This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52024AP0361
P9_TA(2024)0361 – Statistics on population and housing – European Parliament legislative resolution of 24 April 2024 on the proposal for a regulation of the European Parliament and of the Council on European statistics on population and housing, amending Regulation (EC) No 862/2007 and repealing Regulations (EC) No 763/2008 and (EU) No 1260/2013 (COM(2023)0031 – C9-0010/2023 – 2023/0008(COD)) (Ordinary legislative procedure: first reading)
P9_TA(2024)0361 — Statistieken over bevolking en huisvesting — Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 24 april 2024 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese statistieken over bevolking en huisvesting, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 862/2007 en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 763/2008 en (EU) nr. 1260/2013 (COM(2023)0031 – C9-0010/2023 – 2023/0008(COD)) (Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
P9_TA(2024)0361 — Statistieken over bevolking en huisvesting — Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 24 april 2024 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese statistieken over bevolking en huisvesting, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 862/2007 en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 763/2008 en (EU) nr. 1260/2013 (COM(2023)0031 – C9-0010/2023 – 2023/0008(COD)) (Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
PB C, C/2025/3787, 17.9.2025, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2025/3787/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
|
Publicatieblad |
NL C-serie |
|
C/2025/3787 |
17.9.2025 |
P9_TA(2024)0361
Statistieken over bevolking en huisvesting
Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 24 april 2024 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese statistieken over bevolking en huisvesting, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 862/2007 en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 763/2008 en (EU) nr. 1260/2013 (COM(2023)0031 – C9-0010/2023 – 2023/0008(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
(C/2025/3787)
Het Europees Parlement,
|
— |
gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2023)0031), |
|
— |
gezien artikel 294, lid 2, en artikel 338, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C9-0010/2023), |
|
— |
gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, |
|
— |
gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 27 april 2023 (1), |
|
— |
gezien artikel 59 van zijn Reglement, |
|
— |
gezien de adviezen van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de Commissie regionale ontwikkeling, |
|
— |
gezien het verslag van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A9-0284/2023), |
|
1. |
stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast; |
|
2. |
verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen; |
|
3. |
verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen. |
P9_TC1-COD(2023)0008
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 24 april 2024 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) 2024/... van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese statistieken over bevolking en huisvesting, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 862/2007 en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 763/2008 en (EU) nr. 1260/2013 (*1)
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 338, lid 1,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Gezien het advies van het Comité van de Regio’s (2),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Europese statistieken over bevolking en huisvesting spelen een centrale rol in de beleids- en besluitvormingsprocessen en zijn , in die zin, nodig voor het ontwerp, de uitvoering en de evaluatie van het beleid van de Unie, en met name het beleid dat gericht is op de demografische veranderingen, de groene en digitale transformatie, het kader voor de bevordering van energie-efficiëntie, economische, sociale en territoriale cohesie, de toepassing van de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten en de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de Agenda 2030 van de Verenigde Naties (VN) voor zover zij binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen . |
|
(2) |
Bevolkingsstatistieken zijn een belangrijke noemer voor een breed scala aan beleidsindicatoren en worden gebruikt als referentie voor alle Europese statistieken, met name voor het verschaffen van steekproefkaders voor het uitvoeren van representatieve enquêtes onder personen en huishoudens in het kader van Verordening (EU) 2019/1700 van het Europees Parlement en de Raad (3). |
|
(3) |
De Raad Economische en Financiële Zaken geeft het Comité voor de economische politiek regelmatig een mandaat om de duurzaamheid op lange termijn en de kwaliteit van de openbare financiën te beoordelen op basis van de bevolkingsprognoses van Eurostat. De bevolkingsprognoses worden ook gebruikt voor beleidsanalyses in het kader van het Europees semester. De Commissie (Eurostat) moet beschikken over alle statistieken die nodig zijn om bevolkingsprognoses op te stellen en te publiceren overeenkomstig de informatiebehoeften van de Unie. |
|
(4) |
Overeenkomstig artikel 175, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) moet de Commissie om de drie jaar verslag uitbrengen aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over de vooruitgang die is geboekt bij de totstandbrenging van economische, sociale en territoriale cohesie. Regionale en lokale gegevens, ook voor verschillende territoriale soorten zoals grensregio’s, steden en hun functionele stedelijke gebieden, grootstedelijke regio’s, plattelandsgebieden, berg- en eilandregio’s, zijn noodzakelijk voor de opstelling van die verslagen en voor de regelmatige monitoring van demografische ontwikkelingen en mogelijke toekomstige demografische uitdagingen op het grondgebied van de Unie. |
|
(5) |
Overeenkomstig artikel 16, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) wordt een gekwalificeerde meerderheid van de leden van de Raad vastgesteld, onder meer op basis van de bevolking van de lidstaten. Daartoe zijn de lidstaten op grond van artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1260/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4) momenteel verplicht de Commissie (Eurostat) gegevens over de totale bevolking op nationaal niveau te verstrekken. |
|
(6) |
In 2017 heeft het Comité voor het Europees statistisch systeem (ESS-comité) zijn goedkeuring gehecht aan het Memorandum van Boedapest, waarin wordt gesteld dat er behoefte is aan jaarlijkse statistieken over de omvang en over bepaalde sociale, economische en demografische kenmerken van de bevolking, en aan betere migratiestatistieken. Voor de naleving van de beginselen van gelijkheid en non-discriminatie van haar burgers bij alle activiteiten en van de individuele rechten van de burgers, zoals verankerd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de artikelen 10 en 19 VWEU, en met het oog op het toezicht op de voortgang bij de uitvoering van de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten, heeft de Unie betrouwbare en vergelijkbare statistieken nodig. Verordening (EU) 2019/1700 biedt een kader voor het verzamelen van gegevens op basis van steekproeven die het mogelijk maken gegevens over gelijkheid en non-discriminatie te verzamelen, voor zover dit haalbaar is met steekproeven, en een aantal aspecten van gelijkheid en discriminatie te analyseren door sociaaleconomische indicatoren en informatie over ervaringen met discriminatie op te stellen. Daarnaast voeren het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA) en het Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE) specifieke studies en specifieke enquêtes uit, waardoor meer statistieken over gelijkheid op Unieniveau beschikbaar kunnen komen. Voorts verschaft de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound) gegevens en informatie die zijn verzameld door middel van enquêtes naar levens- en arbeidsomstandigheden. De ▌samenwerking en coördinatie tussen de lidstaten, de Commissie ( Eurostat ) en die agentschappen moet verder worden versterkt om te voorzien in de toenemende behoefte van gebruikers aan betrouwbare en alomvattende gegevens over gelijkheid en diversiteit in de Unie. |
|
(6 bis) |
In het Memorandum van Boedapest wordt tevens gepleit voor verbetering van de statistieken over migratie en de ontwikkeling en toepassing van gemeenschappelijke definities in verband met bevolking en migratie, rekening houdend met het feit dat er begrippen en definities moeten worden vastgesteld die statistisch verantwoord zijn, ter zake doen en kunnen worden toegepast in het licht van nieuwe vormen van migratie. Gebeurtenissen uit heden en verleden, zoals de terugtrekking door het Verenigd Koninkrijk uit de Unie en de gevolgen van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne en andere humanitaire crises benadrukken het belang van actuele en gedetailleerde statistieken over migratie en internationale bescherming, die van het allerhoogste belang zijn om een overzicht te krijgen van de migratiestromen naar, binnen en uit de Unie. |
|
(7) |
Met het oog op de doelstellingen van de Europese Green Deal is voor de ontwikkeling en evaluatie van doeltreffend beleid behoefte aan betere statistieken over het energieverbruik en de efficiëntie van huisvesting, gedetailleerde geografische gegevens over de spreiding van de bevolking en diepgaander onderzoek naar de relatie tussen bevolking en huisvesting. Met de COVID-19-pandemie bleek dat er behoefte was aan betrouwbare, frequente en tijdige statistieken over sterfgevallen in de Unie. Hoewel aan de gegevensbehoeften is voldaan met een vrijwillige verzameling van gegevens van de lidstaten aan de Commissie (Eurostat), heeft de Unie behoefte aan een adequaat mechanisme voor de verplichte verzameling van dergelijke gegevens binnen het Europees statistisch systeem (ESS) met inachtneming van de noodzakelijke frequentie, tijdigheid en gedetailleerdheid. |
|
(7 bis) |
Met het oog op het toezicht op de toepassing op nationaal niveau van de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten, de kerndoelen van het bijbehorende actieplan en de Europese kindergarantie alsook om te beoordelen wat het verdelingseffect is van klimaatverandering en van allerlei beleid in het algemeen, heeft de Unie behoefte aan een adequaat mechanisme voor de verplichte verzameling van gegevens hieromtrent binnen het ESS, met inachtneming van de noodzakelijke frequentie, tijdigheid en gedetailleerdheid. |
|
(8) |
De Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties neemt op voorstel van de Statistische Commissie van de Verenigde Naties om de tien jaar resoluties aan over het wereldwijde volks- en woningtellingsprogramma en nodigt de VN-lidstaten uit volks- en woningtellingen uit te voeren in overeenstemming met internationale en regionale aanbevelingen en door de integriteit, betrouwbaarheid, nauwkeurigheid en waarde van de resultaten van de volks- en woningtellingen te handhaven. In de Europese bevolkings- en huisvestingsstatistieken moet rekening worden gehouden met deze aanbevelingen. |
|
(9) |
