Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61978CJ0154

Arrest van het Hof van 18 maart 1980.
SpA Ferriera Valsabbia en anderen tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen.
Betonstaal.
Gevoegde zaken 154, 205, 206, 226 tot 228, 263 en 264/78, 39, 31, 83 en 85/79.

Jurisprudentie 1980 -00907

ECLI identifier: ECLI:EU:C:1980:81

61978J0154

ARREST VAN HET HOF VAN 18 MAART 1980. - SPA FERRIERA VALSABBIA EN ANDEREN TEGEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. - (" BETONSTAAL "). - GEVOEGDE ZAKEN NOS. 154, 205, 206, 226 TOT 228, 263 EN 264/78, 39, 31, 83 EN 85/79.

Jurisprudentie 1980 bladzijde 00907
Griekse bijz. uitgave bladzijde 00489
Zweedse bijz. uitgave bladzijde 00099
Finse bijz. uitgave bladzijde 00101
Spaanse bijz. uitgave bladzijde 00291


Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum

Trefwoorden


1 . PROCESVOERING - EXCEPTIE VAN ONRECHTMATIGHEID - ONTVANKELIJKHEID - ONDERZOEK AMBTSHALVE

( EGKS-VERDRAG , ART . 36 , DERDE ALINEA )

2 . PROCESVOERING - EXCEPTIE VAN ONRECHTMATIGHEID IN DE ZIN VAN ARTIKEL 36 , DERDE ALINEA , VAN HET EGKS-VERDRAG - ONTVANKELIJKHEID - VOORWAARDEN - VERWIJZING NAAR ARTIKEL 33 , EERSTE ALINEA , VAN DAT VERDRAG - BETEKENIS

( EGKS-VERDRAG , ART . 33 , EERSTE ALINEA , EN ART . 36 , DERDE ALINEA )

3 . HANDELINGEN DER INSTELLINGEN - ALGEMENE BESCHIKKINGEN EGKS - MOTIVERINGSPLICHT - DRAAGWIJDTE

( EGKS-VERDRAG , ARTT . 5 EN 15 )

4 . EGKS - INSTELLINGEN VAN DE GEMEENSCHAP - VERPLICHTING IN HET ALGEMEEN BELANG TE HANDELEN - DRAAGWIJDTE

( EGKS-VERDRAG , ART . 3 )

5 . EGKS - INSTELLINGEN VAN DE GEMEENSCHAP - VERPLICHTING DE IN ARTIKEL 3 VAN HET VERDRAG OMSCHREVEN DOELSTELLINGEN NA TE STREVEN - COMPROMIS TUSSEN DE ONDERSCHEIDEN DOELSTELLINGEN - CRISISTOESTAND - HET NEMEN VAN UITZONDERLIJKE MAATREGELEN - OPZIJ STELLEN VAN BEPAALDE DOELSTELLINGEN - GEOORLOOFDHEID

( EGKS-VERDRAG , ART . 3 )

6 . EGKS - STAALSECTOR - BELEID TOT BESTRIJDING VAN DE CRISIS - GRONDSLAGEN - BEGINSEL VAN DE SOLIDARITEIT DER VERSCHILLENDE ONDERNEMINGEN

( EGKS-VERDRAG , ARTT . 3 , 49 E.V ., 53 , 55 , LID 2 , EN 56 )

7 . EGKS - PRODUKTIE - STELSEL VAN QUOTA - GEOORLOOFDHEID - VOORWAARDEN

( EGKS-VERDRAG , ART . 58 )

8 . EGKS - PRIJZEN - VASTSTELLING VAN MINIMUMPRIJZEN - METHODE - DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEID VAN DE COMMISSIE - RECHTSCONTROLE - BEGRENZING

( EGKS-VERDRAG , ARTT . 3 EN 61 )

9 . EGKS - PRIJZEN - VASTSTELLING VAN MINIMUMPRIJZEN - RECHTMATIGHEID - VOORWAARDEN

( EGKS-VERDRAG , ARTT . 3 EN 61 )

10 . GEMEENSCHAPSRECHT - ALGEMENE RECHTSBEGINSELEN - GRONDRECHTEN - EIGENDOMSRECHT - WAARBORG - BEGRENZING

11 . GEMEENSCHAPSRECHT - ALGEMENE RECHTSBEGINSELEN - EVENREDIGHEID - VERPLICHTINGEN DER INSTELLINGEN - DRAAGWIJDTE

12 . GEMEENSCHAPSRECHT - BEGINSELEN - NOODWEER - BEGRIP - NIET IN TE ROEPEN JEGENS EEN OVERHEIDSORGAAN DAT BINNEN HET WETTELIJK KADER VAN ZIJN BEVOEGDHEDEN HANDELT

13 . GEMEENSCHAPSRECHT - BEGINSELEN - OVERMACHT - BEGRIP

14 . GEMEENSCHAPSRECHT - BEGINSELEN - NOODTOESTAND - BEGRIP

15 . EGKS - PRIJZEN - AANPASSING AAN PRIJZEN , VASTGESTELD MET SCHENDING VAN EEN VOORSCHRIFT WAARBIJ MINIMUMPRIJZEN ZIJN VOORGESCHREVEN - ONGEOORLOOFDHEID

( EGKS-VERDRAG , ART . 60 , ALGEMENE BESCHIKKING NR . 962/77/EGKS , ART . 6 , EERSTE ALINEA )

Samenvatting


1 . OP EEN BETOOG , VOLGENS HETWELK EEN KRACHTENS ARTIKEL 3 , DERDE ALINEA , VAN HET EGKS-VERDRAG OPGEWORPEN EXCEPTIE VAN ONRECHTMATIGHEID NIET ONTVANKELIJK ZOU ZIJN , DIENT HET HOF , OOK WANNEER ER GEEN VORDERINGEN IN FORMELE ZIN AAN WORDEN VERBONDEN , AMBTSHALVE IN TE GAAN , VOOR ZOVER HET DE VRAAG NAAR ' S HOFS BEVOEGDHEID DOET RIJZEN .

2 . DE IN ARTIKEL 36 , DERDE ALINEA , VAN HET EGKS-VERDRAG GEBEZIGDE UITDRUKKING ' ' OVEREENKOMSTIG DE BEPALINGEN VAN DE EERSTE ALINEA VAN ARTIKEL 33 VAN DIT VERDRAG ' ' BETEKENT DAT VERZOEKERS ZICH OP GEBREKEN VAN ALGEMENE BESCHIKKINGEN , WELKER NIET NAKOMING HUN WORDT VERWETEN , SLECHTS KUNNEN BEROEPEN IN DE GEVALLEN BEDOELD IN DE EERSTE ALINEA , DAT ZIJ HUN PROCESBELANG HEBBEN TE BEWIJZEN EN DAT HET HOF , DE EXCEPTIE VAN ONRECHTMATIGHEID ONDERZOEKENDE , DE TOESTAND VOORTVLOEIENDE UIT ECONOMISCHE FEITEN OF OMSTANDIGHEDEN , MET HET OOG WAAROP DE BESCHIKKINGEN ZIJN GEGEVEN , SLECHTS KAN BEOORDELEN BINNEN DE GRENZEN , VASTGESTELD BIJ ARTIKEL 33 , EERSTE ALINEA , TWEEDE VOLZIN .

3 . DE COMMISSIE IS VOLGENS DE ARTIKELEN 5 EN 15 VAN HET EGKS-VERDRAG VERPLICHT IN DE MOTIVERING VAN HAAR ALGEMENE BESCHIKKINGEN DE ALGEHELE SITUATIE TE OMSCHRIJVEN DIE TOT DE MAATREGEL LEIDDE EN DE ALGEMENE DOELEINDEN AAN TE GEVEN DIE DOOR MIDDEL VAN DE BESCHIKKING MOETEN WORDEN VERWEZENLIJKT . HET GAAT DERHALVE NIET AAN TE VERLANGEN DAT ZIJ AL DE ONDERSCHEIDEN , ZEER COMPLEXE FEITELIJKE OMSTANDIGHEDEN NOEMT DIE AAN HAAR BESLUIT TEN GRONDSLAG HEBBEN GELEGEN , LAAT STAAN DAT ZIJ DIE OMSTANDIGHEDEN MIN OF MEER VOLLEDIG BEOORDEELT OF DE OPVATTINGEN DER ADVISERENDE INSTANTIES WEERLEGT .

4 . WELISWAAR IS DE COMMISSIE KRACHTENS ARTIKEL 3 VAN HET EGKS-VERDRAG VERPLICHT IN HET GEMEENSCHAPPELIJK BELANG TE HANDELEN ; DAT WIL EVENWEL NIET ZEGGEN DAT HAAR HET BELANG VAN ALLEN GELIJKELIJK VOOR OGEN HEEFT TE STAAN , IMMERS HAAR ROL BRENGT NIET MEDE DAT ZIJ SLECHTS ZOU MOGEN OPTREDEN ALS DAARDOOR AAN NIEMANDS BELANG AFBREUK WORDT GEDAAN . INTEGENDEEL , ZIJ HEEFT BIJ HAAR HANDELEN DE ONDERSCHEIDEN BELANGEN TE WEGEN EN , INDIEN DE TE NEMEN BESCHIKKING ZULKS REDELIJKERWIJS GEDOOGT , TE VERMIJDEN DAT ER NADELIGE CONSEQUENTIES AAN VERBONDEN ZIJN . DE COMMISSIE KAN , IN HET ALGEMEEN BELANG , NAAR DE EIS DER OMSTANDIGHEDEN VAN HAAR BESCHIKKINGSBEVOEGDHEID GEBRUIK MAKEN , DESNOODS TEN NADELE VAN BEPAALDE PARTICULIERE BELANGEN .

5 . IN ARTIKEL 3 VAN HET EGKS-VERDRAG VALT NIET TE LEZEN DAT DE INSTELLINGEN VAN DE GEMEENSCHAP ONDER ALLE OMSTANDIGHEDEN DE IN DIE BEPALING OPGESOMDE DOELSTELLINGEN GELIJKTIJDIG EN TEN VOLLE DIENEN TE VERWERKELIJKEN . HET IS NOODZAKELIJK , DOCH TEVENS VOLDOENDE , DAT ZIJ TELKENS WANNEER DE MOGELIJKE TEGENSTRIJDIGHEID DER ONDERSCHEIDEN DOELSTELLINGEN DIT VEREIST , STREVEN NAAR EEN COMPROMIS EN AAN DEZE OF GENE DOELSTELLING DE VOORRANG VERLENEN , WANNEER HUN DAT GEBODEN VOORKOMT IN VERBAND MET DE ECONOMISCHE FEITEN OF OMSTANDIGHEDEN MET HET OOG WAAROP ZIJ HUN MAATREGELEN HEBBEN VASTGESTELD .

MOET ER IN EEN NORMALE MARKTSITUATIE NAAR EEN COMPROMIS TUSSEN DE VERSCHILLENDE DOELSTELLINGEN WORDEN GESTREEFD , TEMEER ZAL EEN COMPROMIS MOETEN WORDEN BEPROEFD IN EEN CRISISTOESTAND WELKE UITZONDERLIJKE MAATREGELEN RECHTVAARDIGT , DIE EEN AFWIJKING INHOUDEN VAN DE NORMALE VOORSCHRIFTEN VOOR DE WERKING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE STAALMARKT EN KENNELIJK BEPAALDE IN ARTIKEL 3 OMSCHREVEN DOELSTELLINGEN OPZIJ ZETTEN .

6 . HET BELEID TOT BESTRIJDING VAN DE STAALCRISIS BERUST OP HET FUNDAMENTELE BEGINSEL VAN DE SOLIDARITEIT VAN DE VERSCHILLENDE ONDERNEMINGEN , ZOALS HET IN DE PREAMBULE VAN HET EGKS-VERDRAG ONDER WOORDEN WERD GEBRACHT EN MET NAME ZIJN NEERSLAG HEEFT GEVONDEN IN EEN GROOT AANTAL ARTIKELEN , ZO IN ARTIKEL 3 ( VOORRANG VOOR HET - OM SOLIDARITEIT VRAGEND - GEMEENSCHAPPELIJK BELANG ), IN DE ARTIKELEN 49 E.V . ( HET OP HEFFINGEN BERUSTENDE FINANCIERINGSSTELSEL VAN DE GEMEENSCHAP ), IN ARTIKEL 55 , LID 2 ( GEMEENSCHAPPELIJK GEBRUIK VAN DE UITKOMSTEN VAN HET TECHNISCH EN ECONOMISCH ONDERZOEK ), IN ARTIKEL 56 ( HERPLAATSINGS- EN HERSCHOLINGSHULP ) EN IN ARTIKEL 53 ( TREFFEN VAN FINANCIELE VOORZIENINGEN ).

7 . DE COMMISSIE IS TOT INVOERING VAN EEN STELSEL VAN PRODUKTIEQUOTA KRACHTENS ARTIKEL 58 VAN HET EGKS-VERDRAG SLECHTS VERPLICHT , WANNEER ANDERE MIDDELEN , ZOALS EEN INGRIJPEN IN DE PRIJZEN , TOT BESTRIJDING VAN DE CRISIS ONDEUGDELIJK ZIJN GEBLEKEN .

8 . BIJ DE VASTSTELLING VAN HET PRIJSNIVEAU , BEDOELD IN ARTIKEL 61 VAN HET EGKS-VERDRAG , WORDT DISCRETIONAIR TE WERK GEGAAN , DES DAT TECHNISCHE GEZICHTSPUNTEN PREVALEREN EN HET SOLIDARITEITSBEGINSEL , DE INACHTNEMING DER IN ARTIKEL 61 , VOORLAATSTE ALINEA , OPGESOMDE CRITERIA EN DE EERBIEDIGING DER VORMVOORSCHRIFTEN - RAADPLEGING VAN HET RAADGEVEND COMITE EN VAN DE RAAD - VOOROP STAAN . HET HOF KAN DE BELEIDSKEUZEN DER COMMISSIE SLECHTS CONTROLEREN , WANNEER BIJ DE ECONOMISCHE BEOORDELING EEN KLAARBLIJKELIJKE RECHTSSCHENDING AAN DE DAG TREEDT , HETGEEN HET GEVAL ZOU ZIJN BIJ EEN VASTSTELLING DER PRIJZEN OP EEN NIVEAU DAT AAN DE VERWEZENLIJKING DER IN ARTIKEL 3 VAN HET VERDRAG OMSCHREVEN DOELSTELLINGEN KENNELIJK IN DE WEG STAAT .

9 . ARTIKEL 61 , DAT UITSLUITEND NAAR ARTIKEL 3 VERWIJST , IS IN DIE ZIN TE VERSTAAN DAT EEN BESCHIKKING TOT VASTSTELLING VAN MINIMUMPRIJZEN ALS RECHTMATIG IS TE BESCHOUWEN ZODRA DE IN LAATSTGENOEMD ARTIKEL OMSCHREVEN DOELSTELLINGEN EN BEGINSELEN ZIJN GEEERBIEDIGD .

10 . DE WAARBORG VAN DE EIGENDOM VAN GOEDEREN MAG NIET IN DIE ZIN WORDEN UITGEBREID DAT ZIJ MEDE DE BESCHERMING OMVAT VAN DE BELANGEN VAN DE HANDEL , WELKER WISSELVALLIGHEID VOOR DE ECONOMISCHE WERKZAAMHEID WEZENLIJK IS .

11 . WELISWAAR MOETEN DE INSTELLINGEN IN DE UITOEFENING VAN HUN BEVOEGDHEDEN ERVOOR WAKEN AAN DEELNEMERS AAN HET ECONOMISCH VERKEER ZWAARDERE LASTEN OP TE LEGGEN DAN NODIG OM DE DOOR DE OVERHEID TE REALISEREN DOELSTELLINGEN TE BEREIKEN , DOCH DAARUIT VOLGT NIET DAT DEZE VERPLICHTING MOET WORDEN AFGEMETEN AAN DE BIJZONDERE SITUATIE VAN EEN BEPAALDE GROEP DEELNEMERS .

12 . DE TERM NOODWEER , GEBEZIGD VOOR EEN HANDELING WAARDOOR MEN ZICH TEGEN EEN ONGERECHTVAARDIGDE AANVAL TE WEER STELT , KAN NIET WORDEN TE BAAT GENOMEN DOOR ONDERNEMERS DIE ZICH WENSEN TE BEVRIJDEN VAN HUN AANSPRAKELIJKHEID TERZAKE VAN EEN WILLENS EN WETENS BEGANE SCHENDING VAN EEN ALGEMENE BESCHIKKING , WELKER RECHTMATIGHEID NOCH OP ZICHZELF , NOCH IN VERBAND MET DE ECONOMISCHE FEITEN EN OMSTANDIGHEDEN MET HET OOG WAAROP ZIJ WERD VASTGESTELD , IN TWIJFEL KAN WORDEN GETROKKEN . NOODWEER KAN NIET WORDEN INGEROEPEN TEGEN EEN OVERHEIDSORGAAN DAT BINNEN HET WETTELIJK KADER AAN ZIJN BEVOEGDHEDEN GESTELD , RECHTMATIG HANDELT .

13 . OVERMACHT KAN SLECHTS WORDEN AANGENOMEN WANNEER DE DOOR BEPAALDE RECHTSSUBJECTEN INGEROEPEN VAN BUITEN KOMENDE OORZAAK LEIDT TOT ONVERMIJDELIJKE EN ONAFWENDBARE GEVOLGEN WELKE HET BETROKKENEN ONMOGELIJK MAKEN HUN VERPLICHTINGEN NA TE KOMEN .

14 . NOODTOESTAND HOUDT IN DAT ER SPRAKE IS VAN EEN REELE BEDREIGING VOOR HET BESTAAN DER BETROKKEN ONDERNEMING ; OP GROND VAN DE GEVOLGEN VAN EEN INDIVIDUEEL GEDRAG KAN GEEN BEROEP OP EEN NOODTOESTAND WORDEN GEDAAN .

15 . ARTIKEL 6 , EERSTE ALINEA , VAN DE BESCHIKKING NR . 962/77/EGKS IS IN DIE ZIN TE VERSTAAN DAT ONDERNEMINGEN ZICH NIET MOGEN AANPASSEN AAN PRIJZEN , DOOR HUN CONCURRENTEN VASTGESTELD MET VOOR ALLE ONDERNEMINGEN IN DE GEMEENSCHAP BINDENDE MINIMUMPRIJSVOORSCHRIFTEN .

Partijen


IN DE GEVOEGDE ZAKEN 154 , 205 , 206 , 226 TOT 228 , 263 EN 264/78 , 39 , 31 , 83 EN 85/79 ,

154/78 S.P.A . FERRIERA VALSABBIA , GEVESTIGD TE ODOLO ( ITALIE ), VERTEGENWOORDIGD EN BIJGESTAAN DOOR T . MALAGUTI EN G . MARCHESINI , ADVOCATEN BIJ HET HOF VAN CASSATIE VAN ITALIE , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ DE ADVOCAAT E . ARENDT , GEVESTIGD ALDAAR , 34 B , RUE PHILIPPE II ,

205/78 ACCIAIERIE E FERRIERE STEFANA FRATELLI FU GIROLAMO , S.P.A ., GEVESTIGD TE NAVE ( BRESCIA , ITALIE ), VERTEGENWOORDIGD EN BIJGESTAAN DOOR T . MALAGUTI EN G . MARCHESINI , ADVOCATEN BIJ HET HOF VAN CASSATIE VAN ITALIE , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ DE ADVOCAAT E . ARENDT , GEVESTIGD ALDAAR , 34 B , RUE PHILIPPE II ,

206/78 A.F.I.M . ACCIAIERIE E FERRIERE INDUSTRIA METALLURGICA S.N.C ., GEVESTIGD TE NAVE ( BRESCIA , ITALIE ), VERTEGENWOORDIGD EN BIJGESTAAN DOOR V . LANDRISCINA EN G . MARCHESINI , ADVOCATEN BIJ HET HOF VAN CASSATIE VAN ITALIE , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ DE ADVOCAAT E . ARENDT , GEVESTIGD ALDAAR , 34 B , RUE PHILIPPE II ,

226/78 S.P.A . ACCIAIERIE E FERRIERE ANTONIO STEFANA , GEVESTIGD TE BRESCIA ( ITALIE ), VERTEGENWOORDIGD EN BIJGESTAAN DOOR G . MARCHESINI , ADVOCAAT BIJ HET HOF VAN CASSATIE VAN ITALIE EN F . VISCHI , ADVOCAAT TE BRESCIA , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ DE ADVOCAAT E . ARENDT , GEVESTIGD ALDAAR , 34 B , RUE PHILIPPE II ,

227/78 S.P.A . ACCIAIERIA DI DARFO , GEVESTIGD TE DARFO-BOARIO TERME ( ITALIE ), VERTEGENWOORDIGD EN BIJGESTAAN DOOR G . MARCHESINI , ADVOCAAT BIJ HET HOF VAN CASSATIE VAN ITALIE , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ DE ADVOCAAT E . ARENDT , GEVESTIGD ALDAAR , 34 B , RUE PHILIPPE II ,

228/78 S.P.A . SIDER CAMUNA , GEVESTIGD TE BERZO INFERIORE ( BRESCIA , ITALIE ), VERTEGENWOORDIGD EN BIJGESTAAN DOOR G . MARCHESINI , ADVOCAAT BIJ HET HOF VAN CASSATIE VAN ITALIE , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ DE ADVOCAAT E . ARENDT , GEVESTIGD ALDAAR , 34 B , RUE PHILIPPE II ,

263/78 S.P.A . METALLURGICA LUCIANO RUMI , GEVESTIGD TE BERGAMO ( ITALIE ), VERTEGENWOORDIGD EN BIJGESTAAN DOOR M . BROSIO EN A . BOLLETO , ADVOCATEN BIJ HET HOF VAN CASSATIE VAN ITALIE EN E . ARENDT , ADVOCAAT TE LUXEMBURG , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ DE ADVOCAAT E . ARENDT , GEVESTIGD ALDAAR , 34 B , RUE PHILIPPE II ,

264/78 S.P.A . FERALPI , GEVESTIGD TE LONATO ( BRESCIA , ITALIE ), VERTEGENWOORDIGD EN BIJGESTAAN DOOR A . LISERRE EN G . GELONA , ADVOCATEN TE MILAAN , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ DE ADVOCAAT G . MARGUE , GEVESTIGD ALDAAR , 20 , RUE PHILIPPE II ,

39/79 OLS OFFICINE LAMINATOI SEBINO - ACCIAIERIE E FERRIERE LAMINATOI E TRAFILATI S.R.L ., GEVESTIGD TE PISOGNE ( BRESCIA , ITALIE ), VERTEGENWOORDIGD EN BIJGESTAAN DOOR V . LANDRISCINA EN G . MARCHESINI , ADVOCATEN BIJ HET HOF VAN CASSATIE VAN ITALIE , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ DE ADVOCAAT E . ARENDT , GEVESTIGD ALDAAR , 34 B , RUE PHILIPPE II ,

31/79 SOCIETE DES ACIERIES DE MONTEREAU , GEVESTIGD TE MONTEREAU FAULT ( YONNE , FRANKRIJK ), VERTEGENWOORDIGD EN BIJGESTAAN DOOR DE TE DUSSELDORF GEVESTIGDE ADVOCATEN BRUCKHAUS , KREIFELS , WINKHAUS , LIEBERKNECHT , CANENBLEY EN MOOSECKER , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ DE ADVOCAAT A . BONN , GEVESTIGD ALDAAR , 22 , COTE D ' EICH ,

83/79 EISENWERK-GESELLSCHAFT MAXIMILIANSHUTTE MBH , GEVESTIGD TE SULZBACH-ROSENBERG ( BONDSREPUBLIEK DUITSLAND ), VERTEGENWOORDIGD EN BIJGESTAAN DOOR B . BORNER , HOOGLERAAR TE KEULEN , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ DE ADVOCAAT E . ARENDT , GEVESTIGD ALDAAR , 6 , RUE WILLY GOERGEN ,

85/79 KORF INDUSTRIE UND HANDEL GMBH & CO . KG , GEVESTIGD 7570 TE BADEN-BADEN , MOLTKESTRASSE 15 ( BONDSREPUBLIEK DUITSLAND ), VERTEGENWOOR- DIGD EN BIJGESTAAN DOOR DE TE DUSSELDORF GEVESTIGDE ADVOCATEN BRUCKHAUS , KREIFELS , WINKHAUS EN LIEBERKNECHT , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEM- BURG BIJ DE ADVOCAAT A . BONN , GEVESTIGD ALDAAR , 22 , COTE D ' EICH ,

VERZOEKSTERS ,

TEGEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

VERTEGENWOORDIGD :

- IN DE GEVOEGDE ZAKEN 154/78 , 205 EN 206/78 , 226 TOT 228/78 , 263 EN 264/78 , 39/79 DOOR P . PROZZILLO , ALS GEMACHTIGDE , EN BIJGESTAAN IN DE ZAKEN 226 TOT 228/78 , 263 EN 264/78 EN 39/69 DOOR G . MOTZO , ADVOCAAT TE ROME ,

- IN DE ZAKEN 31/79 EN 85/79 DOOR DE HEER GOTZ ZUR HAUSEN , ALS GEMACHTIGDE ,

- IN DE ZAAK 83/79 DOOR DE HEER MATTHIES , ALS GEMACHTIGDE ,

DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ M . CERVINO , BATIMENT JEAN MONNET , KIRCHBERG ,

VERWEERSTER ,

Onderwerp


BETREFFENDE VERZOEKEN OM VERNIETIGING VAN INDIVIDUELE BESCHIKKINGEN , WAARBIJ DE COMMISSIE AAN IEDER HUNNER WEGENS VERKOOP VAN BETONSTAAL BENEDEN DE VOORGESCHREVEN MINIMUMPRIJZEN EEN GELDBOETE HEEFT OPGELEGD , ZULKS MET NIETIGVERKLARING , ALTHANS NIET-TOEPASSELIJKVERKLARING , VAN DE ALGEMENE BESCHIKKING NR . 962/77/EGKS VAN 4 MEI 1977 ( PB L 114 VAN 1977 , BLZ . 1 ) TOT VASTSTELLING VAN BEDOELDE MINIMUMPRIJZEN , SUBSIDIAIR VERLAGING VAN DE OPGELEGDE GELDBOETEN ,

Overwegingen van het arrest


1 TWAALF BETONSTAAL VERVAARDIGENDE ONDERNEMINGEN VORDEREN VERNIETIGING , ALTHANS WIJZIGING VAN INDIVIDUELE BESCHIKKINGEN , WAARBIJ DE COMMISSIE HUN WEGENS OVERTREDING VAN ALGEMENE BESCHIKKING NR . 962/77/EGKS VAN 4 MEI 1977 ( PB L 114 VAN 1977 , BLZ . 1 ) GELDBOETEN HEEFT OPGELEGD ; DE BEROEPSCHRIFTEN ZIJN TUSSEN 14 JULI 1978 EN 26 MEI 1979 TER GRIFFIE VAN HET HOF VAN JUSTITIE INGESCHREVEN . ALLE ONDERNEMINGEN BEROEPEN ZICH OP ARTIKEL 36 VAN HET EGKS-VERDRAG EN OP FEILEN , WELKE DE ALGEMENE BESCHIKKING NR . 962/77 , DIE ZIJ NIET ZOUDEN HEBBEN IN ACHT GENOMEN , BEWEERDELIJK VERTOONT ; VOORTS BEDIENEN ZIJ ZICH VAN EEN AANTAL GRIEVEN , GERICHT TEGEN DE INDIVIDUELE BOETEBESCHIKKINGEN .

