Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52025PC0475

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de goedkeuring van wijzigingen van de Internationale Cacao-overeenkomst

COM/2025/475 final

Brussel, 9.9.2025

COM(2025) 475 final

2025/0283(NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de goedkeuring van wijzigingen van de Internationale Cacao-overeenkomst


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Dit voorstel betreft de goedkeuring, namens de Europese Unie, van de wijzigingen die in 2022 zijn aangebracht aan de Internationale Cacao-overeenkomst 2010.

De Internationale Cacao-overeenkomst heeft tot doel de mondiale cacaosector te versterken en de economisch, sociaal en ecologisch duurzame ontwikkeling van deze sector te bevorderen.

De Europese Unie is partij bij de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 1 en is lid van de Internationale Cacao-organisatie. De Internationale Cacao-overeenkomst 2010 is op 1 oktober 2012 voorlopig in werking getreden voor een periode van tien jaar, tot 30 september 2022. Op grond van artikel 62, lid 4, van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 heeft de Internationale Cacaoraad tijdens zijn 108e gewone zitting (2-6 oktober 2023) besloten de overeenkomst met twee cacaojaren te verlengen, tot 30 september 2026 2 .

Om de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 verder in overeenstemming te brengen met de handelwijzen die de Unie in andere internationale grondstoffenorganen bevordert en om rekening te houden met de ontwikkelingen op de mondiale cacaomarkt sinds 2010, was het niet alleen noodzakelijk, maar ook duidelijk in het belang van de Unie om de overeenkomst met het oog op een hervorming, gedeeltelijk te herzien. De Internationale Cacao-overeenkomst 2010 is in 2022 gewijzigd om rekening te houden met de evaluatie van de uitvoering van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 en om die overeenkomst toekomstgerichter te maken en beter af te stemmen op de huidige uitdagingen in de mondiale cacao-economie. Enkele belangrijke wijzigingen zijn: 1)  de onbeperkte looptijd van de overeenkomst (die om de vijf jaar moet worden geëvalueerd) om de in het kader van de overeenkomst uitgevoerde initiatieven stabieler en duurzamer te maken, 2)  afstemming van de bepalingen van de overeenkomst op de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) om een versnelde ontwikkeling van de mondiale cacao-economie te waarborgen, 3)  invoering van een hoofddoelstelling in de overeenkomst (economische duurzaamheid via een billijk inkomen voor de cacaotelers en lonende prijzen), 4)  drie nieuwe artikelen met specifieke maatregelen in het kader van de duurzaamheidspijlers (milieu, maatschappij en economie), 5)  meer aandacht voor waardetoevoeging, hoogwaardige kwaliteit en voedselveiligheid, 6)  ondersteuning van onderzoek en innovatie in de cacaowaardeketen en uitbreiding van de samenwerking met meer donororganisaties voor het financieren van projecten voor de ontwikkeling van de cacaosector.

De Commissie heeft namens de Unie onderhandeld over de wijzigingen van de Cacao-overeenkomst 2010 3 .

In het licht van de besprekingen over het nieuwe instrument en de inhoud ervan is de Commissie van oordeel dat de gewijzigde overeenkomst namens de Unie moet worden gesloten en dat de kennisgeving van aanvaarding van de wijzigingen overeenkomstig artikel 63, lid 1, van de Cacao-overeenkomst 2010 moet worden ingediend bij de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, die overeenkomstig artikel 52 van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 als depositaris is aangewezen.

Overeenkomstig artikel 63, lid 1, van de Cacao-overeenkomst 2010 wordt de wijziging van kracht honderd dagen nadat de depositaris kennisgeving van aanvaarding heeft ontvangen van overeenkomstsluitende partijen die ten minste 75 % van de exporterende leden vertegenwoordigen en ten minste 85 % van de stemmen van de exporterende leden bezitten, en van overeenkomstsluitende partijen die ten minste 75 % van de importerende leden vertegenwoordigen en ten minste 85 % van de stemmen van de importerende leden bezitten, of op een latere door de Cacaoraad bepaalde datum.

Tijdens de 111e gewone zitting van 8-10 april 2025 heeft de Internationale Cacaoraad besloten de termijn waarbinnen de overeenkomstsluitende partijen hun kennisgeving van aanvaarding van de wijzigingen moeten indienen, te verlengen tot 22 juni 2026.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

De onderhandelingen over de wijziging zijn gevoerd in overeenstemming met de uitgebreide onderhandelingsrichtsnoeren die de Raad op 20 april 2021 heeft vastgesteld naar aanleiding van de aanbeveling van de Commissie voor een besluit van de Raad houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen tot wijziging van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 tussen de Europese Unie en de andere leden van de Internationale Cacao-organisatie.

De gewijzigde overeenkomst is ook volledig in overeenstemming met de Europese Green Deal 4 .

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De gewijzigde overeenkomst is volledig in overeenstemming met de Global Gateway-strategie 5 . De Global Gateway staat immers voor duurzame en betrouwbare verbindingen die in dienst staan van de mensen en de planeet. Daarmee worden de meest urgente mondiale uitdagingen aangepakt: de strijd tegen de klimaatverandering, verbetering van de gezondheidsstelsels, versterking van het concurrentievermogen en beveiliging van mondiale toeleveringsketens.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De voorgestelde rechtsgrondslag is artikel 207, leden 3 en 4, in samenhang met artikel 218, lid 6, tweede alinea, punt a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Niet van toepassing

Evenredigheid

De sluiting van de gewijzigde Internationale Cacao-overeenkomst gaat niet verder dan nodig is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken.

Keuze van het instrument

Dit voorstel is in overeenstemming met artikel 218, lid 6, VWEU, uit hoofde waarvan de Raad besluiten houdende sluiting van internationale overeenkomsten namens de EU vaststelt.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing

Raadpleging van belanghebbenden

Niet van toepassing

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Niet van toepassing

Effectbeoordeling

Niet van toepassing

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Niet van toepassing

Grondrechten

Niet van toepassing

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De bijdrage van de EU aan de administratieve begroting van de Internationale Cacao-organisatie voor elk begrotingsjaar zal worden betaald uit het instrument NDICI – Europa in de wereld.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Niet van toepassing

Artikelsgewijze toelichting

Niet van toepassing

2025/0283 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de goedkeuring van wijzigingen van de Internationale Cacao-overeenkomst

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, leden 3 en 4, in samenhang met artikel 218, lid 6, tweede alinea, punt a),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement 6 ,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)De Europese Unie is partij bij de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 7 en is lid van de Internationale Cacao-organisatie.

(2)De Commissie heeft de onderhandelingen over de wijzigingen gevoerd op basis van het onderhandelingsmandaat en de onderhandelingsrichtsnoeren die zijn voorgesteld door de Commissie 8 en op 20 april 2021 zijn goedgekeurd door de Raad 9 .

(3)De Internationale Cacaoraad heeft de tekst van de gewijzigde Internationale Cacao-overeenkomst (“de gewijzigde overeenkomst”) tijdens de 106e gewone zitting (27-29 september 2022) goedgekeurd. Het doel van de onderhandelingen was een wijziging van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 (“de overeenkomst van 2010”), die tot 30 september 2026 is verlengd.

(4)De doelstellingen van de gewijzigde overeenkomst sluiten aan bij het gemeenschappelijk handelsbeleid.

(5)De wijzigingen van de Internationale Cacao-overeenkomst moeten namens de Europese Unie worden goedgekeurd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De wijzigingen van de Internationale Cacao-overeenkomst worden namens de Europese Unie goedgekeurd 10 .

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

[...]

(1)    Besluit van de Raad van 17 mei 2011 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 (PB L 259 van 4.10.2011, blz. 7); Besluit 2012/189/EU van de Raad van 26 maart 2012 betreffende de sluiting van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 (PB L 102 van 12.4.2012, blz. 1).
(2)    Besluit (EU) 2021/924 van de Raad van 3 juni 2021 betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Internationale Cacaoraad wat betreft de verlenging van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 (PB L 203 van 9.6.2021, blz. 8).
(3)    Aanbeveling voor een besluit van de Raad tot machtiging om onderhandelingen te openen tot wijziging van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 (COM(2021) 119 final) en Besluit (EU) 2021/675 van de Raad van 20 april 2021 tot machtiging om onderhandelingen te openen tot wijziging van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 (PB L 144 van 27.4.2021, blz. 1).
(4)     https://commission.europa.eu/strategy-and-policy/priorities-2019-2024/european-green-deal_nl .
(5)     https://commission.europa.eu/strategy-and-policy/priorities-2019-2024/stronger-europe-world/global-gateway_nl .
(6)    PB C [...] van [...], blz. [...].
(7)    Besluit van de Raad van 17 mei 2011 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 (PB L 259 van 4.10.2011, blz. 7); Besluit 2012/189/EU van de Raad van 26 maart 2012 betreffende de sluiting van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 (PB L 102 van 12.4.2012, blz. 1).
(8)    Aanbeveling voor een besluit van de Raad tot machtiging om onderhandelingen te openen tot wijziging van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 (COM(2021) 119 final).
(9)    Besluit (EU) 2021/675 van de Raad van 20 april 2021 tot machtiging om onderhandelingen te openen tot wijziging van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 (PB L 144 van 27.4.2021, blz. 1).
(10)    De tekst van de overeenkomst is bekendgemaakt in PB L XXXXX.
Top

Brussel, 9.9.2025

COM(2025) 475 final

BIJLAGE

bij het

Voorstel voor een besluit van de Raad

betreffende de goedkeuring van wijzigingen van de Internationale Cacao-overeenkomst


Verenigde Naties.

TD/COCOA.10/5/Amend.1 1

Conferentie van de Verenigde Naties
inzake handel en ontwikkeling

Distr.: Algemeen

8 juli 2022

Origineel: Engels

Internationale Cacao-overeenkomst 2010

Zoals gewijzigd, 2022 2 ***



Inhoud

   Bladzijde

       Inleiding            5

       Agenda van de Cacaoconferentie 2010 van de Verenigde Naties        6

       Resolutie aangenomen door de Cacaoconferentie 2010 van de Verenigde Naties        7

       Lijst van op de conferentie vertegenwoordigde landen en organisaties        8

Internationale Cacao-overeenkomst van 2010, zoals gewijzigd, 2022

       Preambule        9

       Hoofdstuk I — Doelstellingen        10

           Artikel 1 — Doelstellingen        10

       Hoofdstuk II — Definities        12

           Artikel 2 — Definities        12

       Hoofdstuk III — Internationale Cacao-organisatie (ICCO)        14

           Artikel 3 — Hoofdkantoor en structuur van de Internationale Cacao-organisatie        14

           Artikel 4 — Lidmaatschap van de Organisatie        14

           Artikel 5 — Voorrechten en immuniteiten        15

       Hoofdstuk IV — Internationale Cacaoraad        16

           Artikel 6 — Samenstelling van de Internationale Cacaoraad        16

           Artikel 7 — Bevoegdheden en taken van de Cacaoraad        16

           Artikel 8 — Voorzitter en vicevoorzitter van de Cacaoraad        16

           Artikel 9 — Zittingen van de Cacaoraad        17

           Artikel 10 — Stemmen        17

           Artikel 11 — Stemprocedure in de Cacaoraad        18

           Artikel 12 — Besluiten van de Cacaoraad        18

           Artikel 13 — Samenwerking met andere organisaties        18

           Artikel 14 — Uitnodiging en toelating van waarnemers        19

           Artikel 15 — Quorum        19

       Hoofdstuk V — Secretariaat van de Organisatie        20

           Artikel 16 — Uitvoerend directeur en personeel van de Organisatie        20

           Artikel 17 — Werkprogramma        20

           Artikel 18 — Jaarverslag        21

       Hoofdstuk VI — Administratieve en financiële commissie        22

           Artikel 19 — Instelling van de Administratieve en financiële commissie        22

           Artikel 20 — Samenstelling van de Administratieve en financiële commissie        22

           Artikel 21 — Vergaderingen van de Administratieve en financiële commissie        22

       Hoofdstuk VII — Financiën        23

           Artikel 22 — Financiën        23

           Artikel 23 — Verplichtingen van de leden        23

           Artikel 24 — Goedkeuring van de huishoudelijke begroting en vaststelling van de bijdragen        23

           Artikel 25 — Betaling van bijdragen aan de huishoudelijke begroting        24

           Artikel 26 — Accountantscontrole en openbaarmaking van de rekeningen        24

       Hoofdstuk VIII — Economische commissie        25

           Artikel 27 — Instelling van de Economische commissie        25

           Artikel 28 — Samenstelling van de Economische commissie        25

           Artikel 29 — Vergaderingen van de Economische commissie        25

       Hoofdstuk IX — Transparantie van de markt        27

           Artikel 30 — Informatie en transparantie van de markt        27

           Artikel 31 — Voorraden        27

           Artikel 32 — Vervangingsmiddelen voor cacao        28

           Artikel 33 — Indicatieprijs        28

           Artikel 34 — Conversiecoëfficiënten        28

           Artikel 35 — Wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling        28

       Hoofdstuk X — Marktontwikkeling        29

           Artikel 36 — Marktanalyse        29

           Artikel 37 — Verwerking bij de oorsprong en bevordering van het verbruik        29

           Artikel 38 — Studies, onderzoeken en verslagen        30

       Hoofdstuk XI — Edelcacao        31

           Artikel 39 — Edelcacao        31

       Hoofdstuk XII — Projecten        32

           Artikel 40 — Projecten        32

           Artikel 41 — Betrekkingen met multilaterale en bilaterale donoren        32

       Hoofdstuk XIII — Duurzame ontwikkeling        33

           Artikel 42 — Duurzame cacao-economie        33

           Artikel 43 — Economische duurzaamheid        33

           Artikel 44 — Sociale duurzaamheid        33

           Artikel 45 — Ecologische duurzaamheid        34

       Hoofdstuk XIV — Adviesraad voor de wereldcacao-economie        35

           Artikel 46 — Instelling van de Adviesraad voor de wereldcacao-economie        35

           Artikel 47 — Lidmaatschap en vergaderingen van de Adviesraad voor
de wereldcacao-economie
       35

       Hoofdstuk XV — Ontheffing van verplichtingen; differentiële en corrigerende maatregelen        37

           Artikel 48 — Ontheffing van verplichtingen in buitengewone omstandigheden        37

           Artikel 49 — Differentiële en corrigerende maatregelen        37

       Hoofdstuk XVI — Overleg, geschillen en klachten        38

           Artikel 50 — Overleg        38

           Artikel 51 — Geschillen        38

           Artikel 52 — Klachten en maatregelen van de Cacaoraad        38

       Hoofdstuk XVII — Slotbepalingen        40

           Artikel 53 — Depositaris        40

           Artikel 54 — Ondertekening        40

           Artikel 55 — Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring        40

           Artikel 56 — Toetreding        40

           Artikel 57 — Kennisgeving van voorlopige toepassing        40

           Artikel 58 — Inwerkingtreding        41

           Artikel 59 — Voorbehouden        41

           Artikel 60 — Uittreding        41

           Artikel 61 — Uitsluiting        42

           Artikel 62 — Vereffening met uittredende of uitgesloten leden        42

           Artikel 63 — Geldigheidsduur, verlenging en beëindiging        42

           Artikel 64 — Wijzigingen        42

       Hoofdstuk XVIII — Aanvullende bepalingen en overgangsbepalingen        44

           Artikel 65 — Speciaal reservefonds        44

           Artikel 66 — Andere aanvullende bepalingen en overgangsbepalingen        44

Bijlagen

       Bijlage A — Cacao-uitvoer berekend voor de toepassing van artikel 58 (inwerkingtreding)        45

       Bijlage B — Cacao-invoer berekend voor de toepassing van artikel 58 (inwerkingtreding)        47

       Bijlage C — Producerende landen die uitsluitend of gedeeltelijk edelcacao exporteren        50

       Bijlage D — Lidmaatschap en stemverdeling per 1 oktober 2021
voor de toepassing van artikel 64
       51

   Verklaringen

       Verklaring van de overeenkomstsluitende partijen met betrekking tot artikel 16        52

Inleiding

De Cacaoconferentie van de Verenigde Naties van 2010 vond plaats in het Palais des Nations, Genève, op 19 april 2010 en van 21 tot en met 25 juni 2010. De partijen bij de bestaande overeenkomst en alle staten die lid zijn van de Conferentie van de Verenigde Naties inzake handel en ontwikkeling (UNCTAD), alsmede gespecialiseerde organisaties van de Verenigde Naties, werden uitgenodigd om aan de Conferentie deel te nemen.