Stroomlijning van de rapportagevereisten en vermindering van de administratieve lasten zijn centrale doelstellingen van de Commissie. De mededeling van de Commissie van 16 maart 2023 getiteld “Concurrentievermogen van de EU op lange termijn: blik op de periode na 2030” heeft tot doel de rapportagevereisten voor ondernemingen en overheden te rationaliseren en te vereenvoudigen en met 25 % te verminderen, zonder dat dit ten koste gaat van de daarmee samenhangende beleidsdoelstellingen. Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (5) heeft een kader vastgesteld voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken op basis van gemeenschappelijke statistische beginselen. In die verordening worden kwaliteitscriteria vastgesteld en wordt gewezen op de noodzaak de enquêtedruk voor de bevraagden zo veel mogelijk te beperken en er meer in het algemeen toe bij te dragen dat de administratieve last wordt verminderd. Een nieuw rechtskader voor Europese statistieken over bevolking en huisvesting moet de kwaliteitscriteria van die verordening ten uitvoer leggen en daarop voortbouwen en de administratieve lasten verminderen door gebruik te maken van een doeltreffend en efficiënt hergebruik van beschikbare gegevensbronnen, met inbegrip van administratieve gegevens. |
|
(10) |
Uit de evaluatie van de bestaande statistieken (6) over volks- en woningtellingen in de Unie, statistieken over internationale migratiestromen, migrantenstanden en statistieken over de verwerving van burgerschap en demografie is gebleken dat het huidige rechtskader, dat de Verordeningen (EG) nr. 862/2007 (7), (EG) nr. 763/2008 (8) en (EU) nr. 1260/2013 van het Europees Parlement en de Raad omvat, heeft geleid tot aanzienlijke algemene verbeteringen van de statistieken ten opzichte van de situatie in 2005 zonder het huidige rechtskader. Dat kader kan echter leiden tot een gebrek aan samenhang en vergelijkbaarheid, dat moet worden aangepakt. |
|
(11) |
Klimaatverandering, de digitale transformatie, de veranderende demografische situatie en recente migratietrends hebben geleid tot een behoefte aan tijdigere, frequentere en gedetailleerdere Europese statistieken over bevolking , sociaal-economische ontwikkelingen , vitale gebeurtenissen en huisvesting, met inbegrip van bijzonderheden over onderwerpen of groepen die de afgelopen tien jaar politiek en maatschappelijk relevant zijn geworden. Bovendien is het bestaande rechtskader niet flexibel genoeg om zich aan te passen aan veranderende beleidsbehoeften en om het gebruik van nieuwe bronnen op nationaal en Unieniveau mogelijk te maken. Bovendien heeft de structuur van het bestaande rechtskader in de vorm van drie afzonderlijke verordeningen, die op verschillende tijdstippen zijn vastgesteld, geleid tot intrinsieke inconsistenties in de statistieken. Aangezien Verordening (EU) nr. 1260/2013 op 31 augustus 2028 niet langer van toepassing zal zijn, is ten slotte een nieuwe rechtsgrondslag vereist voor de demografische statistieken die op grond van die verordening worden verzameld. Daarom moet het huidige rechtskader worden vervangen door een nieuw, coherenter en flexibeler rechtskader dat de relevante delen van Verordening (EG) nr. 862/2007 moet wijzigen en de Verordeningen (EG) nr. 763/2008 en (EU) nr. 1260/2013 moet intrekken. |
|
(12) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 862/2007 heeft betrekking op statistieken over het land van staatsburgerschap en de geboorteplaats van de ingezeten bevolking (migrantenbestanden), over de verandering van woonplaats tussen landen (internationale migratiestromen) en over de verwerving van het staatsburgerschap van de ingezeten bevolking, terwijl de andere statistieken uit hoofde van die verordening betrekking hebben op administratieve en gerechtelijke procedures in verband met immigratiewetgeving en internationale bescherming. De statistieken als bedoeld in artikel 3 van die verordening zijn daarom nauw met elkaar verbonden en moeten consistent zijn met de statistieken over de ingezeten bevolking en de demografische veranderingen die in het kader van de Verordeningen (EG) nr. 763/2008 en (EU) nr. 1260/2013 worden verstrekt. Met het oog op intrinsieke consistentie moeten die statistieken daarom in één rechtsgrondslag worden opgenomen, terwijl artikel 3 uit Verordening (EG) nr. 862/2007 wordt geschrapt. |
|
(13) |
De snel veranderende aard van sommige bevolkings- en huisvestingskenmerken, met name in verband met demografische , sociaal-economische en migratieverschijnselen, en de daarmee gepaard gaande noodzaak van een snelle afstemming en aanpassing van het beleid, maken dat er snel na de referentieperiode statistieken beschikbaar moeten zijn. De periodiciteit en tijdigheid van de statistieken moet daarom concreet worden verbeterd , waar mogelijk met behulp van administratieve gegevens en administratieve documenten . Met het oog daarop moeten de lidstaten voldoende middelen ter beschikking stellen voor hun nationale bureaus voor de statistiek. |
|
(14) |
Bij Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad (9) is een op raster gebaseerde methode vastgesteld voor de definitie van territoriale typologieën op basis van de bevolkingsverdeling met rastercellen van 1 km2 . Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1799 van de Commissie (10) als tijdelijke rechtstreekse statistische actie bij de volks- en woningtellingen van 2021, voorziet in belangrijke tellingen op een pan-Europees raster van 1 km2 . Een wettelijk kader moet zorgen voor de voortdurende verspreiding van bevolkingsstatistieken met geografische referenties op basis van rasters en de uitbreiding ervan tot huisvestingsstatistieken. |
|
(15) |
Territoriale eenheden en statistische rasters moeten worden gedefinieerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1059/2003. |
|
(16) |
Voor de geocodering van landbouwbedrijven moet worden gebruikgemaakt van de thematische categorie “statistische eenheden” overeenkomstig bijlage III bij Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad (11). |
|
(17) |
Het huidige rechtskader voor Europese statistieken over bevolking en huisvesting moet worden geactualiseerd om ervoor te zorgen dat de afzonderlijke statistische processen op passende wijze worden geïntegreerd in een gemeenschappelijk kader dat het ESS in staat stelt doeltreffend te reageren op nieuwe informatiebehoeften van de Unie en statistische innovaties aan te moedigen. De statistische output moet worden vergroot om relevant te blijven in het licht van demografische, migratie-, sociale en economische veranderingen en uitdagingen, om de beleids- en besluitvorming te ondersteunen . |
|
(18) |
De verbeterde regelmatige (jaarlijks of meerdere keren per jaar verzamelde) statistieken over bevolking en huisvesting op basis van administratieve bronnen moeten worden aangevuld met informatie uit gecoördineerde volks- en woningtellingen in de Unie die om de tien jaar worden gehouden overeenkomstig de beginselen en aanbevelingen van de VN. Even belangrijk is dat volks- en woningtellingen een unieke gelegenheid bieden om officiële statistieken zichtbaar te maken, zowel wat concrete acties als wat resultaten betreft. |
|
(19) |
De tellingen van de Unie moeten kosteneffectiever worden door ten volle gebruik te maken van de rijke reeks administratieve gegevens die in de lidstaten beschikbaar zijn of een combinatie van verschillende bronnen, waaronder bronnen die verband houden met het internet der dingen ▌en de levering van digitale diensten , met gebruikmaking van protocollen die moeten worden afgesproken tussen de nationale bureaus voor de statistiek van de lidstaten en gegevensverstrekkers bij particuliere databanken . Bij tellingen moet de privacy van persoonsgegevens geëerbiedigd worden door de nodige waarborgen voor de verzameling van persoonsgegevens vast te stellen teneinde mogelijk misbruik te voorkomen en de grondrechten te beschermen. Zij moeten ook worden gebruikt om het demografische referentiescenario te herstellen en onderzoeken naar de dekking van administratieve gegevensbronnen omvatten. |
|
(20) |
De lidstaten en de Commissie (Eurostat) moeten duurzame toegang hebben tot een zo breed mogelijk scala aan gegevensbronnen om op kosteneffectieve wijze Europese statistieken over bevolking en huisvesting van hoge kwaliteit te produceren. In dit verband is het van cruciaal belang dat de nationale statistische instanties tijdig toegang krijgen tot, en snel gebruik kunnen maken van de administratieve gegevens die in het bezit zijn van overheidsdiensten op nationaal, regionaal en lokaal niveau, overeenkomstig artikel 17 bis van Verordening (EG) nr. 223/2009. Statistieken over de energie-efficiëntie van gebouwen kunnen bijvoorbeeld worden gebaseerd op administratieve gegevens met betrekking tot de afgifte van energiecertificaten van gebouwen op grond van Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad (12). Nationale statistische instanties moeten de administratieve gegevens uit de interoperabele databanken voor de energieprestatie van gebouwen die op nationaal niveau beschikbaar zijn overeenkomstig Richtlijn (EU) 2024/1275 van het Europees Parlement en de Raad (13) volledig, regelmatig en tijdig kunnen hergebruiken. De nationale statistische instanties moeten ook worden betrokken bij besluiten over het ontwerp en de herontwikkeling van relevante administratieve gegevensbronnen om ervoor te zorgen dat deze verder kunnen worden hergebruikt voor de opstelling van officiële statistieken. |
|
(21) |
De afgelopen jaren zijn op het niveau van de Unie uitgebreide databanken en interoperabiliteitssystemen met betrekking tot verblijf, vitale gebeurtenissen, burgerschap en migratie en grensoverschrijdende verplaatsingen van de bevolking ontwikkeld, zoals die welke zijn vastgesteld bij Verordeningen (EU) nr. 910/2014 (14), (EU) 2018/1724 (15), (EU) 2019/817 (16) en (EU) 2019/818 (17) van het Europees Parlement en de Raad. Zij bieden waardevolle informatie die kan worden hergebruikt voor de opstelling en kwaliteitsborging van Europese statistieken over bevolking en huisvesting. |
|
(22) |
In dat verband is het van essentieel belang dat de Commissie (Eurostat) die gegevens alleen voor statistische doeleinden kan hergebruiken indien de regels inzake gegevensbescherming en gegevensbescherming uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (18) strikt worden toegepast . Dit moet met name gelden voor de statistische gegevens die zijn opgeslagen in het centrale register voor rapportage en statistieken (CRRS) overeenkomstig het doel van het CRRS als omschreven in artikel 39, lid 1, van Verordening (EU) 2019/817 en in artikel 39, lid 1, van Verordening (EU) 2019/818 en in overeenstemming met de verordeningen tot vaststelling van de systemen waarvan de statistische gegevens in het CRRS zijn opgeslagen. Aangezien het CRRS systeemoverschrijdende statistische gegevens en analytische verslagen moet verstrekken voor beleids-, operationele en gegevenskwaliteitsdoeleinden, moet de Commissie (Eurostat) voor zover mogelijk samenwerken met het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) om de vereiste Europese statistieken te verstrekken. |
|
(23) |
Onder particuliere gegevens wordt verstaan de grote hoeveelheid gegevens die particuliere entiteiten als gevolg van hun activiteiten hebben verkregen en die door statistische instanties en de Commissie (Eurostat) kunnen worden gebruikt om officiële statistieken op te stellen . Dergelijke gegevens kunnen de dekking, tijdigheid en crisisresponscapaciteit van Europese statistieken over bevolking en huisvesting verbeteren of statistische innovatie mogelijk maken. Dergelijke gegevens kunnen de bestaande demografische en migratiestatistieken aanvullen, zorgen voor statistische innovatie en zelfs dienen voor de productie van vroege ramingen en tegelijkertijd de bescherming van de rechten en vrijheden van gegevenshouders waarborgen . De nationale bureaus voor de statistiek en andere bevoegde nationale instanties en de Commissie (Eurostat) moeten toegang hebben tot dergelijke gegevens en deze gebruiken , en met de particuliere gegevenshouders samenwerken overeenkomstig Verordening (EG) nr. 223/2009 . |
