Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62007CA0555

    Zaak C-555/07: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 19 januari 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Landesarbeitsgericht Düsseldorf — Duitsland) — Seda Kücükdeveci/Swedex Gmbh & Co. KG (Beginsel van non-discriminatie op grond van leeftijd — Richtlijn 2000/78/EG — Nationale wettelijke ontslagregeling die tijdvakken van arbeid die werknemer vóór bereiken van leeftijd van 25 jaar heeft vervuld niet in aanmerking neemt bij berekening van opzegtermijn — Rechtvaardiging van maatregel — Nationale regeling in strijd met richtlijn — Rol van nationale rechter)

    PB C 63 van 13.3.2010, p. 4–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    13.3.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 63/4


    Arrest van het Hof (Grote kamer) van 19 januari 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Landesarbeitsgericht Düsseldorf — Duitsland) — Seda Kücükdeveci/Swedex Gmbh & Co. KG

    (Zaak C-555/07) (1)

    (Beginsel van non-discriminatie op grond van leeftijd - Richtlijn 2000/78/EG - Nationale wettelijke ontslagregeling die tijdvakken van arbeid die werknemer vóór bereiken van leeftijd van 25 jaar heeft vervuld niet in aanmerking neemt bij berekening van opzegtermijn - Rechtvaardiging van maatregel - Nationale regeling in strijd met richtlijn - Rol van nationale rechter)

    2010/C 63/05

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Landesarbeitsgericht Düsseldorf — Duitsland

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Seda Kücükdeveci

    Verwerende partij: Swedex Gmbh & Co. KG

    Voorwerp

    Verzoek om een prejudiciële beslissing — Landesarbeitsgericht Düsseldorf (Duitsland) — Uitlegging van het beginsel van non-discriminatie op grond van leeftijd en van richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PB L 303, blz. 16) — Nationale wettelijke ontslagregeling met langere opzegtermijnen naar gelang van anciënniteit in de onderneming waarbij tijdvakken van arbeid die werknemer vóór bereiken van leeftijd van 25 heeft vervuld niet in aanmerking worden genomen

    Dictum

    1)

    Het Unierecht, en in het bijzonder het beginsel van non-discriminatie op grond van leeftijd, zoals geconcretiseerd door richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep, moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale regeling als die in het hoofdgeding, die bepaalt dat tijdvakken van arbeid die een werknemer vóór het bereiken van de leeftijd van 25 jaar heeft vervuld, niet in aanmerking worden genomen bij de berekening van de duur van de opzegtermijn.

    2)

    De nationale rechter aan wie een geschil tussen particulieren werd voorgelegd, moet de naleving verzekeren van het beginsel van non-discriminatie op grond van leeftijd, zoals geconcretiseerd in richtlijn 2000/78, en daarbij indien nodig elke strijdige bepaling van de nationale regeling buiten beschouwing laten, ongeacht de mogelijkheid waarover hij beschikt om in de in artikel 267, tweede alinea, VWEU bedoelde gevallen het Hof van Justitie van de Europese Unie om een prejudiciële beslissing inzake de uitlegging van dit beginsel te verzoeken.


    (1)  PB C 79 van 29.03.2008.


    Top