De Conferentie beschikte over de ontwerptekst van een nieuwe Internationale Cacao-overeenkomst, die het resultaat was van de besprekingen in een door de Internationale Cacaoraad opgerichte werkgroep.

De Conferentie werd op 19 april 2010 geopend door de heer Kwabena Baah-Duodu, verantwoordelijk functionaris van de Speciale Eenheid Grondstoffen, UNCTAD, en verkoos Zijne Excellentie ambassadeur Guy-Alain Emmanuel Gauze (Ivoorkust) tot voorzitter van de Conferentie en de heer Max Schnellmann (Zwitserland) tot vicevoorzitter van de Conferentie. Voorts heeft zij de agenda in document TD/COCOA.10/1. goedgekeurd. De Conferentie besloot de rest van de vergadering uit te stellen tot 21 tot en met 25 juni 2010 omdat talrijke regeringsvertegenwoordigers uit cacaoproducerende en -verbruikende landen niet konden deelnemen vanwege de annulering van vluchten naar Genève als gevolg van de vulkaanuitbarsting in IJsland. Alle andere agendapunten werden aan de orde gesteld bij de hervatting van de Conferentie in juni. Mevrouw Lisanne Losier was secretaris van de Conferentie en de heer Carlos Moreno trad op als juridisch adviseur van de Conferentie.

Tijdens de plenaire vergadering op 21 juni 2010 hebben de heer Petko Draganov, adjunct-secretaris-generaal van de UNCTAD, en de heer Jan Vingerhoets, uitvoerend secretaris van de ICCO, woorden van welkom gesproken en een historisch overzicht en een samenvatting gegeven van de voorbereiding van de overeenkomst ter opvolging van de Cacao-overeenkomst. De Conferentie stelde haar reglement van orde (TD/COCOA.10/2) vast en stelde een Onderhandelingscomité in om de artikelen van de overeenkomst in besloten zitting te behandelen. Zij verkoos ook de heer Hagen Streichert (Duitsland) als voorzitter van het Onderhandelingscomité en Hare Excellentie mevrouw Jean Kekedo (Papoea-Nieuw-Guinea) als de vicevoorzitter ervan. De Conferentie rondde haar werkzaamheden af op 25 juni 2010, toen zij tijdens haar afsluitende plenaire vergadering één resolutie (TD/COCOA.10/4) aannam en de tekst van de Internationale Cacao-overeenkomst van 2010 vaststelde.

Op 14 december 2010 deed de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, handelend in zijn hoedanigheid van depositaris, een kennisgeving (C.N.810.2010.TREATIES-2), waarin alle partijen werd gewezen op een fout in artikel 62, lid 3, van de authentieke tekst van de overeenkomst, alsmede de voor eensluidend gewaarmerkte afschriften die zijn verspreid bij kennisgeving C.N.497.2010.TREATIES-2 van de depositaris van 30 september 2010, waarbij de term “vijfde cacaojaar” moest worden gelezen als “tiende cacaojaar”. Overeenkomstig de vaste praktijk van de depositaris is een termijn van negentig dagen vanaf de datum van kennisgeving vastgesteld voor de mededeling van bezwaren aan de secretaris-generaal. Er werden geen bezwaren ontvangen en de voorgestelde correctie is doorgevoerd in de tekst van de overeenkomst.

Agenda van de Cacaoconferentie 2010 van de Verenigde Naties

1.    Opening van de conferentie.

2.    Goedkeuring van de agenda.

3.    Goedkeuring van het reglement van orde.

4.    Verkiezing van functionarissen.

5.    Geloofsbrieven van vertegenwoordigers:

a)    benoeming van een Comité geloofsbrieven;

b)    verslag van het Comité geloofsbrieven.

6.    Instelling van het Onderhandelingscomité en, indien nodig, van andere comités.

7.    Voorbereiding van een overeenkomst ter opvolging van de Internationale Cacao-overeenkomst van 2001.

8.    Behandeling en goedkeuring van slotresoluties.

9.    Overige zaken.

Resolutie aangenomen door de Cacaoconferentie 2010 van de Verenigde Naties

Slotresolutie

De Cacaoconferentie van de Verenigde Naties voor de onderhandelingen over een overeenkomst ter opvolging van de Internationale Cacao-overeenkomst van 2001,

Bijeengekomen te Genève op 19 april 2010 en van 21 tot en met 25 juni 2010,

Dankbaar voor de door de secretaris-generaal van de UNCTAD ter beschikking gestelde voorzieningen en diensten,

Met waardering voor de bijdrage van de voorzitter van de Conferentie, de andere leden van het bureau en het secretariaat,

Na vaststelling van de tekst van de Internationale Cacao-overeenkomst van 2010 in het Arabisch, Chinees, Engels, Frans, Russisch en Spaans,

1.    verzoekt de secretaris-generaal van de Verenigde Naties de tekst van de overeenkomst ter overweging mee te delen aan alle regeringen en intergouvernementele organisaties die zijn uitgenodigd op de Conferentie;

2.    verzoekt de secretaris-generaal van de Verenigde Naties de nodige regelingen te treffen om de overeenkomst gedurende de in artikel 53 van de overeenkomst vastgestelde termijn in New York voor ondertekening open te stellen;

3.    vestigt de aandacht op de procedures die ter beschikking van de landen en intergouvernementele organisaties als bedoeld in artikel 4 van de overeenkomst staan om partij te worden bij de Internationale Cacao-overeenkomst van 2010 en verzoekt hen daartoe de passende stukken neer te leggen.

4e plenaire vergadering
25 juni 2010

Lijst van landen en organisaties die vertegenwoordigd waren op de Conferentie 3 **

Lidstaten

Algerije

Luxemburg

Oostenrijk

Maleisië

Bahrein

Mali

België

Mexico

Plurinationale Staat Bolivia

Marokko

Brazilië

Nepal

Kameroen

Nederland

China

Nicaragua

Ivoorkust

Nigeria

Cuba

Papoea-Nieuw-Guinea

Cyprus

Polen

Tsjechië

Portugal

Dominicaanse Republiek

Roemenië

Ecuador

Russische Federatie

Frankrijk

Saint Lucia

Gabon

Sierra Leone

Duitsland

Slowakije

Ghana

Zuid-Afrika

Griekenland

Spanje

Guinee

Zweden

Honduras

Zwitserland

Hongarije

Thailand

Indonesië

Togo

Irak

Trinidad en Tobago

Ierland

Bolivariaanse Republiek Venezuela

Italië

Zambia

Jamaica

Waarnemer

Palestina

Intergouvernementele organisaties

Organisatie van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (OACPS)

Afrikaanse Unie

Cocoa Producers’ Alliance (CPA)

Europese Unie

Internationale Cacao-organisatie (ICCO)

International Jute Study Group (IJSG)

Organisation Internationale de la francophonie (OIF)

Gespecialiseerde agentschappen van de Verenigde Naties en gerelateerde organisaties

Internationaal Handelscentrum (ITC)

Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO)

Organisatie van de Verenigde Naties voor industriële ontwikkeling (UNIDO)

Niet-gouvernementele organisaties

Ocaproce Internationale

Oxfam International

Preambule

De partijen bij deze overeenkomst,

a)    Zich bewust van de bijdrage van de cacaosector tot de bestrijding van de armoede en de verwezenlijking van de internationaal overeengekomen ontwikkelingsdoelstellingen, en met name de duurzameontwikkelingsdoelstellingen;

b)    Zich bewust van het belang van cacao en de cacaohandel voor de economie van de ontwikkelingslanden als bron van inkomsten voor hun bevolking, en de cruciale bijdrage erkennende van de cacaohandel aan de opbrengsten van hun uitvoer en aan hun programma’s voor economische en sociale ontwikkeling;

c)    Zich bewust van het belang van de cacaosector voor het levensonderhoud van miljoenen mensen, met name in ontwikkelingslanden waar de cacaoproductie de belangrijkste rechtstreekse bron van groene banen en inkomen is van kleine producenten;

d)    Erkennende dat nauwe internationale samenwerking op het gebied van cacao en een permanente dialoog tussen alle spelers in de cacaowaardeketen een bijdrage kunnen leveren aan de duurzame ontwikkeling van de mondiale cacao-economie;

e)    Erkennende dat strategische partnerschappen tussen exporterende leden en importerende leden van belang zijn voor een duurzame cacao-economie;

f)    Erkennende dat transparantie van de internationale cacaomarkt een gemeenschappelijk belang is van zowel producenten als consumenten;

g)    Zich bewust van de bijdrage die de internationale cacao-overeenkomsten van 1972, 1975, 1980, 1986, 1993 en 2001 hebben geleverd tot de ontwikkeling van de mondiale cacao-economie;

Zijn als volgt overeengekomen:

Internationale Cacao-overeenkomst van 2010, zoals gewijzigd, 2022

Hoofdstuk I
Doelstellingen

Artikel 1
Doelstellingen

Teneinde de mondiale cacaosector te versterken, de duurzame ontwikkeling ervan te bevorderen en de voordelen voor alle betrokkenen te vergroten, worden met de zevende Internationale Cacao-overeenkomst de volgende doelen nagestreefd:

a)    de internationale samenwerking in de mondiale cacao-economie bevorderen;

b)    een passend kader tot stand brengen voor besprekingen over alle aangelegenheden in verband met cacao tussen overheden en met de particuliere sector;

c)    bijdragen tot de versterking van de nationale cacao-economieën van de lidlanden door passende projecten uit te werken, te ontwikkelen en te evalueren en deze aan de bevoegde instellingen ter goedkeuring en uitvoering voor te leggen, en door fondsen te werven voor projecten die ten goede komen aan de leden en aan de mondiale cacao-economie;

d)    rechtvaardige prijzen verkrijgen, die voor producenten en consumenten in de cacaowaardeketen tot eerlijke opbrengsten leiden en tot een evenwichtige ontwikkeling van de mondiale cacao-economie leiden in het belang van alle leden;

e)    een leefbaar inkomen voor cacaoproducenten bereiken;

f)    een economisch, sociaal en ecologisch duurzame cacao-economie bevorderen;

g)    onderzoek aanmoedigen en de resultaten daarvan toepassen door het bevorderen van opleidings- en voorlichtingsprogramma’s die overdracht aan de leden van technologieën op het gebied van cacao mogelijk maken;

h)    transparantie in de mondiale cacao-economie en met name de cacaohandel bevorderen door het verzamelen, analyseren en verspreiden van statistieken op dit gebied en het uitvoeren van passende studies, alsmede het wegnemen van hindernissen voor de handel, zonder afbreuk te doen aan de nationale sanitaire en fytosanitaire normen en voorschriften;

i)    het verbruik van chocolade en cacaoproducten stimuleren en aanmoedigen teneinde de vraag naar cacao te vergroten, met name door de kwaliteiten en gezondheidsvoordelen van cacao te promoten, een en ander in nauwe samenwerking met de particuliere sector;

j)    de leden aanmoedigen de kwaliteit en veiligheid van cacao te bevorderen, met bijzondere aandacht voor specifieke smaakeigenschappen en de integriteit van bonen, en passende procedures voor de voedselveiligheid in de cacaosector te ontwikkelen;

k)    de leden aanmoedigen om strategieën te ontwikkelen en uit te voeren ter versterking van het vermogen van lokale gemeenschappen en kleine producenten om voordeel te behalen uit een inkomen om hun gezinnen een fatsoenlijke levenskwaliteit te bieden, en daardoor bij te dragen tot de beëindiging van armoede;

l)    de beschikbaarheid van informatie over financiële instrumenten en diensten verbeteren ten behoeve van cacaoproducenten, en met name de toegang tot krediet en tot risicobeheersingsstrategieën;

m)    toegevoegde waarde stimuleren door de verwerking van cacaobonen in de landen van oorsprong en het gebruik van cacao in de voedings-, cosmetische en farmaceutische industrie bevorderen;

n)    de leden aanmoedigen belemmeringen voor nieuwe investeerders in de cacao-economie weg te nemen;

o)    de handel in afgeleide cacaoproducten bevorderen.

Hoofdstuk II
Definities

Artikel 2
Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

1.    “cacao”: cacaobonen en cacaoproducten, tenzij aangeduid als “cacaobonen”;

2.    “edelcacao”: cacao gekenmerkt door een complex zintuiglijk profiel, dat bestaat uit evenwichtige basiseigenschappen met aromatische en smaaktoetsen; de aanvullende eigenschappen kunnen duidelijk worden waargenomen en geïdentificeerd in de expressie van de aroma’s en smaken van de cacao; edelcacao is het resultaat van de interactie tussen a) een bepaalde genetische samenstelling, b) gunstige teeltomstandigheden in een bepaalde omgeving/terroir, c) specifieke aanplantingsbeheertechnieken, d) specifieke praktijken tijdens en na de oogst en e) een stabiele chemische en fysische samenstelling, en de integriteit van de bonen;

3.    “cacaoproducten”: producten die uitsluitend van cacaobonen zijn vervaardigd, zoals cacaomassa/extract, cacaoboter, cacaopoeder zonder toegevoegde suiker, cacaokoeken en cacaokernen, zoals bepaald in de Codex Alimentarius;

4.    “chocolade en chocoladeproducten”: uit cacaobonen vervaardigde producten overeenkomstig de norm van de Codex Alimentarius betreffende chocolade en chocoladeproducten;

5.    “voorraden cacaobonen”: alle droge cacaobonen waarvan het bestaan kan worden vastgesteld op de laatste dag van het cacaojaar (dat wil zeggen 30 september), ongeacht waar zij zich bevinden, wie de eigenaar is en voor welk gebruik zij zijn bestemd;

6.    “cacaojaar”: het tijdvak van twaalf maanden van 1 oktober tot en met 30 september;

7.    “organisatie”: de Internationale Cacao-organisatie genoemd in artikel 3;

8.    “Cacaoraad”: de Internationale Cacaoraad genoemd in artikel 6;

9.    “overeenkomstsluitende partij”: een regering, de Europese Unie of een intergouvernementele organisatie als bedoeld in artikel 4, die ermee heeft ingestemd voorlopig of definitief door de overeenkomst te zijn gebonden;

10.    “lid”: een overeenkomstsluitende partij als omschreven in punt 9;

11.    “importerend land of importerend lid”: een land respectievelijk een lid waarvan de cacao-invoer, uitgedrukt in cacaobonen, de cacao-uitvoer overtreft;

12.    “exporterend land of exporterend lid”: een land, respectievelijk een lid, waarvan de cacao-uitvoer, uitgedrukt in cacaobonen, de cacao-invoer overtreft. Een cacaoproducerend land waarvan de cacao-invoer, uitgedrukt in cacaobonen, de cacao-uitvoer overtreft, maar dat meer produceert dan het invoert of waarvan de productie het zichtbare  binnenlandse cacaoverbruik 4 overtreft, kan desgewenst evenwel exporterend lid zijn;