|
(24) |
Om de vergelijkbaarheid van Europese statistieken over bevolking en huisvesting op het niveau van de Unie te waarborgen, is het van essentieel belang dat gemeenschappelijke definities van de bevolking op geharmoniseerde wijze worden gebruikt en toegepast. Om de geharmoniseerde bevolkingsbasis consequent, robuust en kosteneffectief ten uitvoer te leggen en tegelijkertijd te zorgen voor tijdige resultaten, moet het in voorkomend geval mogelijk zijn wetenschappelijk gefundeerde modelleringstechnieken en statistische methoden ▌zoals “tekenen van leven” ▌ toe te passen . |
|
(25) |
De lidstaten moeten hun gegevens en metagegevens in elektronische vorm verstrekken in een door de Commissie (Eurostat) te verstrekken passend technisch formaat. Internationale normen, zoals het SDMX-initiatief (Statistical Data and Metadata Exchange), en binnen de Unie opgestelde statistische of technische normen, zoals metagegevens en validatienormen of Europese interoperabele kaderbeginselen, moeten worden gebruikt voor zover dit relevant is voor Europese statistieken over bevolking en huisvesting. Het ESS-comité heeft ESS-normen voor metagegevens en kwaliteitsverslagen bekrachtigd, overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 223/2009. Die normen moeten bijdragen tot de harmonisatie van kwaliteitsborging en rapportage in het kader van deze verordening en moeten daarom worden ingevoerd. |
|
(26) |
Europese statistieken over bevolking en huisvesting moeten voldoen aan de kwaliteitscriteria inzake relevantie, nauwkeurigheid, tijdigheid en stiptheid, toegankelijkheid en duidelijkheid, vergelijkbaarheid en samenhang zoals gespecificeerd in Verordening (EG) nr. 223/2009. De kwaliteit van die statistieken moet worden verbeterd naarmate de behoeften van de Unie evolueren , en er moeten mechanismen worden vastgesteld voor gevallen waarin de kwaliteit van de gegevens niet gewaarborgd is . Passende resultaten van de door de Commissie (Eurostat) verrichte kwaliteitsbeoordeling moeten openbaar toegankelijk zijn voor gebruikers van statistieken door ervoor te zorgen dat die statistieken ▌gratis en gemakkelijk toegankelijk zijn via de databanken van de Commissie (Eurostat) op haar website en in haar publicaties. |
|
(26 bis) |
In de Europese statistieken over bevolking en huisvesting moet aandacht worden besteed aan het aanhoudende gebrek aan gegevens over kwetsbare groepen (d.w.z. moeilijk te bereiken bevolkingsgroepen), zoals personen die in een inrichting verblijven (bijvoorbeeld militaire inrichtingen, justitiële en penitentiaire inrichtingen, internaten en universiteitscampussen, religieuze instellingen, ziekenhuizen, woonzorgcentra, instellingen voor mensen met een handicap en weeshuizen), 75+’ers, personen met een handicap, daklozen, personen met een migratieachtergrond en staatlozen. Om deze gegevenskloof te overbruggen en te voorkomen dat hieruit sociale en economische ongelijkheid voortkomt, moeten de lidstaten strategieën en gerichte oplossingen uitwerken voor het verzamelen van gegevens over moeilijk te bereiken bevolkingsgroepen, met name met betrekking tot het vinden, benaderen, overtuigen en ondervragen van moeilijk te bereiken bevolkingsgroepen. |
|
(26 ter) |
Om adequaat, tijdig en doeltreffend beleid te kunnen voeren, moet men eerst de beschikking hebben over betrouwbare en vergelijkbare gegevens die zijn uitgesplitst naar gender, leeftijd en, indien dit relevant is, nationaliteit, sociaal-economische status, geografisch gebied en andere kenmerken overeenkomstig de statistische beginselen als vastgesteld in artikel 338, lid 1, VWEU, en in de praktijkcode Europese statistieken en het kader voor kwaliteitsborging van het ESS. Die gegevens zijn van belang voor een beter begrip van bevolkings- en huisvestingstrends, de bestrijding van intersectionele discriminatie en de uitvoering en beoordeling van het beleid, de politieke doelstellingen en de acties van de Unie, zoals de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten, de Europese kindergarantie, de Europese zorgstrategie, de Europese strategie inzake de rechten van personen met een handicap en het Europees platform voor de bestrijding van dakloosheid, die alle zwaar leunen op gegevens over huishoudens en gezinnen. Uitsplitsing van statistieken naar handicap met behulp van bestaande en nieuwe administratieve gegevensbronnen moet worden aangemoedigd, om te onderzoeken of en in hoeverre handicap kan worden weergegeven. Bij het verzamelen en gebruiken van die gegevens moeten de Unie- en nationale normen op het gebied van privacy en grondrechten ten volle worden geëerbiedigd, met name waar het gegevens van minderjarigen betreft. Uitsplitsing naar gender moet recht doen aan de in de lidstaten beschikbare gegevens. Het is in sommige lidstaten thans mogelijk om zich wettelijk te laten registreren met een derde, vaak neutrale geslachtsaanduiding. Deze verordening laat de toepassing van de relevante nationale voorschriften in verband met deze registratie onverlet. |
|
(27) |
Verordening (EG) nr. 223/2009 voorziet in voorschriften voor de verstrekking van gegevens van de lidstaten naar de Commissie (Eurostat) en het gebruik daarvan, waaronder voor de verzending en bescherming van vertrouwelijke gegevens. Overeenkomstig deze verordening genomen maatregelen moeten ervoor zorgen dat vertrouwelijke gegevens uitsluitend voor statistische doeleinden worden verstrekt en gebruikt overeenkomstig de artikelen 21 en 22 van die verordening. |
|
(28) |
De Commissie (Eurostat) moet de statistische geheimhouding van de door de lidstaten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 223/2009 verstrekte gegevens in acht nemen. Met betrekking tot de bevolkingsstatistieken die in het kader van deze verordening worden verzameld, moet een geharmoniseerde aanpak worden ontwikkeld om de hoge kwaliteit van Europese aggregaten te waarborgen en de openbaarmaking van vertrouwelijke gegevens in statistische output te vermijden, waarbij zoveel mogelijk wordt vermeden dat gegevens worden geschrapt. |
|
(29) |
Op nationaal niveau beschikbare gegevensbronnen zijn niet altijd in staat om verschijnselen in verband met het vrije verkeer van personen in de Unie, de toegang van personen tot grensoverschrijdende diensten in verband met demografische vitale gebeurtenissen en de uitoefening van het recht van personen om woningen te kopen en te bezitten die worden gebruikt als primaire, vakantie- en secundaire accommodatie in de hele Unie, nauwkeurig weer te geven. Er zijn ook discrepanties in de bilaterale migratiestromen en problemen bij het meten van bevolkingsgroepen, bijvoorbeeld onder migranten, daklozen of staatlozen. Daarom moet het delen van gegevens met het oog op het opstellen van bevolkings- en migratiestatistieken en het waarborgen van de kwaliteit ervan worden versterkt en als een andere gegevensbron worden beschouwd. Een dergelijke versterkte uitwisseling van gegevens kan betrekking hebben op een breed scala aan relevante gegevens, van gegevens die duidelijk niet de identificatie van statistische eenheden mogelijk maken, het zij direct of indirect, tot gegevens waarvoor mogelijk vereisten inzake statistische geheimhouding gelden. De lidstaten moeten, in hun eigen belang en in het belang van de andere lidstaten, deelnemen aan activiteiten voor het delen van gegevens, onder meer aan proefprojecten ter beoordeling van innovatieve veilige oplossingen. De Commissie (Eurostat) moet ook een beveiligde infrastructuur opzetten om het delen van gegevens te vergemakkelijken, met inachtneming van alle nodige waarborgen voor gegevensbescherming . ▌ |
|
(31) |
Vertrouwelijke gegevens mogen alleen worden gedeeld op basis van een verzoek dat de noodzaak om die gegevens te delen overeenkomstig hoofdstuk V van Verordening (EG) nr. 223/2009 rechtvaardigt. |
|
(32) |
Op langere termijn moeten de gezamenlijke inspanningen in het kader van het ESS om grensoverschrijdende statistische kwaliteitsproblemen te beperken, zoals dubbeltelling van ingezetenen van de Unie die recht van vrij verkeer genieten, baat hebben bij bijvoorbeeld unieke digitale identificatiemiddelen die op Unieniveau zijn vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 910/2014. |
|
(33) |
Deze verordening doet geen afbreuk aan de Verordeningen (EU) 2016/679 (19) en (EU) 2018/1725 en Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad (20). Binnen hun respectieve toepassingsgebied zijn laatstgenoemde verordeningen van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening , mede gezien het feit dat persoonsgegevens die verwerkt worden voor statistische doeleinden in het algemeen belang vertrouwelijke statistische gegevens zijn, die onder de statistische geheimhoudingsplicht vallen . Derhalve mogen die gegevens alleen voor statistische doeleinden worden gebruikt en mogen ze nooit worden gebruikt ten behoeve van maatregelen of besluiten ten aanzien van een bepaalde natuurlijke persoon. Bij het verwerken, het delen en het archiveren van persoonsgegevens voor statistische doeleinden overeenkomstig deze verordening moet bij voorkeur gebruik worden gemaakt van geanonimiseerde of gepseudonimiseerde gegevens om overeenstemming met de waarborgen uit hoofde van artikel 89 van Verordening (EU) 2016/679 en artikel 13 van Verordening (EU) 2018/1725 te garanderen. Indien persoonsgegevens worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679 of Verordening (EU) 2018/1725, moeten de beginselen van rechtmatigheid, eerlijkheid, transparantie en nauwkeurigheid, doelbinding, gegevensminimalisering, opslagbeperking, integriteit en vertrouwelijkheid volledig worden toegepast. Evenzo moeten ook de statistische beginselen die worden omschreven in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 223/2009 en verder uitgewerkt in de praktijkcode Europese statistieken van toepassing zijn. |
|
(34) |
De Europese statistieken over bevolking en huisvesting moeten evolueren om rekening te houden met nieuwe gegevensbehoeften die voortvloeien uit veranderende beleidsprioriteiten, alsook met veranderingen in de demografische, migratie-, sociale of economische situatie in de Unie. De Commissie (Eurostat) moet in voorkomend geval proef- en haalbaarheidsstudies verrichten om de haalbaarheid van de betrokken aanpassingen te beoordelen en rekening houden met aspecten zoals kosten en administratieve lasten voor de lidstaten en de beschikbaarheid van passende gegevensbronnen. Bij de uitwerking van die studies moet de Commissie ervoor zorgen dat deze representatief zijn op het niveau van de Unie en recht doen aan de regionale verscheidenheid. De Commissie moet de resultaten van de studies in samenwerking met de lidstaten evalueren. |
|
(35) |
Teneinde rekening te houden met demografische, economische en sociale trends , technologische ontwikkelingen en de noodzaak om tijdig doelgericht beleid uit te werken , moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen tot wijziging van de lijst, de beschrijving, de termijnen en de referentietijden van gedetailleerde onderwerpen die onder Europese statistieken over bevolking en huisvesting vallen; de termijnen en referentietijden in de bijlage bij deze verordening bij te werken en de door de lidstaten op ad-hocbasis te verstrekken informatie te specificeren. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (21). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen. |