2 BIJ BESCHIKKING VAN 27 JULI 1979 HEEFT HET HOF VAN JUSTITIE KRACHTENS ARTIKEL 43 VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING VOOR DE MONDELINGE BEHANDELING DE VOEGING GELAST VAN NEGEN VAN VOORMELDE ZAKEN , ONDERNEMINGEN BETREFFENDE UIT DE REGIO BRESCIA , TE WETEN DE VENNOOTSCHAPPEN VALSABBIA ( 154/78 ), STEFANA FRATELLI ( 205/78 ). AFIM ( 206/78 ), ANTONIO STEFANA ( 226/78 ), DI DARFO ( 227/78 ), SIDER CAMUNA ( 228/78 ), RUMI ( 263/78 ), FERALPI ( 264/78 ) EN OLS ( 39/79 ). TER TERECHTZITTING VAN 17 EN 18 OKTOBER 1979 ZIJN NOG DRIE ZAKEN BEHANDELD , BETREFFENDE ANDERE BETONSTAALFABRIKANTEN , TE WETEN DE VENNOOTSCHAPPEN MONTEREAU ( 31/79 ), MAXIMILIANSHUTTE ( 83/79 ) EN KORF INDUSTRIE ( 85/79 ). WAAR DEZE TWAALF ZAKEN BLIJKENS DE MONDELINGE BEHANDELING OP HETZELFDE ONDERWERP BETREKKING HEBBEN , DIENEN ZIJ WEGENS VERKNOCHTHEID , TER GELIJKTIJDIGE BERECHTING , TE WORDEN GEVOEGD .

3 DE PARALLEL LOPENDE BETOGEN VAN PARTIJEN TIJDENS DE MONDELINGE EN DE SCHRIFTELIJKE BEHANDELING KUNNEN WORDEN GERANGSCHIKT TOT TWEE COMPLEXEN , WAARIN ONDERSCHEIDENLIJK DE GEBREKEN - IN DE ZIN VAN ARTIKEL 36 , DERDE ALINEA , VAN HET EGKS-VERDRAG - VAN DE ALGEMENE BESCHIKKING EN DIE DER INDIVIDUELE BOETEBESCHIKKINGEN , IN VOLLE OMVANG TEN TOETS KOMENDE KRACHTENS ARTIKEL 36 , TWEEDE ALINEA , VAN DAT VERDRAG - CENTRAAL STAAN .

4 MET BETREKKING TOT HET EERSTE COMPLEX RIJST DE VRAAG OF DE BEZWAREN , TEN EXCEPTIEVE TEGEN DE GEBREKEN DER ALGEMENE BESCHIKKING INGEBRACHT EN DE TOT STAVING DER EXCEPTIE VOORGEDRAGEN BEROEPSGRONDEN , KLAARBLIJKELIJKE MISKENNING VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT EN MISBRUIK VAN DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEDEN INHOUDENDE , ONTVANKELIJK ZIJN . DIT DIENT VOORAF TE WORDEN ONDERZOCHT .

5 VERVOLGENS DIENT TE WORDEN INGEGAAN OP DE GRIEVEN , DOOR VERZOEKSTERS TEGEN DE RECHTMATIGHEID VAN ALGEMENE BESCHIKKING NR . 962/77 INGEBRACHT : DE BESCHIKKING IS ACHTEREENVOLGENS AAN HAAR RECHTSGRONDSLAG - ARTIKEL 61 - , AAN DE ANDERE BEPALINGEN VAN HET EGKS-VERDRAG EN AAN DE ALGEMENE RECHTSBEGINSELEN , GELDENDE VOOR DE UITLEGGING EN DE TOEPASSING VAN DAT VERDRAG GETOETST , EN TEN SLOTTE AAN DE DOELEINDEN , WAARNAAR DE COMMISSIE ZICH HEEFT TE RICHTEN BIJ DE UITOEFENING DER BEVOEGDHEDEN , WAARVAN ZIJ BIJ DE VASTSTELLING VAN GENOEMDE ALGEMENE BESCHIKKING GEBRUIK GEMAAKT HEEFT .

6 PAS NADAT ALDUS DE RECHTMATIGHEID DER ALGEMENE BESCHIKKING IS ONDERZOCHT , KOMT HET TWEEDE COMPLEX VRAGEN , DE INDIVIDUELE BOETEBESCHIKKINGEN BETREFFENDE , AAN DE ORDE . ALLE VERZOEKSTERS VOEREN , TER RECHTVAARDIGING VAN HUN HANDELEN , OVERMACHT , NOODWEER OF NOODTOESTAND AAN , BEGRIPPEN WELKER COMMUNAUTAIRE DRAAGWIJDTE EN WELKER TOEPASSELIJKHEID IN VERBAND MET DE REGELING INZAKE DE MINIMUMPRIJZEN DIENT TE WORDEN ONDERZOCHT . VOORTS DIENT TE WORDEN NAGEGAAN OF VERZOEKSTERS VAN DE MOGELIJKHEID TOT PRIJSAANPASSING GEBRUIK MOCHTEN MAKEN . TEN SLOTTE KAN DAN NOG WORDEN GEOORDEELD OVER DE GELDBOETEN , DIE TOT DE ONDERHAVIGE BEROEPEN HEBBEN GELEID .

INLEIDENDE OVERWEGINGEN

DE ONTVANKELIJKHEID VAN HET TEN EXCEPTIEVE GEDANE BEROEP OP DE GEBREKEN WELKE ALGEMENE BESCHIKKING NR . 962/77 ZOU VERTONEN EN VAN DE BEROEPSGRONDEN , DOOR VERZOEKSTERS TOT STAVING DIER EXCEPTIE VOORGEDRAGEN

7 ER DIENT TE WORDEN ONDERSCHEIDEN TUSSEN TWEEERLEI BETOOG , DOOR DE COMMISSIE GEVOERD TOT STAVING VAN HAAR OPVATTING VOLGENS WELKE VERZOEKSTERS IN DE DOOR IEDER HUNNER TEN EXCEPTIEVE VOORGEDRAGEN STELLING DAT AAN DE ALGEMENE BESCHIKKING NR . 962/77 GEBREKEN ZOUDEN KLEVEN , NIET KUNNEN WORDEN ONTVANGEN . MET HET EERSTE , IN DE STUKKEN TERUG TE VINDEN BETOOG HEEFT DE COMMISSIE DIE ONTVANKELIJKHEID IN HET ALGEMEEN ONTKEND ; HET GAAT IN ZOVERRE ALLEEN OM DE ZAKEN ANTONIO STEFANA ( 226/78 ), DI DARFO ( 227/78 ), SIDER CAMUNA ( 228/78 ) EN FERALPI ( 264/78 ). HET TWEEDE BETOOG DAARENTEGEN BETREFT ALLE ZAKEN , WAARIN DE COMMISSIE MET EEN BEROEP OP HAAR DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEID DE ONTVANKELIJKHEID AANVECHT VAN BEROEPSGRONDEN DIE , ZO MEENT ZIJ , EEN BEOORDELING VAN DE ALGEHELE , UIT ECONOMISCHE FEITEN OF OMSTANDIGHEDEN RESULTERENDE SITUATIE DOOR HET HOF VAN JUSTITIE NOODZAKELIJK ZOUDEN MAKEN . OFSCHOON DE COMMISSIE AAN DIT BETOOG IN FORMELE ZIN GEEN VORDERINGEN VERBINDT , DIENT HET HOF ER AMBTSHALVE OP IN TE GAAN , OMDAT HIER DE VRAAG NAAR ' S HOFS BEVOEGDHEID RIJST . ELK VAN BEIDE DOOR DE COMMISSIE GEVOLGDE REDENERINGEN DIENT AFZONDERLIJK TE WORDEN BESPROKEN .

8 HET EERSTE ARGUMENT DER COMMISSIE HOUDT IN DAT VERZOEKSTERS NIET ZOUDEN HEBBEN BEWEZEN DAT DE ALGEMENE BESCHIKKING HUN INDIVIDUELE BELANGEN INZONDERHEID EN RECHTSSTREEKS ZOU RAKEN , ZODAT ZIJ ER GEEN BELANG BIJ ZOUDEN HEBBEN ZICH OP DE GEBREKEN DIER ALGEMENE BESCHIKKING TE BEROEPEN .

9 TE DEZEN DIENT TE WORDEN ONDERSCHEIDEN TUSSEN ENERZIJDS HET BELANG TEGEN EEN INDIVIDUELE BESCHIKKING OP TE KOMEN , ANDERZIJDS HET BELANG IN VERBAND DAARMEDE TEN EXCEPTIEVE TE BETOGEN DAT DE AAN DE INDIVIDUELE BESCHIKKING TEN GRONDSLAG LIGGENDE ALGEMENE BESCHIKKING GEBREKEN ZOU VERTONEN . HET LIJDT GEEN TWIJFEL DAT VERZOEKSTERS IN EEN KRACHTENS ARTIKEL 36 , TWEEDE ALINEA , VAN HET EGKS-VERDRAG GEVOERDE PROCEDURE WAARIN HET BELEID DER ADMINISTRATIE IN VOLLE OMVANG TEN TOETS KOMT , TEGEN INDIVIDUELE BOETEBESCHIKKINGEN KUNNEN OPKOMEN . VOORTS HOUDT ARTIKEL 36 , DERDE ALINEA , IN DAT ZIJ , TER ONDERSTEUNING VAN HUN BEROEP , DE ONRECHTMATIGHEID KUNNEN AANVOEREN VAN EEN ALGEMENE BESCHIKKING , WELKER NIET-NAKOMING HUN WERD TELASTGELEGD , ZIJ HET DAT ZULKS SLECHTS ' ' OVEREENKOMSTIG DE BEPALINGEN VAN DE EERSTE ALINEA VAN ARTIKEL 33 ' ' MOGELIJK IS ; DIT WIL IN DE EERSTE PLAATS ZEGGEN DAT ZIJ TE DEZEN DE GRENZEN , AAN HET BEROEP TOT NIETIGVERKLARING GESTELD , HEBBEN IN ACHT TE NEMEN , EN DAT ZIJ HUN PROCESBELANG HEBBEN TE BEWIJZEN . VERZOEKSTERS BEROEPEN ZICH OP SCHENDING VAN WEZENLIJKE VORMVOORSCHRIFTEN , SCHENDING VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT EN MISBRUIK VAN DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEDEN ; ZIJ KUNNEN DAN OOK IN HUN BEROEPEN WORDEN ONTVANGEN , IMMERS ZIJ BASEREN HUN EXCEPTIE TEN DUIDELIJKSTE OP BEROEPSGRONDEN DIE DE RECHTMATIGHEID VAN DE ALGEMENE BESCHIKKING BETREFFEN , HETGEEN HUN VOLGENS ARTIKEL 36 JUNCTO ARTIKEL 33 VRIJSTAAT . VOORTS HEBBEN ZIJ ONTEGENZEGLIJK BELANG BIJ HUN VORDERING , IMMERS DE TOEPASSING VAN DE OMSTREDEN ALGEMENE BESCHIKKING , WAAROP DE BOETEBESCHIKKINGEN GEBASEERD ZIJN , KAN HUN BELANGEN SCHADEN . IN ZOVERRE DIENT HET BETOOG DER COMMISSIE , VOLGENS WELKE VERZOEKSTERS IN HUN VORDERINGEN NIET ZOUDEN KUNNEN WORDEN ONTVANGEN , TE WORDEN VERWORPEN .

10 IN DE TWEEDE PLAATS GAAT HET , WAAR IN ARTIKEL 36 NAAR ARTIKEL 33 , EERSTE ALINEA , WORDT VERWEZEN , MET NAME OM DE TWEEDE VOLZIN VAN DIE ALINEA , VOLGENS WELKE ' ' HET ONDERZOEK DOOR HET HOF . . . GEEN BETREKKING ( KAN ) HEBBEN OP EEN BEOORDELING VAN DE TOESTAND , DIE VOORTVLOEIT UIT ECONOMISCHE FEITEN OF OMSTANDIGHEDEN , MET HET OOG OP WELKE TOESTAND DE BESCHIKKINGEN ZIJN GEGEVEN . . ., TENZIJ DE HOGE AUTORITEIT HET VERWIJT WORDT GEMAAKT , DAT ZIJ HAAR BEVOEGDHEDEN HEEFT MISBRUIKT OF DE BEPALINGEN VAN HET VERDRAG OF ENIGE OP DE UITVOERING DAARVAN BETREKKING HEBBENDE RECHTSREGEL KLAARBLIJKELIJK HEEFT MISKEND ' ' .

11 IN HET EERSTE GEDEELTE VAN ARTIKEL 33 , EERSTE ALINEA , TWEEDE VOLZIN , WORDT DERHALVE DE CONTROLERENDE BEVOEGDHEID VAN HET HOF VAN JUSTITIE BIJ DE TOETSING VAN DE RECHTMATIGHEID VAN ECONOMISCHE BELEIDSBESLISSINGEN DER COMMISSIE BEPERKT ; IN HET TWEEDE GEDEELTE WORDT DIE BEGRENZING OPGEHEVEN VOOR HET GEVAL DAT VERZOEKER ZICH OP KLAARBLIJKELIJKE MISKENNING VAN HET VERDRAG OF MISBRUIK VAN DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEDEN BEROEPT . VOLGENS ' S HOFS JURISPRUDENTIE ( ARREST VAN 21 MAART 1955 , GEWEZEN IN DE ZAAK 6/54 , KONINKRIJK DER NEDERLANDEN T . HOGE AUTORITEIT , JURISPR . 1954-1955 , BLZ . 207 ), HOUDT ARTIKEL 33 NIET IN , DAT HET HOF TOT ZODANIG ONDERZOEK SLECHTS KAN OVERGAAN ALS WERD BEWEZEN DAT DE GRIEF TERECHT IS OPGEWORPEN , IMMERS IN ZODANIG GEVAL ZOU DE BESCHIKKING ZONDER MEER WEGENS SCHENDING VAN HET VERDRAG KUNNEN WORDEN NIETIGVERKLAARD . VOOR DE ONTVANKELIJKHEID VAN EEN BETOOG , DAARTOE STREKKENDE DAT HET HOF VAN JUSTITIE ZICH BIJ ZIJN ONDERZOEK OOK ZAL BEGEVEN IN EEN BEOORDELING DER ALGEHELE , UIT ECONOMISCHE FEITEN EN OMSTANDIGHEDEN VOORTVLOEIENDE SITUATIE , IS HET DAN OOK NOODZAKELIJK , DOCH TEVENS VOLDOENDE , DAT DE GRIEF , INHOUDENDE KLAARBLIJKELIJKE MISKENNING VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT OF MISBRUIK VAN DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEDEN , GEBASEERD IS OP AANWIJZINGEN DIE MOGELIJKERWIJZE GEGROND VOORKOMEN . DOOR MEER TE VERLANGEN ZOU MEN DE ONTVANKELIJKHEID VAN EEN GRIEF MET HET BEWIJS HARER GEGRONDHEID VERWISSELEN ; IN EEN MINDER STRENGE UITLEGGING , VOLGENS WELKE MEN HET DOOR DE ENKELE BEWERING VAN EEN DER GENOEMDE EUVELEN DAARHEEN ZOU KUNNEN LEIDEN DAT DE RECHTER ZICH BIJ ZIJN CONTROLE BEGEEFT IN EEN BEOORDELING VAN ECONOMISCHE FEITEN EN OMSTANDIGHEDEN , ZOU DE HIERBEDOELDE WEER DAARENTEGEN TOT EEN PURE FORMALITEIT WORDEN GEDEGRADEERD .

12 BLIJKENS HET SCHRIFTELIJK EN MONDELING GEVOERDE DEBAT GAAT HET IN DE TE DEZEN VOORGEDRAGEN GRIEVEN OM BIJZONDER MOEILIJKE VRAGEN , HETGEEN AANLEIDING MAG GEVEN TOT EEN BEVESTIGENDE BEANTWOORDING VAN DE VRAAG OF DE AANWIJZINGEN WAAROP ZIJ GEBASEERD ZIJN , A PRIORI ALS MOGELIJKERWIJS GEGROND ZIJN TE BESCHOUWEN . VOOR EEN BEVESTIGENDE BEANTWOORDING VAN DE VRAAG NAAR DE ONTVANKELIJKHEID DER BEROEPEN KAN MET DEZE VASTSTELLING WORDEN VOLSTAAN .

I - DE RECHTMATIGHEID VAN DE ALGEMENE BESCHIKKING NR . 962/77

HOOFDSTUK I . DE ALGEMENE BESCHIKKING IN VERBAND MET ARTIKEL 61 EGKS-VERDRAG

13 BESCHIKKING NR . 962/77 BERUST OP ARTIKEL 61 VAN HET VERDRAG . DAT ARTIKEL HEEFT ALLEEN EEN JUISTE TOEPASSING GEVONDEN , WANNEER AAN DE HIERNA TE BESPREKEN FORMELE EN ZAKELIJKE VOORWAARDEN IS VOLDAAN .

AFDELING 1 . DE FORMELE VOORWAARDEN , WAARAAN BIJ DE VASTSTELLING VAN EEN BESCHIKKING ALS BEDOELD IN ARTIKEL 61 MOET ZIJN VOLDAAN

14 BIJ DE VASTSTELLING VAN EEN BESCHIKKING , WAARIN DE COMMISSIE MINIMUMPRIJZEN VOOR DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT VOORSCHRIJFT , MOET AAN VERSCHILLENDE FORMELE VOORWAARDEN ZIJN VOLDAAN . ZULK EEN BESCHIKKING MOET ALLEREERST VOLDOEN AAN DE - IN DE ARTIKELEN 5 EN 15 VAN HET EGKS-VERDRAG GENOEMDE - ALGEMENE VOORWAARDEN VAN FORMELE AARD , AAN IEDERE OP HET EGKS-VERDRAG BERUSTENDE BESCHIKKING GESTELD . VERVOLGENS WORDEN ER IN ARTIKEL 61 ZELF SPECIFIEKE EISEN AAN DE MOTIVERING VAN DE ALDAAR BEDOELDE BESCHIKKINGEN GESTELD . TEN SLOTTE MOET ER VOLGENS ARTIKEL 61 AAN BEPAALDE BIJZONDERE FORMALITEITEN WORDEN VOLDAAN . DEZE DRIE SOORTEN VOORWAARDEN WORDEN ONDERSCHEIDENLIJK IN DE NAVOLGENDE DRIE PARAGRAFEN BESPROKEN .

PARAGRAAF 1 . DE ALGEMENE FORMELE VOORWAARDEN ( ARTIKELEN 5 EN 15 VAN HET VERDRAG )

15 VOLGENS ARTIKEL 5 VAN HET EGKS-VERDRAG MAAKT DE GEMEENSCHAP DE BEWEEGREDENEN VOOR HAAR HANDELINGEN OPENBAAR EN VOLGENS ARTIKEL 15 MOETEN DE BESCHIKKINGEN DER COMMISSIE MET REDENEN WORDEN OMKLEED EN DE ADVIEZEN VERMELDEN WELKE DE COMMISSIE VERPLICHT HEEFT INGEWONNEN .

16 SOMMIGE VERZOEKSTERS BETOGEN DAT DE MOTIVERING , VOORAL WANNEER MEN TE DOEN HEEFT MET EEN IN DE UITOEFENING VAN DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEDEN VASTGESTELDE NORMATIEVE HANDELING , ALS EEN FUNDAMENTEEL VEREISTE IS TE BESCHOUWEN . DE MOTIVERING VAN BESCHIKKING NR . 962/77 ZOU EVENWEL ' ' VERWRONGEN ' ' , ' ' ONVOLLEDIG ' ' EN ' ' ONGENOEGZAAM ' ' ZIJN EN NIET IN OVEREENSTEMMING MET DE IN HET VERDRAG OMSCHREVEN DOELEINDEN . DE BESCHIKKING ZOU OP EEN REEKS ONBEWEZEN BEWERINGEN BERUSTEN , TERWIJL DE ECONOMISCHE SITUATIE EN DE PRODUKTIEOMSTANDIGHEDEN VAN DE HIERBEDOELDE VERZOEKSTERS DAARIN NIET TOT HUN RECHT ZOUDEN KOMEN . VOORTS ZOU DE COMMISSIE NIET HEBBEN VERMELD , DAT HET RAADGEVEND COMITE NIET ARTIKEL 61 , MAAR ARTIKEL 54 ALS MIDDEL TOT BESTRIJDING VAN DE CRISIS HAD GENOEMD .

17 DE COMMISSIE BRENGT HIERTEGEN IN , DAT ZIJ ER IN DE MOTIVERING DER BESCHIKKING OP HEEFT GEWEZEN DAT DE STAALINDUSTRIE ZICH SINDS JAREN IN ERNSTIGE MOEILIJKHEDEN BEVINDT EN DAT DE PRIJZEN IN DE BETONSTAALSECTOR STERKER ZIJN GEDAALD DAN IN DE STAALINDUSTRIE IN HET ALGEMEEN .

18 WELISWAAR ZIJN IN DE ALGEMENE BEPALINGEN VAN DE ARTIKELEN 5 EN 15 VAN HET VERDRAG VERPLICHTINGEN OMSCHREVEN WELKE DE COMMISSIE HEEFT IN ACHT TE NEMEN , MAAR NADERE VOORSCHRIFTEN OVER VORM EN OMVANG DER MOTIVERING ZIJN ER NIET IN TE VINDEN . EEN REDELIJKE UITLEGGING BRENGT MEE , DAT DE COMMISSIE DAN , WANNEER HET OM EEN RECHTSHANDELING VAN ALGEMENE STREKKING GAAT , VERPLICHT IS IN DE MOTIVERING VAN HAAR BESCHIKKING DE ALGEHELE SITUATIE DIE TOT DE MAATREGEL LEIDDE , TE OMSCHRIJVEN EN DE ALGEMENE DOELEINDEN AAN TE GEVEN DIE DOOR MIDDEL VAN DE BESCHIKKING MOETEN WORDEN VERWEZENLIJKT .