13.    “cacao-uitvoer”: elke hoeveelheid cacao die het douanegebied van een land verlaat; “cacao-invoer”: elke hoeveelheid cacao die het douanegebied van een land binnenkomt, met dien verstande dat voor de toepassing van deze definities het begrip “douanegebied” met betrekking tot een lid dat meer dan één douanegebied omvat, wordt geacht te verwijzen naar de gezamenlijke douanegebieden van dat lid;

14.    “douanegebied”: het gebied waar de douanewetgeving van een land volledig van toepassing is; 

15.    “duurzame cacao-economie”: een geïntegreerde waardeketen waarin alle belanghebbenden, met inbegrip van kleine producenten, samenwerken om passend beleid uit te werken en te bevorderen om productie-, verwerkings- en verbruiksniveaus te behalen die economisch levensvatbaar, diëtetisch gezond, agro-ecologisch verantwoord en maatschappelijk verantwoord zijn, zulks in het belang van de huidige en toekomstige generaties, met name van kleine producenten;

16.    “ethische cacao”: cacao die wordt geproduceerd door middel van verantwoorde activiteiten, zonder nadelige gevolgen voor het milieu, de biodiversiteit en de gemeenschappen en hun culturen;

17.    “particuliere sector”: alle organisaties in de particuliere sector waarvan de hoofdactiviteit tot de cacaosector behoort. Dit omvat landbouwers, handelaars, verwerkers, fabrikanten en onderzoeksinstellingen. Voor de toepassing van deze overeenkomst omvat de particuliere sector tevens overheidsondernemingen, -instanties en -instellingen die taken vervullen die in andere landen door particuliere organisaties worden uitgevoerd;

18.    “indicatieprijs”: de representatieve internationale richtprijs van cacao die voor de toepassing van de overeenkomst wordt gehanteerd en overeenkomstig artikel 33 wordt berekend;

19.     “ton”: een massa van 1 000 kg of 2 204,6 pond; “pond”: het internationale avoirdupois-pound, dat 453,597 g bedraagt;

20.     “meervoudige gewone meerderheid van stemmen”: een meerderheid van de stemmen uitgebracht door de exporterende leden en een meerderheid van de stemmen uitgebracht door de importerende leden, afzonderlijk geteld;

21.    “bijzondere meerderheid van stemmen”: twee derde van de stemmen uitgebracht door de exporterende leden en twee derde van de stemmen uitgebracht door de importerende leden, afzonderlijk geteld, waarbij bovendien ten minste vijf exporterende leden en een meerderheid van de importerende leden aanwezig moeten zijn;

22.    “inwerkingtreding”: tenzij anders bepaald, de datum waarop de overeenkomst hetzij voorlopig, hetzij definitief in werking treedt;

23.    “inkomen”: een netto toereikend inkomen dat door een huishouden wordt gegenereerd om een fatsoenlijke levensstandaard te waarborgen voor alle leden van dat huishouden, in overeenstemming met de nationale normen.

Hoofdstuk III
Internationale Cacao-organisatie (ICCO)

Artikel 3
Hoofdkantoor en structuur van de Internationale Cacao-organisatie

1.    De Internationale Cacao-organisatie, die is opgericht bij de Internationale Cacao-overeenkomst van 1972, blijft bestaan en is belast met de uitvoering van de bepalingen van de Overeenkomst en het toezicht op de werking ervan.

2.    Het hoofdkantoor van de Organisatie is steeds gevestigd op het grondgebied van een lidland.

3.    Het hoofdkantoor van de Organisatie is gevestigd in Abidjan, Ivoorkust, tenzij de Cacaoraad anders besluit.

4.    De werkzaamheden van de organisatie worden verricht door:

a)    de Internationale Cacaoraad, de hoogste autoriteit van de Organisatie;

b)    de ondergeschikte organen van de Cacaoraad, zoals de Administratieve en financiële commissie, de Economische commissie, de Adviesraad voor de mondiale cacao-economie en andere door de Cacaoraad ingestelde commissies; en

c)    het secretariaat op het hoofdkantoor van de Organisatie;

d)    regionale kantoren die door de Cacaoraad kunnen worden opgericht.

Artikel 4
Lidmaatschap van de Organisatie

1.    Iedere overeenkomstsluitende partij is lid van de Organisatie.

2.    De Organisatie bestaat uit twee categorieën leden:

a)    exporterende leden; en

b)    importerende leden.

3.    Een lid kan van lidmaatschapscategorie veranderen op de door de Cacaoraad vast te stellen voorwaarden.

4.    Twee of meer overeenkomstsluitende partijen kunnen verklaren dat zij aan de Organisatie deelnemen als groepslid, door een daartoe strekkende kennisgeving te richten aan de Cacaoraad en de depositaris, die ingaat op een datum die door de betrokken overeenkomstsluitende partijen wordt vastgesteld en op de door de Cacaoraad overeengekomen voorwaarden.

5.    Wanneer er in de overeenkomst sprake is van “een regering” of “regeringen”, wordt daarmee tevens gedoeld op de Europese Unie en iedere intergouvernementele organisatie die vergelijkbare verantwoordelijkheden draagt ten aanzien van het onderhandelen over, het sluiten van en het toepassen van internationale overeenkomsten, in het bijzonder grondstoffenovereenkomsten. Derhalve wordt wanneer er in de overeenkomst sprake is van ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, of van kennisgeving van voorlopige toepassing dan wel van toetreding, in het geval van dergelijke intergouvernementele organisaties hiermee tevens gedoeld op de ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, of de kennisgeving van voorlopige toepassing dan wel de toetreding door dergelijke intergouvernementele organisaties.

6.    Bij stemmingen over zaken die onder hun bevoegdheid vallen, beschikken bedoelde intergouvernementele organisaties over een aantal stemmen dat gelijk is aan het totale aantal van de stemmen die aan hun lidstaten kunnen worden toegewezen overeenkomstig artikel 10. In dergelijke gevallen oefenen de lidstaten van die intergouvernementele organisaties hun individueel stemrecht niet uit.

Artikel 5
Voorrechten en immuniteiten

1.    De Organisatie heeft rechtspersoonlijkheid. In het bijzonder heeft zij de bevoegdheid contracten te sluiten, roerende en onroerende goederen te verwerven en te vervreemden en in rechte op te treden.

2.    Voor de status, de voorrechten en de immuniteiten van de Organisatie, haar uitvoerend directeur, haar personeel en haar deskundigen, en van de vertegenwoordigers van de leden wanneer zij zich op het grondgebied van het gastland bevinden voor het uitoefenen van hun functies, geldt de zetelovereenkomst die door de regering van het gastland en de Internationale Cacao-organisatie is gesloten.

3.    De in lid 2 van dit artikel bedoelde zetelovereenkomst staat los van deze overeenkomst. De zetelovereenkomst wordt beëindigd:

a)    overeenkomstig de bepalingen van de zetelovereenkomst;

b)    wanneer de zetel van de Organisatie uit het grondgebied van het gastland verhuist; of

c)    wanneer de Organisatie ophoudt te bestaan.

4.    De Organisatie kan met een of meer andere leden overeenkomsten aangaan betreffende de voorrechten en immuniteiten die voor de goede werking van de overeenkomst vereist kunnen zijn. Dergelijke overeenkomsten moeten door de Cacaoraad worden goedgekeurd.

Hoofdstuk IV
Internationale Cacaoraad

Artikel 6
Samenstelling van de Internationale Cacaoraad

1.    De Internationale Cacaoraad bestaat uit alle leden van de Organisatie.

2.    Elk lid wordt op de vergaderingen van de Cacaoraad vertegenwoordigd door geaccrediteerde vertegenwoordigers.

Artikel 7
Bevoegdheden en taken van de Cacaoraad

1.    De Cacaoraad oefent alle bevoegdheden uit en vervult of zorgt voor het vervullen van alle taken die nodig zijn voor de uitvoering van de uitdrukkelijke bepalingen van de Overeenkomst.

2.    De Cacaoraad heeft geen bevoegdheid om verplichtingen buiten het toepassingsgebied van de overeenkomst aan te gaan en wordt niet geacht door de leden daartoe te zijn gemachtigd; in het bijzonder kan hij geen geldleningen aangaan. Wanneer de Cacaoraad zijn bevoegdheid om contracten te sluiten uitoefent, neemt hij in zijn contracten de voorwaarden van deze bepaling en die van artikel 23 op zodanige wijze op, dat zij onder de aandacht komen van de andere partijen bij die contracten; het niet-opnemen van die voorwaarden maakt een dergelijk contract evenwel niet ongeldig, noch de Cacaoraad ten aanzien daarvan onbevoegd.

3.    De Cacaoraad stelt de voorschriften vast die voor de uitvoering van de overeenkomst nodig zijn en daarmee in overeenstemming zijn, met inbegrip van zijn reglement van orde en de reglementen van zijn commissies, alsmede het financieel reglement en het personeelsreglement van de Organisatie. De Cacaoraad kan in zijn reglement van orde een procedure vaststellen om, zonder bijeen te komen, besluiten over bepaalde vraagstukken te kunnen nemen.

4.    De Cacaoraad houdt voor de uitvoering van de taken die hij op grond van de overeenkomst moet verrichten de nodige registers bij, alsmede alle andere door hem wenselijk geachte registers.

5.    De Cacaoraad kan alle werkgroepen opzetten die hij voor de uitoefening van zijn taken noodzakelijk acht.

Artikel 8
Voorzitter en vicevoorzitter van de Cacaoraad

1.    De Cacaoraad kiest voor ieder cacaojaar een voorzitter en een vicevoorzitter, die niet door de Organisatie worden bezoldigd.

2.    Wanneer de voorzitter wordt gekozen uit de vertegenwoordigers van de exporterende leden, wordt de vicevoorzitter gekozen uit de vertegenwoordigers van de importerende leden, en vice versa. Per cacaojaar wisselen de twee categorieën elkaar af in deze functies.

3.    Bij tijdelijke afwezigheid van zowel de voorzitter als de vicevoorzitter of bij blijvende afwezigheid van een van hen of van beiden, kan de Cacaoraad uit de vertegenwoordigers van de exporterende leden of uit de vertegenwoordigers van de importerende leden nieuwe functionarissen kiezen, die naar behoefte tijdelijk of permanent worden aangesteld.

4.    Noch de voorzitter noch een van de ambtsdragers die tijdens bijeenkomsten van de Cacaoraad als voorzitter optreden, heeft stemrecht. Een lid van zijn/haar delegatie kan het stemrecht uitoefenen van het lid dat hij vertegenwoordigt.

Artikel 9
Zittingen van de Cacaoraad

1.    Als algemene regel houdt de Cacaoraad elk half cacaojaar een gewone zitting.

2.    De Cacaoraad komt in buitengewone zitting bijeen wanneer hij daartoe besluit of wanneer hierom wordt verzocht door:

a)    vijf leden;

b)    ten minste twee leden met ten minste tweehonderd stemmen;

c)    de uitvoerend directeur, voor de toepassing van de artikelen 22 en 60.

3.    De zittingen worden ten minste dertig kalenderdagen van tevoren aangekondigd, behalve in dringende gevallen; in dergelijke gevallen wordt de zitting ten minste vijftien kalenderdagen van tevoren aangekondigd.

4.    De zittingen worden gehouden in het hoofdkantoor van de Organisatie, tenzij de Cacaoraad anders besluit. Indien de Cacaoraad op uitnodiging van een lid elders dan in het hoofdkantoor bijeenkomt, betaalt dat lid de daaraan verbonden meerkosten, ten opzichte van de uitgaven die normaal gesproken door het secretariaat worden gedragen. 

5.    De Cacaoraad kan in virtuele of hybride zittingen bijeenkomen wanneer hij daartoe besluit of op verzoek van ten minste twee leden met elk ten minste tweehonderd stemmen.

Artikel 10
Stemmen

1.    De exporterende leden hebben tezamen duizend stemmen en de importerende leden hebben tezamen duizend stemmen. Deze stemmen worden binnen iedere ledencategorie, dat wil zeggen de categorie exporterende leden en de categorie importerende leden, verdeeld overeenkomstig de volgende leden van dit artikel.

2.    Per cacaojaar worden de stemmen van de exporterende leden als volgt verdeeld: ieder exporterend lid heeft vijf basisstemmen. De overblijvende stemmen worden over alle exporterende leden verdeeld in verhouding tot het gemiddelde volume van hun cacao-uitvoer in de voorgaande drie cacaojaren waarvoor de Organisatie gegevens heeft gepubliceerd in haar laatste uitgave van het Quarterly Bulletin of Cocoa Statistics. Daartoe wordt de uitvoer berekend als de netto-uitvoer van cacaobonen plus de netto-uitvoer van cacaoproducten, omgerekend naar cacaobonenequivalent volgens de conversiecoëfficiënten van artikel 34.

3.    Voor ieder cacaojaar worden de stemmen voor de importerende leden verdeeld over alle importerende leden in verhouding tot de gemiddelde omvang van hun cacao-invoer in de voorgaande drie cacaojaren waarvoor de Organisatie gegevens heeft gepubliceerd in de laatste uitgave van het Quarterly Bulletin of Cacao Statistics. Daartoe wordt de invoer berekend als de netto-invoer van cacaobonen plus de netto-invoer van cacaoproducten, omgerekend naar cacaobonenequivalent volgens de conversiecoëfficiënten van artikel 34. Geen van de lidlanden heeft minder dan vijf stemmen. De stemrechten van lidlanden die meer stemmen hebben dan het minimum worden daarom herverdeeld over de leden met minder stemmen dan het minimum.

4.    Indien om welke reden ook moeilijkheden ontstaan bij het bepalen of het bijwerken van de statistische grondslag voor de berekening van de stemmen overeenkomstig de leden 2 en 3 van dit artikel, kan de Cacaoraad besluiten een andere statistische grondslag voor de berekening van de stemmen toe te passen.

5.    Met uitzondering van de in artikel 4, leden 4 en 5, genoemde leden heeft geen van de leden meer dan 400 stemmen. Stemmen die dat aantal overschrijden als gevolg van de berekening volgens de leden 2, 3 en 4 worden volgens het aldaar bepaalde herverdeeld over de andere leden.

6.    Indien er een wijziging komt in de samenstelling van de Organisatie of indien het stemrecht van een lid krachtens een bepaling van de overeenkomst wordt geschorst of hersteld, verricht de Cacaoraad een herverdeling van de stemmen overeenkomstig dit artikel. De Europese Unie en andere intergouvernementele organisaties als bedoeld in artikel 4 hebben ieder stemrecht als één lid, volgens de procedure van de leden 2 en 3 van dit artikel.

7.    Er zijn geen deelstemmen.

Artikel 11
Stemprocedure in de Cacaoraad

1.    Ieder lid heeft het recht het aantal stemmen uit te brengen dat het bezit, en geen enkel lid heeft het recht zijn stemmen te verdelen. Een lid mag evenwel de stemmen die het overeenkomstig lid 2 mag uitbrengen, anders uitbrengen dan zijn eigen stemmen.

2.    Door schriftelijke kennisgeving aan de voorzitter van de Cacaoraad kan ieder exporterend lid een ander exporterend lid, en ieder importerend lid een ander importerend lid machtigen om op vergaderingen van de Cacaoraad zijn belangen te vertegenwoordigen en zijn stemrecht uit te oefenen. In dat geval is de beperking van artikel 10, lid 5, niet van toepassing.

3.    Een lid dat door een ander lid is gemachtigd de stemmen uit te brengen die het machtigende lid krachtens artikel 10 bezit, brengt die stemmen uit overeenkomstig de instructies van het machtigende lid.

Artikel 12
Besluiten van de Cacaoraad

1.    De Cacaoraad streeft ernaar al zijn besluiten te nemen en al zijn aanbevelingen te doen bij consensus. Indien geen consensus kan worden bereikt, neemt de Cacaoraad zijn besluiten en doet hij aanbevelingen met bijzondere meerderheid van stemmen volgens de volgende procedures:

a)    indien het voorstel niet de vereiste bijzondere meerderheid van stemmen behaalt als gevolg van de tegenstem van meer dan drie exporterende leden of meer dan drie importerende leden, is het voorstel verworpen;

b)    indien het voorstel niet de vereiste bijzondere meerderheid van stemmen behaalt als gevolg van de tegenstem van drie of minder exporterende leden of drie of minder importerende leden, wordt het voorstel binnen 48 uur opnieuw in stemming gebracht; en

c)    indien dan opnieuw geen bijzondere meerderheid van stemmen wordt bereikt, is het voorstel verworpen.

2.    Bij de telling van het aantal stemmen dat vereist is voor een besluit of een aanbeveling van de Cacaoraad, worden de stemmen van leden die zich van stemming hebben onthouden, buiten beschouwing gelaten.

3.    De leden aanvaarden alle overeenkomstig deze overeenkomst door de Cacaoraad genomen besluiten als bindend.

Artikel 13
Samenwerking met andere organisaties

1.    De Cacaoraad treft alle regelingen die hij wenselijk acht voor het raadplegen van en samenwerken met de Verenigde Naties en de organen daarvan, in het bijzonder de Conferentie van de Verenigde Naties voor Handel en Ontwikkeling, de Voedsel- en Landbouworganisatie en andere gespecialiseerde diensten van de Verenigde Naties, de Wereldhandelsorganisatie en intergouvernementele organisaties, naar gelang van de behoeften.

2.    Indachtig de bijzondere rol van de Conferentie van de Verenigde Naties voor Handel en Ontwikkeling in de internationale grondstoffenhandel houdt de Cacaoraad die organisatie op passende wijze op de hoogte van zijn activiteiten en werkprogramma’s.

3.    De Cacaoraad of het secretariaat kan tevens alle dienstige regelingen treffen voor de instandhouding van nuttige contacten met nationale landbouwersorganisaties via nationale sectorspecifieke beheersstructuren, alsook met handelaren en fabrikanten.

4.    De Cacaoraad streeft ernaar internationale financiële instellingen en andere partijen die een belang hebben bij de mondiale cacao-economie te betrekken bij zijn werkzaamheden betreffende het beleid voor de cacaoproductie en het cacaoverbruik.

5.    De Cacaoraad kan besluiten samen te werken met andere deskundigen op het gebied van cacao.

6.    In voorkomend geval kan de uitvoerend directeur namens de Organisatie een memorandum van overeenstemming sluiten over samenwerking met andere organisaties, met voorafgaande goedkeuring van de Cacaoraad.

Artikel 14
Uitnodiging en toelating van waarnemers

1.    De Cacaoraad kan staat die geen lid is uitnodigen zijn vergaderingen als waarnemer bij te wonen.

2.    De Cacaoraad kan eveneens de in artikel 13 genoemde organisaties uitnodigen om zijn vergaderingen als waarnemer bij te wonen.

3.    De Cacaoraad kan bovendien niet-gouvernementele organisaties die over de vereiste deskundigheid op het gebied van de cacaosector beschikken als waarnemer uitnodigen.

4.    Voor elk van zijn zittingen beslist de Cacaoraad over de deelname van waarnemers, waaronder in voorkomend geval niet-gouvernementele organisaties die over de vereiste deskundigheid op het gebied van de cacaosector beschikken, overeenkomstig het huishoudelijk reglement van de Organisatie.

Artikel 15
Quorum

1.    Het quorum voor de openingsvergadering van een zitting van de Cacaoraad is bereikt wanneer ten minste vijf exporterende leden en een meerderheid van de importerende leden aanwezig zijn, mits de aanwezige leden per categorie ten minste twee derde van het totale aantal stemmen van de leden in die categorie vertegenwoordigen.

2.    Indien er op de dag van de openingsvergadering van een zitting geen quorum overeenkomstig lid 1 is, wordt het quorum voor de openingsvergadering op de tweede dag en gedurende de rest van de zitting bereikt indien de aanwezige exporterende en importerende leden een gewone meerderheid van de stemmen in hun respectieve categorie vertegenwoordigen.

3.    Voor vergaderingen na de openingsvergadering van een zitting overeenkomstig lid 1 wordt het quorum bereikt overeenkomstig lid 2.

4.    Vertegenwoordiging overeenkomstig artikel 11, lid 2, wordt als aanwezigheid beschouwd.

Hoofdstuk V
Secretariaat van de Organisatie

Artikel 16
Uitvoerend directeur en personeel van de Organisatie

1.    Het secretariaat omvat de uitvoerend directeur en het personeel.

2.    De Cacaoraad benoemt de uitvoerend directeur voor een periode van vijf jaar, die slechts eenmaal met een nieuwe termijn van vijf jaar kan worden verlengd. 

3.    De uitvoerend directeur is de hoogste functionaris van de Organisatie en is aan de Cacaoraad verantwoording verschuldigd over het beheer en de werking van de overeenkomst, in overeenstemming met de besluiten van de Cacaoraad. In geval van een vacature of bij afwezigheid van de uitvoerend directeur voor een periode van meer dan zes maanden, benoemt de Cacaoraad een uitvoerend directeur ad interim van de Organisatie.

4.    Het personeel van de Organisatie legt verantwoording af aan de uitvoerend directeur.

5.    De uitvoerend directeur benoemt het personeel overeenkomstig de door de Cacaoraad vastgestelde voorschriften. Bij het opstellen van die voorschriften houdt de Cacaoraad rekening met de voorschriften die gelden voor functionarissen van soortgelijke intergouvernementele organisaties. Het personeel wordt zoveel mogelijk benoemd uit personen met de nationaliteit van de exporterende en importerende leden.

6.    De uitvoerend directeur en de andere personeelsleden mogen geen financiële belangen hebben in de cacao-industrie, de cacaohandel, het cacaovervoer of de cacaoreclame.

7.    Bij de vervulling van hun werkzaamheden mogen de uitvoerend directeur en het personeel geen instructies vragen of ontvangen van leden of van enige autoriteit buiten de Organisatie. Zij onthouden zich van handelingen die in strijd zijn met hun positie als internationaal functionaris die uitsluitend aan de Organisatie verantwoording verschuldigd is. De leden verbinden zich ertoe het uitsluitend internationale karakter van de taken van de uitvoerend directeur en het personeel te eerbiedigen en niet te trachten hen bij de vervulling van hun taak te beïnvloeden.

8.    De uitvoerend directeur en de andere personeelsleden van de Organisatie mogen geen informatie betreffende de werking of het beheer van de overeenkomst openbaar maken, tenzij met een machtiging van de Cacaoraad of voor zover nodig voor de juiste uitoefening van hun taken krachtens de overeenkomst.

Artikel 17
Werkprogramma

1.    Op de eerste zitting van de Cacaoraad na de inwerkingtreding van de overeenkomst legt de uitvoerend directeur een strategisch vijfjarenplan aan de Cacaoraad voor ter bestudering en goedkeuring. Een jaar voor het verstrijken van het strategische vijfjarenplan legt de uitvoerend directeur een ontwerp voor een nieuw strategisch vijfjarenplan aan de Cacaoraad voor.

2.    Op de laatste zitting van het cacaojaar stelt de Cacaoraad op aanbeveling van de Economische commissie het werkprogramma voor de Organisatie voor het volgende jaar vast, dat is opgesteld door de uitvoerend directeur. Het werkprogramma omvat door de Organisatie te ondernemen projecten, initiatieven en activiteiten. De uitvoerend directeur voert het werkprogramma uit.

3.    De Economische commissie evalueert op haar laatste vergadering van het cacaojaar de uitvoering van het werkprogramma voor het lopende jaar op basis van een rapport van de uitvoerend directeur. De Economische commissie brengt over haar bevindingen verslag uit aan de Cacaoraad.

Artikel 18
Jaarverslag

De Cacaoraad publiceert een jaarverslag.

Hoofdstuk VI
Administratieve en financiële commissie

Artikel 19
Instelling van de Administratieve en financiële commissie

1.    Er wordt een Administratieve en financiële commissie ingesteld. De taken van de Administratieve en financiële commissie zijn:

a)    toezicht houden op de uitwerking van het aan de Cacaoraad voor te leggen ontwerp van de huishoudelijke begroting op basis van een begrotingsvoorstel van de uitvoerend directeur;

b)    uitvoeren van alle andere administratieve en financiële taken die de Cacaoraad haar opdraagt, met inbegrip van het toezicht op de inkomsten en uitgaven en vraagstukken betreffende het bestuur van de Organisatie.

2.    De Administratieve en financiële commissie doet aanbevelingen aan de Cacaoraad betreffende de genoemde onderwerpen.

3.    De Cacaoraad stelt het reglement van de Administratieve en financiële commissie vast.

Artikel 20
Samenstelling van de Administratieve en financiële commissie

1.    De Administratieve en financiële commissie bestaat uit zes exporterende leden en zes importerende leden.

2.    Elk in de Administratieve en financiële commissie vertegenwoordigd lid benoemt één vertegenwoordiger en desgewenst een of meer plaatsvervangers. De leden van elke categorie worden door de Cacaoraad gekozen. De ambtstermijn van de leden bedraagt twee jaar en kan worden verlengd.

3.    De Cacaoraad kiest uit de vertegenwoordigers van de Administratieve en financiële commissie een voorzitter en een vicevoorzitter voor een termijn van twee jaar. Het voorzitterschap en het vicevoorzitterschap worden volgens een rouleringssysteem bekleed door de exporterende leden en de importerende leden. De voorzitter en de vicevoorzitter worden niet bezoldigd.

Artikel 21
Vergaderingen van de Administratieve en financiële commissie

1.    De vergaderingen van de Administratieve en financiële commissie kunnen door alle overige leden van de Organisatie als waarnemer worden bijgewoond.

2.    De Administratieve en financiële commissie vergadert gewoonlijk in het hoofdkantoor van de Organisatie, tenzij zij anders besluit. Indien de Administratieve en financiële commissie op uitnodiging van een lid elders dan in het hoofdkantoor van de Organisatie bijeenkomt, betaalt dat lid de daaraan verbonden meerkosten, overeenkomstig de administratieve voorschriften van de Organisatie.

3.    De Administratieve en financiële commissie vergadert gewoonlijk tweemaal per jaar en brengt over haar werkzaamheden verslag uit aan de Cacaoraad.

4.    De Administratieve en financiële commissie kan in virtuele of hybride zittingen bijeenkomen wanneer zij daartoe besluit of op verzoek van ten minste twee leden met elk ten minste tweehonderd stemmen.

Hoofdstuk VII
Financiën

Artikel 22
Financiën

1.    Voor het beheer van de Overeenkomst wordt een administratieve rekening bijgehouden. De uitgaven die voor het beheer van de overeenkomst nodig zijn, worden op de administratieve rekening geboekt en gefinancierd uit de jaarlijkse bijdragen van de leden, die overeenkomstig artikel 24 worden vastgesteld. Indien een lid evenwel om bijzondere diensten verzoekt, kan de Cacaoraad besluiten dat verzoek in te willigen, waarbij de kosten voor die diensten door dat lid moeten worden betaald.

2.    De Cacaoraad kan de uitvoerend directeur machtigen om voor specifieke doeleinden afzonderlijke rekeningen te openen overeenkomstig de doelstellingen van deze overeenkomst. Die rekeningen worden gefinancierd uit vrijwillige bijdragen van de leden en andere instanties.

3.    Het boekjaar van de Organisatie valt samen met het cacaojaar.

4.    De uitgaven van delegaties bij de Cacaoraad, bij de Administratieve en financiële commissie, bij de Economische commissie en bij andere commissies of werkgroepen van de Cacaoraad komen voor rekening van de betrokken leden.

5.    Indien de Organisatie gezien haar financiële positie niet of waarschijnlijk niet aan haar financiële verplichtingen voor de rest van het cacaojaar kan voldoen, roept de uitvoerend directeur binnen 15 dagen een bijzondere zitting van de Cacaoraad bijeen, tenzij er al om andere redenen een bijeenkomst van de Cacaoraad binnen 30 kalenderdagen is gepland.

Artikel 23
Verplichtingen van de leden

De verplichtingen van een lid jegens de Cacaoraad en jegens andere leden reiken niet verder dan zijn verplichting tot het voldoen van de bijdrage waarin in de overeenkomst uitdrukkelijk wordt voorzien. Derden die met de Cacaoraad zaken doen, worden geacht op de hoogte te zijn met het bepaalde in deze overeenkomst inzake de bevoegdheden van de Cacaoraad en de verplichtingen van de leden, met name artikel 7, lid 2, en de eerste zin van dit artikel.

Artikel 24
Goedkeuring van de huishoudelijke begroting en vaststelling van de bijdragen

1.    De Cacaoraad keurt het formaat van de huishoudelijke begroting goed.

2.    In de tweede helft van ieder boekjaar keurt de Cacaoraad de administratieve begroting van de Organisatie voor het volgende boekjaar goed en stelt hij de bijdrage van ieder lid tot die begroting vast.

3.    De bijdrage van ieder lid tot de administratieve begroting voor ieder boekjaar is evenredig met het aandeel van zijn stemmen in het totale aantal stemmen van alle leden op het ogenblik dat de administratieve begroting voor dat boekjaar wordt goedgekeurd. Voor het vaststellen van de bijdragen worden de stemmen van ieder lid berekend zonder rekening te houden met een eventuele schorsing van het stemrecht van een lid of een daaruit voortvloeiende herverdeling van stemmen.

4.    De eerste bijdrage van een lid dat na de inwerkingtreding van deze overeenkomst tot de Organisatie toetreedt, wordt door de Cacaoraad vastgesteld aan de hand van het aantal stemmen waarover dat lid beschikt en het gehele tijdvak van het lopende boekjaar. De voor de andere leden voor het lopende boekjaar vastgestelde bijdragen worden evenwel niet gewijzigd.

5.    Indien de Overeenkomst in werking treedt vóór de aanvang van het eerste volledige boekjaar, keurt de Cacaoraad tijdens zijn eerste zitting een administratieve begroting goed voor de periode tot aan het begin van het eerste volledige boekjaar.

Artikel 25
Betaling van bijdragen aan de huishoudelijke begroting

1.    De bijdragen aan de huishoudelijke begroting voor ieder boekjaar zijn verschuldigd op de eerste dag van dat boekjaar, worden betaald in vrij convertibele valuta en zijn niet onderworpen aan deviezenbeperkingen. Bijdragen van leden voor het boekjaar waarin zij tot de Organisatie toetreden, zijn verschuldigd op de datum waarop zij lid worden.

2.    De bijdragen aan de krachtens artikel 24, lid 4, goedgekeurde huishoudelijke begroting moeten worden betaald binnen drie maanden nadat zij zijn vastgesteld.

3.    Indien een lid twee maanden na het begin van het boekjaar, dan wel wanneer het een nieuw lid betreft, één maand nadat de Cacaoraad zijn bijdrage heeft vastgesteld, zijn volledige bijdrage aan de huishoudelijke begroting niet heeft betaald, verzoekt de uitvoerend directeur dat lid zijn betaling zo spoedig mogelijk te verrichten. Indien dat lid na verloop van één maand na het verzoek van de uitvoerend directeur zijn bijdrage nog steeds niet heeft betaald, wordt het stemrecht van dat lid in de Cacaoraad, de Administratieve en financiële commissie en de Economische commissie geschorst totdat het zijn bijdrage volledig heeft betaald.

4.    Een lid van wie het stemrecht krachtens lid 3 van dit artikel is geschorst, wordt geen van zijn andere uit deze overeenkomst voortvloeiende rechten ontnomen en wordt niet van zijn uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen ontslagen, tenzij de Cacaoraad anders beslist. Het lid blijft verplicht zijn bijdrage te betalen en aan alle andere financiële verplichtingen krachtens de overeenkomst te voldoen.

5.    De Cacaoraad onderzoekt het lidmaatschap van een lid dat gedurende twee jaar zijn bijdrage niet heeft betaald en kan met bijzondere meerderheid van stemmen besluiten dat dat lid niet langer de rechten van het lidmaatschap geniet en/of niet langer in aanmerking wordt genomen voor de begroting. Het lid moet evenwel verder voldoen aan alle andere financiële verplichtingen die het krachtens de overeenkomst heeft. Door betaling van de achterstallige bedragen verwerft het lid opnieuw de rechten van het lidmaatschap. Betalingen van leden met een betalingsachterstand worden eerst in mindering gebracht op de achterstallige bijdrage en pas daarna verrekend met de meest recent verschuldigde bijdragen.

Artikel 26
Accountantscontrole en openbaarmaking van de rekeningen

1.    Zo spoedig mogelijk na het einde van ieder boekjaar en uiterlijk zes maanden daarna wordt de stand van de rekeningen van de Organisatie voor dat boekjaar en de jaarbalans van de in artikel 22 genoemde rekeningen geverifieerd. De controle wordt verricht door een erkende onafhankelijke accountant, die voor ieder boekjaar door de Cacaoraad wordt gekozen.

2.    De aanstellingsvoorwaarden van de onafhankelijke accountant van goede reputatie alsmede de oogmerken en doelstellingen van de verificatie worden vastgesteld in het financieel reglement van de Organisatie. De accountantsverklaring inzake de rekeningen van de Organisatie en de gecontroleerde balans worden aan de Cacaoraad op zijn eerstvolgende gewone zitting ter goedkeuring voorgelegd.

3.    De door de Cacaoraad goedgekeurde accountantsverklaring wordt gepubliceerd binnen één maand na de vergadering waarin zij werd goedgekeurd.

Hoofdstuk VIII
Economische commissie

Artikel 27
Instelling van de Economische commissie

1.    Er wordt een Economische commissie ingesteld. De taken van de Economische commissie zijn:

a)    onderzoek van statistieken over cacao en statistische analyse van de cacaoproductie, het cacaoverbruik, de cacaovoorraden, de cacaovermalingen, de internationale cacaohandel en de cacaoprijzen;

b)    onderzoek van analyses van de marktontwikkelingen en andere factoren die op die ontwikkelingen van invloed zijn, met name de vraag naar en het aanbod van cacao, met inbegrip van het effect van het gebruik van vervangingsmiddelen voor cacaoboter op het cacaoverbruik en de internationale cacaohandel;

c)    analyse van gegevens over de toegang van producerende landen en verbruikende landen tot de markt voor cacao en cacaoproducten, met inbegrip van gegevens over tarifaire en niet-tarifaire belemmeringen en activiteiten van de leden om handelsbelemmeringen weg te nemen;

d)    bestuderen en aan de Cacaoraad aanbevelen van projecten voor financiering door multilaterale en bilaterale donoren;

e)    onderzoek van vraagstukken betreffende de economische aspecten van de duurzame ontwikkeling van de cacao-economie;

f)    onderzoek van het ontwerp van het jaarlijkse werkprogramma van de Organisatie, in voorkomend geval in samenwerking met de Administratieve en financiële commissie;

g)    voorbereiding van internationale conferenties en seminars over cacao op verzoek van de Cacaoraad;

h)    evalueren van de door het secretariaat opgestelde Quarterly Bulletins of Cacao Statistics;

i)    onderzoek van alle andere door de Cacaoraad goedgekeurde vraagstukken.

2.    De Economische commissie doet aanbevelingen aan de Cacaoraad betreffende de genoemde onderwerpen.

3.    De Cacaoraad stelt het reglement van de Economische commissie vast.

Artikel 28
Samenstelling van de Economische commissie

1.    Het lidmaatschap van de Economische commissie staat open voor alle leden van de Organisatie.

2.    De leden van de Economische commissie kiezen een voorzitter en een vicevoorzitter voor een niet-verlengbare termijn van twee jaar. Het voorzitterschap en het vicevoorzitterschap worden volgens een rouleringssysteem bekleed door de exporterende leden en de importerende leden. De voorzitter en de vicevoorzitter worden niet bezoldigd.

Artikel 29
Vergaderingen van de Economische commissie

1.    De Economische commissie vergadert gewoonlijk in het hoofdkantoor van de Organisatie, tenzij zij anders besluit. Indien de Economische commissie op uitnodiging van een lid elders dan in het hoofdkantoor van de Organisatie bijeenkomt, betaalt dat lid de daaraan verbonden meerkosten, overeenkomstig de administratieve voorschriften van de Organisatie.

2.    De Economische commissie vergadert gewoonlijk tweemaal per jaar, op het zelfde tijdstip als de zittingen van de Cacaoraad. De Economische commissie brengt over haar werkzaamheden verslag uit aan de Cacaoraad.

3.    De Economische commissie kan in virtuele of hybride zittingen bijeenkomen wanneer zij daartoe besluit of op verzoek van ten minste twee leden met elk ten minste tweehonderd stemmen.

Hoofdstuk IX
Transparantie van de markt

Artikel 30
Informatie en transparantie van de markt

1.    De Organisatie treedt op als wereldwijd informatiecentrum voor het doeltreffend verzamelen, vergelijken, uitwisselen en verspreiden van statistische gegevens en studies over alle aspecten van cacao en cacaoproducten. Daartoe doet de Organisatie het volgende:

a)    zij houdt statistische gegevens bij over de productie, de vermalingen, het verbruik, de uitvoer, de wederuitvoer, de invoer, de prijzen en de voorraden van cacao en cacaoproducten;

b)    zij vraagt, voor zover zij dat wenselijk acht, technische gegevens op over teelt, afzet, vervoer, verwerking, gebruik en verbruik van cacao.

2.    De Cacaoraad kan de leden verzoeken gegevens te verstrekken die hij voor zijn werkzaamheden nodig acht, zoals gegevens over overheidsbeleid, belastingheffing, nationale normen en wet- en regelgeving betreffende cacao.

3.    Om de transparantie van de markt te bevorderen, verstrekken de leden de uitvoerend directeur zo veel mogelijk en binnen een redelijke termijn statistische gegevens, die zo gedetailleerd en betrouwbaar mogelijk zijn.

4.    Indien een lid niet binnen een redelijke termijn de statistische gegevens verstrekt die de Cacaoraad voor de goede werking van de Organisatie nodig heeft, of daarbij moeilijkheden ondervindt, verzoekt de Cacaoraad het betrokken lid de redenen mede te delen waarom het niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Indien blijkt dat het nodig is bijstand te verlenen, kan de Cacaoraad de nodige steunmaatregelen nemen om de problemen te verhelpen.

5.    Het secretariaat publiceert op passende tijdstippen, maar ten minste tweemaal per cacaojaar, ramingen van de productie van cacaobonen, van de vermalingen van cacao, en van de cacaovoorraden. Het secretariaat mag geen informatie publiceren waaruit de activiteiten kunnen blijken van natuurlijke personen of commerciële organisaties die cacao produceren, in voorraad hebben, verwerken of distribueren. Het secretariaat kan gebruikmaken van relevante informatie uit andere officiële bronnen om de ontwikkeling van de markt te volgen en het niveau van de actuele en potentiële productie en het actuele en potentiële verbruik van cacao te beoordelen.

Artikel 31
Voorraden

1.    Teneinde de beoordeling van de wereldcacaovoorraden te vergemakkelijken en daardoor de transparantie van de markt te bevorderen, verstrekken de leden het secretariaat gegevens over de voorraden cacaobonen en cacaoproducten die in hun land aanwezig zijn.

2.    De uitvoerend directeur neemt de nodige maatregelen om de actieve medewerking van de particuliere sector te verkrijgen, waarbij de vertrouwelijkheid van de te verstrekken gegevens ten volle in acht wordt genomen. De uitvoerend directeur werkt samen met de respectieve regering om de gegevens te verkrijgen.

3.    De uitvoerend directeur brengt jaarlijks aan de Economische commissie verslag uit op basis van de ontvangen gegevens inzake het peil van de wereldwijde voorraden cacaobonen en cacaoproducten.

Artikel 32
Vervangingsmiddelen voor cacao

1.    De leden erkennen dat het gebruik van vervangingsmiddelen de groei van het cacaoverbruik en de ontwikkeling van een duurzame cacao-economie ongunstig kan beïnvloeden. De leden nemen op dit gebied de aanbevelingen en besluiten van de bevoegde internationale instanties volledig in acht, zoals de bepalingen van de Codex Alimentarius.

2.    De uitvoerend directeur brengt aan de Economische commissie jaarlijks verslag uit over de ontwikkeling van de situatie. Op basis van deze verslagen beoordeelt de Economische commissie de situatie en doet zo nodig aanbevelingen voor passende besluiten aan de Cacaoraad.

Artikel 33
Indicatieprijs

1.    Met het oog op de toepassing van de overeenkomst en in het bijzonder het toezicht op de ontwikkeling van de cacaomarkt berekent en publiceert de uitvoerend directeur de dagelijkse ICCO-indicatieprijs voor cacaobonen. Deze prijs wordt uitgedrukt in US-dollar per ton, en in euro en pond sterling per ton.

2.    De ICCO-indicatieprijs is het gemiddelde van de dagnoteringen voor cacaobonen van de laatste drie maanden waarin actieve handel in futures plaatsvond op de London International Financial Futures and Options Exchange (ICE Futures Europe) en de ICE Futures U.S. te New York bij sluitingstijd te Londen. De Londense noteringen worden omgerekend in US-dollar per ton op basis van de geldende wisselkoers voor deviezen voor levering over zes maanden te Londen bij sluitingstijd. Het in US-dollar uitgedrukte gemiddelde van de prijzen in Londen en New York wordt omgerekend in euro en pond sterling volgens de contante wisselkoers van Londen bij sluitingstijd. De Cacaoraad beslist over de berekeningsmethode wanneer slechts de noteringen op één van beide cacaomarkten beschikbaar zijn of wanneer de Londense wisselmarkt is gesloten. Het tijdstip van overgang naar de volgende periode van drie maanden is de vijftiende van de maand die onmiddellijk voorafgaat aan de dichtstbijzijnde actieve maand waarin de vervaldatum valt.

3.    De Cacaoraad kan besluiten voor het berekenen van de ICCO-indicatieprijs een andere door hem bruikbaar geachte methode toe te passen dan in dit artikel beschreven.

Artikel 34
Conversiecoëfficiënten

1.    Voor de vaststelling van het cacaobonenequivalent van cacaoproducten gelden de volgende conversiecoëfficiënten: cacaoboter 1,33; cacaokoeken en cacaopoeder 1,18; cacaomassa/cacao-extract en cacaokernen 1,25. De Cacaoraad kan indien nodig bepalen dat andere cacao bevattende producten cacaoproducten zijn. De conversiecoëfficiënten voor andere cacaoproducten dan die waarvoor de conversiecoëfficiënten in dit lid worden bepaald, worden door de Cacaoraad vastgesteld.

2.    De Cacaoraad herziet, telkens wanneer dat nodig is en ten minste om de drie jaar, de in lid 1 van dit artikel genoemde conversiecoëfficiënten.

Artikel 35
Wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling

De Cacaoraad stimuleert en bevordert wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling op het gebied van productie, vervoer, verwerking, afzet en verbruik van cacao, het levensonderhoud van landbouwers, voedselveiligheid, voedselkwaliteit, voeding, traceerbaarheid, klimaatverandering, en de verspreiding en praktische toepassing van de verkregen resultaten. De Organisatie kan daartoe met internationale organisaties, onderzoekinstellingen en de particuliere sector samenwerken.

Hoofdstuk X
Marktontwikkeling

Artikel 36
Marktanalyse

1.    De Economische commissie analyseert tendensen en vooruitzichten voor groei in de verschillende sectoren van de cacaoproductie en het cacaoverbruik en de ontwikkeling van voorraden en prijzen, en constateert verstoringen van het marktevenwicht in een vroeg stadium.

2.    De Economische commissie bespreekt op haar eerste zitting na het begin van ieder cacaojaar de jaarlijkse ramingen van de productie en het verbruik wereldwijd voor de eerstvolgende vijf cacaojaren. De opgestelde ramingen worden zo nodig ieder jaar bezien en gewijzigd.

3.    De Economische commissie brengt op iedere gewone zitting van de Cacaoraad uitgebreid verslag uit. Bij voorspelde verstoringen van het marktevenwicht zal de Cacaoraad aanbevelingen aannemen om het marktevenwicht te herstellen. De maatregelen mogen evenwel de mededinging niet uitschakelen.

Artikel 37
Verwerking bij de oorsprong en bevordering van het verbruik

1.    De leden stimuleren de lokale verwerking van cacao, met inbegrip van eindproducten, en bevorderen de lokale, subregionale en regionale markten voor deze producten.

2.    De leden verbinden zich ertoe het verbruik van chocolade en cacaoproducten aan te moedigen en de cacaomarkt uit te bouwen, ook in de landen die exporterend lid zijn. Ieder lid is verantwoordelijk voor de middelen en methoden die het daartoe aanwendt.

3.    De leden verbinden zich ertoe de kwaliteit en veiligheid van cacao te verbeteren en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de daartoe genomen maatregelen in overeenstemming zijn met de Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen van de Wereldhandelsorganisatie en de Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen.

4.    Alle leden streven ernaar binnenlandse hindernissen voor de groei van het cacaoverbruik weg te nemen of aanzienlijk te verminderen. In dit verband stellen de leden de Cacaoraad in kennis van alle relevante regels en maatregelen.

5.    De Economische commissie stelt een programma op voor de promotieactiviteiten van de Organisatie, die onder andere bestaan uit voorlichtingscampagnes, prijzen, kunstwedstrijden, onderzoek, capaciteitsopbouw, technische bijstand en studies in verband met de cacaoproductie en het cacaoverbruik. De Economische commissie tracht voor de uitvoering van haar activiteiten de medewerking van de particuliere sector te verkrijgen.

6.    De promotieactiviteiten worden opgenomen in het jaarlijkse werkprogramma van de Organisatie en kunnen worden gefinancierd met middelen die door leden, niet-leden, andere organisaties en de particuliere sector worden toegezegd.

7.    De leden verbinden zich ertoe strategieën uit te voeren om de traceerbaarheid van cacaobonen te waarborgen, alsook strategieën om de kwaliteit van cacao te waarborgen.

8.    De leden verbinden zich ertoe instrumenten te ontwikkelen die zijn gericht op het bevorderen van consumptie en het vastleggen van de marktwaarde, door onder meer de nadruk te leggen op verschillende kenmerken zoals aromatisch profiel, duurzaamheid en oorsprong.