|
(35 bis) |
Het feit dat Europese statistieken tot de kern van empirische besluitvorming behoren is ook zichtbaar in het programmerings- en financieringskader voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken (programma voor de eengemaakte markt) dat is vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/690 van het Europees Parlement en de Raad (22). De lidstaten moeten financiële steun kunnen aanvragen bij het programma voor de eengemaakte markt en bij het instrument voor technische ondersteuning dat in het leven is geroepen bij Verordening (EU) 2021/240 van het Europees Parlement en de Raad (23) overeenkomstig de doelstellingen en regels van die instrumenten, met het oog op het aanpassen van hun nationale statistische systemen, het verbeteren van de methodologie en de gegevenskwaliteit van de statistieken alsmede het plannen en uitvoeren van ad-hocgegevensverzamelingen uit hoofde van deze verordening. |
|
(36) |
Overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 (24) , Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad (25) en Verordeningen (EG, Euratom) nr. 2988/95 (26), (Euratom, EG) nr. 2185/96 (27) en (EU) 2017/1939 (28) van de Raad moeten de financiële belangen van de Unie worden beschermd door middel van evenredige maatregelen, onder meer maatregelen met betrekking tot preventie, opsporing, correctie en onderzoek van onregelmatigheden, waaronder fraude, met betrekking tot terugvordering van verloren gegane, ten onrechte betaalde of onjuist bestede financiële middelen en, waar passend, met betrekking tot het opleggen van administratieve sancties. Met name heeft het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) overeenkomstig Verordeningen (Euratom, EG) nr. 2185/96 en (EU, Euratom) nr. 883/2013 de bevoegdheid administratieve onderzoeken uit te voeren, met inbegrip van controles en verificaties ter plaatse, om vast te stellen of er sprake is van fraude, corruptie of andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad. Het Europees Openbaar Ministerie (EOM) is overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1939 bevoegd over te gaan tot onderzoek en vervolging van strafbare feiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad als bepaald in Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad (29). Personen of entiteiten die middelen van de Unie ontvangen, moeten overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 volledig meewerken aan de bescherming van de financiële belangen van de Unie, de nodige rechten en toegang verlenen aan de Commissie, OLAF, de Rekenkamer en, ten aanzien van de lidstaten die deelnemen aan nauwere samenwerking op grond van Verordening (EU) 2017/1939, het EOM, alsmede ervoor zorgen dat derden die betrokken zijn bij de uitvoering van financiële middelen van de Unie gelijkwaardige rechten verlenen. |
|
(37) |
Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening met betrekking tot de specificatie van de vereisten inzake gegevens en metagegevens, de technische formaten en procedures voor de verstrekking van gegevens en metagegevens, de inhoud en de structuur van kwaliteitsverslagen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (30). |
|
(38) |
Indien voor de uitvoering van deze verordening, of van de overeenkomstig deze verordening vastgestelde gedelegeerde handelingen of uitvoeringshandelingen, grote aanpassingen van het nationale statistische systeem van een lidstaat voor gegevensverstrekking met een periodiciteit van minder dan tien jaar nodig zouden zijn, moet de Commissie, in naar behoren gerechtvaardigde gevallen en voor een beperkte tijd, de betrokken lidstaten afwijkingen kunnen toestaan. |
|
(39) |
Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk de systematische productie van Europese statistieken over bevolking en huisvesting in de Unie, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt maar om redenen van coherentie en vergelijkbaarheid beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 VWEU neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen▌. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken. |
|
(40) |
Overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 is de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming geraadpleegd, en op 16 maart 2023 heeft hij een advies uitgebracht. |
|
(41) |
Het ESS-comité is geraadpleegd, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Onderwerp
Deze verordening stelt een gemeenschappelijk rechtskader vast voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken over bevolking en huisvesting.
Artikel 2
Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
|
1) |
“staatsburgerschap”: de bijzondere juridische band tussen een natuurlijke persoon en zijn of haar staat, welke verkregen is door geboorte of naturalisatie door middel van een verklaring, keuze, huwelijk, adoptie of andere mogelijkheden waarin het nationaal recht voorziet; |
|
2) |
“gewone verblijfplaats”: de plaats waar iemand gewoonlijk zijn dagelijkse rustperiode doorbrengt, afgezien van tijdelijke afwezigheid in verband met recreatie, vakantie, vrienden- en familiebezoek, zakenreizen, medische behandelingen of bedevaarten. Alleen de volgende personen worden als inwoners van een specifiek geografisch gebied beschouwd:
|
|
3) |
“tekenen van leven”: alle informatie die wijst op de werkelijke aanwezigheid en gewone verblijfplaats van een persoon op het betrokken grondgebied , waaronder informatie die is verkregen uit elke geschikte bron of combinatie daarvan, met inbegrip van digitale sporen die betrekking hebben op de persoon; |
|
4) |
▌ |
|
5) |
“internationale migratie”: de gebeurtenis waarbij een persoon zijn of haar gewone verblijfplaats op het grondgebied van een lidstaat of een derde land vestigt, nadat hij eerder zijn gewone verblijfplaats in een andere lidstaat of een derde land had; |
|
6) |
“immigrant”: een persoon die tijdens de referentieperiode internationale migratie heeft ondergaan om zijn of haar nieuwe gewone verblijfplaats in het rapporterende land te vestigen; |
|
7) |
“emigrant”: een persoon die tijdens de referentieperiode internationale migratie heeft ondergaan om zijn of haar nieuwe gewone verblijfplaats buiten het rapporterende land te vestigen, en die voorheen gewoonlijk in het rapporterende land verbleef; |
|
8) |
“interne migratie”: de gebeurtenis waarbij een persoon zijn gewone verblijfplaats op het grondgebied van het rapporterende land verplaatst; |
|
8 bis) |
“moeilijk te bereiken bevolkingsgroepen”: groepen personen ten aanzien waarvan er een reële of veronderstelde belemmering bestaat om volledig en representatief te worden meegenomen of geïdentificeerd in de verzameling van statistische gegevens, hetzij omdat de betrokken groepen onvoldoende aan bod komen, hetzij omdat het ontbreekt aan specifieke kenmerken om hen te identificeren; |
|
9) |
“woonruimte”: een tijdelijke of permanente structuur, onderdak of onderdak waar een of meer personen verblijven, ongeacht of deze voor menselijke bewoning is ontworpen of bestemd is; |
|
10) |
▌ “conventionele woning”: een structureel gescheiden en onafhankelijke ruimte op een vaste locatie die is ontworpen voor permanente menselijke bewoning en die op de referentiedatum:
|
|
11) |
“woongebouw”: een permanente structuur bestaande uit een of meer conventionele woningen of die bestemd is voor institutionele of collectieve huisvesting ; |
|
12) |
“huishouden”: een groep van twee of meer personen die woonruimten ▌delen, of een persoon die geen deel uitmaakt van een ander huishouden; |
|
12 bis) |
“institutionele huisvesting”: een collectief woonverblijf dat is bedoeld voor langdurige huisvesting en waar aan een groep personen diensten worden verleend die noodzakelijk zijn voor het dagelijks leven; |
|
13) |
“gezin”: een groep van twee of meer personen die meestentijds in hetzelfde huishouden wonen en die verwant zijn door ouderschap of via een geregistreerd partnerschap of partnerschap tussen partners; |
|
14) |
“administratieve bestanden”: gegevens die worden gegenereerd door een niet-statistische bron, gewoonlijk een register dat door een overheidsinstantie wordt bijgehouden en waarvan het hoofddoel niet het verstrekken van statistieken is; |
|
15) |
“domein”: een of meer gegevensreeksen die specifieke onderwerpen bestrijken; |
|
16) |
“onderwerp”: de inhoud van de te verzamelen informatie over de statistische eenheden, waarbij elk onderwerp verschillende gedetailleerde onderwerpen bestrijkt; |
|
17) |
“gedetailleerd onderwerp”: de gedetailleerde inhoud van de te verzamelen informatie over de statistische eenheden met betrekking tot een onderwerp, waarbij elk gedetailleerd onderwerp een of meer variabelen bestrijkt; |
|
18) |
“gegevensverzameling”: ▌een of meer variabelen in gestructureerde vorm; |
|
19) |
“volks- en woningtelling”: de gedetailleerde vijfjaarlijkse gegevensreeksen en metagegevens die uit hoofde van deze verordening moeten worden verstrekt; |
|
20) |
“statistische eenheid”: één lid van een geheel van eenheden, namelijk personen, voorwerpen of gebeurtenissen waarover gegevens worden verzameld en waarover ▌statistieken worden opgesteld; |
|
21) |
“variabele”: een kenmerk van een statistische eenheid dat meer dan één waarde uit een reeks waarden kan bedragen; |
|
22) |
“uitsplitsing”: een vooraf bepaalde, afzonderlijke, uitputtende reeks waarden die kan worden toegekend aan variabelen die kenmerkend zijn voor statistische eenheden; |
|
23) |
“nationaal niveau”: het grondgebied van een lidstaat; |
|
24) |
“regionaal niveau”: NUTS3-niveau als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1059/2003; |
|
25) |
“lokaal niveau”: het niveau van de lokale bestuurlijke eenheid ▌zoals vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1059/2003; |
|
26) |
“rasterniveau”: statistisch raster zoals vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1059/2003; |
|
27) |
“frames”: alle lijsten, materialen of hulpmiddelen die de elementen van de doelpopulatie afbakenen en identificeren en die, afhankelijk van het gebruik ervan, toegang kunnen verlenen tot ▌aanvullende kenmerken van de elementen of die kunnen verschaffen; |
|
28) |
“referentiedatum”: het tijdstip waarop de statistieken betrekking hebben; |
|
29) |
“referentieperiode”: het tijdsinterval waarop statistieken over gebeurtenissen betrekking hebben; |
|
30) |
“referentietijdstip”: de referentiedatum of de referentieperiode, afhankelijk van de vraag of de statistieken betrekking hebben op gebeurtenissen of op andere statistische eenheden; |
|
31) |
“metagegevens”: informatie die nodig is om statistieken te gebruiken en te interpreteren en waarmee gegevensreeksen op een gestructureerde manier worden beschreven; |
|
32) |
“vooraf gecontroleerde gegevensreeksen”: gegevensreeksen die door de lidstaten zijn geverifieerd op basis van overeengekomen gemeenschappelijke validatieregels; |
|
33) |
“kwaliteitsverslag”: verslag dat informatie geeft over de kwaliteit van een statistisch product of proces. |
Artikel 3
Bevolkingsbasis
1. Voor de toepassing van deze verordening bestaat de bevolkingsbasis uit alle personen die op de referentiedatum hun gewone verblijfplaats in de Unie hebben in een bepaalde territoriale eenheid van een lidstaat op nationaal, regionaal, lokaal of rasterniveau.
