Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011CJ0370

    Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 10 mei 2012.
    Europese Commissie tegen Koninkrijk België.
    Niet-nakoming — Artikelen 36 en 40 van EER-Overeenkomst — Discriminerende belasting van meerwaarde die wordt gerealiseerd bij wederinkoop van aandelen van instellingen voor collectieve belegging die in Noorwegen en IJsland zijn gevestigd en geen vergunning overeenkomstig richtlijn 85/611/EEG hebben.
    Zaak C‑370/11.

    Jurisprudentie 2012 -00000

    ECLI identifier: ECLI:EU:C:2012:287





    Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 10 mei 2012 —
    Commissie/België

    (Zaak C‑370/11)

    „Niet-nakoming — Artikelen 36 en 40 van EER-Overeenkomst — Discriminerende belasting van meerwaarde die wordt gerealiseerd bij wederinkoop van aandelen van instellingen voor collectieve belegging die in Noorwegen en IJsland zijn gevestigd en geen vergunning overeenkomstig richtlijn 85/611/EEG hebben”

    Internationale overeenkomsten — Overeenkomst tot oprichting van Europese Economische Ruimte — Vrij verkeer van kapitaal — Beperkingen — Belastingwetgeving — Inkomstenbelasting (EER-Overeenkomst, art. 40; richtlijn 85/611 van de Raad) (cf. punt 20 en dictum)

    Voorwerp

    Niet-nakoming — Schending van de artikelen 36 en 40 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Discriminerende belasting van meerwaarde die wordt gerealiseerd bij de wederinkoop van aandelen van instellingen voor collectieve belegging die in Noorwegen en IJsland zijn gevestigd en geen vergunning overeenkomstig richtlijn 85/611/EEG hebben

    Dictum

    1)

    Door regels te handhaven op grond waarvan de meerwaarde die wordt gerealiseerd bij de wederinkoop van aandelen van instellingen voor collectieve belegging waarvan meer dan 40 % van het vermogen is belegd in schuldvorderingen en die geen vergunning overeenkomstig richtlijn 85/611/EEG van de Raad van 20 december 1985 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) hebben, niet wordt belast wanneer deze instellingen in België zijn gevestigd, terwijl de meerwaarde die wordt gerealiseerd bij de wederinkoop van aandelen van dergelijke instellingen die in Noorwegen of IJsland zijn gevestigd, wel wordt belast, is het Koninkrijk België de krachtens artikel 40 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992 op hem rustende verplichtingen niet nagekomen.

    2)

    Het Koninkrijk België wordt verwezen in de kosten.

    Top