Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CN0399

    Zaak C-399/15 P: Hogere voorziening ingesteld op 23 juli 2015 door Vichy Catalán, S.A. tegen de beschikking van het Gerecht (Derde kamer) van 25 juni 2015 in zaak T-302/15, Vichy Catalán/BHIM — Hijos de Rivera (Fuente Estrella)

    PB C 406 van 7.12.2015, p. 13–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    7.12.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 406/13


    Hogere voorziening ingesteld op 23 juli 2015 door Vichy Catalán, S.A. tegen de beschikking van het Gerecht (Derde kamer) van 25 juni 2015 in zaak T-302/15, Vichy Catalán/BHIM — Hijos de Rivera (Fuente Estrella)

    (Zaak C-399/15 P)

    (2015/C 406/14)

    Procestaal: Spaans

    Partijen

    Rekwirante: Vichy Catalán, S.A. (vertegenwoordiger: R. Bercovitz Álvarez, abogado)

    Andere partijen in de procedure: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) en Hijos de Rivera (Fuente Estrella)

    Conclusies

    de bestreden beschikking vernietigen, door deze te vervangen door een beslissing waarbij rekwirantes vordering in zaak T-302/15 voor het Gerecht ontvankelijk wordt verklaard;

    elke partij die optreedt om de bestreden beschikking te verdedigen, verwijzen in de kosten van de onderhavige hogere voorziening.

    Middelen en voornaamste argumenten

    De beschikking van het Gerecht (Derde kamer), waarbij de ingestelde vordering niet-ontvankelijk werd verklaard, is onrechtmatig om de volgende redenen:

    1.

    Schending van artikel 45 van het Statuut van het Hof van Justitie (geen verval van instantie wegens het verstrijken van een procestermijn wanneer toeval of overmacht wordt aangetoond) op twee punten:

    a.

    de beschikking werd vastgesteld zonder rekwirante voldoende tijd te geven om het bewijs te leveren van het bestaan van toeval of overmacht waardoor het verzenden van het papieren exemplaar van het verzoekschrift vertraging heeft opgelopen. Daardoor heeft rekwirante niet de mogelijkheid gehad om zich te verdedigen; en

    b.

    in casu was sprake van toeval.

    2.

    Onjuiste uitlegging van artikel 43, lid 6, van het Reglement voor de procesvoering.

    3.

    Retroactieve toepassing, ten nadele van rekwirante, van nieuwe bepalingen van het op 1 juli 2015 in werking getreden Reglement voor de procesvoering op situaties waarop het vorige Reglement voor de procesvoering had moeten worden toegepast.


    Top