Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CB0457

    Zaak C-457/14: Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 12 februari 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale ordinario di Cagliari — Italië) — Strafzaak tegen Claudia Concu, Isabella Melis (Prejudiciële verwijzing — Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering — Identieke prejudiciële vragen — Artikelen 49 VWEU en 56 VWEU — Vrijheid van vestiging — Vrij verrichten van diensten — Kansspelen — Nationale regeling — Herschikking van het concessiestelsel door de einddata van de concessies op elkaar af te stemmen — Nieuwe aanbesteding — Concessies met een kortere looptijd dan de oude concessies — Beperking — Dwingende vereisten van algemeen belang — Evenredigheid)

    PB C 127 van 20.4.2015, p. 4–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    20.4.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 127/4


    Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 12 februari 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale ordinario di Cagliari — Italië) — Strafzaak tegen Claudia Concu, Isabella Melis

    (Zaak C-457/14) (1)

    ((Prejudiciële verwijzing - Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering - Identieke prejudiciële vragen - Artikelen 49 VWEU en 56 VWEU - Vrijheid van vestiging - Vrij verrichten van diensten - Kansspelen - Nationale regeling - Herschikking van het concessiestelsel door de einddata van de concessies op elkaar af te stemmen - Nieuwe aanbesteding - Concessies met een kortere looptijd dan de oude concessies - Beperking - Dwingende vereisten van algemeen belang - Evenredigheid))

    (2015/C 127/05)

    Procestaal: Italiaans

    Verwijzende rechter

    Tribunale ordinario di Cagliari

    Partijen in de strafzaak

    Claudia Concu, Isabella Melis

    Dictum

    De artikelen 49 VWEU en 56 VWEU, alsook het beginsel van gelijke behandeling en het doeltreffendheidsbeginsel moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een nationale wettelijke regeling zoals die in het hoofdgeding, op grond waarvan een nieuwe aanbesteding wordt uitgeschreven voor concessies die een kortere looptijd hebben dan de in het verleden verleende concessies omdat het stelsel opnieuw wordt opgezet door de einddata van de concessies op elkaar af te stemmen.


    (1)  PB C 439 van 8.12.2014.


    Top