Artikel 38
Studies, onderzoeken en verslagen

1.    Om de leden bij te staan, bevordert de Cacaoraad het opstellen van studies, onderzoeken, technische verslagen en andere documenten met betrekking tot de economie van de productie en distributie van cacao. Dit kan omvatten: tendensen en prognoses, de impact van overheidsmaatregelen in de exporterende en importerende landen op de productie en het verbruik van cacao, de analyse van de cacaowaardeketen, de wijze van beheersing van financiële en andere risico’s, methoden voor het bevorderen van innovatie via financiële instrumenten, digitale oplossingen en technologieoverdracht, duurzaamheidsaspecten van de cacaosector, de beoordeling van het effect van het certificeringssysteem op kleine producenten, mogelijkheden om het cacaoverbruik voor traditionele en nieuwe doeleinden en markten te vergroten, het verband tussen cacao en gezondheid en de gevolgen van de toepassing van deze overeenkomst voor cacao-exporteurs en -importeurs, met name wat de handelsvoorwaarden betreft.

2.    De Cacaoraad kan tevens de uitvoering stimuleren van studies die tot sterkere transparantie van de markt kunnen leiden en de ontwikkeling van een evenwichtige en duurzame mondiale cacao-economie kunnen bevorderen.

3.    Met het oog op de uitvoering van de leden 1 en 2 van dit artikel stelt de Cacaoraad op aanbeveling van de Economische commissie een lijst vast van studies, onderzoeken en verslagen die in het jaarlijkse werkprogramma moeten worden opgenomen, overeenkomstig artikel 17 van deze overeenkomst. Deze activiteiten kunnen worden gefinancierd uit de middelen van de huishoudelijke begroting of uit andere bronnen.

Hoofdstuk XI
Edelcacao

Artikel 39
Edelcacao

1.    De Cacaoraad onderzoekt op zijn eerste zitting na de inwerkingtreding van deze overeenkomst bijlage C bij deze overeenkomst en herziet die indien nodig, waarbij hij vaststelt hoe groot het aandeel van de uitvoer van edelcacaobonen is als functie van de totale uitvoer van cacaobonen, waarbij de in bijlage C vermelde exporterende landen uitsluitend of gedeeltelijk edelcacaobonen uitvoeren. Daarna kan de Cacaoraad bijlage C op ieder ogenblik gedurende de looptijd van de overeenkomst onderzoeken en zo nodig herzien. De Cacaoraad wint in voorkomend geval deskundig advies in. In dergelijke gevallen wordt het panel van deskundigen zo veel mogelijk zodanig samengesteld dat er een evenwicht is tussen de deskundigen van de verbruikende landen en de deskundigen van de producerende landen. De Cacaoraad beslist over de samenstelling van het panel van deskundigen en de te volgen procedures.

2.    De Economische commissie kan de Organisatie voorstellen voorleggen om een stelsel van statistieken op te zetten en toe te passen betreffende de productie van en de handel in edelcacao.

3.    Met passende aandacht voor het belang van edelcacao onderzoeken de leden projecten op dit gebied en keuren deze in voorkomend geval goed, overeenkomstig de artikelen 35, 37, 40, 42, 43, 44 en 45.

Hoofdstuk XII
Projecten

Artikel 40
Projecten

1.    De leden kunnen voorstellen indienen voor projecten die bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van deze overeenkomst op de prioritaire werkterreinen die in het in artikel 17, lid 1, bedoelde strategische vijfjarenplan zijn omschreven.

2.    De Economische commissie beoordeelt de projectvoorstellen en doet aanbevelingen aan de Cacaoraad volgens de door de Cacaoraad vastgestelde mechanismen en procedures voor de indiening, beoordeling, goedkeuring en financiering van projecten en de vaststelling van prioriteiten daarvoor. De Cacaoraad kan indien hij dat passend acht mechanismen en procedures vaststellen voor de uitvoering en opvolging van projecten en voor de zo breed mogelijke verspreiding van de resultaten daarvan.

3.    Op elke vergadering van de Economische commissie brengt de uitvoerend directeur verslag uit over de stand van zaken van alle projecten die door de Cacaoraad zijn goedgekeurd, met inbegrip van de projecten die wachten op financiering, in uitvoering zijn of zijn voltooid. De Cacaoraad krijgt overeenkomst artikel 27, lid 2, een samenvatting.

4.    In het algemeen treedt de Organisatie op als toezichthoudend orgaan bij de uitvoering van projecten. De algemene kosten die de Organisatie maakt voor de opzet en het beheer van de projecten, het toezicht daarop en de beoordeling daarvan, worden opgenomen in de totale kosten van de projecten. Deze algemene kosten mogen niet meer bedragen dan 10 % van de totale kosten van elk project.

Artikel 41
Betrekkingen met multilaterale en bilaterale donoren

1.    De Organisatie streeft naar samenwerking met andere internationale organisaties en bilaterale en multilaterale donoren, teneinde indien nodig financiering te verkrijgen voor programma’s en projecten die voor de cacao-economie van belang zijn.

2.    De Organisatie gaat in geen geval voor eigen rekening of namens leden financiële verplichtingen aan voor projecten. Een lid van de Organisatie kan niet op grond van zijn lidmaatschap van de Organisatie aansprakelijk worden gesteld voor door andere leden of instanties in verband met dergelijke projecten opgenomen of verstrekte leningen.

Hoofdstuk XIII
Duurzame ontwikkeling

Artikel 42
Duurzame cacao-economie

1.    De leden verrichten alle nodige inspanningen om een duurzame cacao-economie tot stand te brengen, met inachtneming van de beginselen en doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling zoals die met name zijn opgenomen in alle relevante internationale overeenkomsten, programma’s of verklaringen waarbij zij partij zijn. 

2.    De Organisatie helpt leden die daarom verzoeken om hun doelstellingen op het gebied van de totstandbrenging van een duurzame cacao-economie te bereiken, overeenkomstig artikel 1, punt f), en artikel 2, punt 15, alsook de artikelen 43, 44 en 45.

3.    De Organisatie vervult waar nodig een spilfunctie in de permanente dialoog tussen alle actoren om de ontwikkeling van een duurzame cacao-economie te bevorderen.

4.    De Cacaoraad stelt programma’s en projecten vast met betrekking tot een duurzame cacao-economie en evalueert deze geregeld, zulks met inachtneming van lid 1.

5.    De Organisatie streeft ernaar om van multilaterale en bilaterale donoren bijstand en steun te verkrijgen voor de uitvoering van programma’s, projecten en activiteiten die gericht zijn op de totstandkoming van een duurzame cacao-economie.

6.    Niets in deze overeenkomst doet afbreuk aan de rechten en de plichten van de leden van de Wereldhandelsorganisatie uit hoofde van de WTO-overeenkomst.

Artikel 43
Economische duurzaamheid

1.    De leden ontwikkelen doeltreffende beleidsmaatregelen en programma’s om de productiviteit, de markttoegang en de transparantie van de markt te verbeteren om cacaotelers een inkomen te verschaffen.

2.    De leden zien erop toe dat cacaotelers via deze beleidsmaatregelen en programma’s lonende prijzen voor hun cacao krijgen op de lokale, nationale en internationale cacaomarkten.

3.    In geval van een aanzienlijke daling van de cacaoprijzen verbinden de leden zich ertoe samen te werken om de oorzaak van de daling aan te pakken, overeenkomstig artikel 36.

4.    De leden ontwikkelen en ondersteunen een institutioneel kader voor menselijke capaciteitsopbouw waarmee de diversificatie van cacaoproducenten op en buiten het landbouwbedrijf wordt ondersteund om hun financiële veerkracht en inkomen te verbeteren.

5.    De leden moedigen en ondersteunen cacaotelers aan sterke en efficiënte landbouworganisaties op te richten om hun onderhandelingspositie op de markt te verbeteren en nichemarkten voor hoge kwaliteit te ontwikkelen, zodat zij in staat worden gesteld de hoogste waarde voor hun cacao te verdienen.

Artikel 44
Sociale duurzaamheid

1.    De leden verbinden zich ertoe de levensstandaard van de cacaoproducenten te verbeteren, met name het inkomen en de arbeidsomstandigheden van bevolkingsgroepen die bij de cacaosector zijn betrokken.

2.    De leden verbinden zich ertoe kinderarbeid te bestrijden, rekening houdend met erkende beginselen en toepasselijke internationale arbeidsnormen. Dit houdt onder meer in dat de ergste vormen van kinderarbeid moeten worden uitgebannen.

3.    De leden verbinden zich ertoe bij te dragen tot het bereiken van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen en inclusiviteit van jongeren door de deelname van vrouwen en de jongere generaties landbouwers aan de cacaoproductie en -handel aan te moedigen en te ondersteunen.

Artikel 45
Ecologische duurzaamheid

1.    De leden verbinden zich ertoe ontbossing te bestrijden in het kader van een landschapsbenadering waarin het beheer van natuurlijke hulpbronnen wordt gecombineerd met overwegingen op het gebied van milieu en levensonderhoud.

2.    De Organisatie erkent de rol van cacao bij de ontwikkeling en instandhouding van ecosystemen en ondersteunt herbebossing, bebossing en agrobosbouw, om de koolstofvoorraden en -verwijderingen in bossen te vergroten en de wereldwijde respons op klimaatverandering te versterken, en biedt landbouwers tegelijkertijd de mogelijkheid om milieudiensten te verlenen en overeenkomstige compensaties te ontvangen, met name evenredige koolstofkredieten. 

Hoofdstuk XIV
Adviesraad voor de wereldcacao-economie

Artikel 46
Instelling van de Adviesraad voor de wereldcacao-economie

1.    Er wordt een Adviesraad voor de wereldcacao-economie ingesteld (hierna “Adviesraad” genoemd), teneinde de actieve betrokkenheid bij het werk van de Organisatie van deskundigen uit de particuliere sector en uit het maatschappelijk middenveld aan te moedigen en een permanente dialoog tussen deskundigen uit de openbare en de particuliere sector te bevorderen.

2.    De Adviesraad is een raadgevend lichaam dat aanbevelingen doet aan de Cacaoraad inzake vraagstukken van algemeen en strategisch belang voor de cacaosector, zoals:

a)    de structurele ontwikkeling van vraag en aanbod op de lange termijn;

b)    de middelen om de positie van cacaotelers te versterken en zo hun inkomsten te verhogen;

c)    voorstellen ter aanmoediging van duurzame productie van, handel in en gebruik van cacao;

d)    de ontwikkeling van een duurzame cacao-economie;

e)    de uitwerking van methoden en voorwaarden voor het bevorderen van het verbruik;

f)    de verbetering van de veiligheid van verhandelbare cacao; en

g)    f) alle andere vraagstukken betreffende cacao die onder deze overeenkomst vallen.

3.    De Adviesraad verleent de Cacaoraad bijstand bij het verzamelen van informatie over productie, verbruik en voorraden.

4.    De Adviesraad doet aanbevelingen aan de Cacaoraad betreffende de genoemde onderwerpen.

5.    De Adviesraad kan zich door speciale werkgroepen laten bijstaan bij het uitoefenen van zijn mandaat, mits de operationele kosten van die werkgroepen geen gevolgen hebben voor de begroting van de Organisatie.

6.    Bij zijn instelling stelt de Adviesraad zijn intern reglement en werkprogramma vast en beveelt hij de Cacaoraad aan deze goed te keuren.

Artikel 47
Lidmaatschap en vergaderingen van de Adviesraad voor de wereldcacao-economie

1.    De Adviesraad voor de wereldcacao-economie bestaat uit deskundigen uit alle sectoren van de cacao-economie die worden gekozen uit de exporterende en importerende lidlanden van de Organisatie.

2.    Zij worden door de Cacaoraad voor twee jaar benoemd. De Adviesraad bestaat zoveel mogelijk uit een evenwichtig aantal deskundigen: ten minste drie vertegenwoordigers uit verschillende exporterende lidlanden en drie vertegenwoordigers uit verschillende importerende lidlanden van de Organisatie. Elk lid van de Adviesraad mag één plaatsvervanger aanwijzen.

3.    Een voorzitter en een vicevoorzitter van de Adviesraad worden gekozen door de leden van de Adviesraad. Het voorzitterschap wordt voor twee cacaojaren afwisselend door de exporterende leden en de importerende leden bekleed.

4.    De Adviesraad voor de wereldcacao-economie vergadert gewoonlijk in het hoofdkantoor van de Organisatie, tenzij de Cacaoraad anders besluit. Indien de Adviesraad op uitnodiging van een lid elders dan in het hoofdkantoor van de Organisatie bijeenkomt, betaalt dat lid de daaraan verbonden meerkosten, overeenkomstig de administratieve voorschriften van de Organisatie.

5.    De Adviesraad vergadert gewoonlijk tweemaal per jaar, op hetzelfde tijdstip als de gewone zittingen van de Cacaoraad. De Adviesraad brengt over zijn werkzaamheden regelmatig verslag uit aan, in voorkomend geval, de Economische commissie en/of de Cacaoraad.

6.    De vergaderingen van de Adviesraad kunnen door alle leden van de Cacaoraad als waarnemer worden bijgewoond.

7.    De Adviesraad kan ook vooraanstaande deskundigen en personen met een grote reputatie op een specifiek gebied, uit de openbare of de particuliere sector, die over de vereiste deskundigheid in de cacaosector beschikken, uitnodigen aan een specifieke vergadering deel te nemen.

8.    De Adviesraad komt normaliter naast de vergaderingen van de ICCO-raad bijeen, ook wanneer de raad besluit bijeen te komen in een virtuele of hybride zitting.

Hoofdstuk XV
Ontheffing van verplichtingen; differentiële en corrigerende maatregelen

Artikel 48
Ontheffing van verplichtingen in buitengewone omstandigheden

1.    De Cacaoraad kan een lid van een verplichting ontheffen wegens buitengewone of kritieke omstandigheden, overmacht of internationale verplichtingen krachtens het Handvest van de Verenigde Naties voor gebieden die volgens het trustschapstelsel worden bestuurd.

2.    Wanneer de Cacaoraad krachtens lid 1 een lid ontheffing verleent, vermeldt hij uitdrukkelijk de voorwaarden waarop en de periode waarvoor het lid van de verplichting wordt ontheven, alsmede de redenen waarom ontheffing wordt verleend.

3.    In afwijking van het bovenstaande ontheft de Cacaoraad leden niet van de verplichting krachtens artikel 25 om bijdragen te betalen, of van de gevolgen van niet-nakoming van die verplichting.

4.    De stemmen van een exporterend lid waarvoor de Cacaoraad heeft erkend dat er sprake is van overmacht, worden verdeeld op basis van de daadwerkelijke omvang van de uitvoer van dat lid in het jaar waarin de overmacht optrad en de daaropvolgende drie jaren.

Artikel 49
Differentiële en corrigerende maatregelen

Leden die ontwikkelingsland zijn en leden die tot de categorie van minst ontwikkelde landen behoren, waarvan de belangen door maatregelen krachtens de overeenkomst nadelig worden beïnvloed, kunnen bij de Cacaoraad een verzoek indienen om passende differentiële en corrigerende maatregelen te treffen. De Cacaoraad overweegt die passende maatregelen te treffen in het licht van de bepalingen van Resolutie 93 (IV) van de Conferentie van de Verenigde Naties voor Handel en Ontwikkeling.

Hoofdstuk XVI
Overleg, geschillen en klachten

Artikel 50
Overleg

De leden schenken alle passende aandacht aan opmerkingen die andere leden hun voorleggen betreffende de uitlegging of de toepassing van de overeenkomst, en verschaffen voldoende gelegenheid tot overleg. Bij dat overleg stelt de uitvoerend directeur op verzoek van een partij en met instemming van de andere partij een passende verzoeningsprocedure vast. De kosten van deze procedure kunnen niet ten laste van de Organisatie worden gebracht. Indien de procedure tot een oplossing leidt, wordt hierover verslag uitgebracht aan de uitvoerend directeur. Indien geen oplossing wordt bereikt, kan de aangelegenheid op verzoek van een van de partijen overeenkomstig artikel 51 aan de Cacaoraad worden voorgelegd.

Artikel 51
Geschillen

1.    Ieder geschil betreffende de uitlegging of de toepassing van de Overeenkomst dat door de partijen bij het geschil niet wordt geregeld, wordt op verzoek van één van de partijen bij het geschil verwezen naar de Cacaoraad, die daarover een uitspraak doet.

2.    Wanneer een geschil krachtens lid 1 aan de Cacaoraad is voorgelegd en door deze is besproken, kunnen leden die tezamen ten minste een derde van het totale aantal stemmen bezitten of vijf willekeurige leden de Cacaoraad verzoeken om, alvorens een uitspraak te doen, de mening over de geschilpunten in te winnen van een overeenkomstig lid 3 te vormen adviescommissie ad hoc.

3.    a)    Tenzij de Cacaoraad anders besluit, bestaat de adviescommissie ad hoc uit:

i)    twee door de exporterende leden benoemde personen, van wie de ene ruime ervaring bezit op het gebied waarover het geschil handelt en de andere een gekwalificeerd en ervaren jurist is;

ii)    twee door de importerende leden benoemde personen, van wie de ene ruime ervaring bezit op het gebied waarover het geschil handelt en de andere een gekwalificeerd en ervaren jurist is; en

iii)    een voorzitter, die met eenparigheid van stemmen wordt gekozen door de vier krachtens i) en ii) benoemde personen, of, indien zij geen overeenstemming bereiken, door de voorzitter van de Cacaoraad.

b)    Onderdanen van landen die lid zijn, mogen in de Adviescommissie ad hoc zetting hebben.

c)    Personen die in de Adviescommissie ad hoc zijn benoemd, handelen in hun persoonlijke hoedanigheid en niet in opdracht van enige regering.

d)    De kosten van de Adviescommissie ad hoc worden door de Organisatie betaald.

4.    De mening van de Adviescommissie ad hoc wordt met redenen omkleed ter kennis gebracht van de Cacaoraad, die alle ter zake doende gegevens bestudeert en vervolgens een uitspraak in het geschil doet overeenkomstig de bepalingen van artikel 12.

Artikel 52
Klachten en maatregelen van de Cacaoraad

1.    Indien de Cacaoraad constateert dat er sprake is van niet-naleving bij de uitvoering van deze overeenkomst, kan de Cacaoraad ambtshalve handelen en een besluit nemen over deze tekortkomingen.

2.    Klachten dat een lid zijn verplichtingen krachtens de overeenkomst niet is nagekomen, worden op verzoek van het klagende lid voorgelegd aan de Cacaoraad, die de zaak onderzoekt en een uitspraak doet.

3.    Uitspraken van de Cacaoraad dat een lid zijn verplichtingen krachtens de overeenkomst niet is nagekomen, worden gedaan met meervoudige gewone meerderheid van stemmen, onder vermelding van de aard van de overtreding.

4.    Wanneer de Cacaoraad naar aanleiding van een klacht of anderszins concludeert dat een lid zijn verplichtingen krachtens de overeenkomst niet is nagekomen, kan hij onverminderd andere maatregelen die in andere artikelen van de overeenkomst, met inbegrip van artikel 61, uitdrukkelijk zijn vastgesteld:

a)    het stemrecht van dat lid in de Cacaoraad schorsen; en

b)    indien hij zulks nodig acht, andere rechten van dat lid schorsen, met inbegrip van het recht in de Cacaoraad of in een van zijn commissies verkozen te worden of zitting te hebben, totdat dat lid zijn verplichtingen is nagekomen.

5.    Leden waarvan het stemrecht krachtens lid 3 van dit artikel is geschorst, blijven gehouden hun financiële en andere verplichtingen krachtens de overeenkomst na te komen.

Hoofdstuk XVII
Slotbepalingen

Artikel 53
Depositaris

De secretaris-generaal van de Verenigde Naties is de depositaris van deze overeenkomst.

Artikel 54
Handtekening

De overeenkomst kan van 1 oktober 2010 tot en met 30 september 2012 op het hoofdkantoor van de Verenigde Naties worden ondertekend door de partijen bij de Internationale Cacao-overeenkomst van 2001 en de regeringen die voor de Cacaoconferentie van de Verenigde Naties van 2010 zijn uitgenodigd. De Cacaoraad die bij de Internationale Cacao-overeenkomst van 2001 is ingesteld, of de Cacaoraad die bij deze overeenkomst wordt ingesteld, kan evenwel de termijn voor de ondertekening van deze overeenkomst éénmaal verlengen. In dat geval stelt de Cacaoraad de depositaris onmiddellijk in kennis van die verlenging.

Artikel 55
Bekrachtiging, aanvaarding en goedkeuring

1.    Deze overeenkomst wordt door de ondertekenende regeringen bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd overeenkomstig hun respectieve grondwettelijke procedures. De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring worden neergelegd bij de depositaris.

2.    Een overeenkomstsluitende partij die een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring neerlegt, meldt de secretaris-generaal van de Verenigde Naties op dat tijdstip of zo spoedig mogelijk daarna, of zij exporterend of importerend lid is.

Artikel 56
Toetreding

1.    Deze overeenkomst staat open voor toetreding door de regeringen van alle staten die gerechtigd zijn haar te ondertekenen.

2.    De Cacaoraad bepaalt in welke van de bijlagen bij deze overeenkomst de toetredende staat wordt vermeld, indien die staat niet in een van de bijlagen is opgenomen.

3.    Toetreding geschiedt door nederlegging van een akte van toetreding bij de depositaris.

Artikel 57
Kennisgeving van voorlopige toepassing

1.    Een regering die de overeenkomst heeft ondertekend en voornemens is deze te bekrachtigen, te aanvaarden of goed te keuren, of een regering die tot de overeenkomst wenst toe te treden, maar haar akte nog niet heeft kunnen neerleggen, kan de depositaris er te allen tijde van in kennis stellen dat zij overeenkomstig haar grondwettelijke procedures en/of nationale wet- en regelgeving de overeenkomst voorlopig zal toepassen, hetzij vanaf het tijdstip van inwerkingtreding overeenkomstig artikel 58, hetzij, indien de overeenkomst al in werking is, op een bepaalde datum. Iedere regering die een zodanige kennisgeving doet, meldt de secretaris-generaal van de Verenigde Naties op dat tijdstip of zo spoedig mogelijk daarna, of zij exporterend of importerend lid zal zijn.

2.    Een regering die krachtens lid 1 van dit artikel te kennen geeft dat zij deze overeenkomst zal toepassen, hetzij vanaf het tijdstip dat zij in werking treedt, hetzij vanaf een bepaalde datum, indien deze overeenkomst reeds in werking is getreden, is vanaf dat ogenblik voorlopig lid. Zij blijft voorlopig lid tot het tijdstip van nederlegging van haar akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding.

Artikel 58
Inwerkingtreding

1.    Deze overeenkomst treedt definitief in werking op 1 oktober 2012 of op een latere datum, indien op die datum regeringen die ten minste vijf exporterende landen vertegenwoordigen met ten minste 80 % van de totale uitvoer van de in bijlage A genoemde landen, en regeringen die importerende landen vertegenwoordigen met ten minste 60 % van de totale invoer als aangegeven in bijlage B, hun akten van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding bij de depositaris hebben neergelegd. De overeenkomst treedt eveneens definitief in werking wanneer zij voorlopig in werking is getreden en aan bovengenoemde procentuele vereisten is voldaan door de nederlegging van akten van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding.

2.    Deze overeenkomst treedt voorlopig in werking op 1 januari 2011, indien op die datum regeringen die ten minste vijf exporterende landen vertegenwoordigen met ten minste 80 % van de totale uitvoer van de in bijlage A genoemde landen, en regeringen die importerende landen vertegenwoordigen met ten minste 60 % van de totale invoer als aangegeven in bijlage B, hun akten van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding bij de depositaris hebben neergelegd of de depositaris ervan in kennis hebben gesteld dat zij de overeenkomst voorlopig zullen toepassen zodra zij in werking is getreden. Die regeringen zijn voorlopig lid.

3.    Indien op 1 september 2011 niet aan de vereisten voor de inwerkingtreding krachtens lid 1 of lid 2 is voldaan, roept de secretaris-generaal van de Conferentie van de Verenigde Naties voor Handel en Ontwikkeling zo spoedig mogelijk de regeringen bijeen die een akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding hebben neergelegd of die de depositaris ervan in kennis hebben gesteld dat zij de overeenkomst voorlopig zullen toepassen. Die regeringen kunnen besluiten de overeenkomst onderling definitief of voorlopig geheel of gedeeltelijk in werking te doen treden op een door hen te bepalen datum, of enige andere door hen nodig geachte regeling te treffen.

4.    Voor een regering namens welke een akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding of een kennisgeving van voorlopige toepassing wordt neergelegd nadat de overeenkomst krachtens lid 1, lid 2 of lid 3 in werking is getreden, is de akte of de kennisgeving van kracht vanaf de datum van die nederlegging en, wat betreft kennisgevingen van voorlopige toepassing, overeenkomstig het bepaalde in artikel 57, lid 1.

Artikel 59
Voorbehoud

Ten aanzien van geen van de bepalingen van deze overeenkomst kan een voorbehoud worden gemaakt.

Artikel 60
Uittreding uit de overeenkomst

1.    Een lid kan na de inwerkingtreding van de overeenkomst te allen tijde uit de overeenkomst treden door de depositaris schriftelijk daarvan in kennis te stellen. Het lid stelt de Cacaoraad onmiddellijk van zijn besluit in kennis.

2.    De uittreding wordt van kracht negentig dagen na de dag waarop de depositaris van het betrokken lid de kennisgeving heeft ontvangen. Indien, doordat een lid uit de overeenkomst is getreden, het ledental van de overeenkomst niet meer voldoet aan de eisen die in artikel 58, lid 1, voor de inwerkingtreding van de overeenkomst zijn vastgesteld, komt de Cacaoraad in bijzondere zitting bijeen om de situatie te beoordelen en de nodige besluiten te nemen.

Artikel 61
Uitsluiting

Indien de Cacaoraad overeenkomstig artikel 52, lid 3, vaststelt dat een lid zijn verplichtingen krachtens de overeenkomst niet is nagekomen en besluit dat zulks de werking van de overeenkomst aanzienlijk schaadt, kan hij dat lid van de Organisatie uitsluiten. Negentig dagen na het besluit van de Cacaoraad houdt het lid op lid van de Organisatie te zijn. De Cacaoraad stelt de depositaris van het betrokken lid onmiddellijk van de uitsluiting in kennis.

Artikel 62
Wanneer een lid uittreedt of uitgesloten wordt, gaat de Cacaoraad over tot vereffening van de rekeningen.

Wanneer een lid uittreedt of uitgesloten wordt, gaat de Cacaoraad over tot vereffening van de rekeningen. De Organisatie behoudt alle bedragen die reeds door het uitgetreden of uitgesloten lid zijn betaald; het uitgetreden of uitgesloten lid blijft verplicht tot betaling van alle bedragen die aan de Organisatie verschuldigd zijn op het tijdstip waarop de uittreding of de uitsluiting van kracht wordt. Indien een overeenkomstsluitende partij een wijziging niet kan aanvaarden en daarom zijn deelneming aan deze overeenkomst beëindigt overeenkomstig artikel 64, lid 2, stelt de Cacaoraad voor het vereffenen van de rekeningen echter op billijke wijze een regeling vast.

Artikel 63
Looptijd en beëindiging

1.    Deze overeenkomst blijft onverminderd lid 4 van dit artikel voor onbepaalde tijd van kracht.

2.    De Cacaoraad herziet de overeenkomst om de vijf jaar en neemt passende besluiten.

3.    Op verzoek van een of meer leden kan de Cacaoraad deze overeenkomst te allen tijde herzien. 

4.    De Cacaoraad kan te allen tijde besluiten de overeenkomst te beëindigen. De beëindiging wordt van kracht op de datum die de Cacaoraad bepaalt, met dien verstande dat de verplichtingen van de leden krachtens artikel 25 blijven bestaan totdat aan de financiële verplichtingen betreffende de werking van de Overeenkomst is voldaan. De Cacaoraad stelt de depositaris van een dergelijk besluit in kennis.

5.    Wanneer de overeenkomst is beëindigd, ongeacht op welke wijze, blijft de Cacaoraad zolang dat nodig is bestaan met het oog op de liquidatie van de Organisatie, de vereffening van haar rekeningen en de overdracht van haar activa. De Cacaoraad beschikt gedurende die periode over de bevoegdheden die noodzakelijk zijn voor de afsluiting van alle bestuurlijke en financiële aangelegenheden.

Artikel 64
Wijzigingen

1.    De Cacaoraad kan de overeenkomstsluitende partijen een wijziging van de overeenkomst aanbevelen. De wijziging wordt van kracht honderd dagen nadat de depositaris kennisgeving van aanvaarding heeft ontvangen van overeenkomstsluitende partijen die ten minste 75 % van de exporterende leden vertegenwoordigen en ten minste 85 % van de stemmen van de exporterende leden bezitten, en van overeenkomstsluitende partijen die ten minste 75 % van de importerende leden vertegenwoordigen en ten minste 85 % van de stemmen van de importerende leden bezitten, of op een latere datum die de Cacaoraad met bijzondere meerderheid van stemmen heeft bepaald. De Cacaoraad kan een termijn vaststellen waarbinnen de overeenkomstsluitende partijen de depositaris van hun aanvaarding van de wijziging in kennis moeten stellen, en indien de wijziging op dat tijdstip niet van kracht is geworden, wordt zij geacht te zijn ingetrokken.

2.    Leden namens wie op de datum waarop een wijziging van kracht wordt geen kennisgeving van aanvaarding van die wijziging is gedaan, houden met ingang van die datum op aan de overeenkomst deel te nemen, tenzij de Cacaoraad besluit de voor de ontvangst van de aanvaarding vastgestelde termijn voor die leden te verlengen, teneinde hen in staat te stellen hun interne procedures te voltooien. Dergelijke leden zijn niet gebonden door de wijziging totdat zij kennisgeving van hun aanvaarding daarvan hebben gedaan.

3.    Zodra de Cacaoraad een aanbeveling voor een wijziging heeft aangenomen, doet hij aan de depositaris een afschrift van de tekst van de wijziging toekomen. De Cacaoraad verstrekt de depositaris de gegevens die nodig zijn om te bepalen of voldoende kennisgevingen van aanvaarding zijn ontvangen om de wijziging in werking te doen treden.

Hoofdstuk XVIII
Aanvullende bepalingen en overgangsbepalingen

Artikel 65
Speciaal reservefonds

1.    Er wordt een speciaal reservefonds ingesteld, dat uitsluitend is bedoeld om de kosten van de mogelijke liquidatie van de Organisatie te dekken. De Cacaoraad besluit hoe de rente die dit fonds opbrengt, zal worden benut.

2.    Het speciale reservefonds dat is ingesteld door de Cacaoraad krachtens de Internationale Cacao-overeenkomst van 1993 wordt overgedragen naar deze overeenkomst met het doel als omschreven in lid 1.

3.    Een lid van deze overeenkomst dat geen lid was van de Internationale Cacao-overeenkomsten van 1993 en 2001 is verplicht een bijdrage te storten in het speciaal reservefonds. De bijdrage van een dergelijk lid wordt vastgesteld door de Cacaoraad aan de hand van het aantal stemmen van het desbetreffende lid.

