EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 16.4.2021
COM(2021) 179 final
2018/0194(COD)
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT
overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
over het
standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een programma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij voor de periode 2021-2027 (het “Pericles IV-programma”)
2018/0194 (COD)
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT
overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
over het
standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een programma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij voor de periode 2021-2027 (het “Pericles IV-programma”)
1.Chronologisch overzicht
Indiening van het voorstel bij het Europees Parlement en de Raad
(COM(2018) 369 / 2018/0194 (COD)):
|
31 mei 2018
|
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité:
|
19 september 2018
|
Standpunt van de Europese Centrale Bank:
|
16 augustus 2018
|
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing:
|
13 februari 2019
|
Vaststelling van het standpunt van de Raad:
|
13 april 2020
|
2.Doel van het voorstel van de Commissie
De euro is, als gemeenschappelijke munt van de Unie, een kernbelang van Europa, waarvan de integriteit in al zijn dimensies moet worden beschermd. Vervalsing van de euro is een reëel probleem voor de Unie en haar instellingen. De bedreigingen zijn nog steeds groot, zoals blijkt uit de toenemende beschikbaarheid van hoogwaardige vervalste euro’s en veiligheidskenmerken, zoals hologrammen, op het internet/darknet en het bestaan van vervalsingshotspots, bijvoorbeeld in Colombia, Peru en China. Valsemunterij berokkent zowel burgers als bedrijven financiële schade omdat vals geld, zelfs wanneer het in goed vertrouwen werd aanvaard, niet wordt vergoed. Meer in het algemeen heeft vervalsing van de euro gevolgen voor de status van wettig betaalmiddel en het vertrouwen van burgers en bedrijven in echte eurobankbiljetten en -munten. De algemene doelstelling van het programma is: het voorkomen en bestrijden van valsemunterij en daarmee verband houdende fraude, teneinde het concurrentievermogen van de economie van de Unie te versterken en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te waarborgen.
Het programma heeft de volgende specifieke doelstelling: het beschermen van eurobankbiljetten en -munten tegen valsemunterij en daarmee verband houdende fraude, door de maatregelen van de lidstaten te ondersteunen en aan te vullen en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de Unie bij te staan in hun inspanningen om onderling en met de Commissie een nauwe en regelmatige samenwerking en een uitwisseling van beste praktijken te ontwikkelen, waarbij in voorkomend geval ook derde landen en internationale organisaties worden betrokken. De rechtsgrondslag van dit voorstel van de Commissie is artikel 133 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
3.Opmerkingen over het standpunt van de Raad
Het standpunt dat de Raad in eerste lezing heeft goedgekeurd, beantwoordt volledig aan het akkoord dat op 29 januari 2021 werd bereikt in de trialoog tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. De voornaamste punten van dit akkoord zijn:
–het algemene doel van het programma, zoals omschreven in artikel 2, is: het voorkomen en bestrijden van valsemunterij en daarmee verband houdende fraude en het beschermen van de integriteit van de eurobiljetten en -munten teneinde het vertrouwen van burgers en bedrijven in de echtheid van deze bankbiljetten en munten te vergroten en aldus het vertrouwen in de economie van de Unie te versterken, terwijl de houdbaarheid van de overheidsfinanciën gewaarborgd wordt;
–de financiële middelen voor de uitvoering van het programma, overeenkomstig artikel 3, bedragen 6 193 284 EUR;
–de Commissie houdt bij de voorbereiding van de werkprogramma’s uit hoofde van artikel 10 rekening met de bestaande en geplande werkzaamheden van de ECB en van Europol ter bestrijding van valsemunterij en fraude in verband met de euro;
–de uitwisseling van informatie over de beste praktijken ter voorkoming van valsemunterij en fraude in verband met de euro zal ook in aanmerking komen voor financiële steun;
–de Europese Centrale Bank wordt toegevoegd aan de lijst van instellingen die jaarlijks de resultaten van het programma moeten ontvangen;
–het woord onafhankelijk, zoals geformuleerd in de huidige Pericles 2020-verordening, wordt ingevoegd in artikel 13, dat voorziet in de uitvoering van een onafhankelijke tussentijdse evaluatie;
–de onderstaande prestatie-indicatoren voor de evaluatie van het programma, waarover de medewetgevers een akkoord bereikten, zijn opgenomen in de bijlage:
·(a)
het aantal ontdekte valse euro’s;
·(b)
het aantal ontmantelde illegale werkplaatsen;
·(c)
het aantal bevoegde autoriteiten dat aanvragen voor het programma heeft ingediend;
·(d)
het tevredenheidspercentage van de deelnemers aan de door het programma gefinancierde acties; en
·(e)
de feedback van deelnemers die reeds aan eerdere Pericles-acties hebben deelgenomen, over de impact van het programma op hun activiteiten op het gebied van de bescherming van de euro tegen valsemunterij.
Ook vermeldt de bijlage dat de Commissie en/of de begunstigden van het programma zullen zorgen voor de gegevensverzameling over deze kernprestatie-indicatoren;
–voorts wordt in overweging 6 van het voorstel ook verwezen naar de resultaten van de tussentijdse evaluatie van 2017, die ondersteund werd door een onafhankelijk verslag;
–in de overwegingen 3, 4, 4 bis, 7, 7 bis en 8 zijn bewoordingen toegevoegd, over gemeenschappelijke uitdagingen voor de bestrijding van georganiseerde misdaad, over het verband met de EU-doelstelling om de economische en monetaire unie efficiënt te laten functioneren, over de deelname van een maximaal aantal bevoegde autoriteiten, over de internationale dimensie van de strijd tegen eurovalsemunterij en over het leren uit de ervaring van de Europese Centrale Bank;
–de horizontale overwegingen over de financiële regels, het conditionaliteitsstelsel (overweging 9) en de rol van OLAF en het EOM (overweging 14) zijn geactualiseerd in overeenstemming met het interinstitutioneel akkoord over het meerjarig financieel kader.
De Commissie steunt het tijdens de trialoog bereikte akkoord, dat de weg vrijmaakt voor een snelle goedkeuring van het programma en ervoor zorgt dat de doelen van het Pericles IV-programma in verschillende opzichten doeltreffender bereikt kunnen worden. In dit verband worden met het akkoord de doelstellingen van het Commissievoorstel bereikt.
4.Conclusie
De Commissie aanvaardt het standpunt van de Raad, dat volledig in overeenstemming is met het door de medewetgevers op 29 januari 2021 bereikte akkoord.