2. De bevolkingsbasis omvat alle gewoonlijk verblijvende personen, ongeacht het staatsburgerschap of de vraag of de betrokkene staatloos is of voorheen was▌.
3. Personen die hun gewone verblijfplaats buiten het grondgebied van de lidstaat hebben, ongeacht hun geboorteplaats of staatsburgerschap en ongeacht eventuele familiale, sociale, economische of vermogensrechtelijke banden die de betrokkene met de lidstaat heeft, vallen niet onder de bevolkingsbasis.
4. Aan personen zonder gewone verblijfplaats wordt als gewone verblijfplaats toegeschreven de plaats waar zij zich op de referentiedatum bevinden.
5. De lidstaten passen de definitie van gewone verblijfplaats van deze verordening toe op alle gegevensreeksen die uit hoofde van deze verordening aan de Commissie (Eurostat) worden verstrekt, en op nationaal, regionaal, lokaal en rasterniveau.
6. Bij de toepassing van de definitie van gewone verblijfplaats gebruiken de lidstaten:
|
a) |
één of een combinatie van de in artikel 9, lid 1, bedoelde gegevensbronnen; |
|
b) |
schattingsmethoden zoals “tekenen van leven” alsmede andere wetenschappelijk gefundeerde, goed gedocumenteerde en openbaar toegankelijke statistische schattingsmethoden ter correctie van de werkelijke aanwezigheid op de vermoedelijke gewone verblijfplaats gedurende het grootste deel van de periode van twaalf maanden eindigend op de referentiedatum, en ▌om het aantal personen te schatten dat voornemens is of naar verwachting zal blijven gedurende het grootste deel van de periode van twaalf maanden na aankomst. |
6 bis. In verband met de stemming met gekwalificeerde meerderheid in de Raad stelt de Commissie de Raad in kennis van de totale bevolking van de lidstaten aan het eind van elk referentiejaar dat bekend is bij de Commissie (Eurostat) op 31 augustus van het kalenderjaar dat op het referentiejaar volgt.
Artikel 4
Statistische eenheden
In het kader van deze verordening worden statistieken opgesteld voor de volgende statistische eenheden:
|
a) |
personen; |
|
b) |
levensgebeurtenissen; |
|
c) |
gezinnen; |
|
d) |
huishoudens; |
|
e) |
gebouwen die bestemd zijn voor bewoning, woonruimten waaronder instellingen en conventionele woningen. |
Artikel 5
Statistische vereisten
1. Europese statistieken over bevolking en huisvesting hebben betrekking op de volgende gebieden:
|
a) |
demografie; |
|
b) |
huisvesting; |
|
c) |
gezinnen en huishoudens. |
2. Statistieken op de in lid 1 van dit artikel genoemde gebieden worden georganiseerd in gegevensreeksen volgens de in de bijlage vermelde onderwerpen en gedetailleerde onderwerpen. Indien de statistische eenheid een persoon is, worden de gegevensreeksen uitgesplitst naar geslacht en leeftijd, en in voorkomend geval naar andere kenmerken.
3. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 17 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de lijst van gedetailleerde onderwerpen in de bijlage. Die gedelegeerde handelingen worden ten minste twaalf maanden voor het begin van het desbetreffende referentietijdstip vastgesteld.
4. Bij de uitoefening van de bevoegdheid om overeenkomstig lid 3 van dit artikel gedelegeerde handelingen vast te stellen, zorgt de Commissie ervoor dat die handelingen geen aanzienlijke en onevenredige lasten met zich meebrengen voor de lidstaten en de respondenten van de enquête. Elk nieuw gedetailleerd onderwerp wordt beoordeeld op de haalbaarheid ervan door middel van proefstudies die door de Commissie (Eurostat) en de lidstaten overeenkomstig artikel 14 worden uitgevoerd.
5. De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast om de technische eigenschappen van de aan de Commissie (Eurostat) te verstrekken gegevensreeksen en metagegevens te specificeren. In die uitvoeringshandelingen worden, in voorkomend geval, de volgende technische elementen gespecificeerd:
|
a) |
benamingen van variabelen, hun technische specificaties en uitsplitsingen; |
|
b) |
gedetailleerde specificaties van de statistische eenheden en metagegevens; |
|
c) |
te gebruiken statistische classificaties; |
|
d) |
termijnen voor de verstrekking; |
|
e) |
technische formaten van gegevensreeksen en metagegevensverstrekking; |
|
f) |
de inhoud, de structuur, de periodiciteit, de modaliteiten en de termijnen voor het verstrekken van de kwaliteitsverslagen en, indien nodig en gerechtvaardigd, nadere specificaties. |
Die uitvoeringshandelingen worden ten minste twaalf maanden voor het begin van het desbetreffende referentietijdstip volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld, behalve voor de volks- en woningtelling waarvoor de uitvoeringshandelingen ten minste 24 maanden voor het begin van het jaar waarin de referentiedatum valt, worden vastgesteld.
Artikel 6
Periodiciteit en referentietijden
1. De lidstaten stellen elk kwartaal, om de zes maanden, jaarlijks en meerjaarlijks Europese statistieken over bevolking en huisvesting op, en in een tienjaarlijkse volks- en woningtelling.
2. De jaren eindigend op “1” zijn de referentiejaren voor de tienjaarlijkse volks- en woningtelling.
3. De jaren eindigend op “1”, “5” en “8” zijn de referentiejaren voor meerjarige statistieken.
4. De periodiciteit en het referentietijdstip ▌voor elk gedetailleerd onderwerp zijn opgenomen in de bijlage.
5. De eerste referentiedatum waarvoor jaarstatistieken over het thema “populatiebestanden” moeten worden verstrekt, is 31 december 2025. De eerste referentietijd waarvoor alle andere statistieken uit hoofde van deze verordening moeten worden verstrekt, is 2026.
6. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 17 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de bijlage te wijzigen door de termijnen en referentietijden te actualiseren.
Artikel 7
Vereisten voor ad-hocstatistieken
1. De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) ad-hocgegevensreeksen en metagegevens.
2. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 17 gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde deze verordening aan te vullen door de gegevensreeksen en metagegevens te specificeren die de lidstaten op ad-hocbasis moeten verstrekken, indien het verzamelen van aanvullende statistieken noodzakelijk wordt geacht om te voorzien in aanvullende statistische behoeften uit hoofde van deze verordening , en door aan te geven welke administratieve gegevensbronnen en documenten prioriteit moeten krijgen bij het verzamelen van de gevraagde gegevens .
3. In de in lid 2 bedoelde gedelegeerde handelingen wordt het volgende gespecificeerd:
|
a) |
de gedetailleerde onderwerpen die in de ad-hocgegevensreeksen moeten worden vermeld en de redenen voor deze aanvullende statistische behoeften; |
|
b) |
de referentietijden. |
4. De Commissie is bevoegd de in lid 2 bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen met ingang van het referentiejaar 2027 en met een minimum van twee jaar tussen elke ad-hocverzameling.
5. De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast om de technische eigenschappen van de in lid 2 bedoelde ad-hocgegevensreeksen en metagegevens te specificeren. In die uitvoeringshandelingen worden, in voorkomend geval, de volgende technische elementen gespecificeerd:
|
a) |
benamingen van variabelen, hun technische specificaties en uitsplitsingen; |
|
b) |
gedetailleerde specificaties van de statistische eenheden en metagegevens; |
|
c) |
te gebruiken statistische classificaties; |
|
d) |
termijnen voor de verstrekking. |
Deze uitvoeringshandelingen worden uiterlijk twaalf maanden vóór het begin van de referentieperiode vastgesteld overeenkomstig de in artikel 18, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Artikel 8
Bij de Commissie in te dienen gegevensreeksen en metagegevens
1. De lidstaten dienen bij de Commissie (Eurostat) vooraf gecontroleerde gegevensreeksen en metagegevens in overeenkomstig de bijlage in een door de Commissie (Eurostat) gespecificeerd technisch formaat. De diensten van het centrale toegangspunt worden gebruikt om de gegevensreeksen en metagegevens bij de Commissie (Eurostat) in te dienen .
2. Wanneer de lidstaten de krachtens deze verordening vereiste gegevens op nationaal niveau publiceren vóór de overeenkomstig artikel 5, lid 5, en artikel 7, lid 5, vastgestelde indieningstermijnen , verstrekken zij deze als volgt aan de Commissie (Eurostat) , zonder onnodige vertraging, uiterlijk binnen 21 kalenderdagen na de publicatie op nationaal niveau.
