EUROPESE COMMISSIE
Straatsburg, 6.7.2021
COM(2021) 390 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EMPTY
Strategie voor de financiering van de transitie naar een duurzame economie
{SWD(2021) 180 final}
Inleiding – Versterking van het EU-kader voor duurzame financiering
De klimaatverandering en de aantasting van het milieu zijn de belangrijkste mondiale uitdagingen van onze tijd. Over de hele wereld erkennen landen dat deze uitdagingen dringend moeten worden aangepakt, zoals blijkt uit de steun die wordt gegeven aan de Overeenkomst van Parijs en de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de VN. Zij stellen zich dan ook ambitieuze doelstellingen. Op basis van de Europese Green Deal is de EU een aantal ambitieuze verbintenissen aangegaan, met name om tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent te worden en de broeikasgasemissies tegen 2030 met ten minste 55 % te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990. De EU streeft er ook naar haar weerbaarheid tegen klimaatverandering te versterken, het verlies aan biodiversiteit en de achteruitgang van het milieu in bredere zin om te buigen en daarbij niemand aan zijn lot over te laten. Om deze doelstellingen te bereiken, moeten alle financieringsbronnen – publieke en particuliere, nationale en multilaterale – op elkaar worden afgestemd. De EU moet wereldwijd samenwerken en landen met lage en middelhoge inkomens bijstaan in hun transitie.
Het EU-kader voor duurzame financiering zal een sleutelrol spelen om deze doelstellingen te halen en om een duurzaam herstel na de COVID-19-pandemie te ondersteunen. Europa zal dit decennium jaarlijks naar schatting 350 miljard EUR extra investeringen nodig hebben, wil het alleen al voor energiesystemen zijn doelstelling van uitstootvermindering voor 2030 halen, naast de 130 miljard EUR die het nodig zal hebben voor andere milieudoelstellingen. Voor niet-duurzame activiteiten en activa wordt het risico op gestrande investeringen steeds vaker reëel nu de klimaat- en milieuproblemen zich almaar vaker voordoen. Aangezien deze gevaren onvoldoende ingecalculeerd worden, vormt dit een belemmering om middelen en risico’s te herverdelen, hetgeen in de toekomst tot disruptieve aanpassingen zal leiden met gevolgen voor de financiële stabiliteit. Daarom moet de milieuwetgeving worden aangevuld met een kader voor duurzame financiering waardoor financiële middelen worden gekanaliseerd naar investeringen die de blootstelling aan deze klimaat- en milieurisico’s beperken.
Het kader voor duurzame financiering kan het voor overheidsinstanties gemakkelijker maken om duurzaam kapitaal aan te trekken. De EU onderneemt in dit verband reeds belangrijke stappen. In het kader van het meerjarig financieel kader (MFK) 2021-2027 en NextGenerationEU (NGEU) wil de Unie tot 605 miljard EUR uitgeven aan projecten om de klimaatcrisis aan te pakken en 100 miljard EUR aan projecten om de biodiversiteit te ondersteunen. Van de 750 miljard euro die aan NextGenerationEU is toegewezen, zal 30 % worden opgehaald door de uitgifte van groene NGEU-obligaties. Als de “klimaatbank van de EU” heeft de Europese Investeringsbank Groep ook belangrijke stappen ondernomen om de transitie te ondersteunen.
Aangezien de vereiste investeringen veel omvangrijker zijn dan de capaciteit die de publieke sector biedt, heeft het kader voor duurzame financiering als belangrijkste doelstelling particuliere geldstromen te kanaliseren naar relevante economische activiteiten. De particuliere belangstelling voor duurzame investeringen is de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen, maar een duidelijk, consistent en robuust kader voor duurzame financiering is dan wel nodig. De EU is bezig dit kader op te stellen.
Het kader voor duurzame financiering en de kapitaalmarktenunie versterken elkaar en creëren meer kansen voor bedrijven en beleggers. Goed geïntegreerde en efficiënte kapitaalmarkten moeten fungeren als katalysator om het kapitaal op doeltreffende wijze te mobiliseren en toe te wijzen voor duurzame investeringen. De dynamiek van de beleidsagenda voor duurzame financiering versterkt op haar beurt het belang en de urgentie van de inspanningen om in de Europese Unie een werkelijk eengemaakte en duurzame markt voor kapitaal tot stand te brengen.
