This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62010CN0093
Case C-93/10: Reference for a preliminary ruling from the Bundesfinanzhof (Germany) lodged on 17 February 2010 — Finanzamt Essen-NordOst v GFKL Financial Services AG
Zaak C-93/10: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland) op 17 februari 2010 — Finanzamt Essen-NordOst/GFKL Financial Services AG
Zaak C-93/10: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland) op 17 februari 2010 — Finanzamt Essen-NordOst/GFKL Financial Services AG
PB C 134 van 22.5.2010, p. 18–18
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
22.5.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 134/18 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland) op 17 februari 2010 — Finanzamt Essen-NordOst/GFKL Financial Services AG
(Zaak C-93/10)
2010/C 134/27
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundesfinanzhof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Finanzamt Essen-NordOst
Verwerende partij: GFKL Financial Services AG
Prejudiciële vragen
1. |
Wat de uitlegging betreft van artikel 2, punt 1, en artikel 4 van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting: Is er bij de verkoop (koop) van niet-voldane schuldvorderingen wegens de overname van de inning van de schuldvorderingen en van het debiteurenrisico ook sprake van een prestatie onder bezwarende titel en een economische activiteit van de koper van de schuldvorderingen, wanneer de koopprijs
|
2. |
Indien de eerste vraag bevestigend dient te worden beantwoord, wat de uitlegging betreft van artikel 13, B, sub d, punten 2 en 3, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting:
|
3. |
Indien de eerste vraag bevestigend dient te worden beantwoord en er geen sprake is van een van belasting vrijgestelde prestatie, wat de uitlegging betreft van artikel 11, A, [lid 1,] sub a, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting: Wordt de vergoeding voor de aan belasting onderworpen prestatie bepaald aan de hand van de door partijen vermoede inningskosten, dan wel aan de hand van de feitelijke inningskosten? |