3. De lidstaten dienen het volgende bij de Commissie (Eurostat) in :
|
a) |
herziene gegevensreeksen en metagegevens indien een herziening wordt verricht nadat de krachtens deze verordening vereiste gegevensreeksen in eerste instantie zijn verstrekt; |
|
b) |
herziene gegevensreeksen en metagegevens voor relevante tijdreeksen indien een herziening wordt verricht van gegevensreeksen die vóór de toepassing van deze verordening aan de Commissie (Eurostat) waren verstrekt. |
De herziene gegevensreeksen en metagegevens worden ingediend binnen 14 kalenderdagen na de herziening en worden aangevuld met kwaliteitsrapportage overeenkomstig artikel 12.
De lidstaten stellen de Commissie onverwijld in kennis indien zij besluiten gegevensreeksen en metagegevens te herzien.
Artikel 9
Gegevensbronnen en methoden
1. De lidstaten en de Commissie (Eurostat) gebruiken één of een combinatie van de volgende gegevensbronnen, mits zij het mogelijk maken statistieken te produceren die voldoen aan de kwaliteitseisen van artikel 12:
|
a) |
administratieve gegevensbronnen; |
|
b) |
statistische enquêtes of andere verzamelingen van statistische gegevens; |
|
c) |
andere bronnen, met inbegrip van gegevens in particulier bezit; |
|
d) |
hergebruik van gegevens die afkomstig zijn van het delen van gegevens tussen de nationale statistische instanties en de Commissie (Eurostat) binnen het ESS . |
2. De lidstaten beoordelen en monitoren de kwaliteit van hun gegevensbronnen, met inbegrip van administratieve bestanden en andere geschikte bronnen die worden gebruikt.
3. De lidstaten streven ernaar voortdurend innovatieve bronnen en methoden te ontwikkelen en gebruiken deze om de in het kader van deze verordening opgestelde statistieken te verbeteren, op voorwaarde dat zij het mogelijk maken statistieken te produceren die voldoen aan de kwaliteitseisen van artikel 12. ▌
4. De krachtens deze verordening opgestelde statistieken worden gebaseerd op statistisch verantwoorde en goed gedocumenteerde methoden, rekening houdend met internationale aanbevelingen en beste praktijken, zoals “tekenen van leven”▌ en andere wetenschappelijk gefundeerde statistische ramingsmethoden die worden gebruikt voor de samenstelling van de gewoonlijk in de lidstaten verblijvende bevolking.
5. Op een terdege gemotiveerd verzoek van de Commissie (Eurostat) verstrekken de lidstaten de Commissie (Eurostat) de beoordelingsresultaten van de gegevensbronnen, de documentatie van de methoden en de nodige verduidelijkingen.
Artikel 10
Tijdige toegang tot en hergebruik van administratieve gegevens
1. Overeenkomstig artikel 17 bis van Verordening (EG) nr. 223/2009 staan de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor administratieve gegevensbronnen die relevant zijn voor de toepassing van deze verordening, ▌hergebruik van deze gegevens toe in voldoende tijd en met voldoende frequentie om statistieken te produceren en in te dienen binnen de termijnen en in overeenstemming met de specifieke kwaliteitseisen van deze verordening. De nationale statistische instanties en de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de administratieve bestanden stellen de samenwerkingsmechanismen vast die nodig zijn voor de tijdige en kosteloze toegang tot die bestanden.
1 bis. Ten behoeve van de productie van statistieken over het gedetailleerde onderwerp “energiegerelateerde kenmerken van gebouwen” hebben de nationale statistische instanties tijdige en regelmatige toegang tot de nationale databanken over de energieprestatie van gebouwen overeenkomstig Richtlijn (EU) 2024/1275, en mogen zij de administratieve gegevens uit die databanken hergebruiken.
1 ter. Ten behoeve van de productie van uitsplitsingen van de bevolking naar geslacht gebruiken de nationale statistische instanties de informatie die beschikbaar is in de nationale administratieve gegevensbronnen.
2. Voor de toepassing van deze verordening krijgt de Commissie (Eurostat) op verzoek toegang tot relevante gegevens en metagegevens uit databanken en interoperabiliteitssystemen die worden beheerd door organen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van de Verordeningen (EU) nr. 910/2014 en (EU) 2018/1724, en statistische gegevens die zijn opgeslagen in het centrale register voor rapportage en statistieken (CRRS) . De Commissie (Eurostat) heeft met name toegang tot gegevens uit de grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht uit het CRRS , overeenkomstig de Verordeningen (EU) 2019/817 en (EU) 2019/818 en de verordeningen tot vaststelling van de systemen waarvan de statistische gegevens in CRRS worden opgeslagen. In dat verband werkt de Commissie (Eurostat) verder samen met de relevante organen en agentschappen van de Unie om de op maat gemaakte statistische gegevens en metagegevens te specificeren die, waar mogelijk uit hoofde van het Unierecht, vereist zijn voor Europese statistieken over bevolking en huisvesting, de operationele modaliteiten voor de verstrekking ervan en de nodige begeleidende fysieke en logische waarborgen.
Artikel 11
Lijsten van landen en gebieden
1. Wanneer gegevensreeksen informatie per land of gebied bevatten, gebruiken de lidstaten specifieke uitsplitsingen voor de toepassing van deze verordening en van Verordening (EG) nr. 862/2007.
2. De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast tot nadere bepaling of bijwerking van de lijsten van landen en gebieden die van toepassing zijn op uitsplitsingen van statistieken die op grond van deze verordening worden opgesteld. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 18, lid 2, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure. ▌
3. Uitvoeringshandelingen tot wijziging van meer dan een derde van de uitsplitsingscategorieën van landen of gebieden worden ten vroegste twaalf maanden na de inwerkingtreding ervan van toepassing.
Artikel 12
Kwaliteitseisen en kwaliteitsverslag
1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de kwaliteit van de ingediende gegevensreeksen en metagegevens te waarborgen.
2. De lidstaten nemen passende en doeltreffende maatregelen om:
|
a) |
de in artikel 3 ▌vastgestelde regels met betrekking tot de bevolkingsbasis op uniforme wijze en onafhankelijk van de gebruikte gegevensbronnen ten uitvoer leggen; |
|
b) |
moeilijk te bereiken bevolkingsgroepen weer te geven of te ramen; |
|
c) |
de volledigheid en nauwkeurigheid van de betrokken populatie te controleren overeenkomstig artikel 3▌; |
|
d) |
frames vast te stellen die geschikt zijn voor de toepassing van deze verordening en van artikel 12 van Verordening (EU) 2019/1700; |
|
e) |
mogelijke risico’s van onderschatting of dubbeltelling in verband met het vrije verkeer van personen in de Unie, de toegang van personen tot grensoverschrijdende diensten in verband met levensgebeurtenissen en het recht van personen om grensoverschrijdend onroerend goed te kopen, eigendom te hebben en te gebruiken in de hele Unie te vermijden , bijvoorbeeld door unieke digitale identificatiemiddelen in te voeren ; |
|
f) |
het mogelijke risico van onderschatting of dubbeltelling te vermijden en te zorgen voor een betere vergelijkbaarheid van migratiestromen▌; |
|
g) |
alle gegevens aan de Commissie (Eurostat) te verstekken die nodig zijn om de volledigheid van de gepubliceerde Europese statistieken te waarborgen. |
2 bis. De Commissie (Eurostat) beoordeelt de kwaliteit van de metagegevens over de specificaties van de gegevens, onder andere teneinde deze op gebruikersvriendelijke wijze op de website van de Commissie (Eurostat) te publiceren.
3. De lidstaten dienen bij de Commissie (Eurostat) voor het eerst uiterlijk op 31 maart 2027 en vervolgens elk jaar dat eindigt op “ 0”, “3” of “7” een kwaliteitsverslag in met een beschrijving van de kwaliteit van de verstrekte statistieken en de statistische processen voor de tijdens de periode verstrekte gegevensreeksen . Die kwaliteitsverslagen omvatten informatie over de gebruikte gegevensbronnen en -methoden, de toepassing van de begrippen en definities en de daarmee verband houdende mogelijke effecten op de kwaliteit van de geselecteerde gegevensbronnen en herzieningen van de gegevens . De kwaliteitsverslagen gaan tevens in op de wijze waarop de lidstaten de in lid 1 bedoelde maatregelen hebben toegepast en de wijze waarop aan de in lid 2 bedoelde kwaliteitscriteria is voldaan .
4. De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast waarin de praktische regelingen voor de kwaliteitsverslagen en de inhoud ervan worden bepaald.
Die uitvoeringshandelingen brengen geen aanzienlijke extra lasten en kosten met zich mee voor de lidstaten.
Zij worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 18, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
4 bis. Indien op grond van die uitvoeringshandelingen een ingrijpende aanpassing vereist is, kan financiële en technische ondersteuning worden verleend overeenkomstig artikel 15, of kan een afwijking worden toegestaan overeenkomstig artikel 19, lid 1 bis.
5. De lidstaten stellen de Commissie (Eurostat) zo snel mogelijk in kennis van elke relevante informatie of wijziging in verband met de uitvoering van deze verordening die van invloed kan zijn op de kwaliteit van de verstrekte statistieken , en treffen onverwijld maatregelen om het probleem te verhelpen .
6. Op een terdege gemotiveerd verzoek van de Commissie (Eurostat) verstrekken de lidstaten de Commissie (Eurostat) onverwijld aanvullende verduidelijkingen die nodig zijn om de kwaliteit van de statistische informatie te beoordelen , zoals de beoordelingsresultaten van de gegevensbronnen en de documentatie van de methoden .
Artikel 13
Gegevensuitwisseling
1. De gegevens worden uitsluitend met het oog op de ontwikkeling en productie van onder deze verordening vallende Europese statistieken en de kwaliteit ervan gedeeld tussen de nationale bureaus voor de statistiek en andere nationale instanties op de lijst die wordt bedoeld in artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 223/2009 (nationale statistische instanties) ▌en tussen die nationale statistische instanties en de Commissie (Eurostat).
