Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CA0492

    Zaak C-492/14: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 29 september 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel — België) — Essent Belgium NV/Vlaams Gewest, Inter-Energa e.a. (Prejudiciële verwijzing — Regionale regelingen volgens welke de distributie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen via de in de betrokken regio gelegen netwerken kosteloos dient te geschieden — Verschillende behandeling naargelang van de oorsprong van de groene stroom — Artikelen 28 en 30 EG — Vrij verkeer van goederen — Richtlijn 2001/77/EG — Artikelen 3 en 4 — Nationale steunregelingen voor de productie van groene stroom — Richtlijn 2003/54/EG — Artikelen 3 en 20 — Richtlijn 96/92/EG — Artikelen 3 en 16 — Interne markt voor elektriciteit — Toegang tot de distributienetten tegen niet-discriminerende tariefvoorwaarden — Openbaredienstverplichtingen — Geen evenredigheid)

    PB C 46 van 13.2.2017, p. 2–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    13.2.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 46/2


    Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 29 september 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel — België) — Essent Belgium NV/Vlaams Gewest, Inter-Energa e.a.

    (Zaak C-492/14) (1)

    ((Prejudiciële verwijzing - Regionale regelingen volgens welke de distributie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen via de in de betrokken regio gelegen netwerken kosteloos dient te geschieden - Verschillende behandeling naargelang van de oorsprong van de groene stroom - Artikelen 28 en 30 EG - Vrij verkeer van goederen - Richtlijn 2001/77/EG - Artikelen 3 en 4 - Nationale steunregelingen voor de productie van groene stroom - Richtlijn 2003/54/EG - Artikelen 3 en 20 - Richtlijn 96/92/EG - Artikelen 3 en 16 - Interne markt voor elektriciteit - Toegang tot de distributienetten tegen niet-discriminerende tariefvoorwaarden - Openbaredienstverplichtingen - Geen evenredigheid))

    (2017/C 046/02)

    Procestaal: Nederlands

    Verwijzende rechter

    Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Essent Belgium NV

    Verwerende partijen: Vlaams Gewest, Inter-Energa, IVEG, Infrax West, Provinciale Brabantse Energiemaatschappij CVBA (PBE), Vlaamse Regulator van de Electriciteits- en Gasmarkt (VREG)

    in tegenwoordigheid van: Intercommunale Maatschappij voor Energievoorziening Antwerpen (IMEA), Intercommunale Maatschappij voor Energievoorziening in West- en Oost-Vlaanderen (IMEWO), Intercommunale Vereniging voor Energielevering in Midden-Vlaanderen (Intergem), Intercommunale Vereniging voor de Energiedistributie in de Kempen en het Antwerpse (IVEKA), Iverlek, Gaselwest CVBA, Sibelgas CVBA

    Dictum

    De artikelen 28 en 30 EG, alsook artikel 3, leden 2 en 8, en artikel 20, lid 1, van richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van richtlijn 96/92/EG, artikel 3, leden 2 en 3, en artikel 16 van richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en de artikelen 3 en 4 van richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt, in hun geheel beschouwd, moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen regelingen zoals het besluit van de Vlaamse regering van 4 april 2003 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 28 september 2001, en het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 2004 inzake de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen, die voorschrijven dat de distributie van groene stroom via de in de betrokken regio gelegen distributienetten kosteloos dient te geschieden, maar die dit voordeel beperken tot groene stroom die rechtstreeks door productie-installaties in deze distributienetten wordt geïnjecteerd (eerste besluit) en tot groene stroom die rechtstreeks door dergelijke installaties wordt geïnjecteerd in distributienetten die gelegen zijn in de lidstaat waarvan deze regio deel uitmaakt (tweede besluit).


    (1)  PB C 34 van 2.2.2015.


    Top