This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015TA0207
Case T-207/15: Judgment of the General Court of 14 September 2016 — National Iranian Tanker Company v Council (Common foreign and security policy — Restrictive measures adopted against Iran with the aim of preventing nuclear proliferation — Freezing of funds — Res judicata — Right to an effective remedy — Error of assessment — Rights of the defence — Right to property — Proportionality)
Zaak T-207/15: Arrest van het Gerecht van 14 september 2016 — National Iranian Tanker Company/Raad („Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie — Bevriezing van tegoeden — Gezag van gewijsde — Recht op een doeltreffende voorziening in rechte — Beoordelingsfout — Rechten van de verdediging — Eigendomsrecht — Evenredigheid”)
Zaak T-207/15: Arrest van het Gerecht van 14 september 2016 — National Iranian Tanker Company/Raad („Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie — Bevriezing van tegoeden — Gezag van gewijsde — Recht op een doeltreffende voorziening in rechte — Beoordelingsfout — Rechten van de verdediging — Eigendomsrecht — Evenredigheid”)
PB C 392 van 24.10.2016, p. 35–36
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
24.10.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 392/35 |
Arrest van het Gerecht van 14 september 2016 — National Iranian Tanker Company/Raad
(Zaak T-207/15) (1)
((„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie - Bevriezing van tegoeden - Gezag van gewijsde - Recht op een doeltreffende voorziening in rechte - Beoordelingsfout - Rechten van de verdediging - Eigendomsrecht - Evenredigheid”))
(2016/C 392/44)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: National Iranian Tanker Company (Teheran, Iran) (vertegenwoordigers: T. de la Mare, QC, M. Lester, J. Pobjoy, barristers, R. Chandrasekera, S. Ashley en C. Murphy, solicitors)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: aanvankelijk N. Rouam en M. Bishop, vervolgens M. Bishop en A. Vitro, gemachtigden)
Voorwerp
Primair, verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van besluit (GBVB) 2015/236 van de Raad van 12 februari 2015 tot wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB 2015, L 39, blz. 18), en van uitvoeringsverordening (EU) 2015/230 van de Raad van 12 februari 2015 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB 2015, L 39, blz. 3), voor zover deze handelingen verzoekster betreffen, en, subsidiair, verzoek krachtens artikel 277 VWEU tot vaststelling dat artikel 20, lid 1, onder c), van besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB (PB 2010, L 195, blz. 39) en artikel 23, lid 2, onder d), van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010 (PB 2012, L 88, blz. 1) niet van toepassing zijn, voor zover deze bepalingen op verzoekster van toepassing zijn
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
National Iranian Tanker Company en de Raad van de Europese Unie dragen hun eigen kosten. |