This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62011TN0643
Case T-643/11: Action brought on 15 December 2011 — Crown Equipment (Suzhou) and Crown Gabelstapler v Council
Zaak T-643/11: Beroep ingesteld op 15 december 2011 — Crown Equipment (Suzhou) en Crown Gabelstapler/Raad
Zaak T-643/11: Beroep ingesteld op 15 december 2011 — Crown Equipment (Suzhou) en Crown Gabelstapler/Raad
PB C 49 van 18.2.2012, p. 31–31
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
18.2.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 49/31 |
Beroep ingesteld op 15 december 2011 — Crown Equipment (Suzhou) en Crown Gabelstapler/Raad
(Zaak T-643/11)
2012/C 49/56
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partijen: Crown Equipment (Suzhou) Co. Ltd. (Suzhou, China) en Crown Gabelstapler GmbH & Co. KG (Roding, Duitsland) (vertegenwoordigers: K. Neuhaus, H. Freund en B. Ecker, advocaten)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie
Conclusies
Verzoeksters verzoeken het Gerecht:
— |
het beroep ontvankelijk te verklaren; |
— |
uitvoeringsverordening (EU) nr. 1008/2011 (1) van de Raad nietig te verklaren voor zover zij op verzoeksters betrekking heeft; |
— |
verweerder te verwijzen in zijn eigen kosten en die van verzoeksters. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters drie middelen aan.
1) |
Eerste middel: schending van het recht van verweer van verzoeksters doordat verweerder uitdrukkelijk delen van verzoeksters’ opmerkingen heeft genegeerd. |
2) |
Tweede middel: schending van de artikelen 11, lid 2, en 3, leden 2, 6 en 7 van verordening (EG) nr. 1225/2009 (2) van de Raad doordat verweerder zijn bevindingen over schade en oorzakelijk verband heeft gebaseerd op meerdere onjuiste voorstellingen van de feiten. Verweerder heeft zijn bevindingen gebaseerd op feiten die in strijd zijn met de feiten die in de bestreden verordening worden genoemd:
|
3) |
Derde middel: schending van de artikelen 11, lid 2, en 3, leden 2, 6 en 7 van verordening (EG) nr. 1225/2009 of van artikel 296, lid 2 VWEU doordat verweerder zijn bevindingen over schade en oorzakelijk verband heeft gebaseerd op kennelijke beoordelingsfouten of heeft verzuimd voldoende gronden aan te voeren. Verweerder heeft kennelijke beoordelingsfouten gemaakt:
|
In elk geval heeft verweerder een procedurefout begaan doordat de bestreden verordening geen uitleg bevat over de duidelijke invloed van de afname van de vraag op de beweerde schade van de bedrijfstak van de Unie.
(1) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1008/2011 van de Raad van 10 oktober 2011 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op handpallettrucks en essentiële onderdelen daarvan, van oorsprong uit de Volksrepubliek China, zoals uitgebreid tot handpallettrucks en essentiële onderdelen daarvan verzonden uit Thailand, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Thailand, na een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 2, van verordening (EG) nr. 1225/2009 (PB 2011, L 268, blz. 1).
(2) Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB 2009 L 343, blz. 51).