19 HET GAAT DERHALVE NIET AAN TE VERLANGEN DAT DE COMMISSIE AL DE ONDERSCHEIDEN , ZEER COMPLEXE FEITELIJKE OMSTANDIGHEDEN NOEMT DIE AAN DE VERORDENING TEN GRONDSLAG HEBBEN GELEGEN , LAAT STAAN DAT ZIJ DIE OMSTANDIGHEDEN MIN OF MEER VOLLEDIG BEOORDEELT OF DE OPVATTINGEN DER ADVISERENDE INSTANTIES WEERLEGT .

20 DE MOTIVERING VAN BESCHIKKING NR . 962/77 VOLDOET AAN DE EISEN , IN DE ARTIKELEN 5 EN 15 VAN HET EGKS-VERDRAG GESTELD .

21 IN DIE MOTIVERING WORDT NAMELIJK ALLEREERST VASTGESTELD , DAT DE STAALINDUSTRIE ZICH IN EEN CRISIS BEVINDT EN VERMELD HOE DIE CRISIS IN DE PRIJZEN DOORWERKT ; VERVOLGENS WORDT GEZEGD DAT HET VOOR DE VASTSTELLING DER BESCHIKKING NIET GELUKT IS TOT EEN VRIJWILLIGE VASTLEGGING DER IN DE BETONSTAALSECTOR TE LEVEREN HOEVEELHEDEN TE KOMEN ; TEN SLOTTE WORDEN DE BIJZONDERE MOEILIJKHEDEN OP DE MARKT VOOR BETONSTAAL GERELEVEERD .

22 HET VERWIJT DAT IN DE MOTIVERING NIET OP DE ECONOMISCHE SITUATIE EN DE PRODUKTIEOMSTANDIGHEDEN VAN DE ONDERNEMINGEN IN DE REGIO BRESCIA WERD INGEGAAN , FAALT : VANWEGE HET ALGEMEEN KARAKTER DER BESCHIKKING RICHTTE DE GEMEENSCHAP HAAR BLIK OP DE ALGEHELE SITUATIE VAN DE BETONSTAALINDUSTRIE DER GEMEENSCHAP .

23 MET NAME DE STELLING DAT HET RAADGEVEND COMITE OVER DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 54 , WAARIN HET GAAT OVER DE GEMEENSCHAPPELIJKE FINANCIERING VAN INVESTERINGSPROGRAMMA ' S DER ONDERNEMINGEN EN NIET IN VERBAND MET DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 61 ZOU ZIJN GEHOORD , BERUST OP EEN ONVOLLEDIGE INFORMATIE , WAARBIJ MET EEN RESOLUTIE VAN GENOEMD COMITE DE DATO 17 MAART 1977 WERD TE RADE GEGAAN , DOCH DE VERGADERING VAN 19 APRIL 1977 , WAAROP HET RAADGEVEND COMITE ZICH POSITIEF OVER DE BIJZONDERE VRAAG VAN DE INVOERING VAN MINIMUMPRIJZEN VOOR BETONSTAAL HEEFT UITGELATEN , BUITEN BESCHOUWING IS GELATEN . IN DE LAATSTE OVERWEGING VAN DE CONSIDERANS DER BESCHIKKING WORDT BOVENDIEN GERELEVEERD DAT DE RAAD GEHOORD IS EN DAT DE ONDERNEMINGEN BIJ HET ONDERZOEK WERDEN BETROKKEN .

24 EEN EN ANDER VOERT TOT DE SLOTSOM DAT BESCHIKKING NR . 962/77 WELLICHT BEKNOPT , DOCH VOOR EEN ALGEMENE BESCHIKKING VOLDOENDE MET REDENEN OMKLEED WAS , ALSOOK DAT AAN DE EISEN , IN DE ARTIKELEN 5 EN 15 VAN HET VERDRAG GESTELD , IS VOLDAAN .

PARAGRAAF 2 . DE SPECIFIEKE EISEN , IN ARTIKEL 61 AAN DE MOTIVERING GESTELD

25 VOLGENS ARTIKEL 61 MAG DE COMMISSIE OP DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT ALLEEN MINIMUMPRIJZEN VASTSTELLEN , WANNEER ER NAAR HAAR OORDEEL EEN UITGESPROKEN CRISIS BESTAAT OF DREIGT TE BESTAAN EN ZIJ EEN DERGELIJKE BESCHIKKING NODIG ACHT VOOR HET BEREIKEN VAN DE IN ARTIKEL 3 OMSCHREVEN DOELSTELLINGEN ; BOVENDIEN HEEFT ZIJ BIJ DE VASTSTELLING VAN ZULKE PRIJZEN TE BEDENKEN DAT DE CONCURRENTIEPOSITIE VAN DE KOLEN- EN STAALINDUSTRIE EN VAN DE VERWERKENDE INDUSTRIEEN , OVEREENKOMSTIG DE IN ARTIKEL 3 , C , NADER OMSCHREVEN BEGINSELEN , MOET ZIJN VERZEKERD . IN BEDOELDE BEPALINGEN VAN ARTIKEL 61 ZIJN DE ZAKELIJKE VOORWAARDEN OMSCHREVEN , WAARAAN DE BESCHIKKING TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMUMPRIJZEN MOET VOLDOEN . BOVENDIEN MOETEN ER VOLGENS DIE BEPALINGEN IN DE MOTIVERING DER BESCHIKKING OOK OVERWEGINGEN WORDEN GEWIJD AAN DE VRAAG OF BEDOELDE VOORWAARDEN VERVULD ZIJN , JUIST OM DE RECHTER IN STAAT TE STELLEN DAARNAAR EEN ONDERZOEK IN TE STELLEN .

26 IN DE MOTIVERING VAN EEN BESCHIKKING MOET DERHALVE ZIJN AANGEGEVEN EN SUMMIERLIJK GEMOTIVEERD :

- DAT ER EEN UITGESPROKEN CRISIS BESTAAT OF DREIGT TE ONTSTAAN ;

- DAT DE BESCHIKKING VOOR HET BEREIKEN VAN DE IN ARTIKEL 3 OMSCHREVEN DOELSTELLINGEN NODIG IS EN

- DAT BIJ DE VASTSTELLING DER PRIJZEN DE CONCURRENTIEPOSITIE VAN DE PRODUCERENDE EN VERWERKENDE INDUSTRIE GEWAARBORGD BLIJFT .

27 DE ZAKELIJKE VOORWAARDEN NIET VERVULD ACHTENDE ( PUNT DAT NADER ZAL WORDEN ONDERZOCHT ) HEBBEN VERZOEKSTERS BETOOGD DAT DE MOTIVERING MET BETREKKING TOT DEZE PUNTEN AL TE SUMMIER IS . ZIJ MOET DERHALVE WORDEN ONDERZOCHT .

28 DAT ER EEN UITGESPROKEN CRISIS BESTAAT , WORDT DOOR DE COMMISSIE IN DE EERSTE OVERWEGING VAN DE CONSIDERANS HARER BESCHIKKING IN DIE ZIN GEADSTRUEERD DAT DE STAALINDUSTRIE ZICH SINDS JAREN IN ERNSTIGE MOEILIJKHEDEN BEVINDT . DE COMMISSIE BETOOGT DAT HET AANBOD DE VRAAG AANZIENLIJK TE BOVEN GAAT , DAT HET INVOERQUOTUM VAN DE BINNENLANDSE AFZET STERK IS TOEGENOMEN EN DAT DE PRIJZEN VER BENEDEN DE PRODUKTIEKOSTEN ZIJN GEZONKEN . MET VERMELDING VAN DEZE DRIE ASPECTEN ZIJN DE KENMERKEN DER CRISIS VOLDOENDE GEPRECISEERD , ZODAT DE MOTIVERING IN ZOVERRE AAN DE EISEN VOLDOET .

29 DAT DE BESCHIKKING TER VERWEZENLIJKING VAN DE IN ARTIKEL 3 GENOEMDE DOELEINDEN NODIG IS , WORDT IN DE VIERDE OVERWEGING VAN DE CONSIDERANS DER BESCHIKKING VASTGESTELD ; DAARBIJ WORDT GEREFEREERD AAN DE GRONDEN IN DE TWEEDE EN DERDE OVERWEGING VAN DE CONSIDERANS GENOEMD , DAT WIL ZEGGEN AAN DE VROEGER DOOR DE COMMISSIE ONDERNOMEN POGINGEN DE ONDERNEMINGEN TOT VRIJWILLIGE TOEZEGGINGEN TE BEWEGEN , OP HET MISLUKKEN DIER POGINGEN , OP DE VERVOLGENS INGETREDEN DALING VAN DE BETONSTAALPRIJZEN EN OP DE FINANCIELE POSTITIE DER ONDERNEMINGEN . MET EEN EN ANDER WORDT VOLDOENDE GEMOTIVEERD DAT DE ONDERNEMING TER VERWEZENLIJKING VAN GENOEMDE DOELEINDEN NODIG WAS .

30 TEN SLOTTE SPREEKT , IN VERBAND MET DE VASTSTELLING DER PRIJZEN , DE ZORG VOOR DE HANDHAVING VAN DE CONCURRENTIEPOSITIE DER PRODUCERENDE EN VERBRUIKENDE ONDERNEMINGEN UIT DE ZESDE OVERWEGING VAN DE CONSIDERANS , WAARIN HET KIEZEN - ALS MINIMUMPRIJZEN - VAN BASISPRIJZEN AF VRACHTPRIJS WENSELIJK WORDT GENOEMD TENEINDE ' ' EEN ZEKERE SOEPELHEID . . . OP DE MARKT ' ' TE HANDHAVEN , ALSOOK UIT DE TIENDE OVERWEGING VAN DE CONSIDERANS , WAARIN WORDT GEZEGD DAT DE ONDERNEMINGEN VRIJSTAAT BASISPRIJZEN TE PUBLICEREN DIE HOGER LIGGEN DAN DE VASTGESTELDE MINIMUMPRIJZEN . AAN DE ELFDE OVERWEGING VAN DE CONSIDERANS KAN VOORTS A CONTRARIO WORDEN AFGELEZEN DAT DE ONDERNEMINGEN BEVOEGD BLIJVEN HUN PRIJZEN OP GUNSTIGER PRIJZEN IN DE GEMEENSCHAP AF TE STEMMEN , VOORZOVER DAARBIJ DE BESCHIKKING BETREFFENDE DE MINIMUMPRIJZEN WORDT GEEERBIEDIGD . OOK OP DIT PUNT IS DE MOTIVERING , OFSCHOON ZIJ UITVOERIGER HAD KUNNEN ZIJN , VOLDOENDE TE ACHTEN .

31 AAN DE IN ARTIKEL 61 GESTELDE SPECIFIEKE MOTIVERINGSEISEN IS DUS RECHTENS IN VOLDOENDE MATE VOLDAAN .

PARAGRAAF 3 . DE EERBIEDIGING VAN DE IN ARTIKEL 61 OMSCHREVEN BIJZONDERE VORMVOORSCHRIFTEN

32 VOLGENS ARTIKEL 61 MOETEN ER BIJ DE VASTSTELLING VAN EEN BESCHIKKING TOT INVOERING VAN EEN REGELING TEN AANZIEN VAN DE PRIJZEN WAARBIJ DE TOEPASSELIJKHEID VAN DE NORMALE VOORSCHRIFTEN VOOR DE WERKING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT DER EGKS TIJDELIJK WORDT OPGESCHORT , BEPAALDE VORMVOORSCHRIFTEN WORDEN IN ACHT GENOMEN TER VERZEKERING DAT ZULKE MAATREGELEN ZORGVULDIG EN BEHOEDZAAM WORDEN VOORBEREID ; DEZE VORMVOORSCHRIFTEN ZIJN ALS WEZENLIJK TE BESCHOUWEN , ZODAT HET HOF HEEFT NA TE GAAN OF ZIJ WERDEN GEEERBIEDIGD .

33 ARTIKEL 61 HOUDT ALLEREERST IN DAT EEN BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE TOT VASTSTELLING VAN MINIMUMPRIJZEN MOET WORDEN GENOMEN :

1 . OP GRONDSLAG VAN DE IN SAMENWERKING MET DE ONDERNEMINGEN EN DE VERENIGINGEN VAN ONDERNEMINGEN OVEREENKOMSTIG DE EERSTE ALINEA VAN ARTIKEL 46 EN DE DERDE ALINEA VAN ARTIKEL 48 GEMAAKTE STUDIES , VERRICHT :

2 . NA RAADPLEGING VAN HET RAADGEVEND COMITE EN

3 . NA RAADGEVING VAN DE RAAD ,

BETREFFENDE DE WENSELIJKHEID VAN DE MAATREGEL EN BETREFFENDE HET PRIJSPEIL DAT DAARBIJ WORDT VASTGESTELD .

34 HET HOF STELDE REEDS VAST DAT ER IN DE LAATSTE OVERWEGING VAN BESCHIKKING NR . 962/77 VAN BEDOELDE STUDIES EN RAADPLEGINGEN MELDING WERD GEMAAKT . NOCHTANS ACHTEN VERZOEKSTERS WEZENLIJKE VORMVOORSCHRIFTEN GESCHONDEN , AANGEZIEN BIJ DIE STUDIES EN RAADPLEGINGEN NIET DE NODIGE ZORGVULDIGHEID ZOU ZIJN BETRACHT .

35 1 . DE ITALIAANSE VERZOEKSTERS MENEN DAT DE COMMISSIE ENERZIJDS IN GEBREKE IS GEBLEVEN MET SERIEUZE PREALABELE STUDIES , DIE AAN HET LICHT HADDEN KUNNEN BRENGEN DAT 50 % VAN DE SECTOR BETONSTAAL NIET IN EEN CRISISSITUATIE VERKEERDE , TERWIJL ZIJ ANDERZIJDS BETOGEN DAT , INDIEN HET AL TOT ZULKE STUDIES MOCHT ZIJN GEKOMEN , ZIJ NIET IN SAMENWERKING MET DE ITALIAANSE ONDERNEMINGEN TOT STAND KWAMEN .

36 DE COMMISSIE WIJST EROP DAT ZIJ KRACHTENS HET EGKS-VERDRAG , EN WEL MET NAME KRACHTENS DE ARTIKELEN 46 EN 48 , EEN VOORTDURENDE STUDIE VAN DE MARKTONTWIKKELING EN HET PRIJSVERLOOP MAAKT EN DAT DE ONDERNEMINGEN VERPLICHT ZIJN HAAR MET REGELMATIGE TUSSENPOZEN VAN WIJZIGINGEN HUNNER PRIJSSCHALEN EN OVER DE OMVANG HUNNER IMPORTEN EN EXPORTEN OP DE HOOGTE TE STELLEN . BOVENDIEN HEEFT ZIJ SEDERT 1975 IN HET BIJZONDER STUDIE GEMAAKT VAN DE PRIJZEN ; ZO HEEFT ZIJ IN EEN TOT ALLE STAALPRODUKTIEBEDRIJVEN GERICHTE MEDEDELING VAN 2 MEI 1975 ( PB C 100 VAN 1975 , BLZ . 1 ), MET VERWIJZING NAAR HET AFBROKKELEN VAN DE PRIJZEN VAN DE PRODUKTEN VAN DE IJZER - EN STAALINDUSTRIE IN DE GEMEENSCHAP EN DE DAARAAN VOOR DE WERKGELEGENHEID VERBONDEN GEVOLGEN , DE BEDRIJVEN MEDEGEDEELD DE NAKOMING VAN DE VOORSCHRIFTEN VAN HET VERDRAG INZAKE DE PRIJZEN IN VERSTERKTE MATE TE ZULLEN CONTROLEREN EN MET BIJZONDERE AANDACHT DE EVOLUTIE VAN DE STAALIMPORTEN IN DE GEMEENSCHAP , EN DE WEERSLAG DAARVAN OP DE PRIJZEN , TE ZULLEN VOLGEN . VOORTS HEEFT DE COMMISSIE HERINNERD AAN HAAR BESCHIKKING NR . 1272/75 VAN 16 MEI 1975 ( PB L 130 VAN 1975 , BLZ . 7 ), WAARBIJ DE ONDERNEMINGEN WERDEN VERPLICHT IEDERE MAAND OPGAVE TE DOEN VAN HUN VERWACHTE OF BESTAANDE PRODUKTIE VAN RUW STAAL , OP HAAR BESCHIKKING NR . 1870/75 VAN 17 JULI 1975 ( PB L 190 VAN 1975 , BLZ . 26 ), WAARBIJ DE ONDERNEMINGEN IN DE STAALINDUSTRIE WERDEN VERPLICHT BEPAALDE GEGEVENS BETREFFENDE DE WERKGELEGENHEID TE VERSCHAFFEN ( GEREGIS- TREERDE PERSONEELSSTERKTE , NIEUW PERSONEEL , AFVLOEIING DOOR ONTSLAG , BEPERKING VAN DE ARBEIDSDUUR ), ALSOOK OP HAAR BESCHIKKING NR . 3017/76 VAN 8 DECEMBER 1976 ( PB L 344 VAN 1976 , BLZ . 24 ), WAARBIJ DE PRODUKTIEBEDRIJVEN WERDEN VERPLICHT MAANDELIJKS OP ZEER KORTE TERMIJN AAN DE COMMISSIE MEDEDELING TE DOEN VAN DE LEVERINGEN VAN DE VOORNAAMSTE PRODUKTEN , ONDER MEER BETONSTAAL , DIE ZIJ BINNEN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT VERRICHTTEN , ALSMEDE VAN HUN UITVOER DIER PRODUKTEN NAAR DERDE LANDEN . TEN AANZIEN VAN DE PRIJZEN GINGEN DE GEDACHTEN DER COMMISSIE UIT NAAR EEN STELSEL VAN MINIMUMPRIJZEN ; OP 19 JANUARI 1976 HEEFT HET RAADGEVEND COMITE HIEROVER BERAADSLAAGD ( DOC . NR . A/430/76 F ), BIJ WELKE GELEGENHEID DE MEERDERHEID ZICH TEN GUNSTE VAN ZULK EEN STELSEL HEEFT UITGESPROKEN ; NA DEZE STEMMING ( BEGIN 1976 ) HEEFT DE COMMISSIE IN EEN KORTE OPLEVING VAN DE CONJUNCTUUR AANLEIDING GEVONDEN NIET VERDER OP DE ALDUS INGESLAGEN WEG VOORT TE GAAN EN GEMEEND DAT ER OOK MET NIET BINDENDE MAATREGELEN BEVREDIGENDE RESULTATEN KONDEN WORDEN VERKREGEN , NAMELIJK IN DIER VOEGE DAT MEN ZICH BIJ DE PRODUKTIE EN WAT HET PRIJZENBELEID BETREFT , ZOU LATEN LEIDEN DOOR VRIJWILLIGE VERBINTENISSEN , AANGEGAAN IN HET KADER VAN ' ' PROGRAMMA ' S VOORUITZICHTEN ' ' . IN HET KADER VAN DEZE ECONOMISCHE BELEIDSBESLISSING DEED DE COMMISSIE EEN MEDEDELING VAN ALGEMENE STREKKING ( PB C 303 VAN 1976 , BLZ . 3 ) UITGAAN , WAARIN ZIJ IN GROTE TREKKEN SCHETSTE WAT HAAR VOOR DE GEEST STOND . IN DEZE MEDEDELING KWAMEN ALLE ASPECTEN VAN HET PROBLEEM TER SPRAKE : MARKTANALYSE EN -BEWAKING , INVESTERINGEN , BIJZONDERE CRISISMAATREGELEN TEN AANZIEN VAN PRODUKTIE EN PRIJZEN , BETREKKINGEN TUSSEN DE GEMEENSCHAP EN DERDE LANDEN OP DE STAALMARKT , SOCIALE EN REGIONALE VRAAGSTUKKEN . NOG EEN MEDEDELING ZAG HET LICHT , GEBASEERD OP ARTIKEL 46 VAN HET EGKS-VERDRAG ( PB C 304 VAN 1976 , BLZ . 5 ), WAARIN DE COMMISSIE , NA ERAAN TE HEBBEN HERINNERD DAT ZIJ IN HAAR PROGRAMMA VOORUITZICHTEN VOOR HET EERSTE KWARTAAL 1977 AANWIJZINGEN HAD BEKENDGEMAAKT VOOR DE LEVERINGEN , GESPECIFICEERD NAAR ZES PRODUKTENCATEGORIEEN ( O . M . BETONSTAAL ), AANKONDIGDE VOORNEMENS TE ZIJN GESPECIFICEERDE RAMINGEN PER ONDERNEMING OF GROEP VAN ONDERNEMINGEN OP TE STELLEN VAN DE LEVERINGEN VAN BEPAALDE PRODUKTENCATEGORIEEN OP DE INTERNE MARKT VAN DE GEMEENSCHAP , WAARTOE DE ONDERNEMINGEN CASU QUO GROEPEN VAN ONDERNEMINGEN ZOUDEN WOR

DEN VERZOCHT ZICH OP ' ' INDIVIDUELE EN VERTROUWELIJKE ' ' BASIS TEGENOVER HAAR TE VERBINDEN DE LEVERINGEN TE BEPERKEN TOT HET NIVEAU DAT HUN INDIVIDUEEL ZOU WORDEN MEDEGEDEELD .

37 UIT DIT OVERZICHT VAN HET BELEID , DOOR DE COMMISSIE VOOR BESCHIKKING NR . 962/77 GEVOLGD , BLIJKT DAT DE ONDERNEMINGEN IN DE IJZEREN STAALINDUSTRIE TERDEGE OP DE HOOGTE MOETEN ZIJN GEWEEST VAN DE BIJZONDERE MAATREGELEN WAARTOE DE COMMISSIE WILDE OVERGAAN EN DAT ZIJ , MET DIE WETENSCHAP , IN STAAT ZIJN GEWEEST OM , HETZIJ INDIVIDUEEL , HETZIJ DOOR TUSSENKOMST VAN HUN BEROEPSORGANISATIES , HUN VOORSTELLEN IN TE DIENEN .

38 TEN SLOTTE WERD HET VERBOND DER TE BRESCIA GEVESTIGDE INDUSTRIELE BEDRIJVEN , OMVATTENDE 40 A 50 ONDERNEMINGEN , MEERDERE MALEN UITGENODIGD TOT BIJWONING VAN VOORBEREIDENDE WERKVERGADERINGEN , WAARAAN DOOR TWEE VAN HAAR VERTEGENWOORDIGERS WERD DEELGENOMEN , MET NAME OOK TOT BIJWONING VAN DE OP 25 MAART 1977 GEHOUDEN VERGADERING , WAAR EEN DOCUMENT BETREFFENDE DE PRODUKTIEKOSTEN DER ONDERNEMINGEN , HET PROBLEEM DER PRIJSSCHALEN , DE NA TE STREVEN DOELEINDEN EN DE WIJZE VAN BEREKENING DER PRIJZEN IS BESPROKEN .

39 2 . HET RAADGEVEND COMITE IS OP 19 APRIL 1977 ZOWEL GEHOORD OVER DE WENSELIJKHEID MINIMUMPRIJZEN VOOR BETONSTAAL BINNEN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT IN TE VOEREN ALS OVER HET NIVEAU DIER PRIJZEN ( DOC . NR . A/1730/77 E . V .) EN TIJDENS DE BESPREKING BLEEK MEN HET OVER DE NOODZAAK VAN ZULK EEN MAATREGEL GOEDDEELS EENS TE ZIJN ; ALLEEN DE DUITSE FABRIKANTEN EN DE VERBRUIKERS KONDEN ZICH ER NIET MEDE VERENIGEN .

40 3 . DE RAAD HEEFT , OVER DEZELFDE VRAGEN GEHOORD , DE MAATREGEL EENSTEMMIG GOEDGEKEURD .

41 BOVENDIEN NAM HET EUROPEES PARLEMENT EEN RESOLUTIE AAN , WAARIN HET VERKLAARDE HET STANDPUNT , DOOR DE COMMISSIE INGENOMEN MET BETREKKING TOT DE BESTRIJDING VAN DE CRISIS IN DE EUROPESE IJZER- EN STAALINDUSTRIE , TE ONDERSTEUNEN ( PB C 118 VAN 1977 , BLZ . 56 ).

42 BLIJKENS EEN EN ANDER ZIJN DE VORMVOORSCHRIFTEN VAN HET VERDRAG DOOR DE COMMISSIE IN ACHT GENOMEN EN WERD GEEN ENKEL VORMVOORSCHRIFT , WAARVAN NIET-INACHTNEMING TOT NIET-RECHTSGELDIGHEID ZOU LEIDEN , GESCHONDEN .

AFDELING 2 . DE EERBIEDIGING VAN DE MATERIELE VOORWAARDEN , IN ARTIKEL 61 OMSCHREVEN

43 WIL DE COMMISSIE MINIMUMPRIJZEN VASTSTELLEN , DAN MOET ZIJ : 1 ) VASTSTELLEN DAT ER EEN UITGESPROKEN CRISIS BESTAAT OF DREIGT TE ONTSTAAN ; 2 ) VASTSTELLEN DAT DE BEOOGDE BESCHIKKING NODIG IS VOOR HET BEREIKEN VAN DE IN ARTIKEL 3 OMSCHREVEN DOELSTELLINGEN ; 3 ) REKENING HOUDEN MET DE NOODZAAK HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE STAALINDUSTRIE EN VAN DE VERWERKENDE INDUSTRIEEN IN STAND TE HOUDEN IN VOEGE ALS IN ARTIKEL 3 , C , VAN HET VERDRAG OMSCHREVEN .

PARAGRAAF 1 . DE VRAAG OF ER EEN UITGESPROKEN CRISIS BESTOND OF DREIGDE TE ONTSTAAN

44 DE ITALIAANSE VERZOEKSTERS BETOGEN DAT DE KLEINE EN MIDDELGROTE , BETONSTAAL FABRICERENDE ONDERNEMINGEN , ZICH IN HET BEGIN VAN HET JAAR 1977 , DANKZIJ HUN STRUCTUUR , HUN SPECIALISATIE EN HUN TECHNIEK , NIET IN EEN CRISISSITUATIE BEVONDEN .

45 HUNS INZIENS DIENT BIJ DE BEOORDELING VAN DE VRAAG OF ER SPRAKE IS VAN EEN ' ' CRISIS ' ' NIET ALLEEN TE WORDEN GELET OP DE MOEILIJKHEDEN VAN DE GROTE IJZER- EN STAALFABRIEKEN IN HET NOORDEN , DOCH OOK IN AANMERKING TE WORDEN GENOMEN DAT RUIM / VAN DE BETONSTAALSECTOR BEVREDIGEND FUNCTIONEERDE . ZIJ ACHTEN DIE SITUATIE EEN CONSEQUENTIE VAN DE VRIJE MEDEDINGING DIE DE ONDERNEMINGEN , VOORAL DANKZIJ HET TECHNISCH NIVEAU DAT ZIJ HADDEN WETEN TE BEREIKEN , TEN GOEDE KWAM ; VAN EEN CRISISSITUATIE WAS GEEN SPRAKE .

46 DE COMMISSIE WIJDT ALLEREERST EEN GLOBALE BESPREKING AAN DE SITUATIE VAN DE IJZER- EN STAALINDUSTRIE BINNEN DE GEMEENSCHAP .

47 GEZIEN DE ECONOMISCHE OMSTANDIGHEDEN EN DE VERRICHTE STUDIES IN AANMERKING GENOMEN , HEEFT DE COMMISSIE MET HET OOG OP DE TERUGGANG VAN DE PRODUKTIE VAN BETONSTAAL IN DE GEHELE GEMEENSCHAP EN OP GROND VAN HAAR CONCLUSIE DAT DE IJZER- EN STAALINDUSTRIE SINDS JAREN TE KAMPEN HAD MET ERNSTIGE MOEILIJKHEDEN DIE TUSSEN JULI 1975 EN EIND 1977 TOT HET VERLIES VAN WERKGELEGENHEID VOOR 50 000 PERSONEN HADDEN GELEID , TERWIJL HET AANBOD DE VRAAG VOORTDUREND OVERTROF , HET DOOR IMPORTEN GEDEKTE MARKTAANDEEL STERK WAS GESTEGEN EN DE PRIJZEN DUIDELIJK BENEDEN DE PRODUKTIEKOSTEN WAREN KOMEN TE LIGGEN , CONSEQUENT WILLEN ZIJN EN HET BESTAAN VAN EEN ' ' UITGESPROKEN ' ' PRODUKTIECRISIS ERKEND .

48 HET HOF STELT VAST DAT DE BEROEPSCHRIFTEN DER ITALIAANSE ONDERNEMINGEN GOEDDEELS ZIJN GEWIJD AAN EEN BEOORDELING VAN BESCHIKKING NR . 962/77 , IN DIER VOEGE DAT UITSLUITEND DE SITUATIE VAN DE ITALIAANSE ' ' MINI ' ' -STAALBEDRIJVEN DAARAAN WORDT GETOETST .

49 WELISWAAR IS DE COMMISSIE KRACHTENS ARTIKEL 3 VAN HET VERDRAG VERPLICHT IN HET GEMEENSCHAPPELIJK BELANG TE HANDELEN ; DAT WIL EVENWEL NIET ZEGGEN DAT HAAR HET BELANG VAN ALLEN GELIJKELIJK VOOR OGEN HEEFT TE STAAN , IMMERS HAAR ROL BRENGT NIET MEDE DAT ZIJ SLECHTS ZOU MOGEN OPTREDEN ALS DAARDOOR AAN NIEMANDS BELANG AFBREUK WORDT GEDAAN . INTEGENDEEL , ZIJ HEEFT BIJ HAAR HANDELEN DE ONDERSCHEIDEN BELANGEN TE WEGEN EN , INDIEN DE TE NEMEN BESCHIKKING ZULKS REDELIJKERWIJS GEDOOGT , TE VERMIJDEN DAT ER NADELIGE CONSEQUENTIES AAN VERBONDEN ZIJN . DE COMMISSIE KAN , IN HET ALGEMEEN BELANG , NAAR DE EIS DER OMSTANDIGHEDEN VAN HAAR BESCHIKKINGSBEVOEGDHEID GEBRUIK MAKEN , DESNOODS TEN NADELE VAN BEPAALDE PARTICULIERE BELANGEN .

50 KOMT DE COMMISSIE DAN OOK BIJ HAAR ANALYSE VAN HET VERBROKEN EVENWICHT TUSSEN DE PRODUKTIE EN HET VERBRUIK VAN BETONSTAAL TOT DE CONCLUSIE DAT ZICH EEN UITGESPROKEN CRISISTOESTAND VOORDOET EN MERKT ZIJ DAARBIJ OP DAT DE DUITSE ONDERNEMINGEN HAAR ZIENSWIJZE DELEN EN DAT DE ITALIAANSE ONDERNEMINGEN , DIE HAAR STANDPUNT BETWISTTEN , DE JUISTHEID VAN HUN ZIENSWIJZE ONVOLDOENDE HEBBEN KUNNEN BEWIJZEN , DAN DOET ZIJ HAAR BESCHIKKING NIET BERUSTEN OP ECONOMISCHE FEITEN OF OMSTANDIGHEDEN DIE MATERIEEL ONJUIST ZIJN , OP EEN DWALING TEN AANZIEN VAN HET RECHT OF OP EEN KENNELIJK ONJUISTE BEOORDELING . ZIJ KON DERHALVE RECHTSGELDIG VASTSTELLEN DAT ZICH EEN UITGESPROKEN CRISISTOESTAND VOORDEED .

PARAGRAAF 2 . DE NALEVING VAN ARTIKEL 3 VAN HET VERDRAG

51 VERZOEKSTERS HEBBEN MET KLEM BETOOGD DAT DE COMMISSIE DE IN ARTIKEL 3 ONDER A TOT EN MET G OMSCHREVEN DOELSTELLINGEN TEGELIJKERTIJD EN CUMULATIEF ZOU HEBBEN MISKEND , HETGEEN MET NAME ZOU GELDEN VOOR DE DOELSTELLING OMSCHREVEN ONDER C , VOLGENS WELKE ER MOET WORDEN GEWAAKT VOOR EEN ZO LAAG MOGELIJKE PRIJSSTELLING , WAARMEDE DE VASTSTELLING VAN MINIMUMPRIJZEN NIET TE VERENIGEN ZOU ZIJN . VOORTS ZOU BESCHIKKING NR . 962/77 EEN TEGEN DE ECONOMISCHE VOORUITGANG INGAANDE PROTECTIONISTISCHE MAATREGEL ZIJN : DE COMMISSIE ZOU HOGERE PRIJZEN VERLANGEN IN HET BELANG VAN DE ONDERNEMINGEN MET DE HOOGSTE KOSTPRIJZEN .

52 DOOR TE VERLANGEN DAT DE COMMISSIE NAGENOEG ALLE IN ARTIKEL 3 OMSCHREVEN DOELSTELLINGEN GELIJKELIJK RECHT DOET WEDERVAREN , STELLEN VERZOEKSTERS EEN BUITENSPORIGE , INNERLIJK TEGENSTRIJDIGE EIS .

53 BLIJKENS DE ARRESTEN , DOOR HET HOF ONDERSCHEIDENLIJK OP 13 JUNI 1958 EN 21 JUNI 1958 GEWEZEN IN DE ZAKEN MERONI & CO T . HOGE AUTORITEIT ( ZAAK 9/56 , JURISPR . BLZ . 45 ) EN GROUPEMENT DES HAUTS FOURNEAUX ET ACIERIES BELGES T . HOGE AUTORITEIT ( ZAAK 8/57 , JURISPR . BLZ . 246 ) KUNNEN NIET ALLE ACHT IN ARTIKEL 3 OMSCHREVEN DOELSTELLINGEN GELIJKTIJDIG EN TEN VOLLE WORDEN VER- WERKELIJKT .

54 HET HOF OVERWEEGT BOVENDIEN DAT DE COMMISSIE ' ' BIJ HET NASTREVEN VAN DE IN GENOEMD ARTIKEL VERVATTE DOELSTELLINGEN . . . STEEDS EEN COMPROMIS TOT STAND ( DIENT ) TE BRENGEN WANNEER MOGELIJKE TEGENSTRIJDIGHEID DEZER DOELSTELLINGEN - AFZONDERLIJK BESCHOUWD , DIT VEREIST ( EN TEVENS ) - WANNEER VAN ZULK EEN TEGENSTRIJDIGHEID BLIJKT - AAN EEN VAN GENOEMDE DOELSTELLINGEN VOORRANG ( BEHOORT ) TE VERLENEN , WANNEER HAAR DAT GEBODEN VOORKOMT IN VERBAND MET DE ECONOMISCHE FEITEN OF OMSTANDIGHEDEN MET HET OOG WAAROP ZIJ HAAR BESCHIKKINGEN NEEMT ' ' .

55 MOET ER IN EEN NORMALE MARKTSITUATIE NAAR EEN COMPROMIS TUSSEN DE VERSCHILLENDE DOELSTELLINGEN WORDEN GESTREEFD , TEMEER ZAL EEN COMPROMIS MOETEN WORDEN BEPROEFD IN EEN CRISISTOESTAND WELKE UITZONDERLIJKE MAATREGELEN RECHTVAARDIGT , DIE EEN AFWIJKING INHOUDEN VAN DE NORMALE VOORSCHRIFTEN VOOR DE WERKING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE STAALMARKT EN KENNELIJK BEPAALDE IN ARTIKEL 3 OMSCHREVEN DOELSTELLINGEN OPZIJ ZETTEN , AL WARE HET SLECHTS DE DOELSTELLING OMSCHREVEN ONDER C , WAARIN HET WAKEN VOOR EEN ZO LAAG MOGELIJKE PRIJSSTELLING VERLANGD WORDT .

56 KRACHTENS HAAR DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEID HEEFT DE COMMISSIE ZICH DRIEERLEI DOEL GESTELD :

- DE ONDERNEMINGEN IN STAAT TE STELLEN ZICH EEN MINIMUM AAN GELDELIJKE MIDDELEN TE VERSCHAFFEN TENEINDE TOT DE NODIGE HERSTRUCTURERING TE KUNNEN OVERGAAN , ZULKS MET TOEPASSING VAN ARTIKEL 3 , C );

- DE WERKGELEGENHEID HANDHAVEN , OM EEN VERSLECHTERING VAN HET LEVENSPEIL EN VAN DE ARBEIDSVOORWAARDEN DER WERKNEMERS TE VOORKOMEN , ZULKS MET TOEPASSING VAN ARTIKEL 3 , E );

- OP LANGE TERMIJN VOLDOENDE PRODUKTIEPOTENTIEEL TE HANDHAVEN , ZULKS MET TOEPASSING VAN ARTIKEL 3 , A ),

AL WELKE DOELEINDEN HAARS INZIENS HUN RECHTVAARDIGING VONDEN IN DE GEMEENSCHAPPELIJKE BRANCHE-BELANGEN , BEZIEN IN VERBAND MET DE ECONOMISCHE OMSTANDIGHEDEN VAN HET OGENBLIK . HET LAG DUS OP DE WEG VAN DE COMMISSIE OM , MET DE CRISISSITUATIE IN DE BETONSTAALINDUSTRIE GECONFRONTEERD , IN HET KADER VAN DE BESLUITMECHANISMEN , VOORZIEN TER UITVOERING VAN EEN OP BESTRIJDING ENER UITGESPROKEN CRISISSITUATIE GERICHT STAALBELEID , TE OPTEREN VOOR DE DOELEINDEN DIE HAARS INZIENS IN DE LIJN LAGEN VAN EEN SOCIAAL - EN STRUCTUURPROGRAMMA DAT DE ERNST DER GEREZEN PROBLEMEN RECHT DEED WEDERVAREN .

57 IN EEN EN ANDER MOGEN VOLDOENDE INDICATIES AANWEZIG WORDEN GEACHT DAT DE COMMISSIE BIJ DE VASTSTELLING DER BESCHIKKING , DE DESTIJDS BESTAANDE OMSTANDIGHEDEN IN AANMERKING GENOMEN , DE IN ARTIKEL 3 OMSCHREVEN DOELSTELLINGEN WELKE IN DE LIJN LAGEN VAN HET ECONOMISCH EN SOCIAAL BELEID WAARVOOR ZIJ HAD GEOPTEERD , RECHT HEEFT DOEN WEDERVAREN .

58 WIL BESCHIKKING NR . 962/77 ALS RECHTMATIG WORDEN BESCHOUWD , DAN MOET DE COMMISSIE VOORTS HEBBEN VASTGESTELD DAT ZULK EEN BESCHIKKING TER VERWEZENLIJKING VAN DE IN ARTIKEL 3 OMSCHREVEN DOELSTELLINGEN NOODZAKELIJK WAS .

59 HET BELEID TOT BESTRIJDING VAN DE STAALCRISIS BERUST OP HET FUNDAMENTELE BEGINSEL VAN DE SOLIDARITEIT VAN DE VERSCHILLENDE ONDERNEMINGEN , ZOALS HET IN DE PREAMBULE VAN HET EGKS-VERDRAG ONDER WOORDEN WERD GEBRACHT EN MET NAME ZIJN NEERSLAG HEEFT GEVONDEN IN EEN GROOT AANTAL ARTIKELEN , ZO IN ARTI- KEL 3 ( VOORRANG VOOR HET - OM SOLIDARITEIT VRAGEND - GEMEENSCHAPPELIJK BELANG ), IN DE ARTIKELEN 49 EN VOLGENDE ( HET OP HEFFINGEN BERUSTEND FINANCIERINGSSTELSEL VAN DE GEMEENSCHAP ), IN ARTIKEL 55 , LID 2 ( GEMEENSCHAPPELIJK GEBRUIK VAN DE UITKOMSTEN VAN HET TECHNISCH EN ECONOMISCH ONDERZOEK ), IN ARTIKEL 56 ( HERPLAATSINGS- EN HERSCHOLINGSHULP ) EN IN ARTIKEL 53 ( TREFFEN VAN FINANCIELE VOORZIENINGEN ).

60 OVEREENKOMSTIG DIT BEGINSEL NAM DE COMMISSIE MAATREGELEN ZONDER BINDEND KARAKTER IN OVERWEGING , GERICHT OP HET TOT STAND BRENGEN VAN EEN EVENWICHTIGE VERHOUDING TUSSEN VRAAG EN AANBOD VAN STAALPRODUKTEN . AAN DIE MAATREGELEN ZOU , ALS GEZEGD , EEN TOEZEGGING VAN DE COMMUNAUTAIRE STAALBEDRIJVEN TEN GRONDSLAG LIGGEN , INHOUDENDE DAT ZIJ DE DOOR DE COMMISSIE VAST TE STELLEN EN AAN DE AFZONDERLIJKE ONDERNEMINGEN OF GROEPEN VAN ONDERNEMINGEN MEDE TE DELEN SCHATTINGEN VAN DE TE LEVEREN HOEVEELHEDEN ZOUDEN IN ACHT NEMEN . EVENWEL BESTREKEN BIJ BETONSTAAL DE TOEZEGGINGEN , EEN VRIJWILLIGE BEPERKING DER TE LEVEREN HOEVEELHEDEN INHOUDENDE , ANDERS DAN HET GEVAL WAS BIJ DE OVERIGE WALSERIJPRODUKTEN , WAARBIJ VOOR 90 % DER DOOR DE COMMISSIE VASTGESTELDE HOEVEELHEDEN VRIJWILLIGE PRODUKTIEBEPERKINGEN WERDEN TOEGEZEGD , SLECHTS 50 % , EEN PERCENTAGE DAT VOOR EEN OPLEVING IN DE BRANCHE TEN ENENMALE ONVOLDOENDE WAS . GEZIEN DE MISLUKKING VAN EEN STELSEL VAN VRIJWILLIGE TOEZEGGINGEN BIJ BETONSTAAL , MOEST HET BIJ DAT PRODUKT DERHALVE TOT EEN STELSEL VAN VOORGESCHREVEN PRIJZEN KOMEN , TERWIJL DE COMMISSIE VOOR DE ANDERE WALSERIJPRODUKTEN RICHTPRIJZEN PUBLICEERDE ( PB L 114 VAN 1977 , BLZ . 18 ).

61 ENKELE VERZOEKSTERS , MET NAME DE FIRMA RUMI ( ZAAK 263/78 ) ZIJN VAN MENING DAT DE COMMISSIE DE ECONOMISCHE SITUATIE ONJUIST HEEFT BEOORDEELD - ID EST DE VERDRAGSVOORSCHRIFTEN KLAARBLIJKELIJK MISKEND - DOOR EEN REGELING BETREFFENDE MINIMUMPRIJZEN IN TE VOEREN , TERWIJL ZIJ ' ' ZICH VAN ARTIKEL 58 VAN HET VERDRAG HAD MOETEN BEDIENEN EN , MET EEN AANTAL FLANKERENDE MAATREGELEN , EEN STELSEL VAN PRODUKTIEQUOTA HAD MOETEN INVOEREN ' ' .

62 DEZE GRIEF , INHOUDENDE DAT DE COMMISSIE NIET RECHTSTREEKS IN DE PRODUKTIE HEEFT INGEGREPEN , VINDT HAAR WEERLEGGING IN DE OMSTANDIGHEID DAT VOLGENS ARTIKEL 58 EEN STELSEL VAN VOORGESCHREVEN QUOTA SLECHTS MAG WORDEN INGEVOERD WANNEER DE IN ARTIKEL 57 VOORZIENE MAATREGELEN ONVOLDOENDE BLIJKEN TE ZIJN OM AAN DE CRISIS HET HOOFD TE BIEDEN . TOT DEZE INDIRECTE MAATREGELEN BEHOORT EVENWEL OOK HET INGRIJPEN IN DE PRIJZEN - MET INBEGRIP VAN DE INVOERING VAN EEN REGELING BETREFFENDE MINIMUMPRIJZEN ALS BEDOELD IN ARTI- KEL 61 , EERSTE ALINEA , B ) - .

63 DAARGELATEN HET ARGUMENT DAT DE COMMISSIE BIJ HAAR ECONOMISCHE BESLUITVORMING OP DIT GEBIED OVER EEN RUIME DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEID BESCHIKT , WELKER UITOEFENING SLECHTS BIJ MISBRUIK OF KENNELIJKE MISKENNING VAN DE VERDRAGSVOORSCHRIFTEN KAN WORDEN AANGEVOCHTEN , DIENT VOORMELDE GRIEF DERHALVE TE WORDEN VERWORPEN OP GROND VAN DE ENKELE VASTSTELLING DAT DE COMMISSIE TOT INVOERING VAN EEN STELSEL VAN PRODUKTIEQUOTA SLECHTS VERPLICHT HAD KUNNEN ZIJN WANNEER ANDERE MIDDELEN , ZOALS EEN INGRIJPEN IN DE PRIJZEN , TER BESTRIJDING VAN DE CRISIS ONDEUGDELIJK ZOUDEN ZIJN GEBLEKEN .

64 BIJ DE AFWEGING VAN DE NADELEN , AAN DE REGELING INZAKE DE MINIMUMPRIJZEN VERBONDEN , TEGEN DE NOODZAAK VAN ZULK EEN MAATREGEL TER VERWEZENLIJKING VAN DE VERSCHILLENDE IN ARTIKEL 3 OMSCHREVEN DOELEINDEN , EN IN HAAR OP DIE AFWEGING BERUSTENDE BESCHIKKING , WAARIN ZIJ VOOR ZULK EEN REGELING OPTEERDE , HEEFT DE COMMISSIE DAN OOK DE GRENZEN , AAN HAAR DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEID GESTELD , NIET OVERSCHREDEN .

PARAGRAAF 3 . HET NIVEAU DER PRIJZEN IN VERBAND MET ARTIKEL 61 , TWEEDE ALINEA , VAN HET VERDRAG

65 DE LAATSTE VOORWAARDE , WAARAAN DE BESCHIKKING BETREFFENDE DE MINIMUMPRIJZEN MOET VOLDOEN , BETREFT DE VASTSTELLING VAN HET PRIJSNIVEAU .

66 VOLGENS ARTIKEL 66 , TWEEDE ALINEA , MOET DE COMMISSIE ' ' BIJ DE VASTSTELLING VAN DE PRIJZEN . . . REKENING HOUDEN MET DE NOODZAKELIJKHEID HET CONCURRENTIEVERMOGEN ZOWEL VAN DE KOLENMIJN- OF STAALINDUSTRIE ALS VAN DE VERWERKENDE INDUSTRIEEN IN STAND TE HOUDEN , OVEREENKOMSTIG DE IN ARTIKEL 3 , ONDER C ) OMSCHREVEN BEGINSELEN ' ' , EN VOLGENS DIE BEGINSELEN BEHOORT NIET SLECHTS OP DE VORMING DER LAAGSTE PRIJZEN TE WORDEN GELET , DOCH DIENT DE ONDERNEMINGEN OOK RUIMTE TE WORDEN GELATEN VOOR DE NOODZAKELIJKE AFSCHRIJVINGEN EN VOOR EEN NORMALE BELONING VAN DE GEINVESTEERDE KAPITALEN .

67 VOOR OGEN HOUDEND DAT DE FINANCIELE TOESTAND VAN DE IN EEN CRISIS VERKERENDE BETONSTAALSECTOR MET INACHTNEMING VAN DE DOELSTELLING VAN ARTIKEL 61 MOEST WORDEN VERHOLPEN , ACHTTE DE COMMISSIE HET VOLGENDE NODIG :

A ) DE MINIMUMPRIJZEN DIENDEN BOVEN DE MARKTPRIJZEN TE LIGGEN , MAAR ZIJ DIENDEN TE WORDEN VASTGESTELD OP EEN ZODANIG NIVEAU , DAT DISTORSIES VAN DE MEDEDINGING DOOR BEVOORRECHTING VAN DE IJZER- EN STAALINDUSTRIE TEGEN- OVER ANDERE SECTOREN ZOU WORDEN VERMEDEN EN VOORTS IN DIER VOEGE DAT ER OP DE DOELSTELLINGEN VAN HET ECONOMISCH BELEID IN HET ALGEMEEN ALSOOK OP DE BELANGEN DER STAALVERWERKENDE ONDERNEMINGEN - EN HUN CONCURRENTIEPOSITIE - IN HET BIJZONDER ZOU WORDEN GELET EN VERSTORINGEN VAN UITVOER OF INVOER ZOUDEN WORDEN VERMEDEN .

B ) REKENING DIENDE TE WORDEN GEHOUDEN MET DE GROTE VERSCHILLEN IN PRODUKTIEKOSTEN , VERBAND HOUDENDE MET HET FEIT DAT DE VERSCHILLENDE ONDERNEMINGEN NIET DEZELFDE PRODUKTIEPROCEDE ' S TOEPASTEN : DE ENE HELFT DER ONDERNEMINGEN ZETTE IJZERERTS IN , WAARVAN DE PRIJS TUSSEN 1975 EN 1977 IN DE ONDERSCHEIDEN LID-STATEN VAN 8 TOT 35 % WAS GESTEGEN , DE ANDERE HELFT ZETTE SCHROOT IN , WAARVAN DE PRIJS IN DE ONDERSCHEIDEN LID-STATEN 39 A 47 % WAS GEDAALD .

68 GELET OP DE TE VERWEZENLIJKEN DOELEINDEN EN HET BELANGRIJKSTE FEITELIJKE GEGEVEN : DE PRIJZEN , DIE PRAKTISCH GESPROKEN DE ENIGE MEDEDINGINGSFACTOR VORMDEN , AANGEZIEN KWALITEITSVERSCHILLEN BIJ BETONSTAAL IN DE PRAKTIJK GEEN ROL SPELEN , ACHTTE DE COMMISSIE HET RAADZAAM DE PRIJZEN ZODANIG TE BEPALEN , DAT ZIJ WELISWAAR BOVEN DE LAAGSTE PRIJS ( 165-180 REKENEENHEDEN - DE ' ' BRESCIANI ' ' ), MAAR BENEDEN DE HOOGSTE PRIJZEN ( 253 REKENEENHEDEN , DE DEENSE ONDERNEMINGEN ) LAGEN .

69 OM DE BINDENDE MINIMUMPRIJZEN MET DE NODIGE PRECISIE TE KUNNEN VASTSTELLEN , BEREKENDE DE COMMISSIE DE BASISPRIJS PER TON PER 25 APRIL 1977 EN BESLOOT ZIJ DE MINIMUMPRIJZEN TE BEPALEN OP 198 REKENEENHEDEN VOOR GLAD BETONSTAAL EN 250 REKENEENHEDEN VOOR BETONSTAAL MET VERBETERDE HECHTING , ZOALS DIE BEDRAGEN IN DE TEGENWAARDE VAN DE ONDERSCHEIDEN NATIONALE VALUTA ' S ZIJN OMGEREKEND .

70 VERZOEKSTERS BEKLAGEN ZICH EROVER DAT BIJ DE VASTSTELLING DER MINIMUMPRIJZEN VAN HET REKENKUNDIG GEMIDDELDE WERD UITGEGAAN . ZIJ ZIJN VAN MENING DAT DE MINIMUMPRIJZEN , OM AAN ARTIKEL 3 , C ), VAN HET VERDRAG TE VOLDOEN , HADDEN MOETEN WORDEN VASTGESTELD OP DE GRONDSLAG VAN DE LAAGSTE RENDABELE PRIJZEN VAN ONDERNEMINGEN IN DE GEMEENSCHAP , DAT WIL ZEGGEN OP EEN NIVEAU OVEREENKOMENDE MET HET KRUISPUNT VAN VRAAG EN AANBOD , DAT DE IN ARTIKEL 3 MET BETREKKING TOT DE AFSCHRIJVINGEN EN DE BELONING DER GEINVESTEERDE KAPITALEN GESTELDE EISEN RECHT DOET WEDERVAREN . IN PLAATS DAARVAN BEGUNSTIGDEN DE FEITELIJK VASTGESTELDE MINIMUMPRIJZEN DE ONDERNEMINGEN DIE EEN MINDER STERKE CONCURRENTIEPOSITIE INNAMEN OF MET VERLIES WERKTEN EN ZOU IN HET SYSTEEM EEN ONAANVAARDBARE VORM VAN DIRIGISTISCH PROTECTIONISME ZIJN GEINTRODUCEERD , TERWIJL MINIMUMPRIJZEN TOCH ZIJN BEDOELD OM ' ' VERKOPEN TEGEN ONGEDIFFERENTIEERD LAGE PRIJZEN TE VERHINDEREN EN HET GEVAAR TE VERKLEINEN DAT SPECULANTEN DIE NIET TEGEN DUMPING OPZIEN , TOT RISKANTE VERKOPEN OVERGAAN ' ' .

71 EVENWEL ZIJ OPGEMERKT DAT BIJ DE VASTSTELLING VAN HET PRIJSNIVEAU DISCRETIONAIR WORDT TE WERK GEGAAN , DES DAT TECHNISCHE GEZICHTSPUNTEN PREVALEREN EN HET SOLIDARITEITSBEGINSEL , DE INACHTNEMING DER IN ARTIKEL 61 , VOORLAATSTE ALINEA , OPGESOMDE CRITERIA EN DE EERBIEDIGING DER VORMVOORSCHRIFTEN - RAADPLEGING VAN HET RAADGEVEND COMITE EN VAN DE RAAD - VOOROPSTAAN .

72 HET HOF KAN DE BELEIDSKEUZEN DER COMMISSIE , BEDOELD IN ARTIKEL 36 , LAATSTE ALINEA , SLECHTS CONTROLEREN WANNEER BIJ DE ECONOMISCHE BEOORDELING EEN KLAARBLIJKELIJKE RECHTSSCHENDING AAN DE DAG TREEDT EN IN CASU KAN HET ALLEEN NAGAAN OF HET VASTGELEGDE PRIJSNIVEAU AAN DE VERWEZENLIJKING DER IN ARTIKEL 3 OMSCHREVEN DOELSTELLINGEN IN DE WEG STOND .

73 WAAR ER BINNEN DE GEMEENSCHAP AANZIENLIJKE VERSCHILLEN IN PRODUKTIEKOSTEN BLEKEN TE BESTAAN , KON HET PRIJSNIVEAU NIET OP DE KOSTPRIJS VAN DE ONDERNEMINGEN MET DE HOOGSTE PRODUKTIVITEIT WORDEN AFGESTEMD , OMDAT MEN , ALDUS HANDELENDE , HET WERKEN MET MINIMUMPRIJZEN , GEZIEN DE DOELSTELLINGEN DIE DAARMEDE VOLGENS HET VERDRAG EN DE REGELING VAN BESCHIKKING NR . 962/77 BEHOREN TE WORDEN NAGESTREEFD , ZINLOOS ZOU HEBBEN GEMAAKT .

74 MET BETREKKING TOT DE NOODZAAK DE MEDEDINGINGSPOSITIE DER STAALBEDRIJVEN TE HANDHAVEN ZIJ OPGEMERKT DAT ALLEEN DE TE BRESCIA GEVESTIGDE ONDERNEMINGEN WERKTEN MET BENEDEN DE MINIMA GELEGEN SCHAALPRIJZEN ; DE PRIJZEN VAN HUN CONCURRENTEN LAGEN ERBOVEN . ALS ZIJ ZICH STRIKT AAN DE MINIMA HIELDEN , KONDEN DE TE BRESCIA GEVESTIGDE ONDERNEMINGEN ALTIJD NOG MINDER DUUR EN IN HET SLECHTSTE GEVAL EVEN DUUR AAN DE MARKT KOMEN ALS HUN DOOR DE CRISIS GETROFFEN CONCURRENTEN ; HET STELSEL VAN MINIMUMPRIJZEN HEEFT TROUWENS IN HET TRADITIONELE HANDELSVERKEER , GERELATEERD AAN DE TOTALE OMZET DER HIERBEDOELDE PRODUKTEN , NIET TOT DISTORSIES VAN ENIGE BETEKENIS GELEID .

75 EN DE VERBRUIKENDE INDUSTRIEEN , WIER INDUSTRIELE CAPACITEIT EVENEENS DIENT TE WORDEN VERZEKERD , HADDEN ZICH NIET SLECHTS - IN HET RAADGEVEND COMITE - MET DE GETROFFEN REGELING AKKOORD VERKLAARD ; BLIJKENS HET FEIT DAT HET NIVEAU DER MINIMUMPRIJZEN BENEDEN DAT VAN DE JAPANSE EN AMERIKAANSE PRIJZEN BLEEF , ZIJN ZIJ OOK NIET IN HUN BELANGEN BENADEELD .

76 TEN SLOTTE ZIJ MET BETREKKING TOT DE ROL DIE DOOR VERZOEKSTER AFIM ( ZAAK 226/78 ) AAN DE MINIMUMPRIJZEN WORDT TOEGEDACHT - ZIJ ZOUDEN ' ' AFBRAAKPRIJZEN ' ' MOETEN VERHINDEREN - OPGEMERKT DAT ZIJ ALDUS AAN ARTIKEL 61 EEN BEDOELING TOEDICHT WELKE ER NIET AAN TOEKOMT .

77 GEZIEN DE COMPLEXE AARD VAN DE ECONOMISCHE PROGNOSES WELKE DE VASTSTELLING VAN HET NIVEAU DER PRIJZEN MEDEBRENGT , MAG HET ER DERHALVE VOOR WORDEN GEHOUDEN DAT DE COMMISSIE BIJ HAAR BEOORDELING DE BEGINSELEN , OMSCHREVEN IN ARTIKEL 3 , C ), VAN HET VERDRAG , RECHT HEEFT DOEN WEDERVAREN .

78 DEZE GLOBALE BESPREKING , GEWIJD AAN DE BEOORDELING VAN DE SITUATIE , RESULTERENDE UIT DE ECONOMISCHE FEITEN OF OMSTANDIGHEDEN MET HET OOG WAAROP BESCHIKKING NR . 962/77 WERD VASTGESTELD , LEIDT DERHALVE TOT DE CONCLUSIE DAT VAN ONREGELMATIGHEDEN , BEGAAN IN DEZE ALGEMENE BESCHIKKING , AAN ARTIKEL 61 VAN HET EGKS-VERDRAG GETOETST , NIET IS GEBLEKEN .

HOOFDSTUK 2 . DE NALEVING VAN DE VERDERE VERDRAGSARTIKELEN EN VAN DE DOOR VERZOEKSTERS INGEROEPEN ALGEMENE BEGINSELEN

AFDELING 1 . NALEVING VAN DE ARTIKELEN 2 , 4 EN 5 VAN HET VERDRAG

79 VERZOEKSTERS BETOGEN DAT BESCHIKKING NR . 962/77 EEN KLAARBLIJKELIJKE MISKENNING VAN DE ARTIKELEN 2 , 4 EN 5 INHOUDT . IN DE ARTIKELEN 2 EN 5 WORDT DE TAAK WELKE DE GEMEENSCHAP HEEFT TE VERVULLEN BREEDVOERIG OMSCHREVEN , TERWIJL IN ARTIKEL 4 DE VOORNAAMSTE MET DE INVOERING EN INSTANDHOUDING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT VOOR KOLEN EN STAAL VERBAND HOUDENDE VERBODEN ZIJN VASTGELEGD ; EN BESCHIKKING NR . 962/77 ZOU AAN DE VERWEZENLIJKING DER IN GENOEMDE ARTIKELEN OMSCHREVEN ALGEMENE DOELSTELLINGEN , WAAROP HET GEHELE BELEID DER GEMEENSCHAP GERICHT MOET ZIJN , IN DE WEG HEBBEN GESTAAN .

80 MET DIT STANDPUNT ZIEN VERZOEKSTERS ERAAN VOORBIJ DAT HET VERDRAG , WAAR IN IN WELBEPAALDE GEVALLEN INGREPEN VAN DE COMMUNAUTAIRE OVERHEID VOORZIET , EO IPSO GEDOOGT DAT WORDT AFGEWEKEN VAN DE NORMALE , AAN HET BEGINSEL DER MARKTECONOMIE ONTLEENDE , REGELEN VOOR DE GOEDE WERKING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT .

81 WAAR DE COMMUNAUTAIRE WETGEVER DE MOGELIJKHEID VAN MAATREGELEN ALS EEN MINIMUMPRIJZENREGELING VOORZAG , HEEFT HIJ KLAARBLIJKELIJK DE MOGELIJKHEID GESCHAPEN TIJDELIJK VAN DE CONCURRENTIEMECHANISMEN AF TE WIJKEN , MITS SLECHTS DE IN ARTIKEL 3 , C ), OMSCHREVEN DOELSTELLINGEN WORDEN GEEERBIEDIGD .

82 ZOLANG DE ALGEMENE BESCHIKKING DE IN ARTIKEL 3 OMSCHREVEN DOELSTELLINGEN , IN ONDERLING VERBAND BESCHOUWD , MAAR EERBIEDIGT , ZIJN DERHALVE DE VOORWAARDEN WAARONDER ARTIKEL 61 MAG WORDEN TOEGEPAST , VERVULD . OFSCHOON DE WEZENLIJKE DOELSTELLINGEN VAN DE GEMEENSCHAP NIET SLECHTS IN ARTIKEL 3 , MAAR OOK IN DE ARTIKELEN 2 , 4 EN 5 ZIJN VASTGELEGD , DIENT TE WORDEN BEDACHT DAT WANNEER DE COMMISSIE GERECHTIGD IS EEN UITZONDERLIJKE , TEGEN DE NORMALE WERKING VAN DE MARKT INGAANDE MAATREGEL TE TREFFEN , IN DE VERDRAGSBEPALINGEN KRACHTENS WELKE ZULK EEN MAATREGEL WORDT GENOMEN , NAUWKEURIG IS AANGEGEVEN WELKE ARTIKELEN DOOR DE COMMISSIE IN IEDER GEVAL MOETEN WORDEN INACHTGENOMEN .

83 DIT GELDT OOK VOOR ARTIKEL 53 , WAARIN HET GAAT OM FINANCIELE VOORZIENINGEN , TE TREFFEN WANNEER DE COMMISSIE ZE VOOR DE UITVOERING VAN DE TAKEN , OMSCHREVEN IN ARTIKEL 3 , NOODZAKELIJK EN MET DE BEPALINGEN VAN HET VERDRAG , INZONDERHEID MET ARTIKEL 65 , VERENIGBAAR ACHT ; VOOR ARTIKEL 58 , BETREFFENDE DE INVOERING VAN PRODUKTIEQUOTA MET INACHTNEMING VAN DE BEGINSELEN , OMSCHREVEN IN DE ARTIKELEN 2 , 3 EN 4 ; VOOR ARTIKEL 66 , BETREFFENDE BEPAALDE GOEDKEURINGEN , ZOALS DIE AAN SOMMIGE ONDERNEMINGEN KUNNEN WORDEN VERLEEND MET INACHTNEMING VAN HET BEGINSEL , OMSCHREVEN IN ARTIKEL 4 , ONDER B ); VOOR ARTIKEL 74 , DAT DE COMMISSIE IN GEVAL VAN DUMPING BEVOEGD VERKLAART ' ' OVEREENKOMSTIG ' ' HET VERDRAG EN MET NAME IN OVEREENSTEMMING MET ARTIKEL 3 , ALLE MAATREGELEN TE NEMEN ; VOOR ARTIKEL 95 , BETREFFENDE GEVALLEN WAARIN ER EEN NIET IN HET VERDRAG VOORZIENE BESCHIKKING OF AANBEVELING - MET INACHTNEMING VAN DE BEGINSELEN , OMSCHREVEN IN DE ARTIKELEN 2 , 3 , 4 EN 5 - MOET WORDEN VASTGESTELD . UIT DEZE OPSOMMING BLIJKT OOK DAT DE EISEN , GESTELD IN DE VERDRAGSBEPALINGEN BETREFFENDE DE BEGINSELEN EN DOELSTELLINGEN WAARAAN MEN ZICH HEEFT TE HOUDEN , WIL EEN DEROGERENDE MAATREGEL ALS REGULIER WORDEN AANGEMERKT , SAMENHANGEN MET DE MATE WAARIN DE REGELEN EN VOORZIENINGEN , GELDENDE VOOR DE GEWONE WERKING VAN DE MARKT CASU QUO VOOR DE ZELFSTANDIGHEID DER ONDERNEMINGEN , WORDEN OPZIJ GEZET .

84 DE IN HET VERDRAG VOORZIENE UITZONDERLIJKE MAATREGEL , DIE IN EEN OF MEER OPZICHTEN DE NORMALE WERKING VAN DE MARKT DOORKRUIST EN MIN OF MEER ERNSTIG VERSTOORT , BRACHT BLIJKENS VOORGAANDE OVERWEGINGEN NAAR ZIJN AARD MEDE DAT DE RECHTMATIGHEID DER DESBETREFFENDE BESCHIKKING VAN STRINGENTE FORMELE EN MATERIELE VOORWAARDEN AFHANKELIJK MOEST WORDEN GESTELD ; TOT DIE VOORWAARDEN BEHOREN DE LIMITATIEF OPGESOMDE BEGINSELEN EN DOELSTELLINGEN DIE BIJ DE VASTSTELLING VAN DE AFWIJKENDE BESCHIKKING IN IEDER GEVAL MOETEN WORDEN IN ACHT GENOMEN , TERWIJL VAN DE VERDERE IN HET VERDRAG OPGESOMDE BEGINSELEN EN DOELSTELLINGEN MAG WORDEN AANGENOMEN DAT ER VOOR DE BEPERKTE GELDIGHEIDSDUUR DER BESCHIKKING EEN MINDER ABSOLUTE GELDING AAN TOEKOMT .

85 ARTIKEL 61 , DAT UITSLUITEND NAAR ARTIKEL 3 VERWIJST , IS IN DIE ZIN TE VERSTAAN DAT EEN BESCHIKKING TOT VASTSTELLING VAN MINIMUMPRIJZEN ALS RECHTMATIG IS TE BESCHOUWEN ZODRA DE IN LAATSTGENOEMD ARTIKEL OMSCHREVEN DOELSTELLINGEN EN BEGINSELEN ZIJN GEEERBIEDIGD .

86 EEN GEDETAILLEERDE BESPREKING VAN DE ARGUMENTEN , DOOR VERZOEKSTERS ONTLEEND AAN DE ARTIKELEN 2 , 4 EN 5 , KAN DERHALVE ACHTERWEGE BLIJVEN : VOOR EEN RECHTMATIGVERKLARING VAN BESCHIKKING NR . 962/77 IS NIET STRIKT NOODZAKELIJK DAT DE IN DIE ARTIKELEN OMSCHREVEN BEGINSELEN ZIJN GEEERBIEDIGD .

AFDELING 2 . DE RECHTMATIGHEID VAN BESCHIKKING NR . 962/77 , GETOETST AAN DE ALGEMENE RECHTSBEGINSELEN

87 ER ZIJ AL AANSTONDS AAN HERINNERD DAT ARTIKEL 61 IS BEDOELD OM DE GEMEENSCHAP IN STAAT TE STELLEN DOOR TOEPASSING VAN HET SOLIDARITEITSBEGINSEL ECONOMISCHE CRISISSITUATIES TE BOVEN TE KOMEN .

PARAGRAAF 1 . DE BESCHIKKING , GETOETST AAN HET BEGINSEL DAT EERBIEDIGING VAN HET EIGENDOMSRECHT VERLANGT

88 VOLGENS SOMMIGE VERZOEKSTERS ZOU DE REGELING BETREFFENDE DE MINIMUMPRIJZEN , INDIEN TOEGEPAST , VOORWAARDEN IN HET LEVEN HEBBEN GEROEPEN WELKE DE ONDERNEMERS VAN HET IN HUN ONDERNEMINGEN GESTOKEN VERMOGEN ZOUDEN HEBBEN BEROOFD , ZULKS MET SCHENDING VAN DE WAARBORG , WAARMEDE HET EIGENDOMSRECHT IN PROTOCOL NR . 1 BIJ HET VERDRAG TOT BESCHERMING VAN DE RECHTEN VAN DE MENS EN DE FUNDAMENTELE VRIJHEDEN IS OMRINGD .

89 ZOALS HET HOF REEDS HEEFT OVERWOGEN IN HET OP 14 MEI 1974 GEWEZEN ARREST NOLD ( ZAAK 4/73 , JURISPR . BLZ . 491 ) MAG DE WAARBORG VAN DE EIGENDOM VAN GOEDEREN NIET IN DIE ZIN WORDEN UITGEBREID DAT ZIJ MEDE DE BESCHERMING OMVAT VAN DE BELANGEN VAN DE HANDEL , WELKER WISSELVALLIGHEID VOOR DE ECONOMISCHE WERKZAAMHEID WEZENLIJK IS . VOORTS ZIJ OPGEMERKT DAT ER GEEN ENKELE AAN DE TOEPASSING VAN BESCHIKKING NR . 962/77 TE WIJTEN BEDRIJFSSLUITING WERD GEREGISTREERD .

90 HET MIDDEL MOET DERHALVE WORDEN VERWORPEN .

PARAGRAAF 2 . DE BESCHIKKING , GETOETST AAN HET EVENREDIGHEIDSBEGINSEL

91 VERZOEKSTERS BETOGEN DAT DE TOEPASSING VAN BESCHIKKING NR . 962/77 DE MEEST PRODUKTIEVE ONDERNEMINGEN BUITENSPORIGE LASTEN ZOU HEBBEN OPGELEGD EN DAT DE ALDUS VAN HEN GEVRAAGDE OFFERS ' ' BUITEN PROPORTIE ' ' ZOUDEN ZIJN GEWEEST , IN AANMERKING GENOMEN DAT DE BESCHIKKING ONGENOEGZAAM WAS EN LEEMTEN VERTOONDE :

- ZIJ WAS ONGENOEGZAAM IN DIE ZIN DAT DE LID-STATEN HIERNEVENS EEN OP ONDERSTEUNING VAN HUN NATIONALE IJZER- EN STAALINDUSTRIEEN GERICHT BELEID HEBBEN GEVOERD , DAT DE COMMISSIE TEGELIJKERTIJD HEEFT BESLOTEN DE VERKOOP VAN BETONSTAAL IN ITALIE MET BEHULP VAN HET UFFICIO COORDINAMENTO E RIPARTIZIONE ORDINI ( UCRO ) TE KANALISEREN EN DAT DE COMMISSIE ONVOLDOENDE VOORTVARENDHEID HEEFT BETRACHT BIJ HET CREEREN VAN EEN STELSEL DAT CONTROLE OP DE NALEVING VAN DE BESCHIKKING MOGELIJK MAAKTE , HETGEEN LANGS DE WEG VAN INBREUKEN TOT BENEDEN DE MINIMA GELEGEN MARKTPRIJZEN HEEFT GELEID ;

- DE BESCHIKKING VERTOONDE LEEMTEN IN DIE ZIN DAT NOCH DE HANDELAREN NOCH DE IMPORTEN ONDER HET STELSEL VAN MINIMUMPRIJZEN VIELEN .

92 ELK VAN DEZE GRIEVEN DIENT AFZONDERLIJK TE WORDEN BESPROKEN , OPDAT BLIJKE OF ZE INDERDAAD EEN ONGENOEGZAAMHEID OF EEN LEEMTE VAN DE ALGEMENE BESCHIKKING AAN DE ORDE STELLEN ; SLECHTS WANNEER DIT HET GEVAL MOCHT BLIJKEN TE ZIJN , ZAL HET HOF KUNNEN NAGAAN OF DE ALSDAN VASTGESTELDE LEEMTEN OF ONGENOEGZAAMHEDEN ' ' BUITEN PROPORTIES ' ' ZIJN .

A ) DE ONDERSCHEIDEN GRIEVEN

1 . DE VRAAG OF DE MAATREGEL MET DE NATIONALE STEUNVERLENING TE VERENIGEN WAS

93 UIT HET FEIT DAT SOMMIGE LID-STATEN ONDANKS BESCHIKKING NR . 962/77 NATIONALE MAATREGELEN ZOUDEN HEBBEN GENOMEN OM HUN IJZER- EN STAALINDUSTRIE TE ONDERSTEUNEN , ZOU VOLGENS VERZOEKSTERS BLIJKEN DAT DE BESCHIKKING ONTOEREIKEND WAS .

94 DE COMMISSIE HEEFT HIEROP GEANTWOORD DAT BESCHIKKING NR . 962/77 WELISWAAR NOODZAKELIJK , MAAR VOOR EEN REORGANISATIE VAN DE GEHELE COMMUNAUTAIRE IJZER- EN STAALINDUSTRIE NIET TOEREIKEND WAS ; DE BESCHIKKING , DIE OP ZICHZELF SLECHTS EEN ONDERDEEL VORMT VAN EEN UITGEBREIDER ANTICRISISPLAN , ZOU DUS DE LID-STATEN GEENSZINS BELETTEN OM , MET HET OOG OP EEN HERSTRUCTURERING VAN HUN NATIONALE IJZER- EN STAALINDUSTRIE , STEUNMAATREGELEN TE NEMEN .

95 DAT ER DOOR LID-STATEN TE DEZEN EEN AFZONDERLIJK NATIONAAL BELEID WERD GEVOERD , WIL DAN OOK GEENSZINS ZEGGEN DAT DE IN BESCHIKKING NR . 962/77 BESLOTEN LIGGENDE MAATREGELEN , GETOETST AAN DE IN DIE BESCHIKKING VASTGELEGDE DOELSTELLINGEN , ALS ONTOEREIKEND EN ONDEUGDELIJK MOETEN WORDEN AANGEMERKT ; DE GRIEF FAALT DERHALVE .