In 2018 heeft de Commissie haar eerste actieplan voor de financiering van duurzame groei goedgekeurd. Op basis van dat plan heeft de EU de drie bouwstenen voor een duurzaam financieel kader gelegd
. Deze bouwstenen zijn: 1) een classificatiesysteem, of “taxonomie”, van duurzame activiteiten, 2) een kader voor informatieverschaffing door niet-financiële en financiële ondernemingen, en 3) beleggingsinstrumenten, met inbegrip van benchmarks, normen en labels
.
De eerste bouwsteen is de EU-taxonomie. De taxonomieverordening heeft tot doel te voorzien in een robuust, wetenschappelijk onderbouwd classificatiesysteem waarmee niet-financiële en financiële ondernemingen in staat zijn een gemeenschappelijke definitie van duurzaamheid te delen, en aldus bescherming tegen groenwassen te bieden.
De tweede bouwsteen is een regeling voor verplichte informatieverschaffing door zowel financiële als niet-financiële ondernemingen, waarmee aan beleggers informatie wordt verstrekt om met kennis van zaken duurzame beleggingsbeslissingen te nemen. De vereisten inzake informatieverschaffing hebben ook betrekking op de effecten die een onderneming met haar activiteiten heeft op het milieu en de samenleving, alsook op de zakelijke en financiële risico’s die een onderneming loopt als gevolg van haar duurzaamheidsblootstellingen (het concept “dubbele materialiteit”). In dit verband heeft de Commissie vandaag een gedelegeerde handeling uit hoofde van de taxonomieverordening vastgesteld waarin nader wordt omschreven welke informatie financiële en niet-financiële ondernemingen op basis van de EU-taxonomie bekend moeten maken over hun milieuprestaties.
EU-regeling voor informatieverschaffing over duurzaamheid voor financiële en niet-financiële ondernemingen
|
Instrument
|
Voorstel voor een richtlijn inzake duurzaamheidsrapportage door bedrijven (CSRD)
|
Verordening informatieverschaffing over duurzaamheid in financiële sector (SFDR)
|
Taxonomieverordening
|
Toepassingsgebied
|
Alle grote ondernemingen in de EU en alle beursgenoteerde ondernemingen (met uitzondering van beursgenoteerde micro-ondernemingen)
|
Financiëlemarktdeelnemers die beleggingsproducten aanbieden, en financiële adviseurs
|
Financiëlemarktdeelnemers;
alle aan de CSRD onderworpen ondernemingen
|
Informatieverschaffing
|
Verslag op basis van formele rapportagenormen en onderworpen aan externe controle
|
Informatieverschaffing op entiteits- en productniveau over duurzaamheidsrisico’s en belangrijkste ongunstige effecten
|
Omzet, kapitaaluitgaven en exploitatiekosten in het verslagjaar uit met taxonomie verband houdende producten of activiteiten
|
Status
|
Onderhandelingen zijn lopende; naar verwachting van toepassing vanaf 2023
|
Van toepassing vanaf 10 maart 2021
|
Van toepassing vanaf januari 2022
|
Ter aanvulling van deze vereisten inzake informatieverschaffing moeten duurzaamheidsvoorkeuren worden opgenomen in beleggings- en verzekeringsadvies
.
De derde bouwsteen bestaat uit een reeks beleggingsinstrumenten, waaronder benchmarks, normen en labels. Hiermee kunnen financiëlemarktdeelnemers hun beleggingsstrategieën beter afstemmen op de klimaat- en milieudoelstellingen van de EU. Zo wordt gezorgd voor meer transparantie voor marktdeelnemers. Het zijn de doelstellingen van de EU-klimaattransitiebenchmarks alsmede van de op de Overeenkomst van Parijs afgestemde EU-benchmarks, die tot stand zijn gebracht door de EU-verordening inzake klimaatbenchmarks. De Commissie keurt vandaag een wetgevingsvoorstel goed voor een norm inzake Europese groene obligaties. Met dit voorstel zal een kwalitatief hoogstaande vrijwillige norm worden gecreëerd die voor alle uitgevende instellingen beschikbaar is als hulp om duurzame beleggingen aan te trekken. Voorts zullen retailbeleggers met de uitbreiding van de EU-milieukeur tot financiële producten kunnen beschikken over een geloofwaardig, betrouwbaar en algemeen erkend keurmerk voor financiële retailproducten.