Artikel 66
Andere aanvullende bepalingen en overgangsbepalingen

1.    De Overeenkomst wordt geacht de Internationale Cacao-overeenkomst van 2001 te vervangen.

2.    Alle krachtens de Internationale Cacao-overeenkomst van 2001 door of namens de Organisatie of één van haar organen getroffen regelingen, die op de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst van kracht zijn en waarin niet is bepaald dat zij op die datum verstrijken, blijven van kracht tenzij zij krachtens de overeenkomst worden gewijzigd.

3.    GEDAAN TE Genève op 25 juni 2010, zijnde de teksten van deze overeenkomst in de Arabische, de Chinese, de Engelse, de Franse, de Russische en de Spaanse taal gelijkelijk authentiek.

Bijlagen

Bijlage A
Cacao-uitvoer a/ berekend voor de toepassing van artikel 58 (inwerkingtreding)

Land

b/

2005/06

2006/07

2007/08

Gemiddelde
over drie jaar

2005/06 - 2007/08

(ton)

(aandeel)

Ivoorkust

m

1 349 639

1 200 154

1 191 377

1 247 057

38,75 %

Ghana

m

648 687

702 784

673 403

674 958

20,98 %

Indonesië

 

592 960

520 479

465 863

526 434

16,36 %

Nigeria

m

207 215

207 075

232 715

215 668

6,70 %

Kameroen

m

169 214

162 770

178 844

170 276

5,29 %

Ecuador

m

108 678

110 308

115 264

111 417

3,46 %

Togo

m

73 064

77 764

110 952

87 260

2,71 %

Papoea-Nieuw-Guinea

m

50 840

47 285

51 588

49 904

1,55 %

Dominicaanse Republiek

m

31 629

42 999

34 106

36 245

1,13 %

Guinee

 

18 880

17 620

17 070

17 857

0,55 %

Peru

 

15 414

11 931

11 178

12 841

0,40 %

Brazilië

m

57 518

10 558

- 32 512

11 855

0,37 %

Bolivariaanse Republiek Venezuela

m

11 488

12 540

4 688

9 572

0,30 %

Sierra Leone

 

4 736

8 910

14 838

9 495

0,30 %

Uganda

 

8 270

8 880

8 450

8 533

0,27 %

Verenigde Republiek Tanzania

 

6 930

4 370

3 210

4 837

0,15 %

Salomonseilanden

 

4 378

4 075

4 426

4 293

0,13 %

Haïti

 

3 460

3 900

4 660

4 007

0,12 %

Madagaskar

 

2 960

3 593

3 609

3 387

0,11 %

Sao Tomé en Principe

 

2 250

2 650

1 500

2 133

0,07 %

Liberia

 

650

1 640

3 930

2 073

0,06 %

Equatoriaal-Guinea

 

1 870

2 260

1 990

2 040

0,06 %

Vanuatu

 

1 790

1 450

1 260

1 500

0,05 %

Nicaragua

 

892

750

1 128

923

0,03 %

Democratische Republiek Congo

 

900

870

930

900

0,03 %

Honduras

 

1 230

806

- 100

645

0,02 %

Congo

 

90

300

1 400

597

0,02 %

Panama

 

391

280

193

288

0,01 %

Vietnam

 

240

70

460

257

0,01 %

Grenada

 

80

218

343

214

0,01 %

Gabon

m

160

99

160

140

   -

Trinidad en Tobago

m

193

195

- 15

124

   -

Belize

 

60

30

20

37

   -

Dominica

 

60

20

0

27

   -

Fiji

 

20

10

10

13

   -

Totaal

c/

3 376 836

3 169 643

3 106 938

3 217 806

100,00 %

Aantekeningen:

a/    Gemiddelde over drie jaar (2005/2006 tot en met 2007/2008) van de netto-uitvoer van cacaobonen plus de netto-uitvoer van cacaoproducten, omgezet in cacaobonenequivalent volgens de volgende conversiecoëfficiënten: cacaoboter 1,33; cacaokoeken en cacaopoeder 1,18; cacaomassa/cacao-extract 1,25.

b/    Uitsluitend landen die zelf cacao hebben uitgevoerd in de driejarige periode 2005/2006 tot en met 2007/2008 volgens de gegevens van het secretariaat van de ICCO.

c/    Door afrondingsverschillen is het totaal niet altijd de precieze som van de opgetelde cijfers.

m    Lid van de Internationale Cacao-overeenkomst van 2001 op 9 november 2009.

-    Waarde is nul, verwaarloosbaar of minder dan de gebruikte eenheid.

Bron: Internationale Cacao-organisatie, Quarterly Bulletin of Cocoa Statistics, vol. XXXV, nr. 3, cacaojaar 2008/2009.

Bijlage B
Cacao-invoer a/ berekend voor de toepassing van artikel 58 (inwerkingtreding)

Land

 

b/

2005/06

2006/07

2007/08

Gemiddelde
over drie jaar

2005/06 - 2007/08

(ton)

(aandeel)

Europese Unie:

m

2 484 235

2 698 016

2 686 041

2 622 764

53,24 %

Oostenrijk

20 119

26 576

24 609

23 768

0,48 %

België/Luxemburg

199 058

224 761

218 852

214 224

4,35 %

Bulgarije

12 770

14 968

12 474

13 404

0,27 %

Cyprus

282

257

277

272

0,01 %

Tsjechië

12 762

14 880

16 907

14 850

0,30 %

Denemarken

15 232

15 493

17 033

15 919

0,32 %

Estland

37 141

14 986

- 1 880

16 749

0,34 %

Finland

10 954

10 609

11 311

10 958

0,22 %

Frankrijk

388 153

421 822

379 239

396 405

8,05 %

Duitsland

487 696

558 357

548 279

531 444

10,79 %

Griekenland

16 451

17 012

17 014

16 826

0,34 %

Hongarije

10 564

10 814

10 496

10 625

0,22 %

Ierland

22 172

19 383

17 218

19 591

0,40 %

Italië

126 949

142 128

156 277

141 785

2,88 %

Letland

2 286

2 540

2 434

2 420

0,05 %

Litouwen

5 396

4 326

4 522

4 748

0,10 %

Malta

34

46

81

54

-

Nederland

581 459

653 451

681 693

638 868

12,97 %

Polen

103 382

108 275

113 175

108 277

2,20 %

Portugal

3 643

4 179

3 926

3 916

0,08 %

Roemenië

11 791

13 337

12 494

12 541

0,25 %

Slowakije

15 282

16 200

13 592

15 025

0,30 %

Slovenië

1 802

2 353

2 185

2 113

0,04 %

Spanje

150 239

153 367

172 619

158 742

3,22 %

Zweden

15 761

13 517

14 579

14 619

0,30 %

Verenigd Koninkrijk

232 857

234 379

236 635

234 624

4,76 %

 

 

 

 

Verenigde Staten

822 314

686 939

648 711

719 321

14,60 %

Maleisië

c/

m

290 623

327 825

341 462

319 970

6,49 %

Russische Federatie

m

163 637

176 700

197 720

179 352

3,64 %

Canada

159 783

135 164

136 967

143 971

2,92 %

Japan

112 823

145 512

88 403

115 579

2,35 %

Singapore

88 536

110 130

113 145

103 937

2,11 %

China

77 942

72 532

101 671

84 048

1,71 %

Zwitserland

m

74 272

81 135

90 411

81 939

1,66 %

Turkije

73 112

84 262

87 921

81 765

1,66 %

Oekraïne

63 408

74 344

86 741

74 831

1,52 %

Australië

52 950

55 133

52 202

53 428

1,08 %

Argentinië

33 793

38 793

39 531

37 372

0,76 %

Thailand

26 737

31 246

29 432

29 138

0,59 %

Filipijnen

18 549

21 260

21 906

20 572

0,42 %

Mexico

c/

19 229

15 434

25 049

19 904

0,40 %

Republiek Korea

17 079

24 454

15 972

19 168

0,39 %

Zuid-Afrika

15 056

17 605

16 651

16 437

0,33 %

Islamitische Republiek Iran

10 666

14 920

22 056

15 881

0,32 %

Colombia

c/

16 828

19 306

9 806

15 313

0,31 %

Chili

13 518

15 287

15 338

14 714

0,30 %

India

9 410

10 632

17 475

12 506

0,25 %

Israël

11 437

11 908

13 721

12 355

0,25 %

Nieuw-Zeeland

11 372

12 388

11 821

11 860

0,24 %

Servië

10 864

11 640

12 505

11 670

0,24 %

Noorwegen

10 694

11 512

12 238

11 481

0,23 %

Egypte

6 026

10 085

14 036

10 049

0,20 %

Algerije

9 062

7 475

12 631

9 723

0,20 %

Kroatië

8 846

8 904

8 974

8 908

0,18 %

Arabische Republiek Syrië

7 334

7 229

8 056

7 540

0,15 %

Tunesië

6 019

7 596

8 167

7 261

0,15 %

Kazachstan

6 653

7 848

7 154

7 218

0,15 %

Saudi-Arabië

6 680

6 259

6 772

6 570

0,13 %

Wit-Rusland

8 343

3 867

5 961

6 057

0,12 %

Marokko

4 407

4 699

5 071

4 726

0,10 %

Pakistan

2 123

2 974

2 501

2 533

0,05 %

Costa Rica

1 965

3 948

1 644

2 519

0,05 %

Uruguay

2 367

2 206

2 737

2 437

0,05 %

Libanon

2 059

2 905

2 028

2 331

0,05 %

Guatemala

1 251

2 207

1 995

1 818

0,04 %

Plurinationale Staat Bolivia

c/

1 282

1 624

1 927

1 611

0,03 %

Sri Lanka

1 472

1 648

1 706

1 609

0,03 %

El Salvador

1 248

1 357

1 422

1 342

0,03 %

Azerbeidzjan

569

2 068

1 376

1 338

0,03 %

Jordanië

1 263

1 203

1 339

1 268

0,03 %

Kenia

1 073

1 254

1 385

1 237

0,03 %

Oezbekistan

684

1 228

1 605

1 172

0,02 %

Hongkong, China

2 018

870

613

1 167

0,02 %

Republiek Moldavië

700

1 043

1 298

1 014

0,02 %

IJsland

 

863

1 045

1 061

990

0,02 %

Noord-Macedonië

 

628

961

1 065

885

0,02 %

Bosnië en Herzegovina

 

841

832

947

873

0,02 %

Cuba

c/

 

2 162

- 170

107

700

0,01 %

Koeweit

 

427

684

631

581

0,01 %

Senegal

 

248

685

767

567

0,01 %

Libië

 

224

814

248

429

0,01 %

Paraguay

 

128

214

248

197

-

Albanië

 

170

217

196

194

-

Jamaica

c/

 

479

- 67

89

167

-

Oman

 

176

118

118

137

-

Zambia

 

95

60

118

91

-

Zimbabwe

 

111

86

62

86

-

Saint Lucia

c/

 

26

20

25

24

-

Samoa

 

48

15

0

21

-

Saint Vincent en de Grenadines

 

 

6

0

0

2

-

Totaal

 

d/

4 778 943

5 000 088

5 000 976

4 926 669

100,00 %

Aantekeningen:

a/    Gemiddelde over drie jaar (2005/2006 tot en met 2007/2008) van de netto-invoer van cacaobonen plus de netto-invoer van cacaoproducten, omgezet in cacaobonenequivalent volgens de volgende conversiecoëfficiënten: cacaoboter 1,33; cacaokoeken en cacaopoeder 1,18; cacaomassa/cacao-extract 1,25.

b/    Uitsluitend landen die zelf cacao hebben ingevoerd in de driejarige periode 2005/2006 tot en met 2007/2008 volgens de gegevens van het secretariaat van de ICCO.

c/    Land dat ook als exporterend land kan worden beschouwd.

d/    Door afrondingsverschillen is het totaal niet altijd de precieze som van de opgetelde cijfers.

m    Lid van de Internationale Cacao-overeenkomst van 2001 op 9 november 2009.

-    Waarde is nul, verwaarloosbaar of minder dan de gebruikte eenheid.

Bron: Internationale Cacao-organisatie, Quarterly Bulletin of Cocoa Statistics, vol. XXXV, nr. 3, cacaojaar 2008/2009.

Bijlage C
Producerende landen die uitsluitend of gedeeltelijk edelcacao exporteren

Landen

Besluit van de Cacaoraad

December 2020

(% van de totale uitvoer van cacaobonen)

Belize

a/

Plurinationale Staat Bolivia

a/

Brazilië

100

Colombia

95

Costa Rica

100

Dominica

100

Dominicaanse Republiek

60

Ecuador

75

Grenada

100

Guatemala

75

Haïti

4

Honduras

a/

Indonesië

10

Jamaica

100

Madagaskar

100

Mexico

a/

Nicaragua

80

Panama

50

Papoea-Nieuw-Guinea

70

Peru

75

Saint Lucia

100

Sao Tomé en Principe

a/

Trinidad en Tobago

100

Bolivariaanse Republiek Venezuela

a/

Vietnam

a/

a/    Er is sprake van uitvoer van edelcacaobonen, maar het panel van deskundigen is momenteel niet in staat een percentage te beoordelen en vast te stellen.

Bijlage D
Lidmaatschap en stemverdeling per 1 oktober 2021 voor de toepassing van artikel 64

Exporterende leden

Verdeling van de stemmen overeenkomstig artikel 10, leden 1, 2 en 5

Importerende leden

Verdeling van de stemmen overeenkomstig artikel 10, leden 1, 2 en 5

Brazilië

Kameroen

Democratische
Republiek Congo

Costa Rica

Ivoorkust

Dominicaanse Republiek

Ecuador

Gabon

Ghana

Guinee

Indonesië

Liberia

Madagaskar

Maleisië

Nicaragua

Nigeria

Papoea-Nieuw-Guinea

Peru

Sierra Leone

Togo

Trinidad en Tobago

Bolivariaanse Republiek
Venezuela

5

75

8

5

400

22

79

5

202

7

37

7

8

5

6

68

12

23

8

6

5

7

Europese Unie

Oostenrijk

België

Bulgarije

Kroatië

Cyprus

Tsjechië

Denemarken

Estland

Finland

Frankrijk

Duitsland

Griekenland

Hongarije

Ierland

Italië

Letland

Litouwen

Luxemburg

Malta

Nederland

Polen

Portugal

Roemenië

Slowakije

Slovenië

Spanje

Zweden

Russische Federatie

Zwitserland

929

10

86

9

5

5

5

5

20

5

95

189

5

5

5

51

5

5

5

5

290

39

5

5

5

5

55

5

47

24

TOTAAL

1.000

TOTAAL

1.000

Verklaringen

Verklaring van de overeenkomstsluitende partijen met betrekking tot artikel 16

De selectie van de uitvoerend directeur moet in de eerste plaats gebaseerd zijn op verdienste. Onder kandidaten met gelijke verdienste rouleert de functie van uitvoerend directeur tussen een kandidaat uit een exporterend lid en een kandidaat uit een importerend lid, rekening houdend met het gendergelijkheidsbeginsel.

           

(1)        Om technische redenen opnieuw uitgegeven op 27 maart 2023.
(2)    **    Deze wijziging is de tekst van de Internationale Cacao-overeenkomst van 2010, zoals gewijzigd door de Internationale Cacaoraad.
(3)    **    Zie TD/COCOA.10/INF.1. voor de deelnemerslijst.
(4)        De vermalingen van cacaobonen plus de netto-invoer van cacaoproducten en chocolade en chocoladeproducten, uitgedrukt in cacaobonen.
Top