2 . DE VERENIGBAARHEID VAN DE MAATREGEL MET DE KANALISATIE DER VERKOPEN MET BEHULP VAN HET UCRO

96 VERZOEKSTERS MENEN DAT DE COMMISSIE , DOOR HET UCRO OP DE RICHTEN , NIET SLECHTS HEEFT TOEGEGEVEN DAT BESCHIKKING NR . 962/77 NIET TOEREIKEND WAS , MAAR DAT DE OPRICHTING VAN DAT BUREAU VOOR DE TOT HET UCRO TOEGETREDEN ONDERNEMINGEN , MEDEBRACHT DAT BESCHIKKING NR . 962/77 DE FACTO BUITEN WERKING TRAD .

97 WELISWAAR HEEFT DE COMMISSIE IN HAAR BESCHIKKING NR . 78/711/EGKS VAN 28 JULI 1978 ( PB L 238 VAN 1978 , BLZ . 28 ) HAAR GOEDKEURING GEHECHT AAN DE COORDINATIE VAN DE VERKOOP VAN BETONSTAAL DOOR DE ITALIAANSE IJZER- EN STAALBEDRIJVEN , MAAR DE TEN TIJDE VAN DE OPRICHTING VAN HET UCRO GELDENDE ALGEMENE BESCHIKKING IS DOOR DE OPRICHTING VAN DAT BUREAU GEENSZINS INGETROKKEN .

98 DE GRIEF FAALT DERHALVE .

3 . DE VRAAG OF ER ONVOLDOENDE CONTROLE WERD UITGEOEFEND

99 DE DUITSE EN FRANSE VERZOEKSTERS BETOGEN DAT DE COMMISSIE MET NAME HET OPTREDEN DER BRESCIANI ONVOLDOENDE IN DE HAND HEEFT GEHOUDEN EN NIET HEEFT BELET DAT ZIJ IN DE EERSTE MAANDEN NADAT BESCHIKKING NR . 962/77 WAS AFGEKOMEN , TEGEN BENEDEN DE MINIMA GELEGEN PRIJZEN VERKOCHTEN , EN OMDAT HIERTEGEN GEEN DAM WERD OPGEWORPEN , ZOU HET ZIJN GEKOMEN TOT EEN VERSTORING VAN DE MARKTPRIJZEN , WAARDOOR OOK DE ANDERE ONDERNEMINGEN TOT INBREUKEN OP BESCHIKKING NR . 962/77 GEDWONGEN ZOUDEN ZIJN GEWEEST .

100 DE COMMISSIE HEEFT HIERTEGENOVER TERECHT BETOOGD DAT DE EERSTE CONTROLES REEDS IN JUNI 1977 HEBBEN PLAATSGEVONDEN , TERWIJL NOG EERDERE CONTROLES GEEN ZIN ZOUDEN HEBBEN GEHAD , OMDAT DE VERSCHILLENDE FACTUREN IN DE STAALSECTOR PAS TWEE MAANDEN NA DE TRANSACTIES PLEGEN TE WORDEN UITGESCHREVEN , TERWIJL ZIJ ANDERZIJDS NIET OVER VOLDOENDE BEVOEGDHEDEN EN MIDDELEN ZOU HEBBEN BESCHIKT OM TOT NOG VERDERGAANDE CONTROLES OVER TE GAAN .

101 VAN JUNI 1977 TOT SEPTEMBER 1978 HEEFT DE COMMISSIE 181 CONTROLES VERRICHT ( 19 IN JUNI EN JULI 1977 ), TERWIJL ZIJ IN HETZELFDE TIJDVAK 122 797 CONFORMITEITSVERKLARINGEN HEEFT GECONTROLEERD , WAARUIT HAAR EVENEENS VAN EVENTUELE INBREUKEN KON BLIJKEN .

102 VOORZOVER THANS DE VRAAG AAN DE ORDE IS OF DE REGELING BETREFFENDE DE MINIMUMPRIJZEN LEEMTEN VERTOONDE , DIENT DE GRIEF DERHALVE TE WORDEN VERWORPEN ; EVENTUEEL ZAL ER BIJ EEN BESPREKING VAN DE DOOR VERZOEKSTERS INGEROEPEN RECHTVAARDIGINGSGRONDEN OPNIEUW BIJ MOETEN WORDEN STILGESTAAN .

4 . DE GRIEF DAT DE HANDEL NIET ONDER DE MAATREGEL VIEL

103 VERZOEKSTERS BETOGEN DAT DE COMMISSIE IN HAAR BESCHIKKING NR . 962/77 DE ONAFHANKELIJKE HANDELAREN HEEFT ONTZIEN ; ZIJ KONDEN GEHEEL LEGAAL BENEDEN DE MINIMUMPRIJZEN VERKOPEN , TEMEER WAAR ZIJ EEN HOEVEELHEID , OVEREENKOMENDE MET DE OMZET OVER TWEE MAANDEN IN VOORRAAD HADDEN EN , IN VERBAND MET HET FEIT DAT DE IMPORTEN NIET ONDER DE REGELING VIELEN , OP DE MARKT BUITEN DE GEMEENSCHAP TERECHT KONDEN . NOG MINDER MOEILIJK HADDEN HET DE GROTE VERTICAAL OPGEBOUWDE CONCERNS DIE TOT ZULKE VERKOPEN WENSTEN OVER TE GAAN : DE MOEDERMAATSCHAPPIJ KON ALS PRODUCENTE MET INACHTNEMING VAN DE MINIMUMPRIJZEN AAN DE TOT HET CONCERN BEHORENDE HANDELSVENNOOTSCHAP VERKOPEN , WAARNA DEZE LAATSTE MET VERLIES BENEDEN DE MINIMUMPRIJZEN DOORVERKOCHT , WELK ONECONOMISCH GEDRAG MOGELIJK WERD DOORDAT DE MOEDERMAATSCHAPPIJ DE VERLIEZEN VAN DE DOCHTERMAATSCHAPPIJ VOOR HAAR REKENING NAM EN MET DE WINSTEN , BIJ HAAR EIGEN VERKOPEN BEHAALD , COMPENSEERDE .

104 DE COMMISSIE BRENGT HIERTEGEN IN DAT ARTIKEL 61 ALLEEN GELDT VOOR ONDERNEMINGEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 80 VAN HET EGKS-VERDRAG , DAT WIL ZEGGEN VOOR PRODUCENTEN EN HUN VERKOOPORGANISATIES . OM DE ONAFHANKELIJKE HANDELAREN AAN DE MINIMUMPRIJZEN TE BINDEN , HAD MEN ARTIKEL 85 VAN HET VERDRAG DIENEN TOE TE PASSEN , MAAR EEN MAATREGEL ALS IN DAT ARTIKEL BEDOELD KOMT PAS IN TWEEDE INSTANTIE IN AANMERKING .

105 WELISWAAR HEEFT DE COMMISSIE NIMMER BESTREDEN DAT DE HANDELAREN DE BESCHIKKING HADDEN OVER VOORRADEN VOOR TWEE MAANDEN , DIE HET HUN MOGELIJK MAAKTEN BENEDEN DE MINIMUMPRIJZEN TE VERKOPEN , TERWIJL OOK VASTSTAAT DAT 85 % VAN DE AFZET IN DE GEMEENSCHAP OVER DIE HANDELAREN LIEP ; ZIJ HEEFT EVENWEL NIET VOLDOENDE REKENING GEHOUDEN MET DE MOGELIJKHEID DAT DEZE HANDELAREN EEN DEEL VAN HUN VOORRADEN BENEDEN DE MINIMUMPRIJZEN ZOUDEN VERKOPEN .

106 EVENWEL HEEFT MAXIMILIANSHUTTE ( VERZOEKSTER IN DE ZAAK 83/79 ) TOT STAVING VAN HAAR STANDPUNT NOG GEWEZEN OP DE MOGELIJKHEID DAT ALS HANDELAREN OPTREDENDE DOCHTERONDERNEMINGEN VAN EEN FABRIKANT BENEDEN DE MINIMUMPRIJZEN VERKOCHTEN , ZIJ HEEFT EVENWEL NIET HET BEWIJS GELEVERD DAT OOK MAAR EEN HANDELAAR ZICH ALDUS HEEFT GEDRAGEN ; ZIJ HEEFT NOCHTANS GESTELD DAT DEZE ENKELE MOGELIJKHEID DE ONTOEREIKENDHEID VAN BESCHIKKING NR . 962/77 VOLDOENDE ZOU BEWIJZEN . BIJ GEBREK AAN BEWIJS DIENT DEZE BEROEPSGROND , VOORZOVER BETREKKING HEBBENDE OP DE ALS HANDELSONDERNEMINGEN OPTREDENDE DOCHTERONDERNEMINGEN VAN EEN FABRIKANT , WORDEN VERWORPEN .

107 EVENEENS STAAT VAST DAT REEDS EEN GERINGE VERSCHUIVING BIJ HET AANBOD EEN NIET TE VERONACHTZAMEN STORENDE FACTOR IS BIJ DE PRIJSVORMING , ZOALS DIE UIT DE WISSELWERKING VAN VRAAG EN AANBOD RESULTEERT . DAT DE HANDEL NIET ONDER DE REGELING INZAKE DE MINIMUMPRIJZEN VIEL , DEED DE AFNEMERS EEN PRESSIEMIDDEL AAN DE HAND , WAARMEDE ZIJ DE PRIJZEN ONDER DRUK KONDEN STELLEN EN VAN FABRIKANTEN BENEDEN DE MINIMA GELEGEN PRIJZEN KONDEN VERLANGEN . IN DIE SITUATIE HEEFT DE COMMISSIE ZICH GEDWONGEN GEZIEN DE REGELING INZAKE DE MINIMUMPRIJZEN BIJ BESCHIKKING NR . 3002/77 VAN 28 DECEMBER 1977 ( PB L 352 VAN 1977 , BLZ . 8 ) OOK OP DE HANDEL VAN TOEPASSING TE VERKLAREN . VERZOEKSTERS BETOGEN DAN OOK TERECHT DAT DE IN BESCHIKKING NR . 962/77 BESLOTEN LIGGENDE REGELING IN ZOVERRE EEN LEEMTE VERTOONDE , DAT DE ONAFHANKELIJKE HANDELAREN NIET AANSTONDS TOT INACHTNEMING VAN DE MINIMUMPRIJZEN WERDEN VERPLICHT .

5 . DE GRIEF DAT IMPORTEN UIT DERDE LANDEN NIET ONDER DE MAATREGELEN VIELEN - HETGEEN TOT DE MOGELIJKHEID VAN PRIJSAANPASSINGEN ZOU HEBBEN GELEID -

108 VERZOEKSTERS BETOGEN DAT DE AFNEMERS IN DE GEMEENSCHAP VOLKOMEN LEGAAL HUN BEHOEFTEN TEGEN BENEDEN DE MINIMA GELEGEN PRIJZEN KONDEN DEKKEN , NAMELIJK MET BEHULP VAN IMPORTEN UIT DERDE LANDEN . DE DUITSE VERZOEKSTERS STELLEN DAT DE ITALIAANSE PRODUCENTEN DE AAN ZULKE IMPORTEN GELATEN MARGE ZOUDEN HEBBEN BENUT OM HUN BETONSTAAL VIA ZWITSERLAND BENEDEN DE MINIMUMPRIJZEN IN BEIEREN TE VERKOPEN ; DIT ZOU ZIJN EFFECT OP HET PRIJSNIVEAU IN BEIEREN NIET HEBBEN GEMIST : VERKOPEN BENEDEN DE MINIMUMPRIJZEN ZOUDEN ER ONMOGELIJK ZIJN GEWORDEN . BOVENDIEN ZOU AAN DE COMMUNAUTAIRE ONDERNEMINGEN TOT 14 MAART 1978 , TOEN BESCHIKKING NR . 527/78 ( PB L 73 VAN 1978 , BLZ . 16 ) HET LICHT ZAG , WAARBIJ DE AANPASSING AAN DE OFFERTES UIT BEPAALDE DERDE LANDEN WERD VERBODEN , DE FACTO DE MOGELIJKHEID ZIJN GELATEN ZICH AAN OFFERTES UIT DERDE LANDEN , WAARBIJ BENEDEN DE MINIMA GELEGEN PRIJZEN WERDEN AANGEBODEN , AAN TE PASSEN .

109 OP DEZE GRIEVEN HEEFT DE COMMISSIE MET NAME GEANTWOORD DAT HET HAAR OP GROND VAN DE ARTIKELEN 74 EN 86 VAN HET VERDRAG NIET GEOORLOOFD WAS TE DEZEN RECHTSTREEKS MAATREGELEN TE NEMEN WAARBIJ IMPORTEN UIT DERDE LANDEN WERDEN VERBODEN ; OP 15 APRIL 1977 , TWEE WEKEN VOOR DE VASTSTELLING VAN BESCHIKKING NR . 962/77 , ZOU ZIJ DRIE AANBEVELINGEN HEBBEN DOEN UITGAAN , DIE DE INVOER UIT DERDE MOESTEN BEMOEILIJKEN , TE WETEN AANBEVELINGEN NRS . 77/328 TOT EN MET 77/330/EGKS ( PB L 114 VAN 1977 , BLZ . 4 , 6 EN 15 ).

110 AAN DE COMMISSIE KAN DUS NIET WORDEN VERWETEN DAT ZIJN GEEN POGINGEN IN HET WERK ZOU HEBBEN GESTELD DE INVOER UIT DERDE LANDEN TE BEMOEILIJKEN . VOORTS KAN EROP WORDEN GEWEZEN DAT DE COMMISSIE ZICH BIJ HAAR ONDERHANDELINGEN MET DE DERDE LANDEN VOOR NIET GERINGE MOEILIJKHEDEN GEPLAATST ZIET , AANGEZIEN DE EGKS MEER STAAL UITVOERT DAN INVOERT . DE COMMISSIE MOET DERHALVE TRACHTEN DE INVOER IN DE GEMEENSCHAP TE BEPERKEN , MAAR TEGELIJKERTIJD DE MOGELIJKHEID VAN VERDERE COMMUNAUTAIRE EXPORTEN VERZEKEREN . ZOU ZIJ TEGENOVER DERDE LANDEN ZONDER VOORAFGAANDE ONDERHANDELINGEN RESTRICTIEVE BESCHIKKINGEN HEBBEN GENOMEN , DAN DIENDE ZIJ MET VOOR HET GEMEENSCHAPPELIJK BELANG NADELIGE VERGELDINGSMAATREGELEN DIER LANDEN TE REKENEN .

VERVOLG VAN DE RECHTSOVERWEGINGEN ONDER NUMMER : 678J0154.1111 MET BETREKKING TOT DE BEWEERDELIJK VIA ZWITSERLAND IN DE BONDSREPUBLIEK INGEVOERDE PARTIJEN BETONSTAAL BETOOGT DE COMMISSIE DAT DEZE IMPORTEN ENERZIJDS ALLEEN IN OKTOBER EN DECEMBER 1977 , MAAR NIET IN HET TIJDVAK VAN JUNI TOT SEPTEMBER 1977 ABNORMAAL HOOG ZIJN GEWEEST , TERWIJL ZIJ ANDERZIJDS IN HET BEGIN VAN 1978 IN HET KADER VAN MAATREGELEN TOT BEPERKING VAN DE INVOERHANDEL MET ZWITSERLAND ZOU ZIJN OVEREENGEKOMEN DAT DAT LAND BIJ ZIJN BETONSTAALEXPORTEN NAAR DE GEMEENSCHAP DE MINIMUMPRIJZEN ZOU IN ACHT NEMEN .

112 DERHALVE STAAT VAST DAT DE COMMISSIE IN DIT BIJZONDERE GEVAL EEN AAN DE OMSTANDIGHEDEN AANGEPAST GEBRUIK HEEFT GEMAAKT VAN DE HAAR TER BESCHIKKING STAANDE MIDDELEN , ZODAT HAAR NIET KAN WORDEN VERWETEN DAT ZIJ NIETS HEEFT ONDERNOMEN OM ZULKE IMPORTEN REEDS IN MEI 1977 TE VERBIEDEN , HETGEEN TEMEER GELDT NU ZULKE VERBODEN SLECHTS IN HET KADER VAN EEN IN GEMEEN OVERLEG VASTGESTELDE REGELING KONDEN WORDEN GETROFFEN .

113 DIT DOET ER WELISWAAR NIET AAN AF DAT DE IMPORTEN UIT DERDE LANDEN DE MARKT TIJDELIJK IN OPSCHUDDING KUNNEN BRENGEN , TERWIJL ER MET NAME OOK EFFECT OP DE PRIJZEN VAN KAN UITGAAN , ZULKS TEMEER WAAR SOMMIGE COMMUNAUTAIRE ONDERNEMINGEN ZICH ZOUDEN HEBBEN GERICHT NAAR DE - ZEER WEL MOGELIJKE - OFFERTES UIT DERDE LANDEN TEGEN BENEDEN DE MINIMA GELEGEN PRIJZEN .

114 ER ZIJ OP GEWEZEN DAT REEDS ARTIKEL 6 , TWEEDE ALINEA , VAN BESCHIKKING NR . 962/77 ZULK EEN AANPASSING AAN BETONSTAALOFFERTES UIT NIET TOT DE GEMEENSCHAP BEHORENDE LANDEN WILDE BEMOEILIJKEN , IMMERS SLECHTS TOELIET VOORZOVER DE PRIJZEN FRANCO-BESTEMMING NIET LAGER ZOUDEN ZIJN DAN DE FRANCO-PRIJZEN ' ' DIE VOORTVLOEIEN UIT DE GUNSTIGE COMMUNAUTAIRE PRIJSSCHAAL ' ' . DEZE BEPALING STOND INDERDAAD AAN VERKOPEN BENEDEN DE MINIMUMPRIJZEN IN DE WEG , IMMERS OP ALLE PRIJSSCHALEN IN DE GEMEENSCHAP MOESTEN PRIJZEN VOORKOMEN DIE MET BESCHIKKING NR . 962/77 IN OVEREENSTEMMING WAREN .

115 DESONDANKS SCHIJNT HET TOT AANPASSINGEN AAN BENEDEN DE MINIMA GELEGEN PRIJZEN TE ZIJN GEKOMEN , IMMERS DE COMMISSIE IS ER IN DE TWEEDE OVERWEGING VAN DE CONSIDERANS VAN BESCHIKKING NR . 527/78 VAN UITGEGAAN ' ' DAT DE ERVARING HEEFT GELEERD DAT NALEVING VAN DE DOOR DE COMMISSIE BEKENDGEMAAKTE MINIMUM . . . PRIJZEN NIET MOGELIJK IS INDIEN OFFERTES TEGEN LAGERE PRIJZEN EN DIE SLECHTS BETREKKING HEBBEN OP KLEINE HOEVEELHEDEN TOT BASIS KUNNEN DIENEN VOOR AANPASSINGEN ' ' , ZODAT AAN DE ONDERNEMINGEN DE MOGELIJKHEID MOET WORDEN ONTNOMEN ' ' OM HUN PRIJZEN AAN DIE VAN DE OFFERTES TEGEN LAGE PRIJZEN UIT DERDE LANDEN AAN TE PASSEN ' ' .

116 ERKEND DIENT DERHALVE TE WORDEN DAT DE IN FEITE BESTAANDE MOGELIJKHEID TOT AANPASSING AAN OFFERTES VAN GERINGE HOEVEELHEDEN UIT DERDE LANDEN , ALS EEN IN DE REGELING INZAKE DE MINIMUMPRIJZEN VOORKOMENDE LEEMTE WAS TE BESCHOUWEN .

B ) DE VRAAG OF AAN BETROKKENEN , DE GEBLEKEN LEEMTEN VAN BESCHIKKING NR . 962/77 IN AANMERKING GENOMEN , TE ZWARE LASTEN WERDEN OPGELEGD

117 THANS DIENT TE WORDEN ONDERZOCHT OF DE VERPLICHTINGEN DIE DE ONDERNEMERS WERDEN OPGELEGD , DE GEBLEKEN LEEMTEN IN AANMERKING GENOMEN , TOT EEN ZO ONEVENREDIG ZWARE BELASTING VAN VERZOEKSTERS HEBBEN GELEID , DAT ER VAN EEN INBREUK OP HET EVENREDIGHEIDSBEGINSEL ZOU MOGEN WORDEN GESPROKEN . TEGEN HET DESBETREFFEND BETOOG VAN VERZOEKSTERS BRENGT DE COMMISSIE IN DAT DE RECHTSGELDIGHEID VAN EEN ALGEMENE BESCHIKKING NIET KAN AFHANGEN VAN HET ANTWOORD OP DE VRAAG OF DE ANDERE , VAN DIE ALGEMENE BESCHIKKING FORMEEL ONAFHANKELIJKE BESCHIKKINGEN BESTAAN .

118 DIT ARGUMENT FAALT ; HET HOF VAN JUSTITIE HEEFT NA TE GAAN OF DE GEBLEKEN LEEMTEN ERTOE HEBBEN GELEID DAT AAN VERZOEKSTERS LASTEN WERDEN OPGELEGD DIE TOT DE DOELSTELLINGEN VAN BESCHIKKING NR . 962/77 IN GEEN VERHOUDING STAAN . HET HOF HEEFT EVENWEL REEDS IN HET ARREST , OP 24 OKTOBER 1973 GEWEZEN IN DE ZAAK 5/73 ( BALKAN , JURISPR . BLZ . 1091 , 1111 ) OVERWOGEN DAT ' ' DE INSTELLINGEN IN DE UITOEFENING VAN HUN BEVOEGDHEDEN WELISWAAR ERVOOR MOETEN WAKEN AAN DE DEELNEMERS AAN HET ECONOMISCH VERKEER ZWAARDERE LASTEN OP TE LEGGEN DAN NODIG OM DE DOOR DE OVERHEID TE REALISEREN DOELSTELLINGEN TE BEREIKEN , DOCH DAT DAARUIT NIET VOLGT DAT DEZE VERPLICHTING MOET WORDEN AFGEMETEN AAN DE BIJZONDERE SITUATIE VAN EEN BEPAALDE GROEP DEELNEMERS ' ' .

119 GLOBAAL BEZIEN , HEEFT DE DOOR BESCHIKKING NR . 962/77 GESCHAPEN REGELING BIJKBAAR ONDANKS DE GEBLEKEN LEEMTEN GEFUNCTIONEERD EN UITEINDELIJK HAAR DOELSTELLINGEN VERWEZENLIJKT . MOGEN DE LEEMTEN DER REGELING ERTOE HEBBEN GELEID DAT VAN VERZOEKSTERS GROTERE OFFERS WERDEN VERLANGD DAN ANDERS HET GEVAL ZOU ZIJN GEWEEST , DIT NEEMT NIET WEG DAT DE BESCHIKKING NIET ALS EEN TOT HET DOEL NIET IN EEN JUISTE VERHOUDING STAANDE , ONAANVAARDBARE INGREEP IS TE BESCHOUWEN .

120 AAN DE COMMISSIE KAN DAN OOK NIET HET VERWIJT WORDEN GEMAAKT DAT ZIJ VERZOEKSTERS ' ' BUITEN PROPORTIES ' ' HEEFT BELAST , TEMEER WAAR DE DOELSTELLINGEN VAN BESCHIKKING NR . 962/77 AAN DE VERPLICHTING DER COMMISSIE IN HET ALGEMEEN BELANG TE HANDELEN BEANTWOORDDEN EN ARTIKEL 61 VAN HET EGKS-VERDRAG UITERAARD MEDEBRENGT DAT SOMMIGE ONDERNEMINGEN ZICH IN HET BELANG VAN DE EUROPESE SOLIDARITEIT ZWAARDERE OFFERS HEBBEN TE GETROOSTEN DAN ANDERE .

HOOFDSTUK 3 . DE GRIEF VOLGENS WELKE ER MISBRUIK VAN DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEDEN ZOU ZIJN GEMAAKT

121 VOLGENS VERZOEKSTERS LIGT AAN BESCHIKKING NR . 962/77 MISBRUIK VAN DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEDEN TEN GRONDSLAG IN DIE ZIN DAT DE COMMISSIE EEN ANDER DOEL HEEFT NAGESTREEFD DAN HET DOEL TOT WELKS VERWEZENLIJKING DE VOLGENS ARTIKEL 61 BINNEN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT MINIMUMPRIJZEN MOGEN WORDEN VASTGESTELD .

122 DE BESCHIKKING ZOU ER IN FEITE TOE HEBBEN GEDIEND DE GROTE CONCERNS VAN DE IJZER- EN STAALINDUSTRIE , DIE IN DE BETONSTAALSECTOR TEGEN VERLIES HADDEN GEWERKT , TE BESCHERMEN IN DIE ZIN DAT ZIJ MET BEHULP VAN DE MINIMUMPRIJZEN HUN MARKTAANDEEL KONDEN BEHOUDEN .

123 DE HERSTRUCTURERING VAN DE BETONSTAALSECTOR , DIE DE COMMISSIE ZICH MET HAAR BESCHIKKING NR . 962/77 TEN DOEL STELDE , HAD VOLGENS VERZOEKSTERS IN DIER VOEGE MOETEN WORDEN VERWEZENLIJKT DAT DE NIET-RENDABELE ONDERNEMINGEN ZICH DOOR DE MARKTWETTEN GEDWONGEN HADDEN GEZIEN DE FABRICAGE VAN BETONSTAAL TE STAKEN .

124 DE COMMISSIE ZOU DOOR DEZE ALGEMENE BESCHIKKING , GERICHT TOT ALLE ONDERNEMINGEN - WELKER POSITIE DE COMMISSIE ZEER WEL BEKEND WAS - DE NIET PRODUKTIEVE ONDERNEMINGEN OP KOSTEN VAN DE VERBRUIKERS EN DE EFFICIENT WERKENDE PRODUCENTEN HEBBEN BEGUNSTIGD . ZIJ ZOU AAN DE UITBREIDING VAN LAATSTBEDOELDE BEDRIJVEN EEN HALT HEBBEN TOEGEROEPEN , MET DE BEDOELING DE DOOR HEN ONTPLOOIDE ' ' VOORTREFFELIJKE MEDEDINGING ' ' TE BREKEN , WAARBIJ ZIJ ' ' IN DE NAAM VAN EEN VAGE COMMUNAUTAIRE SOLIDARITEIT ' ' DE GEVOLGEN , VERBONDEN AAN DE CRISISSITUATIE WAARIN ANDERE ONDERNEMINGEN ZICH BEVONDEN , TE DRAGEN KREGEN .

125 TEN SLOTTE ZOU BESCHIKKING NR . 962/77 VOLGENS VERZOEKSTERS ZIJN BEDOELD ALS EEN VERGELDINGSMAATREGEL TEGEN DE EFFICIENT WERKENDE ONDERNEMINGEN , MET NAME TEGEN DE ONDERNEMINGEN GEVESTIGD IN DE BRESCIA , DIE AAN HET HUN DOOR DE COMMISSIE GEDANE VERZOEK OM CONTINGENTERING HUNNER PRODUKTIE NIET HADDEN VOLDAAN .

126 DE COMMISSIE BETOOGT DAT VERZOEKSTERS DE BESCHIKKING BETREFFENDE DE MINIMUMPRIJZEN SLECHTS AAN HUN EIGEN SITUATIE HEBBEN AFGEMETEN EN ER GEEN OOG VOOR HADDEN DAT DE ORGANEN VAN DE GEMEENSCHAP AAN DE ALGEHELE SITUATIE IN DE COMMUNAUTAIRE IJZER- EN STAALINDUSTRIE RECHT MOETEN DOEN WEDERVAREN EN , OVEREENKOMSTIG DE DWINGENDE VERDRAGSVOORSCHRIFTEN , GLOBALE MAATREGELEN TOT OPLOSSING VAN DE PROBLEMEN IN DE GEHELE GETROFFEN BRANCHE HEBBEN TE NEMEN .

127 ZIJ STELT HAAR BEDOELINGEN DUIDELIJK TE HEBBEN UITEENGEZET EN VERWEERT ZICH TEGEN DE BEWERINGEN DER BRESCIANI .

128 VOLGENS DE OVERWEGINGEN VAN DE CONSIDERANS VAN BESCHIKKING NR . 962/77 , DE DOOR DE COMMISSIE OVERGELEGDE MEMORIES EN DE UITKOMSTEN VAN DE MONDELINGE BEHANDELING , WILDE DE COMMISSIE DOOR DE OMSTREDEN MAATREGEL DE SITUATIE OP DE MARKT VOOR BETONSTAAL VERBETEREN DOOR HET TOT EEN EVENWICHTIGER VERHOUDING TUSSEN HET - TE GROTE - AANBOD EN DE VRAAG ALSOOK TUSSEN DE PRIJZEN TE DOEN KOMEN EN ZO TE BEVORDEREN DAT DE PRODUKTIECAPACITEIT IN ALLE ONDERNEMINGEN TOT EEN HOGER GEMIDDELDE WERD BENUT .

129 HET EFFECT VAN DE BESCHIKKING BETREFFENDE DE MINIMUMPRIJZEN VOOR DE KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN WAS , ZO GOED ALS HET EFFECT VOOR DE GROTE CONCERNS IN DE IJZER- EN STAALINDUSTRIE , TE BESCHOUWEN ALS HET NOODZAKELIJK GEVOLG VAN DE HIERBEDOELDE MAATREGEL DIE , NAAR HIERVOOR WERD OVERWOGEN , IN EEN UITGESPROKEN CRISISSITUATIE REGULIER WERD GENOMEN EN MET DE IN ARTIKEL 3 VAN HET VERDRAG GENOEMDE DOELSTELLINGEN IN OVEREENSTEMMING WAS . BEDOELD EFFECT WAS DE ONVERMIJDELIJKE CONSEQUENTIE VAN EEN RECHTMATIGE MAATREGEL EN NIET HET RESULTAAT VAN DE BEDOELING ZEER BEPAALDE ONDERNEMINGEN TE BENADELEN . EN EEN VOLDOEND AANTAL ONDERLING OVEREENSTEMMENDE AANWIJZINGEN , OP GROND WAARVAN TOT MISBRUIK VAN DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEDEN ZOU KUNNEN WORDEN GECONCLUDEERD , IS DOOR VERZOEKSTERS NIET VERSTREKT .

130 VERZOEKSTERS HEBBEN DERHALVE NIET HET BEWIJS GELEVERD DAT DE COMMISSIE HAAR BEVOEGDHEDEN ZOU HEBBEN GEBRUIKT TER VERWEZENLIJKING VAN ANDERE DOELEINDEN DAN IN ARTIKEL 61 ZIJN VOORZIEN .

II - DE RECHTMATIGHEID DER INDIVIDUELE BOETEBESCHIKKINGEN

131 DE INDIVIDUELE BOETEBESCHIKKINGEN , DOOR DE COMMISSIE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 64 VAN HET VERDRAG VASTGESTELD , MOETEN AAN DE IN HET VERDRAG GESTELDE MOTIVERINGSEISEN VOLDOEN . VOORTS MOET HET HOF VAN JUSTITIE DE SITUATIE VAN VERZOEKSTERS TOETSEN AAN DE DOOR HEN INGEROEPEN RECHTVAARDIGINGSGRONDEN EN AAN DE DOOR HEN INGEROEPEN MOGELIJKHEDEN TOT PRIJSAANPASSING .

HOOFDSTUK 1 . DE GESTELDE ONTOEREIKENDHEID DER MOTIVERING

132 VERZOEKSTERS BETOGEN DAT DE INDIVIDUELE BESCHIKKINGEN ONVOLDOENDE MET REDENEN OMKLEED ZIJN : DE COMMISSIE ZOU BIJ DE OPLEGGING VAN DE GELDBOETE MET EEN ENKELE VERWIJZING NAAR BESCHIKKING NR . 962/77 HEBBEN VOLSTAAN . MET HAAR PSEUDO-MOTIVERING , WAARIN VAN DE AARD DER INBREUKEN , DE OMVANG DER PRIJSONDERBIEDINGEN EN DE FISCALE STERKTE VAN DE ONDERNEMING SPRAKE IS , HAD DE COMMISSIE EEN BOETE TOT ELK WILLEKEURIG BEDRAG KUNNEN VASTSTELLEN . VERZOEKSTERS VERWIJTEN DE COMMISSIE VOORTS NIET TE ZIJN INGEGAAN OP DE DOOR HEN TIJDENS DE ADMINISTRATIEVE PROCEDURE GEMAAKTE OPMERKINGEN , HETGEEN TE AFKEURENSWAARDIGER ZOU ZIJN WAAR BETROKKENEN HUN RECHTEN IN FEITE ALLEEN DOOR DE MOTIVERINGSEIS ZIEN BESCHERMD .

133 DE COMMISSIE BETOOGT DAT EEN INDIVIDUELE BESCHIKKING , IN WELKER OVERWEGINGEN DE TOEGEPASTE VERDRAGSARTIKELEN EN DE ALGEMENE BESCHIKKING WORDEN GENOEMD , TERWIJL DE FEITEN IN DIE OVERWEGINGEN WORDEN GERELEVEERD EN HET DICTUM LOGISCH UIT DE VERDERE INHOUD DER BESCHIKKING VOORTVLOEIT , VOLDOENDE MET REDENEN OMKLEED IS .

134 HET STRAMIEN DER DOOR DE COMMISSIE TEN AANZIEN VAN ALLE ONDERNEMINGEN VASTGESTELDE INDIVIDUELE BESCHIKKINGEN IS HETZELFDE : EERST WORDEN DE TOEPASSELIJKE VERDRAGSBEPALINGEN EN BESCHIKKINGEN GENOEMD ; DAN WORDT AANGEGEVEN HOE DE INBREUKEN OP DIE VOORSCHRIFTEN ZIJN VASTGESTELD EN AAN DE ONDERNEMINGEN ZIJN MEDEGEDEELD EN IN WELKE ZIN DE ONDERNEMINGEN HUN STANDPUNT HEBBEN BEPAALD ; VERVOLGENS WORDEN DE FEITEN , WAARDOOR DE INBREUKEN ZOUDEN ZIJN BEGAAN , EN DE BOETE DIE DE COMMISSIE DESWEGE MEENT TE MOETEN OPLEGGEN , BESPROKEN .

135 IS EEN BESCHIKKING ALDUS OPGEBOUWD , DAN MAG HET ERVOOR WORDEN GEHOUDEN DAT VERZOEKSTERS LANGS DE WEG VAN VERGELIJKING DER TE HUNNEN AANZIEN VASTGESTELDE INDIVIDUELE BESCHIKKING MET DE ALGEMENE BESCHIKKING NR . 962/77 ZEER WEL KONDEN ACHTERHALEN WELKE INBREUKEN HUN WERDEN TE LAST GELEGD . AAN DE COMMISSIE KAN DAN OOK NIET WORDEN VERWETEN DE INDIVIDUELE BESCHIKKINGEN NIET IN DIE ZIN TE HEBBEN GECOMPLETEERD DAT ZIJ OOK NOG BIJZONDERE OVERWEGINGEN DEED GELDEN TENEINDE DE ALGEMENE BESCHIKKING , DIE IN DE INDIVIDUELE BESCHIKKINGEN WERD TOEGEPAST EN BETROKKENEN NIET ONBEKEND KON ZIJN , MET REDENEN TE OMKLEDEN . UIT DE UITVOERIGHEID WAARMEDE VERZOEKSTERS TIJDENS DE SCHRIFTELIJKE EN MONDELINGE BEHANDELING HUN STANDPUNT HEBBEN VOORGEDRAGEN , BLIJKT TROUWENS WEL DAT ZIJ DOOR DE HUN GEBODEN REDENGEVING GEENSZINS IN HUN VERDEDIGING ZIJN BENADEELD .

136 DE GRIEF FAALT DERHALVE .

HOOFDSTUK 2 . DE VOORGEDRAGEN RECHTVAARDIGINGSGRONDEN .

137 VERZOEKSTERS BEROEPEN ZICH OP EEN AANTAL RECHTVAARDIGINGSGRONDEN EN MAKEN TER KWALIFICATIE VAN DE DOOR DWANGMATIGHEID GEKENMERKTE SITUATIE , WAARIN ZIJ DOOR DE TOEPASSING VAN BESCHIKKING NR . 962/77 ZOUDEN ZIJN KOMEN TE VERKEREN - EN WAARBIJ HUN BESTAAN CASU QUO DE CONTINUITEIT VAN HUN BEDRIJF OP HET SPEL ZOU STAAN - VAN VERSCHILLENDE BEGRIPPEN GEBRUIK . OM ZICH VRIJ TE PLEITEN BEDIENEN ZIJ ZICH VAN DE DRIE ACHTEREENVOLGENS TE BESPREKEN BEGRIPPEN NOODWEER , OVERMACHT EN NOODTOESTAND .

NOODWEER

138 DE TERM NOODWEER , GEBEZIGD VOOR EEN HANDELING WAARDOOR MEN ZICH TEGEN EEN ONGERECHTVAARDIGDE AANVAL TEWEER STELT , KAN NIET WORDEN TE BAAT GENOMEN DOOR ONDERNEMERS DIE ZICH WENSEN TE BEVRIJDEN VAN HUN AANSPRAKELIJKHEID TERZAKE VAN EEN WILLENS EN WETENS BEGANE SCHENDING VAN EEN ALGEMENE BESCHIKKING , WELKER RECHTMATIGHEID NOCH OP ZICHZELF , NOCH IN VERBAND MET DE ECONOMISCHE FEITEN EN OMSTANDIGHEDEN MET HET OOG WAAROP ZIJ WERD VASTGESTELD , IN TWIJFEL KAN WORDEN GETROKKEN . WAAR DE ALGEMENE BESCHIKKING NR . 962/77 , GETOETST AAN DE FORMELE EN MATERIELE VOORWAARDEN VAN HET EGKS-VERDRAG , RECHTMATIG WERD BEVONDEN , KUNNEN VERZOEKSTERS ZICH TE HUNNER RECHTVAARDIGING , JEGENS EEN OVERHEIDSORGAAN DAT BINNEN HET WETTELIJK KADER AAN ZIJN BEVOEGDHEDEN GESTELD , RECHTMATIG HANDELT , NIET OP NOODWEER BEROEPEN .

OVERMACHT

139 VERZOEKSTERS STELLEN DAT ZIJ ZICH DOOR DE HANDELWIJZE VAN ' ' ANDERE PRODUCENTEN ' ' , DIE DE BESCHIKKING BETREFFENDE DE MINIMUMPRIJZEN NIET IN ACHT NAMEN , IN EEN OVERMACHTSSITUATIE ZOUDEN HEBBEN BEVONDEN , DIE HEN , WILDEN ZIJ VOORKOMEN VAN DE MARKT VOOR BETONSTAAL TE WORDEN VERDRONGEN , ZOU HEBBEN GEDWONGEN BESCHIKKING NR . 962/77 TE SCHENDEN .

140 OVERMACHT KAN EVENWEL SLECHTS WORDEN AANGENOMEN WANNEER DE DOOR BEPAALDE RECHTSSUBJECTEN INGEROEPEN VAN BUITEN KOMENDE OORZAAK LEIDT TOT ONVERMIJDELIJKE EN ONAFWENDBARE GEVOLGEN WELKE HET BETROKKENEN ONMOGELIJK MAKEN HUN VERPLICHTINGEN NA TE KOMEN - IN CASU : HUN GEEN ANDERE KEUS LIETEN DAN BESCHIKKING NR . 962/77 TE SCHENDEN - .

141 UIT DE STUKKEN BLIJKT DAT VAN DE 181 ONDERNEMINGEN IN WIER BEDRIJVEN TUSSEN JUNI 1977 EN SEPTEMBER 1979 CONTROLES HEBBEN PLAATSGEVONDEN , SLECHTS 29 DE MINIMUMPRIJSVOORSCHRIFTEN HEBBEN OVERTREDEN . DE MEERDERHEID DER ONDERNEMINGEN BLIJKT ZIJN PRIJSBELEID AAN DIE VOORSCHRIFTEN TE HEBBEN AANGEPAST , HETZIJ DOOR ZICH TOT ANDERE AFNEMERS TE WENDEN OF OP EEN ANDER PROCEDE OM TE SCHAKELEN , HETZIJ DOOR , MET INACHTNEMING DER MINIMUMPRIJZEN , EEN BEPAALD PRODUKTIENIVEAU AAN TE HOUDEN . DE DOOR VERZOEKSTERS INGEROEPEN , VAN BUITEN KOMENDE OORZAAK HEEFT HEN DUS NIET IN EEN VASTGELOPEN SITUATIE GEBRACHT , HETGEEN BETEKENT DAT ZIJ ZICH NIET VAN DE TERM OVERMACHT MOGEN BEDIENEN .

NOODTOESTAND

142 VERZOEKSTERS STELLEN ZICH TE HEBBEN BEVONDEN IN EEN NOODTOESTAND DIE HEN ZOU HEBBEN GEDWONGEN DE VERPLICHTINGEN , HUN DOOR DE ALGEMENE BESCHIKKING NR . 962/77 OPGELEGD , NIET NA TE KOMEN . MET NAME DE ITALIAANSE VERZOEKSTERS BETOGEN DAT ZIJ , PRAKTISCH GESPROKEN , OVER GEEN ENKEL MIDDEL HEBBEN BESCHIKT OM HUN VASTE KOSTEN TE VERLAGEN , IN VERBAND WAARMEDE ZIJ WEZEN OP HET RISICO VAN STAKINGEN EN DE SOCIALE ONRUST WAARTOE ONTSLAGEN ZOUDEN HEBBEN GELEID , ZODAT ZIJ , GEZIEN HUN TERUGLOPENDE OMZETTEN , IN HUN BESTAAN BEDREIGD ZOUDEN ZIJN GEWEEST ; VERZOEKSTERS MONTEREAU EN KORF MENEN DAT HET BEGINSEL ' ' NOOD BREEKT WET ' ' HUN GEDRAG RECHTVAARDIGT ; VERZOEKSTER MAXHUTTE STELT DAT ZIJ HAAR ONDERNEMING SLECHTS HEEFT KUNNEN REDDEN DOOR , BENEDEN DE MINIMA VERKOPEND , HAAR MARKTAANDEEL TE HEROVEREN , TERWIJL ZIJ VOORTS VAN MENING IS DAT DE NOODTOESTAND WAARIN ZIJ ZICH ZOU HEBBEN BEVONDEN , ZOU ZIJN VOORTGEVLOEID UIT EEN AANTAL FACTOREN , ZOWEL MET DE LEEMTEN EN ONGENOEGZAAMHEDEN VAN HET SYSTEEM VERBAND HOUDENDE ALS MET HET FEIT DAT MAXHUTTE ZICH IN JUNI EN JULI NAAR DE MINIMUMPRIJZEN HAD GEDRAGEN , TERWIJL HAAR CONCURRENTEN DAT NIET ZOUDEN HEBBEN GEDAAN . ZICH VAN UITEENLOPENDE ARGUMENTEN BEDIENEND , STELLEN VERZOEKSTERS TE MAKEN TE HEBBEN GEHAD MET EEN GEVAAR , DAT HET BESTAAN VAN HUN ONDERSCHEIDEN ONDERNEMINGEN ERNSTIG BEDREIGDE .

143 MAAR DAARGELATEN OF ER IN DE DOOR VERZOEKSTERS GESIGNALEERDE DREIGING EEN NOODTOESTAND GELEGEN WAS WELKE HUN HANDELWIJZE VERMOCHT TE RECHTVAARDIGEN , ZIJ VASTGESTELD DAT GEEN VAN DE ONDERNEMINGEN DIE ZICH NAAR DE ALGEMENE BESCHIKKING NR . 962/77 HEBBEN GEDRAGEN , MET FAILLISSEMENT OF OPHEFFING BEDREIGD IS GEWEEST EN DAT ER , VOORZOVER SOMMIGEN HUNNER HUN OMZETTEN ZAGEN TERUGLOPEN , VAN EEN WERKELIJKE BEDREIGING VAN HUN BESTAAN GEEN SPRAKE IS GEWEEST .

144 MET BETREKKING TOT DE ONDERNEMING STEFANA ANTONIO , DIE ZICH IN EEN BIJZONDER MOEILIJKE FINANCIELE SITUATIE HEEFT BEVONDEN , ZIJ EROP GEWEZEN DAT DIE SITUATIE VERBAND HIELD MET HET DOOR HAAR VOOR EEN HERSTRUCTURERING VAN HAAR BEDRIJF GEKOZEN TIJDSTIP , DAT WIL ZEGGEN MET EEN ONJUISTE BEOORDELING VAN EEN ALGEMEEN BEKENDE ONGUNSTIGE CONJUNCTUUR , ID EST EEN INDIVIDUEEL GEDRAGEN IN VERBAND WAARMEDE ZIJ NIET VAN NOODTOESTAND MAG SPREKEN .

HOOFDSTUK 3 . DE AANPASSING

145 VERZOEKSTER FERALPI HEEFT , BIJGEVALLEN DOOR ANDERE ITALIAANSE VERZOEKSTERS , BETOOGD DAT HAAR GEDRAG GEOORLOOFD ZOU ZIJN GEWEEST , AANGEZIEN ZIJ BETONSTAAL HEEFT VERKOCHT TEGEN MINIMUMPRIJZEN RESULTERENDE UIT AANPASSINGEN , WAARTOE ZIJ OVEREENKOMSTIG DE COMMUNAUTAIRE VOORSCHRIFTEN ZOU ZIJN OVERGEGAAN .

146 ALLEREERST STELT ZIJ MET EEN BEROEP OP ARTIKEL 6 VAN BESCHIKKING NR . 30/53 VAN 2 MEI 1953 ( PB 1953 , BLZ . 109 ), ZOALS GEWIJZIGD BIJ ARTIKEL 2 VAN BESCHIKKING NR . 72/440/EGKS VAN 22 DECEMBER 1972 ( PB L 297 VAN 1972 , BLZ . 39 ), GERECHTIGD TE ZIJN GEWEEST HAAR PRIJZEN AAN TE PASSEN AAN DE DOOR ANDERE ONDERNEMINGEN IN DE GEMEENSCHAP WERKELIJK BEREKENDE PRIJZEN , MET ANDERE WOORDEN NIET ALLEEN TOT AANPASSING AAN DE SCHAALPRIJZEN VAN EEN CONCURRENT .

147 DE COMMISSIE HEEFT EVENWEL TERECHT BETOOGD DAT MEN VOLGENS GENOEMD ARTIKEL 6 TOT EEN AANPASSING ALS HIERBEDOELD ALLEEN GERECHTIGD IS TEN AANZIEN VAN PRODUKTEN WAARVOOR DE VERPLICHTING TOT OPENBAARMAKING DER PRIJZEN IS INGETROKKEN OF BEPERKT , DAT WIL ZEGGEN DE PRODUKTEN GENOEMD IN ARTIKEL 8 VAN BESCHIKKING NR . 31/53/EGKS VAN 2 MEI 1953 ( PB 1953 , BLZ . 111 ), ZOALS GEWIJZIGD BIJ BESCHIKKING NR . 72/441/EGKS VAN 22 DECEMBER 1972 ( PB L 297 VAN 1972 , BLZ . 42 ), IN WELKE OPSOMMING BETONSTAAL NIET VOORKOMT .

148 MET BETREKKING TOT BETONSTAAL KON DUS BINNEN DE GEMEENSCHAP ALLEEN RECHTSGELDIG TOT AANPASSING AAN DE SCHAALPRIJZEN VAN EEN IN DE GEMEENSCHAP GEVES- TIGDE CONCURRENT WORDEN OVERGEGAAN .

149 FERALPI STELT VOORTS DAT HET HAAR TOT 15 MAART 1978 , DATUM VAN INWERKINGTREDING VAN BESCHIKKING NR . 527/78 , WAARBIJ EEN AANPASSING AAN DE OFFERTES VAN IJZER- EN STAALPRODUKTEN VAN HERKOMST UIT BEPAALDE DERDE LANDEN WERD VERBODEN , ZOU HEBBEN VRIJGESTAAN ZICH NIET ALLEEN NAAR ZULKE OFFERTES TE RICHTEN , DOCH OOK NAAR BINNEN DE GEMEENSCHAP BEREKENDE PRIJZEN DIE REEDS AAN DE PRIJZEN VAN AANBIEDINGEN UIT DERDE LANDEN WAREN AANGEPAST .

150 DE COMMISSIE HEEFT HIEROP GEANTWOORD DAT EEN AANPASSING AAN DE PRIJZEN , AANGEBODEN IN OFFERTES UIT DERDE LANDEN , SLECHTS RECHTSGELDIG IS WANNEER DE ONDERNEMING VAN DE TRANSACTIE WAARIN TOT ZULKE AANPASSINGEN WERD OVERGEGAAN , BINNEN DRIE DAGEN KENNIS GEEFT AAN DE COMMISSIE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 1 VAN BESCHIKKING NR . 23/63 VAN 11 DECEMBER 1963 ( PB L 187 VAN 1963 , BLZ . 2976 ).

151 ZOU DE COMMISSIE MET DIT BETOOG SLECHTS OP DE FORMELE RECHTMATIGHEID DER AANPASSING DOELEN , DAN ZOU HET MOETEN WORDEN VERWORPEN , IMMERS HET ACHTERWEGE LATEN VAN DE KENNISGEVING IS NIET ALS EEN INBREUK OP DE MINIMUMPRIJZEN TE BESCHOUWEN .

152 DE COMMISSIE HEEFT EVENWEL TERECHT BETOOGD DAT FERALPI HAD MOETEN BEWIJZEN DAT ZIJ ZICH MET HAAR PRIJZEN AAN DE OFFERTES UIT DERDE LANDEN HAD AANGEPAST EN DAT ZIJ , DIT BEWIJS NIET GELEVERD HEBBENDE , OOK NIET VAN DE RECHTSGELDIGHEID VAN ZULK EEN AANPASSING MAG UITGAAN , LAAT STAAN VAN DE RECHTSGELDIGHEID VAN EEN AANPASSING AAN EEN PRIJSOFFERTE VAN EEN BINNEN DE GEMEENSCHAP GEVESTIGDE ONDERNEMING DIE WEDEROM ZOU BERUSTEN OP EEN - ONBEWEZEN GEBLEVEN - AANPASSING AAN DE PRIJS , IN EEN OFFERTE UIT EEN DERDE LAND GEBODEN .

153 TEN SLOTTE BETOOGT FERALPI MET BETREKKING TOT HAAR VERKOPEN IN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND , DAT ZIJ HAAR PRIJZEN ZOU HEBBEN AANGEPAST AAN DE DOOR DUITSE ONDERNEMINGEN GEPUBLICEERDE PRIJSSCHALEN EN DUS GEEN INBREUK ZOU HEBBEN GEMAAKT OP DE MINIMUMPRIJZEN , MAAR HOOGSTENS , VOORZOVER DIE AANPASSINGEN NIET RECHTMATIG MOCHTEN ZIJN , ARTIKEL 60 VAN HET EGKS-VERDRAG ZOU HEBBEN OVERTREDEN .

154 ER ZIJ ALLEREERST AAN HERINNERD DAT ARTIKEL 6 , EERSTE ALINEA , VAN BESCHIKKING NR . 962/77 NIET IN DE WEG STAAT AAN AANPASSINGEN ' ' AAN GUNSTIGERE FRANCO-PRIJZEN VAN DE PRIJSSCHALEN VAN ANDERE PRODUCENTEN VAN DE GEMEENSCHAP ' ' , ZIJ HET DAT ALLE PRIJSSCHALEN VAN IN DE GEMEENSCHAP GEVESTIGDE ONDERNEMINGEN IN OVEREENSTEMMING DIENEN TE ZIJN MET DE BESCHIKKING TOT INVOERING VAN DE MINIMUMPRIJZEN EN DAT GEEN ENKELE INTRACOMMUNAUTAIRE AANPASSING EEN VERKOOP BENEDEN DE MINIMUMPRIJZEN MOGELIJK MAAKT . IN ZODANIG GEVAL IS ER DUS NIET SLECHTS SPRAKE VAN EEN ONRECHTMATIGE INTRACOMMUNAUTAIRE AANPASSING , DIE EEN INBREUK OP ARTIKEL 60 VAN HET EGKS-VERDRAG OPLEVERT , DOCH OOK VAN EEN INBREUK OP DE REGELING BETREFFENDE DE MINIMUMPRIJZEN .

155 FERALPI IS NU , NA VAN DE DUITSE SCHAALPRIJS WAARNAAR ZIJ ZICH WILDE RICHTEN DE TRANSPORTKOSTEN VAN LONATO ( FERALPI ' S PARITEITSPUNT ) NAAR HET PARITEITSPUNT VAN DE PLAATS VAN BESTEMMING TE HEBBEN AFGETROKKEN , UITGEKOMEN OP EEN ' ' AANGEPASTE ' ' VERKOOPPRIJS , GELEGEN BENEDEN DE PRIJS WAARTOE TOEPASSING VAN DE PRIJSSCHAAL ENER BINNEN DE GEMEENSCHAP GEVESTIGDE ONDERNEMING ZOU HEBBEN GELEID , WAARMEDE ZIJ MET ARTIKEL 6 , EERSTE ALINEA , IN STRIJD KWAM ; DERHALVE ZIJN DE VERKOPEN IN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND TEGEN BENEDEN DE MINIMA GELEGEN PRIJZEN TE BESCHOUWEN ALS INBREUKEN OP ARTIKEL 61 VAN HET EGKS-VERDRAG .

III - DE VRAAG OF DE GELDBOETEN MOETEN WORDEN VERLAAGD

HOOFDSTUK 1 . ALGEMEEN

156 SUBSIDIAIR HEBBEN VERZOEKSTERS , HETZIJ IN HUN CONCLUSIEN , HETZIJ TIJDENS DE MONDELINGE BEHANDELING , OM VERLAGING VAN HET BOETEBEDRAG GEVRAAGD .

157 ER ZIJ AAN HERINNERD DAT DE HIERBEDOELDE INBREUKEN BEGAAN ZIJN TIJDENS EEN CRISIS WELKE HET BESTAAN VAN EEN GROOT AANTAL TOT DE SECTOR BEHORENDE ONDERNEMINGEN IN GEVAAR HAD GEBRACHT EN HAD GELEID TOT EEN OP BESTRIJDING DER CRISIS GERICHT PLAN , GEBASEERD OP HET ENIG PRINCIPE DAT DE GEHELE SECTOR IN STAAT KON STELLEN DE CRISIS TE BOVEN TE KOMEN : HET SOLIDARITEITSBEGINSEL .

158 WELISWAAR DIENT TE WORDEN VASTGESTELD DAT DE MEEST PRODUKTIEVE ONDERNEMINGEN ZICH , OM DAT BEGINSEL RECHT TE DOEN WEDERVAREN , OFFERS MOESTEN GETROOSTEN , HETGEEN TEMEER SPREEKT WANNEER MEN IN ZIJN OVERWEGINGEN BETREKT DAT DE HANDELAREN EN DE IMPORTEURS IN DERDE LANDEN IN HET JAAR 1977 , TOEN DE VASTGESTELDE INBREUKEN GROTENDEELS WERDEN BEGAAN , TEN AANZIEN VAN DE PRIJZEN DE VRIJE HAND HADDEN .

159 DE COMMISSIE HEEFT DE FEITEN EVENWEL VOLDOENDE RECHT DOEN WEDERVAREN DOOR BIJ HET OPLEGGEN DER BOETEN EEN BETREKKELIJK LAAG PERCENTAGE TOE TE PASSEN : 25 % VAN HET BEDRAG WAARMEE DE ONDERNEMINGEN ZONDER BIJZONDERE FINANCIELE MOEILIJKHEDEN DE MINIMA HADDEN ONDERBODEN , 10 % VAN DATZELFDE BEDRAG BIJ MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN MET EEN NEGATIEVE BALANS EN 1 % VAN DAT BEDRAG BIJ ONDERNEMINGEN IN STAAT VAN FAILLISSEMENT ; KRACHTENS ARTIKEL 64 VAN HET VERDRAG HADDEN DE BOETEN HET DUBBELE VAN DE WAARDE VAN DE ONGEOORLOOFDE VERKOPEN KUNNEN BELOPEN .

160 VOORZOVER HIERNA AAN BEPAALDE VERZOEKEN GEEN NADERE BESPREKING ZAL WORDEN GEWIJD IN VERBAND MET DE STELLING DAT DE COMMISSIE DE DOOR HAAR VASTGESTELDE PERCENTAGES NIET JUIST ZOU HEBBEN TOEGEPAST DAN WEL VOORZOVER HET BIJ VERLAGINGEN OM HET BEDRAG DER PRIJSONDERBIEDINGEN MOCHT GAAN , ZIJN DE TOT VERLAGING DER BOETEN STREKKENDE VERZOEKEN DERHALVE ONGEGROND .

HOOFDSTUK 2 . BIJZONDERE GEVALLEN

1 . ANTONIO STEFANA

161 DEZE ONDERNEMING HEEFT , DOOR DE COMMISSIE NIET WEERSPROKEN , GESTELD DAT ZIJ ZICH TEN TIJDE VAN DE OPLEGGING DER GELDBOETE IN EEN ZEER HACHELIJKE FINANCIELE SITUATIE HEEFT BEVONDEN ; VOLGENS DE DOOR DE COMMISSIE ZELF VASTGESTELDE MAATSTAVEN DIENT HET PERCENTAGE DER AAN HAAR OPGELEGDE GELDBOETEN DERHALVE 10 % VAN HET BEDRAG DER PRIJSONDERBIEDINGEN TE ZIJN EN NIET 25 % ; DE BOETE DIENT DAN OOK VAN LIRE 50 852 000 TOT LIRE 20 340 800 TE WORDEN VERLAAGD .

2 . VERZOEKEN OM CORRECTIE VAN HET BEDRAG DER PRIJSONDERBIEDINGEN

A ) DI DARFO

162 VERZOEKSTER BEROEPT ZICH IN DE EERSTE PLAATS OP EEN PROCEDUREFOUT : ZIJ ZOU PAS OP 23 JUNI 1978 VOOR EEN OP 29 JUNI 1978 TE BRUSSEL TE HOUDEN HEARING , WAAR ZIJ ZICH NADER DIENDE TE VERKLAREN , ZIJN OPGEROEPEN , TERWIJL OP EEN DOOR HAAR GEDAAN VERZOEK OM UITSTEL AFWIJZEND ZOU ZIJN BESCHIKT ; OP GROND VAN EEN EN ANDER VERZOEKT ZIJ DE INDIVIDUELE BOETEBESCHIKKING VAN 18 AUGUSTUS 1978 NIETIG TE VERKLAREN OP GROND DAT ZIJ DOOR DE WEIGERING DER COMMISSIE NIET IN STAAT ZOU ZIJN GESTELD ZICH BEHOORLIJK TE VERDEDIGEN .

163 DE COMMISSIE MERKT OP DAT ZIJ NIET VERPLICHT ZOU ZIJN PARTIJEN TE HOREN , ZODAT ER BIJ DE KENNISGEVING VAN EEN HEARING GEEN PEREMPTOIRE TERMIJN ZOU BEHOEVEN TE WORDEN IN ACHT GENOMEN ; VAN EEN TE DEZEN BEGANE PROCEDUREFOUT ZOU DUS GEEN SPRAKE ZIJN EN VERZOEKSTER ZOU NIET ZIJN BELEMMERD IN HET VOEREN VAN EEN BEHOORLIJK VERWEER .

164 OFSCHOON DE COMMISSIE VOLGENS HET DOOR DI DARFO TER SPRAKE GEBRACHTE ARTIKEL 36 VAN HET VERDRAG ALLEEN VERPLICHT IS DE BELANGHEBBENDE IN STAAT TE STELLEN OPMERKINGEN TE MAKEN VOORDAT ZIJ GELDSTRAFFEN OPLEGT , TERWIJL DE ONDERNEMING IN CASU SCHRIFTELIJKE OPMERKINGEN HEEFT KUNNEN INDIENEN , DIENT TE WORDEN OPGEMERKT DAT DE DOOR DE COMMISSIE AAN DE ONDERNEMING DI DARFO GELATEN TERMIJN - OM OP EEN HEARING TE BRUSSEL TE VERSCHIJNEN - RUIMER HAD KUNNEN ZIJN BEREKEND , WILDE MEN NIET DE KANS LOPEN DAT DE ONDERNEMING HAAR ZIENSWIJZE TEN AANZIEN VAN BEPAALDE OMSTREDEN DOCUMENTEN NIET BEHOORLIJK KENBAAR ZOU KUNNEN MAKEN . BEDOELDE HANDELWIJZE BRENGT EVENWEL , VOORZOVER VERZOEKSTER TEVOREN IN DE GELEGENHEID IS GESTELD SCHRIFTELIJKE OPMERKINGEN TE MAKEN NIET ZONDER MEER MEDE DAT DE BESTREDEN BESCHIKKING MOET WORDEN NIETIGVERKLAARD , WEL ZULLEN STUKKEN DIE ZIJ IN HAAR SCHRIFTELIJKE OPMERKINGEN AAN DE COMMISSIE NIET TER SPRAKE BRACHT EN OP DE HEARING DIE ZIJ NIET KON BIJWONEN HAD WILLEN OVERLEGGEN , DOOR HET HOF IN AANMERKING MOETEN WORDEN GENOMEN .

165 VERZOEKSTER STELT VOORTS DAT DE OP 2 SEPTEMBER 1977 GEDATEERDE FACTUREN NRS . 1626 , 1628 EN 1630 GEEN BETREKKING HADDEN OP BETONSTAAL , MAAR OP STAAFSTAAL ST 37 , ZODAT DE FACTUREN NIET ONDER BESCHIKKING NR . 962/77 ZOUDEN VALLEN . DE COMMISSIE HEEFT ER EVENWEL TERECHT OP GEWEZEN DAT OP DE FACTUREN EEN STEMPEL ' ' GEDEELTELIJKE AANPASSING AAN DE AFIM-PRIJSSCHAAL ' ' VOORKOMT EN DAT DIE PRIJSSCHAAL UITSLUITEND BETONSTAAL BETREFT , ZODAT VERZOEKSTERS ARGUMENT DIENT TE WORDEN VERWORPEN .

166 TEN SLOTTE ZOU DE COMMISSIE IN VERBAND MET DE GEWRAAKTE VERKOPEN TEN ONRECHTE ACHT HEBBEN GESLAGEN OP FACTUREN BETREFFENDE BESTELLINGEN GEDAAN VOOR DE INWERKINGTREDING VAN BESCHIKKING NR . 962/77 , TE WETEN BESTELLINGEN , DOOR TUSSENKOMST VAN DE SPA DARMA TE MILAAN GEDAAN VOOR DE FIRMA MARETTO BLEIN EN BESTELLINGEN , DOOR TUSSENKOMST VAN DE FIRMA ALBANI TE MERATE GEDAAN VOOR DE SPA BARACLIT .

167 DE COMMISSIE HEEFT DIT BETOOG VERWORPEN OP GROND DAT DE DOOR DI DARFO TEN BEWIJZE HIERVAN OVERGELEGDE BESTELLINGEN HAAR BIJ DE BEDRIJFSCONTROLE NIET ZOUDEN ZIJN GETOOND . DIT ARGUMENT DER COMMISSIE FAALT EVENWEL , AANGEZIEN ER IN DIT BIJZONDERE GEVAL ACHT DIENT TE WORDEN GESLAGEN OP STUKKEN WELKE DE ONDERNEMING NIET BIJ HAAR SCHRIFTELIJKE OPMERKINGEN AAN DE COMMISSIE HEEFT GEVOEGD EN DIE ZIJ LATER NIET MEER KON OVERLEGGEN .

168 TIJDENS DE MONDELINGE BEHANDELING HEEFT DE COMMISSIE EEN DER FACTUREN ( NR . 1514 ) OVERGELEGD DIE VOLGENS DI DARFO VOOR 8 MEI 1977 GEDANE BESTELLINGEN ZOU BETREFFEN ; DIE FACTUUR IS WELISWAAR GEDATEERD OP 2 AUGUSTUS 1977 , MAAR VERMAG IN GEEN GEVAL DE DOOR DI DARFO OVERGELEGDE STUKKEN TE ONTZENUWEN , BLIJKENS WELKE DE BESTELLINGEN , GEDAAN BIJ CONTRACT - BLIJKENS HETWELK PARTIJ- EN HET OVER HET VERKOCHTE PRODUKT EN DE PRIJS EENS WAREN - VOOR 8 MEI 1977 WAREN GEDAAN .

169 VERZOEKSTERS BETOOG ZAL DUS MOETEN WORDEN AANVAARD , ZODAT DE VERKOPEN WAAROP DIE BESTELLINGEN BETREKKING HADDEN , 3,4 % VAN DE TOTALE VERKOPEN , TE DEZEN NIET MOGEN WORDEN MEDEGEREKEND EN DE AAN DI DARFO OPGELEGDE GELDBOETE MET 3,4 % ZAL MOETEN WORDEN VERLAAGD EN VAN LIRE 27 830 000 OP LIRE 26 883 780 ZAL MOETEN WORDEN GEBRACHT .

B ) RUMI

170 VERZOEKSTER BETOOGT DAT DE COMMISSIE TER BEREKENING VAN DE PRIJSONDERBIEDINGEN TEN ONRECHTE VAN EEN PRIJS VAN DM 540/TON VOOR BETONSTAAL IS UITGEGAAN , NU ZIJ DE PRIJS VAN HET DOOR HAAR VERKOCHTE BETONSTAAL HAD AANGEPAST AAN DE PARITEITSPUNTEN SAARBRUCKEN EN OBERHAUSEN , HETGEEN , DE TRANSPORTKOSTEN IN AANMERKING GENOMEN , DE PRIJS PER TON OP DM 451,87 BRACHT ; HET BEDRAG DER PRIJSONDERBIEDINGEN ZOU DAARMEDE VAN 200 OP 100 MILJOEN LIRE DALEN EN BIJ DE BEREKENING VAN DE GELDBOETE ZOU VAN DIT LAATSTE BEDRAG MOETEN WORDEN UITGEGAAN .

171 DE COMMISSIE HEEFT ER TERECHT OP GEWEZEN DAT HET ENERZIJDS IN HET STUK , WAARMEDE RUMI HAAR VERZOEK WENST TE STAVEN , GAAT OM LATERE VERKOPEN DAN DIE WELKE TER BEREKENING VAN DE PRIJSONDERBIEDINGEN IN AANMERKING WERDEN GENOMEN , TERWIJL DE HIERBEDOELDE PRODUKTEN VOORTS UITEINDELIJK VOOR NEDERLAND BESTEMD WAREN ; DERHALVE WAS EEN AANPASSING AAN IN DUITSLAND GELEGEN PARITEITSPUNTEN MET ARTIKEL 60 VAN HET VERDRAG IN STRIJD , EN AANGEZIEN DEZE ONREGELMATIGE AANPASSING HET VERZOEKSTER MOGELIJK MAAKTE BENEDEN DE MINIMUMPRIJZEN TE VERKOPEN , HOUDT DIE AANPASSING OOK EEN INBREUK OP DE MINIMUMPRIJZEN IN , ZODAT HET DOOR DE VENNOOTSCHAP RUMI OPGEWORPEN MIDDEL MOET WORDEN VERWORPEN .

C ) FERALPI

172 VERZOEKSTER BETOOGT DAT DE COMMISSIE HAAR MET BETREKKING TOT EEN REEKS FACTUREN , WAAROP DE OMSTREDEN PRIJZEN MET DE HAND WAREN AANGEBRACHT , HEEFT VERWETEN BENEDEN DE MINIMUMPRIJZEN TE HEBBEN VERKOCHT : AAN ZULKE AANTEKENINGEN ZOU GEEN ENKELE BEWIJSKRACHT TOEKOMEN , OMDAT BEDOELDE FACTUREN MET DE WERKELIJKE CONTRACTUELE RELATIES DER PARTIJEN NIETS VAN DOEN ZOUDEN HEBBEN .

173 DE COMMISSIE HEEFT AFSCHRIFTEN OVERGELEGD VAN TELEXBERICHTEN BETREFFENDE DE OMSTREDEN VERKOPEN , WAARUIT BLIJKT VAN EEN VERSCHIL TUSSEN DE IN DM UITGEDRUKTE VERKOOPPRIJS , WAARIN DE MINIMUMPRIJS WERD GEEERBIEDIGD , EN HET BENEDEN DIE MINIMA GELEGEN BEDRAG DAT OP DE IN LIRE OPGEMAAKTE FACTUUR MOEST WORDEN VERMELD .

174 OMDAT HET HIERIN BESLOTEN LIGGEND BEWIJS GESTAAFD WORDT DOOR EEN SCHRIFTELIJKE VERKLARING VAN DE INSPECTEUR DER COMMISSIE , DIENT DIT MIDDEL TE WORDEN VERWORPEN .

175 VERZOEKSTER BETOOGT VOORTS DAT ZIJ BETONSTAAL ZOU HEBBEN VERKOCHT WAAROVER EEN KWALITEITSTOESLAG MOCHT WORDEN BEREKEND , WAARMEDE DE COMMISSIE BIJ DE BEREKENING VAN DE PRIJSONDERBIEDINGEN GEEN REKENING ZOU HEBBEN GEHOUDEN .

176 ER ZIJ OP GEWEZEN DAT DE MINIMUMPRIJZEN VOLGENS ARTIKEL 2 VAN BESCHIKKING NR . 3000/77 BASISPRIJZEN ZIJN MET INBEGRIP VAN KWALITEITSTOESLAGEN , TERWIJL IN ARTIKEL 2 VAN BESCHIKKING NR . 962/77 ALLEEN MAAR WAS GEZEGD DAT DE MINIMUMPRIJZEN BASISPRIJZEN ZIJN . PER 1 JANUARI 1978 , TOEN BESCHIKKING NR . 3000/77 IN WERKING TRAD , WAREN IN DE MINIMUMPRIJZEN DERHALVE DE KWALITEITSTOESLAGEN BEGREPEN , WELKE TOESLAGEN BIJ DE IN BESCHIKKING NR . 962/77 GENOEMDE MINIMA KONDEN WORDEN OPGETELD .

177 WAAR DE INBREUKEN TUSSEN 3 MAART EN 3 MEI 1978 ZIJN BEGAAN , DIENEN DE PRIJSONDERBIEDINGEN TE WORDEN GESTELD OP HET VERSCHIL TUSSEN DE MINIMUMPRIJS ( DIAMETERTOESLAGEN INBEGREPEN ) EN DE VERKOOPPRIJS - WAARTEGEN DE TRANSACTIE HEEFT PLAATSGEVONDEN - , OMVATTENDE DE BASISPRIJS EN DE KWALITEITSTOESLAGEN .

178 DE HIERVOOR GESCHETSTE SITUATIE IN AANMERKING GENOMEN , HEEFT HET HOF DERHALVE VERSTAAN DAT DE BOETE VAN LIRE 55 110 000 TOT LIRE 50 000 000 MOET WORDEN VERLAAGD .

Beslissing inzake de kosten


DE KOSTEN

179 VOLGENS ARTIKEL 69 , LID 2 , MOET DE IN HET ONGELIJK GESTELDE PARTIJ IN DE KOSTEN WORDEN VERWEZEN .

180 VOLGENS LID 3 VAN DAT ARTIKEL KAN HET HOF DE PROCESKOSTEN GEHEEL OF GEDEELTELIJK COMPENSEREN , INDIEN PARTIJEN ONDERSCHEIDENLIJK OP EEN OF MEER PUNTEN IN HET ONGELIJK WORDEN GESTELD , EN VOORTS WEGENS BIJZONDERE REDENEN .

181 IN DE ZAKEN 154/78 ( VALSABBIA ), 205/78 ( STEFANA FRATELLI ), 206/78 ( AFIM ), 227/78 ( DI DARFO ), 228/78 ( SIDER CAMUNA ), 263/78 ( RUMI ), 264/78 ( FERALPI ), 31/79 ( MONTEREAU ) - MET INBEGRIP VAN HET GEVOERDE KORT GEDING - , 39/79 ( OLS ), 83/79 ( MAXIMILIANSHUTTE ) EN 85/79 ( KORF INDUSTRIE ) ZIJN PARTIJEN GEHEEL IN HET ONGELIJK GESTELD , ZODAT ZIJ IN DE KOSTEN MOETEN WORDEN VERWEZEN .

182 IN DE ZAAK 226/78 ( ANTONIO STEFANA ) IS DE COMMISSIE , VOORZOVER SUBSIDIAIR OM VERLAGING VAN HET BOETEBEDRAG VERZOCHT WAS , IN HET ONGELIJK GESTELD , ZODAT DE KOSTEN MOETEN WORDEN GECOMPENSEERD .

Dictum


HET HOF VAN JUSTITIE ,

RECHTDOENDE :

1 . VERLAAGT DE GELDBOETEN OPGELEGD AAN :

- VERZOEKSTER ANTONIO STEFANA ( ZAAK 226/78 ) TOT 19 042 REKENEENHEDEN OF LIRE 20 340 800

- VERZOEKSTER DI DARFO ( ZAAK 227/78 ) TOT 25 168 REKENEENHEDEN OF LIRE 26 883 780

- VERZOEKSTER FERALPI ( ZAAK 228/78 ) TOT 46 298 REKENEENHEDEN OF LIRE 50 000 000 ;

2 . VERWERPT DE BEROEPEN VOOR HET OVERIGE ;

3 . VERWIJST VERZOEKSTERS IN DE ZAKEN 154/78 ( VALSABBIA ), 205/78 ( STEFANA FRATELLI ), 206/78 ( AFIM ), 227/78 ( DI DARFO ), 228/78 ( SIDER CAMUNA ), 263/78 ( RUMI ), 264/78 ( FERALPI ), 31/79 ( MONTEREAU ), 39/79 ( OLS ), 83/79 ( MAXIMILIANSHUTTE ) EN 85/79 ( KORF INDUSTRIE ) IN ALLE OP HET GEDING GEVALLEN KOSTEN ;

4 . COMPENSEERT DE KOSTEN IN DE ZAAK 226/78 ( ANTONIO STEFANA ).

Top