In enkele jaren tijd is aanzienlijke vooruitgang geboekt en zijn de fundamenten gelegd waarop het kader voor duurzame financiering rust. Met de drie bouwstenen in de hand moet nog werk worden verzet. De Commissie is vastbesloten de uitvoering van haar ambitieuze actieplan van 2018 te voleinden. Toch is ons inzicht in wat nodig is om de duurzaamheidsdoelstellingen te halen, sinds 2018 verder ontwikkeld en is de mondiale context veranderd. Om deze redenen moet de EU-strategie voor duurzame financiering een nieuwe fase ingaan.
In deze strategie worden vier belangrijke gebieden aangewezen waar in het financiële stelsel aanvullende maatregelen vereist zijn om de transitie van de economie naar duurzaamheid volledig te ondersteunen.
Om deze strategie te onderbouwen heeft de Commissie het platform voor duurzame financiering om advies verzocht en heeft zij in 2020 een uitgebreide raadpleging van belanghebbenden gehouden
. Deze strategie vormt ook een aanvulling op andere initiatieven in het kader van de Europese Green Deal, zoals het pakket “Fit for 55”.
I.Financiering van de transitie van de reële economie naar duurzaamheid
In de transitie naar de duurzaamheidsdoelstellingen van de EU moeten ongeëvenaarde inspanningen worden geleverd: het gaat om beperking van en aanpassing aan klimaatverandering, heropbouw van natuurlijk kapitaal, versterking van de veerkracht en het bredere sociale kapitaal, allemaal zaken die deel uitmaken van een duurzaam herstel na de COVID-19-crisis. De transitietrajecten van economische actoren zullen aanzienlijk variëren, met verschillende uitgangsposities en uiteenlopende bedrijfsstrategieën, maar alle trajecten moeten uiteindelijk overeenstemmen met de duurzaamheidsdoelstellingen van de EU.
De EU had hoofdzakelijk als doel investeringsstromen te ondersteunen wanneer deze de richting uitgingen van reeds bestaande ecologisch duurzame activiteiten of wanneer er plannen waren om de activiteiten ecologisch duurzaam te maken. Een sterker ondersteunend kader is geboden nu de uitdaging zich aandient om tussentijdse stappen te financieren voor activiteiten die zich in de urgente transitiefase naar de doelstellingen inzake klimaatneutraliteit en milieu van de EU bevinden. De Commissie heeft het platform voor duurzame financiering verzocht om advies over opties om investeringen in economische activiteiten voor de transitie naar duurzaamheid te stimuleren en te erkennen
.
Erkenning van transitie-inspanningen
Terwijl ondernemingen, uitgevende instellingen en beleggers de EU-taxonomie kunnen gebruiken om hun activiteiten en portefeuilles te vergroenen, kan het huidige kader verder worden ontwikkeld om beter te erkennen welke investeringen noodzakelijk zijn als tussenstap in de richting van duurzaamheid. Deze investeringen kunnen schadelijke klimaat- en milieueffecten verminderen als ze niet leiden tot een lock-in van koolstofintensieve technologieën.
In een eerste fase zal de Commissie wetgevingsvoorstellen overwegen om de financiering van bepaalde economische activiteiten te erkennen en te ondersteunen, met name in de energiesector, waaronder gas, die ertoe bijdragen de broeikasgasemissies op een zodanige wijze te verminderen dat de transitie naar klimaatneutraliteit gedurende het huidige decennium wordt ondersteund, zoals aangekondigd in de mededeling van de Commissie van april 2021.
Voorts zal de Commissie opties tot uitbreiding van de taxonomieverordening onderzoeken om verder te gaan dan ecologisch duurzame activiteiten en zo mogelijk activiteiten met een middelhoog niveau van milieuprestaties te erkennen. Dit zou kunnen helpen om de transparantie te vergroten en financiering vrij te maken voor economische activiteiten die een geloofwaardig traject naar duurzaamheid volgen, rekening houdend met sociale aspecten. Tegen eind 2021 zal de Commissie een verslag publiceren met een beschrijving van de voorschriften die nodig zijn voor de aanpak van economische activiteiten die geen significant effect op ecologische duurzaamheid hebben en van economische activiteiten die ernstige afbreuk doen aan de ecologische duurzaamheid
.
Opname van bijkomende duurzame activiteiten in de EU-taxonomie
Zoals aangekondigd in de mededeling van de Commissie van april 2021 zal zij een aanvullende gedelegeerde EU-taxonomieverordening klimaat aannemen met betrekking tot activiteiten die nog niet onder de eerste EU-taxonomieverordening klimaat vallen, zoals landbouw en bepaalde energiesectoren, in overeenstemming met de vereisten van de taxonomieverordening. De gedelegeerde handeling zal ook betrekking hebben op activiteiten op het gebied van kernenergie, afhankelijk van en in overeenstemming met het specifieke evaluatieproces van deskundigen dat de Commissie voor dit doel heeft vastgesteld
. Na afloop van het specifieke evaluatieproces zal de Commissie deze aanvullende gedelegeerde handeling zo spoedig mogelijk vaststellen in de zomer van 2021. Deze aanvullende gedelegeerde handeling zal ook betrekking hebben op aardgas en aanverwante technologieën als overgangsactiviteit, voor zover deze binnen de grenzen van artikel 10, lid 2, van de EU-taxonomieverordening vallen. In dit verband zullen de voordelen van een vervalbepaling voor overgangsactiviteiten in overweging worden genomen.
Voorts zal de Commissie technische screeningcriteria vaststellen voor de resterende vier milieudoelstellingen op grond van de taxonomieverordening: water, circulaire economie, preventie van verontreiniging en biodiversiteit. De Commissie zal de criteria voor deze doelstellingen vaststellen in een gedelegeerde handeling zoals bepaald in de taxonomieverordening. Deze moet die in de eerste helft van 2022 worden vastgesteld en zal vervolgens vanaf 2023 van toepassing zijn. Dit zal ecologisch duurzame beleggingen vergemakkelijken die verder gaan dan het klimaat.
Uitbreiding van het kader van normen en labels voor duurzame financiering
Normen en labels kunnen ertoe bijdragen financiële middelen te kanaliseren naar bedrijven, emittenten en beleggers die zich in de transitiefase naar duurzamere activiteiten en bedrijfsmodellen bevinden. Zij kunnen beleggers ook helpen door een transparant en geloofwaardig kader te creëren ter voorkoming van groenwassen. Om extra kapitaalstromen voor tussentijdse transitie-inspanningen te bevorderen, zal de Commissie werken aan andere obligatielabels, zoals transitie- of duurzaamheidsgebonden obligatielabels.
Vooruitblikkend kan een ruimer kader voor labeling van financiële instrumenten helpen duidelijkheid, transparantie en samenhang te brengen op de markten voor duurzame financiering. Dit kader zou toekomstige marktinnovatie mogelijk maken en incalculeren, en tegelijkertijd een minimumniveau van transparantie en geloofwaardigheid waarborgen met betrekking tot de duurzaamheidsfactoren van door de markt ontwikkelde labels. Naast financiële instrumenten zal de Commissie ook labels overwegen voor ecologische, sociale en governancebenchmarks (ESG) en minimale duurzaamheidscriteria voor financiële producten die milieu- of sociale eigenschappen bevorderen. Tot slot kunnen aanpassingen in de prospectusverordening worden overwogen om daarin minimumeisen op te nemen voor de vergelijkbaarheid, transparantie en harmonisatie van de informatie die voor alle ESG-effecten beschikbaar is.
Maatregel 1: Om een breder kader te ontwikkelen en tussenstappen naar duurzaamheid te helpen financieren, zal de Commissie:
a)wetgevingsvoorstellen overwegen om de financiering van bepaalde economische activiteiten, voornamelijk in de energiesector, te ondersteunen, met als doel een lagere uitstoot van broeikasgassen mogelijk te maken;
b)opties overwegen om het EU-taxonomiekader uit te breiden en mogelijk economische activiteiten te erkennen die op intermediair niveau worden verricht;
c)een aanvullende gedelegeerde EU-taxonomieverordening klimaat aannemen die betrekking heeft op nieuwe sectoren, waaronder landbouw en bepaalde energieactiviteiten;
d)uiterlijk in het tweede kwartaal van 2022 een gedelegeerde handeling uit hoofde van de EU-taxonomie aan te nemen die betrekking heeft op de resterende vier milieudoelstellingen, namelijk water, biodiversiteit, voorkoming van verontreiniging en circulaire economie; alsmede
e)een algemeen kader voor labeling van financiële instrumenten te overwegen en te werken aan andere obligatielabels, zoals transitieobligaties of obligaties met een link naar duurzaamheid, een ESG-benchmarklabel, minimumcriteria voor duurzaamheid van financiële producten die ecologische of sociale eigenschappen bevorderen, en gerichte informatieverstrekking in prospectussen in te voeren.
