This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62012CN0265
Case C-265/12: Reference for a preliminary ruling from the Hof van Beroep te Brussel (Belgium), lodged on 29 May 2012 — Citroën Belux NV v Federatie voor Verzekerings- en Financiële Tussenpersonen (FvF)
Zaak C-265/12: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Hof van beroep te Brussel (België) op 29 mei 2012 — Citroën Belux NV tegen Federatie voor Verzekerings- en Financiële Tussenpersonen (FvF)
Zaak C-265/12: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Hof van beroep te Brussel (België) op 29 mei 2012 — Citroën Belux NV tegen Federatie voor Verzekerings- en Financiële Tussenpersonen (FvF)
PB C 258 van 25.8.2012, p. 9–10
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
25.8.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 258/9 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Hof van beroep te Brussel (België) op 29 mei 2012 — Citroën Belux NV tegen Federatie voor Verzekerings- en Financiële Tussenpersonen (FvF)
(Zaak C-265/12)
2012/C 258/15
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Hof van beroep te Brussel
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekster: Citroën Belux NV
Verweerster: Federatie voor Verzekerings- en Financiële Tussenpersonen (FvF)
Prejudiciële vragen
1) |
Moet artikel 3.9 van richtlijn 2005/29/EG (1) zo worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een bepaling, zoals artikel 72 WMPC (2), die — onder voorbehoud van de limitatief in de wet opgesomde gevallen — op algemene wijze elk gezamenlijk aanbod aan de consument verbiedt zodra minstens één bestanddeel een financiële dienst uitmaakt? |
2) |
Moet artikel 56 VWEU, betreffende de vrijheid van dienstverlening, zo worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een bepaling, zoals artikel 72 WMPC, die — onder voorbehoud van de limitatief in de wet opgesomde gevallen — op algemene wijze elk gezamenlijk aanbod aan de consument verbiedt zodra minstens één bestanddeel een financiële dienst uitmaakt? |
(1) Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van Richtlijn 84/450/EEG van de Raad, Richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad („Richtlijn oneerlijke handelspraktijken”) (PB L 149, blz. 22).
(2) Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming.