Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008CA0376

    Zaak C-376/08: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 23 december 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale amministrativo regionale per la Lombardia — Italië) — Serrantoni Srl, Consorzio stabile edili scrl/Comune di Milano (Overheidsopdrachten voor werken — Richtlijn 2004/18/EG — Artikelen 43 EG en 49 EG — Beginsel van gelijke behandeling — Consortia van ondernemingen — Verbod voor consorzio stabile ( duurzaam consortium ) en daartoe behorende vennootschap om als concurrenten aan dezelfde procedure deel te nemen)

    PB C 51 van 27.2.2010, p. 9–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    27.2.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 51/9


    Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 23 december 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale amministrativo regionale per la Lombardia — Italië) — Serrantoni Srl, Consorzio stabile edili scrl/Comune di Milano

    (Zaak C-376/08) (1)

    (Overheidsopdrachten voor werken - Richtlijn 2004/18/EG - Artikelen 43 EG en 49 EG - Beginsel van gelijke behandeling - Consortia van ondernemingen - Verbod voor „consorzio stabile” („duurzaam consortium”) en daartoe behorende vennootschap om als concurrenten aan dezelfde procedure deel te nemen)

    2010/C 51/13

    Procestaal: Italiaans

    Verwijzende rechter

    Tribunale Amministrativo Regionale per la Lombardia

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partijen: Serrantoni Srl, Consorzio stabile edili scrl

    Verwerende partij: Comune di Milano

    In tegenwoordigheid van: Bora Srl Construzioni edili, Unione consorzi stabili Italia (UCSI), Associazione nazionale imprese edili (ANIEM)

    Voorwerp

    Verzoek om een prejudiciële beslissing — Tribunale amministrativo regionale per la Lombardia — Uitlegging van de artikelen 39, 43, 49 en 81 EG en van artikel 4 van richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134, blz. 114) — Nationale wettelijke regeling die voorziet in de automatische uitsluiting van ondernemingen die deel uitmaken van een consortium van ondernemers, in geval van deelneming aan de procedure door het consortium

    Dictum

    Het gemeenschapsrecht moet aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een nationale regeling als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, op grond waarvan, in het kader van een procedure voor het plaatsen van een overheidsopdracht waarvan de waarde lager ligt dan de drempel die is vastgesteld in artikel 7, lid 1, sub c, van richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, maar die een duidelijk grensoverschrijdend belang vertoont, een duurzaam consortium alsook de ondernemingen die lid zijn van dat consortium automatisch worden uitgesloten van deelneming aan die procedure, en aan hen strafsancties kunnen worden opgelegd, wanneer bedoelde leden in het kader van dezelfde procedure offertes hebben ingediend die concurreren met die van het consortium, ook al zou de offerte van het consortium niet voor rekening en in het belang van die ondernemingen zijn ingediend.


    (1)  PB C 327 van 20.12.2008.


    Top