II.Naar een inclusiever kader voor duurzame financiering
Retailbeleggers en kmo’s kansen bieden om toegang te krijgen tot duurzame financieringsmogelijkheden
Burgers, als retailbelegger of als consument, en kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) zijn van cruciaal belang voor de transitie naar duurzaamheid. Veel duurzame projecten zullen klein zijn en op lokaal niveau worden ontwikkeld – maar zullen toch essentieel zijn voor de ondersteuning van het groene herstel. De kapitaalmarktenunie en het kader voor duurzame financiering zullen samen tot doel hebben kmo’s meer financieringsmogelijkheden te bieden en retailbeleggers te stimuleren meer deel te nemen aan de kapitaalmarkten.
Particulieren en huishoudens kunnen, indien zij toegang krijgen tot duurzame financiering, een belangrijke rol spelen bij de transformatie van de economie. Groene leningen kunnen bijvoorbeeld huishoudens en kmo’s helpen de energieprestaties van hun gebouwen te verbeteren of over te schakelen op emissievrije voertuigen. Om groene kredietverlening op retailniveau aan te moedigen, zal de Commissie de Europese Bankautoriteit verzoeken om een advies over het definiëren van groene retailleningen en groene hypotheken en over mogelijke ondersteunende instrumenten daarvoor. De Commissie zal bij de herziening van de richtlijn hypothecair krediet ook nagaan hoe het gebruik van energie-efficiënte hypotheken kan worden ondersteund.
Financiële adviseurs zijn het belangrijkste contactpunt voor retailbeleggers. Zij moeten gekwalificeerd zijn om het gebruik van duurzame financiering te ondersteunen. De Commissie zal, in afwachting van een verdere evaluatie, een grotere betrokkenheid van retailbeleggers aanmoedigen door van financiële adviseurs een hoger niveau van deskundigheid op het gebied van duurzaamheid te vragen. Voorts werkt de Commissie, samen met de OESO en haar International Network on Financial Education, aan het verbeteren van de financiële geletterdheid van de burgers. Zij zullen gezamenlijke kaders voor financiële competenties van volwassenen en jongeren publiceren waarin wordt weergegeven welke vaardigheden en kennis personen nodig hebben om hun financieel welzijn te ondersteunen en verdere toegang te krijgen tot duurzame financiering.
De EU-economie omvat 23 miljoen kleine en middelgrote ondernemingen, die op basis van hun specifieke behoeften betere toegang moeten krijgen tot adviesdiensten op het gebied van duurzaamheid. De COVID-19-crisis heeft het voor kmo’s moeilijker gemaakt om de financiële middelen aan te trekken die zij nodig hebben voor hun transitie-inspanningen. Kmo’s missen vaak de capaciteiten en de kennis om gebruik te maken van de mogelijkheden die door duurzame financieringsinstrumenten worden geboden.
De Commissie is bereid de lidstaten te ondersteunen op het gebied van capaciteitsopbouw en technische advisering ten aanzien van kmo’s over manieren om vrijwillig verslag uit te brengen over duurzaamheidsrisico’s en -effecten
. Daarom zal de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG), in overeenstemming met de voorgestelde richtlijn inzake duurzaamheidsrapportage door bedrijven, een vereenvoudigde vrijwillige verslagleggingsnorm inzake duurzaamheid opstellen waardoor kmo’s over een evenredig instrument zullen beschikken. Daarnaast zal het InvestEU-programma voorzien in mechanismen voor risicovermindering, terwijl de kmo-pijler van het programma voor de eengemaakte markt adviesdiensten voor kmo’s zal aanbieden via het Enterprise Europe Network en het gezamenlijk clusterinitiatief.
