30.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 398/12

—

vernietiging van de bestreden beschikking van het Gerecht van 21 april 2015 in zaak T-580/13;

—

uitoefening van zijn volledige rechtsmacht en, gelet op de beschikbare gegevens, toewijzing van het door Real Express Srl ingestelde beroep tegen de beslissing van de vierde kamer van beroep van het BHIM van 16 september 2013 in zaak R 1519/2012-4 of, subsidiair, terugverwijzing van de zaak naar het Gerecht voor een nieuw onderzoek;

—

verwijzing van het BHIM en interveniënte in de kosten die rekwirante zijn opgekomen in de procedure in eerste aanleg en in het kader van de onderhavige hogere voorziening.

1.

Bij de vaststelling van zijn beschikking achtte het Gerecht alle argumenten van rekwirante ontvankelijk, met uitzondering van die in de punten 23 en 25 van het verzoekschrift, volgens welke interveniënte te kwader trouw had gehandeld door over te gaan tot inschrijving van een identiek gemeenschapsmerk REAL voor dezelfde klassen als het merk waarvan nietigverklaring was gevorderd door rekwirante gelet op haar oudere rechten in Roemenië. De relevante gerechtelijke akten werden overgelegd aan de vierde kamer van beroep. Het Gerecht is voorbijgegaan aan de verplichtingen van de kamer van beroep overeenkomstig de artikelen 63, lid 2, en 64, lid 1, van verordening nr. 207/2009 (1).

2.

In de punten 38 en 39 van de bestreden beschikking heeft het Gerecht de regels 15, lid 2, onder h), iii), en 17, leden 1 en 4, van verordening (EG) nr. 2868/1995 (2) en de artikelen 75 en 78, lid 1, onder a) en b), van verordening nr. 207/2009 onjuist toegepast. In de punten 41 en 42 van de bestreden beschikking heeft het Gerecht artikel 80, leden 1 tot en met 3, van verordening nr. 207/2009 en regels 53 en 53 bis van verordening nr. 2868/1995 onjuist toegepast en is het voorbijgegaan aan bladzijde 4, alinea 5, van mededeling nr. 11/98 van de president van het Bureau inzake de richtsnoeren voor onderzoek in het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen), Deel A, Algemene voorschriften, Afdeling 6, Herroeping van beslissingen, Doorhaling van inschrijvingen in het register en Rechtzetting van vergissingen. In de punten 43, 44 en 45 van de bestreden beschikking heeft het Gerecht de artikelen 63, lid 2, en 64 van verordening nr. 207/2009 onjuist toegepast en derhalve nagelaten te erkennen dat de kamer van beroep het rechtszekerheidsbeginsel en het beginsel van proceseconomie had geschonden alsmede het doel van de oppositieprocedure, door de verplichting niet na te komen die erin bestaat de oplossing van geschillen tussen merken mogelijk te maken vóór inschrijving en door in strijd met de regels geen rekening te houden met feiten, omstandigheden en bewijzen die door Real Express Srl waren overgelegd en relevant waren voor de uitkomst van de oppositieprocedure.