2. In het belang van een veilige uitwisseling van gegevens binnen het ESS worden alle nodige waarborgen , waaronder een beveiligde infrastructuur voor het delen van gegevens, met betrekking tot de fysieke , technische en logische bescherming van gegevens genomen. De Commissie (Eurostat) zet een beveiligde infrastructuur op om de in lid 1 bedoelde gegevensuitwisseling te vergemakkelijken. De ▌nationale statistische instanties kunnen deze beveiligde infrastructuur voor het delen van gegevens gebruiken voor het in lid 1 genoemde doel. De Commissie (Eurostat) en de nationale statistische instanties die deze beveiligde infrastructuur voor het delen van gegevens gebruiken voor de verwerking van persoonsgegevens overeenkomstig lid 3 worden geacht samen verantwoordelijk te zijn voor de verwerking van persoonsgegevens in beveiligde infrastructuur voor het delen van gegevens. Ingeval de nationale statistische instanties een andere infrastructuur voor het delen van gegevens gebruiken, zien zij erop toe dat die infrastructuur ten minste even goed is beveiligd als de door Commissie (Eurostat) opgezette infrastructuur .
3. Wanneer de betrokken gegevens vertrouwelijke gegevens zijn in de zin van artikel 3, punt 7, van Verordening (EG) nr. 223/2009 of persoonsgegevens overeenkomstig Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725, kan het delen van die gegevens ▌op vrijwillige basis plaatsvinden, op voorwaarde dat het:
|
a) |
is gebaseerd op een verzoek ter staving van de noodzaak om de gegevens in elk individueel geval te delen, met name met betrekking tot de kwaliteitskwesties die specifiek moeten worden aangepakt; |
|
b) |
▌ is gebaseerd op privacybevorderende technologieën die specifiek zijn ontworpen om de beginselen van de Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725 toe te passen, met bijzondere aandacht voor doelbinding, gegevensminimalisering, opslagbeperking, integriteit en vertrouwelijkheid; |
|
c) |
geen afbreuk doet aan hoofdstuk V van Verordening (EG) nr. 223/2009. |
3 bis. Met het oog op het delen van gegevens als bedoeld in lid 1 worden niet-vertrouwelijke gegevens gedeeld tussen nationale bureaus voor de statistiek en andere nationale autoriteiten van verschillende lidstaten en tussen deze nationale statistische instanties en de Commissie (Eurostat).
4. De Commissie (Eurostat) en de lidstaten testen en beoordelen door middel van proefstudies de infrastructuur voor en de geschiktheid van relevante privacybevorderende technologieën voor het delen van gegevens.
5. Indien in de uit hoofde van lid 4 van dit artikel uitgevoerde pilotstudies doeltreffende en veilige oplossingen voor het delen van gegevens voor de in lid 1 van dit artikel bedoelde doeleinden worden vastgesteld, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen met technische specificaties voor het delen van gegevens en maatregelen voor de vertrouwelijkheid en beveiliging van informatie. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 18, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
Artikel 14
Proef- en haalbaarheidsstudies
1. Waar nodig en passend voor de toepassing van deze verordening start de Commissie (Eurostat) proef- en haalbaarheidsstudies die gericht zijn op:
|
a) |
de beoordeling van de beschikbaarheid en de kwaliteit van gegevensbronnen, met inbegrip van openbare en particuliere gegevens in de lidstaten en op het niveau van de Unie; |
|
b) |
de ontwikkeling en beoordeling van de haalbaarheid van de uitvoering van nieuwe ▌gedetailleerde onderwerpen, statistische eenheden, variabelen en de uitsplitsingen daarvan; |
|
b bis) |
de beoordeling van de beschikbaarheid van gegevensbronnen en de verbetering van methoden voor het verstrekken van statistieken over handicaps van personen en het testen van de uitsplitsing van statistieken, met inbegrip van de vergelijkbaarheid ervan, overeenkomstig het nationaal recht en de nationale praktijk inzake gegevensbescherming en controle op de openbaarmaking; |
|
c) |
de ontwikkeling van nieuwe methoden en statistische technieken om de kwaliteit te verbeteren en informatie over moeilijk te bereiken bevolkingsgroepen te verbeteren ; |
|
d) |
de vermindering van de discrepanties in gegevens van migratiestromen en de verbetering van de vergelijkbaarheid ervan ; |
|
d bis) |
de vermindering van mogelijke onderschatting of dubbeltelling van mensen; |
|
e) |
het testen en beoordelen van de infrastructuur voor en de geschiktheid van relevante privacybevorderende technologieën voor veilige gegevensuitwisseling binnen het ESS overeenkomstig artikel 13, lid 4. |
2. De lidstaten kunnen aan die studies deelnemen, maar zorgen samen met de Commissie (Eurostat) voor de representativiteit van die studies op het niveau van de Unie.
3. De resultaten van deze studies worden door de Commissie (Eurostat) in samenwerking met de lidstaten geëvalueerd. De Commissie (Eurostat) stelt in samenwerking met de lidstaten verslagen op over de resultaten van die studies.
Artikel 15
Financiering
1. Wat de uitvoering van deze verordening betreft, wordt een financiële bijdrage beschikbaar gesteld in het kader van het programma voor de eengemaakte markt dat is vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/690, overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, aan de nationale bureaus voor de statistiek en andere nationale instanties als bedoeld in artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 223/2009, voor:
|
a) |
aanpassingen aan de infrastructuur en de opleiding in het nationale statistische systeem die nodig zijn voor de ontwikkeling en uitvoering van nieuwe of verbeterde gegevensbronnen, methodologieën, gegevensuitwisseling, statistische eenheden, onderwerpen, gedetailleerde onderwerpen, variabelen en uitsplitsingen daarvan; |
|
a bis) |
de voorbereiding en uitvoering van ad-hocgegevensverzameling als bedoeld in artikel 7; |
|
b) |
de deelname van de lidstaten aan representatieve proef- en haalbaarheidsstudies als bedoeld in artikel 14▌. |
1 bis. De hoogte van de financiële bijdrage van de Unie die ter beschikking wordt gesteld uit hoofde van dit artikel wordt vastgesteld overeenkomstig de regels van het programma voor de eengemaakte markt als onderdeel van de jaarlijkse begrotingsprocedure, onder voorbehoud van de beschikbaarheid van financiering.
Daarnaast kunnen de in artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 223/2009 bedoelde nationale statistische instanties steun van andere toepasselijke financiële programma’s van de Europese Unie aanvragen overeenkomstig de regels van die programma’s. De lidstaten kunnen tevens het instrument voor technische ondersteuning om hulp vragen met het oog op de verbetering van de kwaliteit van de statistieken en de ontwikkeling van methoden overeenkomstig de voorschriften van deze verordening in overeenstemming met de regels van het instrument voor technische ondersteuning en de bijbehorende doelstelling om de productie en de verstrekking van en het kwaliteitstoezicht op gegevens en statistieken te bevorderen.
2. Het bedrag van de financiële bijdrage van de Unie mag niet hoger zijn dan 90 % van de voor financiële steun in aanmerking komende kosten.
Artikel 16
Bescherming van de financiële belangen van de Unie
Indien een derde land door middel van een besluit vastgesteld op grond van een internationale overeenkomst of op basis van een ander rechtsinstrument aan de op grond van deze verordening gefinancierd acties deelneemt, verleent het derde land de nodige rechten en toegang aan de verantwoordelijke ordonnateur, het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), de Rekenkamer en het Europees Openbaar Ministerie (EOM), zodat deze hun respectieve bevoegdheden ten volle kunnen uitoefenen. In het geval van het OLAF omvatten dergelijke rechten het recht om onderzoeken, met inbegrip van controles en verificaties ter plaatse, uit te voeren , overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013.
Artikel 17
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2. De in artikel 5, lid 3, artikel 6, lid 6, en artikel 7, lid 2, bedoelde bevoegdheid tot vaststelling van gedelegeerde handelingen wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd vanaf [ OJ : please insert exact date of entry into force of the Regulation].
3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 5, lid 3, artikel 6, lid 6, en artikel 7, lid 2, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Een besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven en zij houdt het Europees Parlement op de hoogte van haar voorbereidende werkzaamheden .
5. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling vaststelt, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
6. Een overeenkomstig artikel 5, lid 3, artikel 6, lid 6, en artikel 7, lid 2, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie heeft medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.
Artikel 18
Comitéprocedure
1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 7 van Verordening (EG) nr. 223/2009 opgerichte Comité voor het Europees statistisch systeem (ESS-comité) . Dit comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
Artikel 19
Afwijkingen
1. Indien de toepassing van deze verordening ▌ingrijpende aanpassingen van het nationale statistische systeem van een lidstaat vereist, kan de Commissie die lidstaat door middel van uitvoeringshandelingen afwijkingen toestaan voor een periode van ten hoogste zeven jaar.
1 bis. Indien op grond van deze verordening vastgestelde gedelegeerde of uitvoeringshandelingen ingrijpende aanpassingen van het nationale statistische systeem van een lidstaat vereisen, kan de Commissie die lidstaat door middel van uitvoeringshandelingen afwijkingen toestaan voor een periode van ten hoogste drie jaar.
2. Bij het toestaan van ▌afwijkingen ingevolge lid 1 van dit artikel houdt de Commissie rekening met de vergelijkbaarheid van de statistieken van de lidstaten en de tijdige berekening van de vereiste representatieve en betrouwbare Europese aggregaten. Wanneer de Commissie de afwijkingen toestaat, zorgt zij er ook voor dat de voorschriften met betrekking tot statistieken, metagegevens en kwaliteit die onder deze verordening vallen en voorheen onder Verordening (EU) nr. 1260/2013 of artikel 3 van Verordening (EG) nr. 862/2007 vielen, zonder onderbreking worden gehandhaafd.
3. De lidstaat dient binnen twee maanden na de datum van inwerkingtreding van de betrokken handeling een naar behoren gemotiveerd verzoek om afwijking in bij de Commissie.
