Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CN0482

    Zaak C-482/12: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Okresný súd Prešov (Slowakije) op 29 oktober 2012 — Peter Macinský, Eva Macinská/Getfin s.r.o., Financreal s.r.o.

    PB C 9 van 12.1.2013, p. 32–33 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    12.1.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 9/32


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Okresný súd Prešov (Slowakije) op 29 oktober 2012 — Peter Macinský, Eva Macinská/Getfin s.r.o., Financreal s.r.o.

    (Zaak C-482/12)

    2013/C 9/54

    Procestaal: Slowaaks

    Verwijzende rechter

    Okresný súd Prešov

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partijen: Peter Macinský, Eva Macinská

    Verwerende partijen: Getfin s.r.o., Financreal s.r.o.

    Prejudiciële vraag

    Moet richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (1) (hierna: „richtlijn 93/13/EEG”) aldus worden uitgelegd dat een voorschrift van een lidstaat zoals § 151j, lid 1, Občiansky zákonník, in samenhang met de nadere bepalingen van de regeling die in het hoofdgeding aan de orde is, op grond waarvan de schuldeiser nakoming kan vorderen van een verbintenis uit ontoelaatbare bedingen door, ondanks verzet van de consument, betwisting en ontbreken van een beoordeling van de contractuele bedingen door een rechterlijke instantie of andere onafhankelijke rechter, een zekerheidsrecht ten uitvoer te leggen door middel van openbare verkoop van een onroerend goed, met deze richtlijn in strijd is?


    (1)  PB L 95, blz. 29.


    Top