Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CN0535

    Zaak C-535/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Protodikeio Athinon (Griekenland) op 10 oktober 2013 — Honda Giken Kogyo Kabushiki Kaisha/Maria Patmanidi AE

    PB C 377 van 21.12.2013, p. 6–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    21.12.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 377/6


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Protodikeio Athinon (Griekenland) op 10 oktober 2013 — Honda Giken Kogyo Kabushiki Kaisha/Maria Patmanidi AE

    (Zaak C-535/13)

    2013/C 377/13

    Procestaal: Grieks

    Verwijzende rechter

    Protodikeio Athinon

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Honda Giken Kogyo Kabushiki Kaisha

    Verwerende partij: Maria Patmanidi AE

    Prejudiciële vraag

    Wat is de omvang van de werkingssfeer van artikel 7 van richtlijn 89/104/EEG (1) (thans artikel 7 van richtlijn 2008/95/EG (2)) en artikel 13 van verordening (EG) nr. 40/94 (3) [thans artikel 13 van verordening (EG) nr. 207/2009 (4)] met betrekking tot het recht van de merkhouder om de parallelle import in de EU en de EER van zijn oorspronkelijk in een land buiten de EU of de EER gefabriceerde of op de markt gebrachte producten te verbieden, met name wanneer het gaat om producten die, zoals het geval is bij allerlei onderdelen van motorvoertuigen, worden gekenmerkt door een ruime winstmarge en een grote neerwaartse druk op de prijzen als blijkend uit grote fluctuaties in het prijsbeleid, en/of waarbij parallelimporten kunnen leiden tot aanzienlijke dalingen van de prijzen voor de eindverbruiker in het voordeel zowel van hem als van de mededinging, in het licht van de volgende bepalingen, afzonderlijk en in onderling verband beschouwd:

    a)

    de artikelen 101 en 102 VWEU,

    b)

    de artikelen I, XI, lid 1, ΙΙΙ, lid 4, en XX, sub d, van de GATT-overeenkomst van 1994 en van deze overeenkomst in het algemeen, en

    c)

    de artikelen I en [Χ]XIV van de GATT-overeenkomst van 1994, en, in het bijzonder, wordt door deze laatste bepalingen de werkingssfeer van artikel 7, lid 1, van richtlijn 2008/95/EU en artikel 13, lid 1, van verordening (EG) nr. 207/2009 uitgebreid tot producten die op de markt worden gebracht in staten die partij zijn bij de GATT-overeenkomst van 1994, [en] doen zich in dat geval vraagstukken van wederkerigheid tussen deze bepalingen voor?


    (1)  Eerste richtlijn (89/104/EEG) van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (PB L 40, blz. 1).

    (2)  Richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (PB L 299, blz. 25).

    (3)  Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het gemeenschapsmerk (PB L 11, blz. 1).

    (4)  Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het gemeenschapsmerk (PB L 78, blz. 1).


    Top