Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014TA0691

    Zaak T-691/14: Arrest van het Gerecht van 12 december 2018 — Servier e.a./Commissie („Mededinging — Mededingingsregelingen — Misbruik van een machtspositie — Markt van perindopril, een geneesmiddel ter behandeling van cardiovasculaire ziekten, in de oorspronkelijke en de generieke versie — Besluit waarbij een inbreuk op de artikelen 101 en 102 VWEU wordt vastgesteld — Onpartijdigheidsbeginsel — Raadpleging van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities — Recht op een doeltreffende voorziening in rechte — Korte duur van de beroepstermijn in het licht van de lengte van het bestreden besluit — Schikkingsovereenkomsten inzake octrooigeschillen — Licentieovereenkomsten — Overeenkomsten tot verwerving van technologie — Exclusieve koopovereenkomst — Potentiële mededinging — Mededingingsbeperkende strekking — Mededingingsbeperkende gevolgen — Evenwicht tussen mededingingsrecht en octrooirecht — Kwalificatie als afzonderlijke inbreuken of als één inbreuk — Bepaling van de relevante markt voor de molecule van het betrokken geneesmiddel — Geldboeten — Samenloop van geldboeten krachtens de artikelen 101 en 102 VWEU — Beginsel van legaliteit van strafbare feiten en straffen — Waarde van de verkopen — Berekeningsmethoden in geval van samenloop van inbreuken op dezelfde markten”)

    PB C 82 van 4.3.2019, p. 28–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    4.3.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 82/28


    Arrest van het Gerecht van 12 december 2018 — Servier e.a./Commissie

    (Zaak T-691/14) (1)

    ((„Mededinging - Mededingingsregelingen - Misbruik van een machtspositie - Markt van perindopril, een geneesmiddel ter behandeling van cardiovasculaire ziekten, in de oorspronkelijke en de generieke versie - Besluit waarbij een inbreuk op de artikelen 101 en 102 VWEU wordt vastgesteld - Onpartijdigheidsbeginsel - Raadpleging van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities - Recht op een doeltreffende voorziening in rechte - Korte duur van de beroepstermijn in het licht van de lengte van het bestreden besluit - Schikkingsovereenkomsten inzake octrooigeschillen - Licentieovereenkomsten - Overeenkomsten tot verwerving van technologie - Exclusieve koopovereenkomst - Potentiële mededinging - Mededingingsbeperkende strekking - Mededingingsbeperkende gevolgen - Evenwicht tussen mededingingsrecht en octrooirecht - Kwalificatie als afzonderlijke inbreuken of als één inbreuk - Bepaling van de relevante markt voor de molecule van het betrokken geneesmiddel - Geldboeten - Samenloop van geldboeten krachtens de artikelen 101 en 102 VWEU - Beginsel van legaliteit van strafbare feiten en straffen - Waarde van de verkopen - Berekeningsmethoden in geval van samenloop van inbreuken op dezelfde markten”))

    (2019/C 82/31)

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Verzoekende partijen: Servier SAS (Suresnes, Frankrijk), Servier Laboratories Ltd (Wexham, Verenigd Koninkrijk), Les Laboratoires Servier SAS (Suresnes) (vertegenwoordigers: aanvankelijk I. S. Forrester, QC, J. Killick, barrister, O. de Juvigny, advocaat, en M. Utges Manley, solicitor, vervolgens J. Killick, O. de Juvigny, M. Utges Manley, J. Jourdan en T. Reymond, advocaten)

    Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk T. Christoforou, B. Mongin, C. Vollrath, F. Castilla Contreras en T. Vecchi, vervolgens T. Christoforou, B. Mongin, C. Vollrath, F. Castilla Contreras en J. Norris-Usher, gemachtigden)

    Interveniënte aan de zijde van verzoekende partijen: European Federation of Pharmaceutical Industries and Associations (EFPIA) (Genève, Zwitserland) (vertegenwoordigers: F. Carlin, barrister, N. Niejahr en C. Paillard, advocaten)

    Voorwerp

    Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot, primair, nietigverklaring van besluit C(2014) 4955 final van de Commissie van 9 juli 2014 inzake een procedure op grond van de artikelen 101 en 102 VWEU [zaak AT.39612 — Perindopril (Servier)], voor zover dat op verzoeksters betrekking heeft en, subsidiair, verlaging van de geldboete die hun bij dat besluit is opgelegd.

    Dictum

    1)

    Artikel 4 van besluit C(2014) 4955 final van de Commissie van 9 juli 2014 inzake een procedure op grond van de artikelen 101 en 102 VWEU [zaak AT.39612 — Perindopril (Servier)], wordt nietig verklaard, voor zover dat vaststelt dat Servier SAS en Les Laboratoires Servier SAS hebben deelgenomen aan de in dit artikel bedoelde overeenkomsten.

    2)

    Artikel 6 van besluit C(2014) 4955 final wordt nietig verklaard.

    3)

    Artikel 7, lid 4, onder b), en lid 6, van besluit C(2014) 4955 final wordt nietig verklaard.

    4)

    De hoogte van de geldboete die is opgelegd aan Servier en Les Laboratoires Servier wegens de in artikel 2 van besluit C(2014) 4955 final bedoelde inbreuk, die voortvloeit uit artikel 7, lid 2, onder b), van dat besluit, wordt vastgesteld op 5 385 190 EUR.

    5)

    Het beroep wordt verworpen voor het overige.

    6)

    Servier, Servier Laboratories Ltd en Les Laboratoires Servier enerzijds, en de Europese Commissie anderzijds, dragen hun eigen kosten.

    7)

    De European Federation of Pharmaceutical Industries and Associations (EFPIA) draagt haar eigen kosten.


    (1)  PB C 462 van 22.12.2014.


    Top