Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010CA0053

    Zaak C-53/10: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 15 september 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht — Duitsland) — Land Hessen/Franz Mücksch OHG (Milieu — Richtlijn 96/82/EG — Beheersing van gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken — Preventie — Voldoende afstand tussen door publiek bezochte gebieden en inrichtingen met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen)

    PB C 319 van 29.10.2011, p. 5–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    29.10.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 319/5


    Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 15 september 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht — Duitsland) — Land Hessen/Franz Mücksch OHG

    (Zaak C-53/10) (1)

    (Milieu - Richtlijn 96/82/EG - Beheersing van gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken - Preventie - Voldoende afstand tussen door publiek bezochte gebieden en inrichtingen met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen)

    2011/C 319/08

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Bundesverwaltungsgericht

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Land Hessen

    Verwerende partij: Franz Mücksch OHG

    In tegenwoordigheid van: Merck KGaA

    Voorwerp

    Verzoek om een prejudiciële beslissing — Bundesverwaltungsgericht — Uitlegging van artikel 12, lid 1, van richtlijn 96/82/EG van de Raad van 9 december 1996 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken (PB 1997, L 10, blz. 13), zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1137/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 tot aanpassing aan besluit 1999/468/EG van de Raad van een aantal besluiten waarop de procedure van artikel 251 van het Verdrag van toepassing is, wat de regelgevingsprocedure met toetsing betreft (PB L 311, blz. 1) — Voorkoming van zware ongevallen — Omvang van de verplichting van de lidstaten ervoor te zorgen dat hun beleid inzake bestemming of gebruik van de grond rekening houdt met de noodzaak om op langetermijnbasis voldoende afstand te laten bestaan tussen door het publiek bezochte plaatsen en de inrichtingen waar grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen aanwezig zijn — Bouw van een tuincentrum in de nabijheid van een dergelijke inrichting — Aanwezigheid van tal van andere winkels in hetzelfde risicogebied

    Dictum

    1)

    Artikel 12, lid 1, van richtlijn 96/82/EG van de Raad van 9 december 1996 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, zoals gewijzigd bij richtlijn 2003/105/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2003, moet aldus worden uitgelegd dat de verplichting van de lidstaten om ervoor te zorgen dat rekening wordt gehouden met de noodzaak om op een langetermijnbasis een voldoende afstand te laten bestaan tussen de onder deze richtlijn vallende inrichtingen enerzijds en door het publiek bezochte gebouwen anderzijds, ook geldt voor een overheidsinstantie als de stad Darmstadt (Duitsland), die de bouwvergunningen afgeeft, ook al is dit in het kader van een gebonden bevoegdheid.

    2)

    De verplichting van artikel 12, lid 1, van richtlijn 96/82, zoals gewijzigd bij richtlijn 2003/105, om op een langetermijnbasis rekening te houden met de noodzaak een voldoende afstand tussen de onder deze richtlijn vallende inrichtingen enerzijds en door het publiek bezochte gebouwen anderzijds te laten bestaan, houdt voor de bevoegde nationale autoriteiten niet de verplichting in om in omstandigheden als die van het hoofdgeding de vestiging van een door het publiek bezocht gebouw te verbieden. Deze verplichting verzet zich daarentegen wel tegen een nationale wettelijke regeling, volgens welke de vergunning voor de vestiging van een dergelijk gebouw moet worden afgegeven zonder dat de risico’s van vestiging binnen de radius van de veiligheidsafstanden in het stadium van de planning of van de individuele beslissing naar behoren zijn beoordeeld.


    (1)  PB C 113 van 1.5.2010.


    Top