (vertegenwoordigers: A. Bahrami en N. Korogiannakis, advocaten)

    Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: R. Liudvinaviciute-Cordeiro en M. Bishop, gemachtigden)

    Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk A. Aresu en D. Gauci, vervolgens A. Aresu en R. Tricot, gemachtigden)

    Voorwerp

    Verzoek krachtens artikel 268 VWEU tot vergoeding van de schade die verzoeker stelt te hebben geleden ten gevolge van de vaststelling van besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB (PB 2010, L 195, blz. 39), van uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2010 van de Raad van 26 juli 2010 houdende uitvoering van artikel 7, lid 2, van verordening (EG) nr. 423/2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB 2010, L 195, blz. 25), besluit 2010/644/GBVB van de Raad van 25 oktober 2010 tot wijziging van besluit 2010/413 (PB 2010, L 281, blz. 81), en van verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EG) nr. 423/2007 (PB 2010, L 281, blz. 1), waarbij verzoekers naam was geplaatst en gehandhaafd op de lijsten van personen en entiteiten waarop de beperkende maatregelen van toepassing waren

    Dictum

    1)

    De Raad van de Europese Unie wordt veroordeeld tot betaling aan Fereydoun Mahmoudian van een bedrag van 71 000 EUR ter vergoeding van de door hem geleden immateriële schade.

    2)

    Het beroep wordt verworpen voor het overige.

    3)

    Fereydoun Mahmoudian, de Raad en de Commissie dragen respectievelijk hun eigen kosten.


    (1)  PB C 337 van 12.10.2015.


    Top