Benutten van de kansen die digitale technologieën bieden voor duurzame financiering
Digitale technologieën kunnen burgers, investeerders en kmo’s essentiële oplossingen aanreiken om hun transitie naar duurzaamheid te volbrengen. De Commissie zal innovatieve oplossingen mogelijk maken en aanmoedigen om kmo’s te helpen in hun gebruik van digitale instrumenten voor duurzame financiering en om retailbeleggers meer inzicht te verschaffen in de duurzaamheideffecten van financiële producten. Technologische innovatie, zoals artificiële intelligentie, blockchain, big data en het internet der dingen, kan een belangrijke rol spelen in duurzame financiering. Andere EU-initiatieven, zoals het opnemen van informatie over duurzaamheid in het Europees centraal toegangspunt (ESAP) en het Open Finance Framework, zullen helpen dit potentieel aan te snijden.
Hoewel digitale technologieën belangrijke katalysatoren voor de transitie zijn, bestaat er bezorgdheid over de milieueffecten en de toenemende energiebehoeften van datacentra en “distributed ledger”-technologieën, met name voor cryptoactiva. De Commissie zal de duurzaamheidseffecten van technologieën voor digitale financiering beoordelen. De EU moet het voortouw nemen om deze infrastructuren tegen 2030 klimaatneutraal en energie-efficiënt te maken. In de gedelegeerde EU-taxonomieverordening klimaat worden reeds de technische screeningcriteria vastgesteld voor datacentra en digitale oplossingen die in aanzienlijke mate bijdragen tot de doelstellingen van de EU-taxonomie. Deze moet dan ook worden uitgebreid en meer activiteiten inhouden voor de ontwikkeling van duurzame digitale oplossingen en het gebruik van duurzame cryptoactiva.
Verzekeringen: betere bescherming tegen klimaat- en milieurisico’s
Door de vergroting van de verzekeringsdekking kan het financiële stelsel de economie en de samenleving beter beschermen tegen bepaalde klimaatrisico’s en risico’s van natuurrampen. Een kleine verhoging van de verzekeringsdekking kan de economische kosten van klimaatgerelateerde rampen voor belastingbetalers en overheden aanzienlijk verminderen. De onlangs aangenomen EU-strategie voor aanpassing aan de klimaatverandering zal de randvoorwaarden scheppen om de samenleving beter bestand te maken tegen klimaatverandering en de risico’s te beperken. Uit het dashboard inzake verzekeringen tegen natuurrampen van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa) zal blijken dat er mogelijk lacunes bestaan in de verzekeringsdekking in de lidstaten. Daarnaast zal de Commissie een dialoog over klimaatveerkracht op gang brengen tussen verzekeraars, herverzekeraars, overheidsinstanties en andere belanghebbenden, waar beste praktijken worden uitgewisseld en middelen wordt gezocht om de kloof in de bescherming tegen klimaatverandering aan te pakken, hetzij door middel van aanbevelingen, hetzij door vrijwillige verbintenissen.
Ondersteuning van geloofwaardige sociale investeringen
Het herstel na de pandemie heeft duidelijk gemaakt dat er behoefte is aan een rechtvaardige transitie waarin werknemers en hun gemeenschappen worden ondersteund wanneer zij te lijden hebben onder het transitieproces van de economische activiteit. De sterke toename van de uitgifte van sociale obligaties toont aan dat beleggers steeds meer op zoek gaan naar investeringsmogelijkheden met positieve sociale resultaten en gunstige effecten op de mensenrechten. Deze trend moedigt financiële instellingen aan tot nauwere samenwerking met bedrijven om hen te helpen mensenrechten en sociale factoren te integreren in hun strategieën en activiteiten.
De vereisten voor financiëlemarktdeelnemers inzake informatieverschaffing over duurzame financiering omvatten reeds een aantal sociale factoren, maar verdere stappen zijn nodig. Vóór december 2022 zal de Commissie met de Europese toezichthoudende autoriteiten overleggen om de technische reguleringsnormen in het kader van de SFDR te herzien en om duidelijkheid te verschaffen over indicatoren voor de belangrijkste negatieve effecten op het gebied van klimaat en milieu, maar ook voor de belangrijkste negatieve effecten inzake sociale en personeelsaangelegenheden, eerbiediging van de mensenrechten en bestrijding van corruptie en omkoping. Daarnaast zal de Commissie tegen eind 2021 een verslag publiceren over de voorschriften die vereist zijn voor een sociale taxonomie, zoals bepaald in de taxonomieverordening
.
