This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62009CA0041
Case C-41/09: Judgment of the Court (First Chamber) of 3 March 2011 — European Commission v Kingdom of the Netherlands (Failure of a Member State to fulfil obligations — Value added tax — Sixth VAT Directive — Directive 2006/112/EC — Application of a reduced rate — Live animals normally intended for use in the preparation of foodstuffs for human and animal consumption — Supply, importation and acquisition of horses)
Zaak C-41/09: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 3 maart 2011 — Europese Commissie/Koninkrijk der Nederlanden (Niet-nakoming — Belasting over toegevoegde waarde — Zesde btw-richtlijn — Richtlijn 2006/112/EG — Toepassing van verlaagd tarief — Levende dieren die gewoonlijk bestemd zijn voor gebruik bij bereiding van levensmiddelen voor menselijke en dierlijke consumptie — Levering, invoer en verwerving van paarden)
Zaak C-41/09: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 3 maart 2011 — Europese Commissie/Koninkrijk der Nederlanden (Niet-nakoming — Belasting over toegevoegde waarde — Zesde btw-richtlijn — Richtlijn 2006/112/EG — Toepassing van verlaagd tarief — Levende dieren die gewoonlijk bestemd zijn voor gebruik bij bereiding van levensmiddelen voor menselijke en dierlijke consumptie — Levering, invoer en verwerving van paarden)
PB C 130 van 30.4.2011, p. 2–3
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
30.4.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 130/2 |
Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 3 maart 2011 — Europese Commissie/Koninkrijk der Nederlanden
(Zaak C-41/09) (1)
(Niet-nakoming - Belasting over toegevoegde waarde - Zesde btw-richtlijn - Richtlijn 2006/112/EG - Toepassing van verlaagd tarief - Levende dieren die gewoonlijk bestemd zijn voor gebruik bij bereiding van levensmiddelen voor menselijke en dierlijke consumptie - Levering, invoer en verwerving van paarden)
2011/C 130/03
Procestaal: Nederlands
Partijen
Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: D. Triantafyllou en W. Roels, gemachtigden)
Verwerende partij: Koninkrijk der Nederlanden (vertegenwoordigers: C. M. Wissels, M. Noort, D. J. M. de Grave en J. Langer, gemachtigden)
Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: M. Lumma en C. Blaschke, gemachtigden), Franse Republiek (vertegenwoordiger: B. Beaupère-Manokha, gemachtigde)
Voorwerp
Niet-nakoming — Schending van artikel 12, in samenhang met bijlage H, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1), en van de artikelen 96, 97, 98 en 99, in samenhang met bijlage III, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 11) — Verlaagd tarief — Levering, invoer en verwerving van bepaalde levende dieren (met name paarden) die niet bestemd zijn voor de bereiding of de productie van levensmiddelen voor menselijke of dierlijke consumptie
Dictum
1) |
Door een verlaagd tarief van belasting over de toegevoegde waarde toe te passen op alle leveringen, invoer en intracommunautaire verwervingen van paarden, is het Koninkrijk der Nederlanden de verplichtingen niet nagekomen die op hem rusten krachtens artikel 12, gelezen in samenhang met bijlage H, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, zoals gewijzigd bij richtlijn 2006/18/EG van de Raad van 14 februari 2006, alsmede krachtens de artikelen 96 tot en met 99, lid 1, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, gelezen in samenhang met bijlage III ervan. |
2) |
Het Koninkrijk der Nederlanden wordt verwezen in de kosten. |
3) |
De Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek dragen hun eigen kosten. |