4. De Commissie stelt de in lid 1, lid 1 bis en lid 3 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen vast overeenkomstig de in artikel 18, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Artikel 20
Wijzigingen in Verordening (EG) nr. 862/2007
Verordening (EG) nr. 862/2007 wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
De titel wordt vervangen door: “Verordening (EG) nr. 862/2007 van 11 juli 2007 betreffende Europese statistieken over asiel en administratieve en gerechtelijke procedures in verband met de immigratiewetgeving en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 311/76 van de Raad betreffende de opstelling van statistieken over buitenlandse werknemers”. |
|
2) |
In artikel 1 worden de punten a) en b) geschrapt. |
|
3) |
In artikel 2, lid 1, worden de punten a), b), c), f) en g) geschrapt. |
|
3) |
In artikel 2, lid 1, wordt punt d) vervangen door:
|
|
4) |
Artikel 3 wordt geschrapt. |
|
5) |
Het volgende artikel ▌wordt ingevoegd: “Artikel 9 quater Tijdige toegang tot en hergebruik van administratieve gegevens 1. Overeenkomstig artikel 17 bis van Verordening (EG) nr. 223/2009 staan de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor administratieve gegevensbronnen die relevant zijn voor de toepassing van deze verordening, het hergebruik van die gegevens toe in voldoende tijd en met inachtneming van voldoende frequentie om statistieken te produceren en in te dienen binnen de termijnen en in overeenstemming met de specifieke kwaliteitseisen van deze verordening. De nationale statistische instanties en de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de administratieve bestanden stellen de samenwerkingsmechanismen vast die nodig zijn voor de tijdige en kosteloze toegang tot die bestanden . 2. Voor de toepassing van deze verordening krijgt de Commissie (Eurostat) op verzoek toegang tot relevante gegevens en metagegevens uit databanken en interoperabiliteitssystemen die worden beheerd door organen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van de Verordeningen (EU) nr. 910/2014 en (EU) 2018/1724, en statistische gegevens die zijn opgeslagen in het centrale register voor rapportage en statistieken (CRRS) . De Commissie (Eurostat) heeft met name toegang tot gegevens uit de grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht uit het CRRS , overeenkomstig de Verordeningen (EU) 2019/817 en (EU) 2019/818 en de verordeningen tot vaststelling van de systemen waarvan de statistische gegevens in CRRS worden opgeslagen. Daartoe werkt de Commissie (Eurostat) verder samen met de relevante organen en agentschappen van de Unie om de op maat gemaakte statistische gegevens en metagegevens te specificeren die, waar mogelijk uit hoofde van het Unierecht, vereist zijn voor Europese statistieken over bevolking en huisvesting, de operationele modaliteiten voor de verstrekking ervan en de nodige begeleidende fysieke en logische waarborgen.” |
|
6) |
Het volgende artikel ▌wordt ingevoegd: “Artikel 10 bis Lijsten van landen en gebieden De lijst van landen en gebieden die wordt bedoeld in artikel 11 van Verordening (EU).../... (*2) wordt toegepast voor de opstelling van statistieken in het kader van deze verordening om de vergelijkbaarheid van land- en gebiedsspecifieke gegevens in alle Europese statistieken te waarborgen. De lidstaten passen deze lijsten voor het eerst toe om de uit hoofde van deze verordening te verstrekken statistieken op te stellen, te beginnen met de indiening van gegevens voor het referentiejaar 2026.”. (+) (*2) Verordening (EU).../... van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese statistieken over bevolking en huisvesting, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 862/2007 en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 763/2008 en (EU) nr. 1260/2013 (PB...).”. " |
Artikel 21
Intrekking
De Verordeningen (EG) nr. 763/2008 en (EU) nr. 1260/2013 worden met ingang van 1 januari 2026 ingetrokken, onverminderd de verplichtingen uit hoofde van die rechtshandelingen met betrekking tot referentieperioden die geheel of gedeeltelijk vóór die datum vallen.
Verwijzingen naar de ingetrokken verordeningen gelden als verwijzingen naar onderhavige verordening.
Artikel 22
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing vanaf 1 januari 2026.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te … ,
Voor het Europees Parlement
De Voorzitter
Voor de Raad
De Voorzitter
(*1) De wijzigingen in de tekst zijn het gevolg van de aanneming van amendement 56. Nieuwe of vervangende tekst staat in vet en cursief, schrappingen zijn met het symbool ▌ aangegeven.
(1) PB C […] van […], blz. […].
(2) PB C […] van […], blz. […].
(3) Verordening (EU) 2019/1700 van het Europees Parlement en de Raad van 10 oktober 2019 tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor Europese statistieken betreffende personen en huishoudens, op basis van gegevens die op individueel niveau worden verzameld door middel van steekproeven, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 808/2004, (EG) nr. 452/2008 en (EG) nr. 1338/2008 van het Europees Parlement en de Raad, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1177/2003 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad (PB L 261I van 14.10.2019, blz. 1).
(4) Verordening (EU) nr. 1260/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 betreffende de Europese bevolkingsstatistieken (PB L 330 van 10.12.2013, blz. 39).
(5) Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).
(6) SWD(2023) 13.
(7) Verordening (EG) nr. 862/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende communautaire statistieken over migratie en internationale bescherming en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 311/76 van de Raad betreffende de opstelling van statistieken over buitenlandse werknemers (PB L 199 van 31.7.2007, blz. 23).
(8) Verordening (EG) nr. 763/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende volks- en woningtellingen (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 14).
(9) Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1).
(10) Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1799 van de Commissie van 21 november 2018 betreffende de vaststelling van een tijdelijke directe statistische actie voor de verspreiding van geselecteerde thema’s van de volks- en woningtelling 2021, gegeocodeerd op een raster van 1 km2 (PB L 296 van 22.11.2018, blz. 19).
(11) Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) (PB L 108 van 25.4.2007, blz. 1).
(12) Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen (PB L 153 van 18.6.2010, blz. 13).
(13) Richtlijn (EU) 2024/1275 van het Europees Parlement en de Raad van 24 april 2024 betreffende de energieprestatie van gebouwen (PB L, 2024/1275, 8.5.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2024/1275/oj).
(14) Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73).
(15) Verordening (EU) 2018/1724 van het Europees Parlement en de Raad van 2 oktober 2018 tot oprichting van één digitale toegangspoort voor informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 1).
(16) Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van grenzen en visa en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1726 en (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad, Beschikking 2004/512/EG van de Raad en Besluit 2008/633/JBZ van de Raad (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 27).
(17) Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 85).
(18) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
(19) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(20) Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).
(21) PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.
(22) Verordening (EU) 2021/690 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van een programma voor de interne markt, het concurrentievermogen van ondernemingen, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen, het gebied van planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, en Europese statistieken (programma voor de interne markt), en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 99/2013, (EU) nr. 1287/2013, (EU) nr. 254/2014, en (EU) nr. 652/2014 (PB L 153 van 3.5.2021, blz. 1).
(23) Verordening (EU) 2021/240 van het Europees Parlement en de Raad van 10 februari 2021 tot vaststelling van een instrument voor technische ondersteuning (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 1).
(24) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).
(25) Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).
(26) Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1).
(27) Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).
(28) Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (“EOM”) (PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1).
(29) Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2017 betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt (PB L 198 van 28.7.2017, blz. 29).
(30) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(31) OJ: Please insert in the text the number of Regulation contained in doc (2023/0008(COD)) and insert the number, date, title and OJ reference of that Regulation in the footnote.
(+) OJ: Please insert in the text the number of Regulation contained in doc (2023/0008(COD)) and insert the number, date, title and OJ reference of that Regulation in the footnote.
BIJLAGE
Domeinen, onderwerpen en gedetailleerde onderwerpen, met periodiciteit en referentietijd per gedetailleerd onderwerp
|
Domein |
Onderwerp |
Gedetailleerd onderwerp |
Periodiciteit |
Referentietijd (datum of periode) |
||
|
Bevolking |
Bevolkingsbestanden |
Basiskenmerken van de persoon |
6M |
30.6.YY en 31.12.YY |
||
|
A |
31.12.YY |
|||||
|
MA |
31.12.YY |
|||||
|
D |
31.12.YY |
|||||
|
Sociaaleconomische kenmerken van de persoon |
A |
31.12.YY |
||||
|
MA |
31.12.YY |
|||||
|
D |
31.12.YY |
|||||
|
Fertiliteit |
Geboorten |
Q |
Maand |
|||
|
A |
Jaar |
|||||
|
Legaal opgewekte abortussen1 |
A |
Jaar |
||||
|
Mortaliteit |
Overlijdens |
Q |
Maand, week |
|||
|
A |
Jaar |
|||||
|
Sterfgevallen bij zuigelingen |
A |
Jaar |
||||
|
Late sterfgevallen bij foetussen |
A |
Jaar |
||||
|
Partnerschappen |
Huwelijken en geregistreerde partnerschappen |
A |
Jaar |
|||
|
|
Kenmerken van personen die een huwelijk of geregistreerd partnerschap aangaan |
A |
Jaar |
|||
|
|
Echtscheidingen en beëindigde geregistreerde partnerschappen |
A |
Jaar |
|||
|
Migratie |
Immigranten |
Q |
Maand |
|||
|
A |
Jaar |
|||||
|
Emigranten |
Q |
Maand |
||||
|
A |
Jaar |
|||||
|
Interne migratie |
A |
Jaar |
||||
|
Verwerving en verlies van staatsburgerschap van EU-lidstaten en de Unie |
Personen die staatsburgerschap hebben verworven |
A |
Jaar |
|||
|
Personen die staatsburgerschap hebben verloren of opgegeven |
A |
Jaar |
||||
|
Huisvesting |
Woonverblijven |
Kenmerken van woonverblijven |
D |
31.12.YY |
||
|
Conventionele woningen |
Basiskenmerken van gebouwen |
MA |
31.12.YY |
|||
|
D |
31.12.YY |
|||||
|
Energiegerelateerde kenmerken van gebouwen |
MA (A met ingang van 2031) |
31.12.YY |
||||
|
D |
31.12.YY |
|||||
|
Bewoonde conventionele woningen |
Kenmerken van bewoonde conventionele woningen |
D |
31.12.YY |
|||
|
Gebruik van bewoonde conventionele woningen |
D |
31.12.YY |
||||
|
Gezinnen en huishoudens |
Gezinnen |
Kenmerken van gezinnen |
D |
31.12.YY |
||
|
Huishoudens |
Kenmerken van huishoudens |
A |
31.12.YY |
|||
|
MA |
31.12.YY |
|||||
|
Gezinssituatie van de persoon |
A |
31.12.YY |
||||
|
D |
31.12.YY |
|||||
|
_______________________________________ |
||||||
|
|
||||||
|
||||||
Legenda
|
Periodiciteit |
|
|
Driemaandelijks |
Q |
|
Elke 6 maanden |
6M |
|
Jaarlijks |
A |
|
Meerjaarlijks (jaren eindigend met “1”, “5”, “8”) |
MA |
|
Tweejaarlijks (jaren eindigend met “1”) |
D |
ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2025/3787/oj
ISSN 1977-0995 (electronic edition)