Daarnaast zal de Commissie een voorstel over duurzame corporate governance indienen om ervoor te zorgen dat ondernemingen duurzaamheidsrisico’s beheren en profiteren van de kansen die voortvloeien uit de weg naar duurzaamheid.
Groene budgettering en risicodelingsmechanismen
Hoewel publieke middelen alleen niet genoeg zijn om alle investeringsbehoeften te dekken, spelen zij een belangrijke rol naast particuliere financiering.
De Commissie levert steeds meer inspanningen om klimaat en biodiversiteit te mainstreamen in de EU-begroting. Zij maakt al gebruik van groene begrotingsinstrumenten in de jaarlijkse begrotingscyclus van de EU. Bij het ten uitvoer leggen van het meerjarig financieel kader 2021-2027 en het daarmee samenhangende interinstitutionele akkoord met de toezeggingen die daarin zijn gedaan inzake klimaat- en biodiversiteitsuitgaven, zullen deze werkzaamheden verder worden geïntensiveerd. De Commissie blijft zich inzetten voor de ontwikkeling van geactualiseerde en versterkte traceringsmethoden voor zowel klimaat als biodiversiteit. Deze traceringsmethoden zullen van cruciaal belang zijn om erop toe te zien dat de uitgaven voor klimaat en biodiversiteit in het meerjarig financieel kader 2021-2027 overeenstemmen met de ambitie van de EU.
De Commissie werkt ook nauw samen met de lidstaten om meer gebruik te maken van groene begrotingsinstrumenten. Zij heeft ook een referentiekader voor groene budgettering ontwikkeld en verricht jaarlijks enquêtes over de bestaande praktijken op het gebied van groene budgettering in de EU. Daarmee ondersteunt zij de talrijke lidstaten die hun nationale begroting willen ombuigen naar groene prioriteiten. Analytisch onderzoek, technische ondersteuning en opleiding alsook een jaarlijkse conferentie bevorderen een wederzijds leerproces en moeten ervoor zorgen dat het begrotingsbeleid en de uitgaven in overeenstemming zijn met de milieuverbintenissen.
Risicodeling tussen publieke en private investeerders kan een doeltreffend instrument zijn om marktfalen aan te pakken wanneer de financiering van duurzame infrastructuur en van op innovatie gerichte transitie daardoor gestremd wordt. Het investeringsplan voor een duurzaam Europa, de investeringspijler van de Europese Green Deal, heeft tot doel de komende tien jaar ten minste 1 biljoen EUR te mobiliseren voor duurzame investeringen van particuliere en publieke actoren. Dankzij het InvestEU-programma zullen de EIB-groep, nationale stimuleringsbanken en andere financiële instellingen capaciteit voor risicoactiviteiten alsmede ondersteuning voor gerelateerde adviesinitiatieven verkrijgen. De Commissie zal in de aanloop naar de COP 26 een jaarlijkse inaugurele top over duurzame investeringen organiseren waar de balans wordt opgemaakt van de vorderingen met de EU-initiatieven in het investeringsplan voor een duurzaam Europa.
Maatregel 2: Om de inclusiviteit van duurzame financiering te verbeteren, zal de Commissie:
a)de Europese Bankautoriteit verzoeken om advies over de definitie en de ondersteuning van groene leningen en hypotheken, mogelijkheden onderzoeken om het gebruik ervan tegen 2022 te bevorderen, en de toegang van burgers en kmo’s tot adviesdiensten op het gebied van duurzame financiering verbeteren;
b)gegevens met betrekking tot duurzame financiering opnemen in de dataruimten in het kader van de Europese datastrategie en samen met het platform voor digitale financiering reflecteren over mogelijke verdere maatregelen om innovatieve oplossingen met behulp van digitale technologieën mogelijk te maken en aan te moedigen ter ondersteuning van kmo’s en retailbeleggers; en
c)hiaten in de bescherming van verzekeringen aanwijzen via het dashboard van de Eiopa over natuurrampen en een dialoog over klimaatveerkracht op gang brengen met alle relevante belanghebbenden (2022);
d)uiterlijk eind 2021 een verslag over een sociale taxonomie publiceren; alsmede
e)de methoden versterken voor het traceren van uitgaven voor klimaat en biodiversiteit, steun verlenen aan lidstaten die hun nationale begroting willen ombuigen naar groene prioriteiten en een jaarlijkse inaugurele top over duurzame investeringen organiseren in de aanloop naar COP 26.
