This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62013TN0219
Case T-219/13: Action brought on 16 April 2013 — Ferracci v Commission
Zaak T-219/13: Beroep ingesteld op 16 april 2013 — Ferracci/Commissie
Zaak T-219/13: Beroep ingesteld op 16 april 2013 — Ferracci/Commissie
PB C 164 van 8.6.2013, p. 23–24
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
8.6.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 164/23 |
Beroep ingesteld op 16 april 2013 — Ferracci/Commissie
(Zaak T-219/13)
2013/C 164/39
Procestaal: Italiaans
Partijen
Verzoekende partij: Pietro Ferracci (San Cesareo, Italië) (vertegenwoordigers: A. Nucara en E. Gambaro, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
het besluit van de Commissie van 19 december 2012 krachtens artikel 263 VWEU nietig verklaren; |
— |
verweerster verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Het onderhavige beroep is gericht tegen besluit C(2012) 9461 def. van de Commissie van 19 december 2012 waarbij onverenigbaar met de interne markt is verklaard de steun die op basis van de vrijstelling van gemeentebelasting op onroerende zaken (ICI) is toegekend aan niet-commerciële lichamen voor het verrichten van bepaalde activiteiten, zonder evenwel terugvordering te gelasten, en waarin is verklaard dat de gunstige behandeling van de Kerk en enkele sportverenigingen op grond van artikel 149 van de Testo unico delle imposte sul reddito (TUIR) alsmede de vrijstelling van de IMU (Imposta Municipale Propria) die is verleend aan enkele lichamen die bestemd zijn om specifieke activiteiten te verrichten, geen staatssteun vormden.
Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij vier middelen aan.
1) |
Schending, onjuiste toepassing en onjuiste uitlegging van artikel 14 van verordening (EG) nr. 659/1999
|
2) |
Schending en onjuiste toepassing artikel 107, eerste alinea, VWEU
|
3) |
Schending en onjuiste toepassing artikel 107, eerste alinea, VWEU In het bestreden besluit heeft verweerster vastgesteld dat de door de Italiaanse Republiek middels de zogeheten IMU-vrijstelling uitgevoerde steunmaatregel niet de kenmerken heeft van staatssteun in de zin van het VWEU. In het bijzonder heeft verweerster vastgesteld dat de begunstigden van de IMU-vrijstelling geen „ondernemingen” zijn. Verzoekster meent daarentegen dat de begunstigden ondernemingen in de zin van het gemeenschapsrecht zijn en dat is voldaan aan alle voorwaarden voor het bestaan van staatsteun overeenkomstig artikel 107, eerste alinea, VWEU. |
4) |
Schending van artikel 296 VWEU
|