III.De veerkracht van de financiële sector en zijn bijdrage aan duurzaamheid verbeteren: het perspectief van dubbele materialiteit
Om aan te sluiten bij de Europese Green Deal, moet de financiële sector zelf beter bestand zijn tegen de risico’s van klimaatverandering en aantasting van het milieu en moet de sector een betere bijdrage aan duurzaamheid leveren. Dit vereist een alomvattende aanpak die erin bestaat zowel financieel relevante duurzaamheidsrisico’s (outside-in) als duurzaamheidseffecten (inside-out) systematisch in financiële besluitvormingsprocessen op te nemen. Het is van cruciaal belang dat beide invalshoeken van het materialiteitsconcept naar behoren worden geïntegreerd zodat de financiële sector proactief en ten volle kan bijdragen aan het welslagen van de Europese Green Deal.
Versterking van de economische en financiële veerkracht ten aanzien van duurzaamheidsrisico’s
Er doen zich reeds duurzaamheidsrisico’s voor en deze zullen negatieve gevolgen hebben voor de financiële stabiliteit en de financiering van de reële economie. De fysieke gevolgen van de klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit brengen risico’s mee die systemisch kunnen zijn en mogelijk niet zichtbaar zijn op het niveau van de afzonderlijke activa. Ook kunnen risico’s voortvloeien uit een wanordelijke en plotselinge reactie op de transitie. Daarom is het van essentieel belang de aard en de omvang van deze blootstellingen te begrijpen en na te gaan hoe zij met elkaar in wisselwerking staan en mettertijd evolueren. Er zijn bijkomende stappen nodig om de duurzaamheidsfactoren op consistente wijze te integreren in de risicobeoordeling en het risicobeheer van de financiële sector.
Duurzaamheidsrisico’s weergeven in standaarden voor financiële verslaglegging en boekhouding
De Commissie is groot voorstander van internationale werkzaamheden om overwegingen inzake duurzaamheid in de financiële verslaglegging en boekhouding op te nemen, en zij zal de grootst mogelijke ambitie aan de dag leggen. De Commissie zal samenwerken met de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG), de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) en de International Accounting Standards Board (IASB) om te beoordelen of duurzaamheidsrisico’s op passende wijze in de internationale standaarden voor financiële verslaglegging (IFRS) worden opgenomen. Aangezien standaarden en praktijken inzake financiële verslaglegging de waarde van beleggingen bepalen, zijn zij van cruciaal belang om duurzaamheidsrisico’s in te bedden in de besluitvorming op de financiële markten. Met name moet worden beoordeeld hoe relevante klimaat- en milieurisico’s adequaat en tijdig in financiële overzichten kunnen worden onderkend en gerapporteerd.
Om de ontwikkeling van normen voor de beoordeling van natuurlijk kapitaal in de EU en wereldwijd aan te moedigen, gaat de Commissie nauwer met de sector samenwerken met betrekking tot boekhoudpraktijken voor biodiversiteit en natuurlijk kapitaal.
De transparantie van ratings en ratingoutlooks verbeteren
Ratingbureaus spelen een belangrijke rol in het financiële stelsel door het kredietrisico van financiële en niet-financiële emittenten te beoordelen. Belanghebbenden blijven, rekening houdend met het wijdverbreide gebruik van ratings, bezorgd over het gebrek aan transparantie met betrekking tot de wijze waarop ratingbureaus duurzaamheidsfactoren in hun methodologieën opnemen. Afhankelijk van hoe de ESMA de doeltreffendheid van de bestaande maatregelen verder beoordeelt, zal de Commissie maatregelen nemen om de transparantie te verbeteren en ervoor te zorgen dat relevante ESG-factoren in ratings en kredietvooruitzichten worden opgenomen, met inachtneming van de methodologische transparantie.
Duurzaamheidsrisico’s laten vaststellen en beheren door banken en verzekeraars
Het vermogen van banken en verzekeringsondernemingen om duurzaamheidsrisico’s vast te stellen en te beheren en de daaruit voortvloeiende financiële verliezen op te vangen is van essentieel belang voor de financiële stabiliteit en de veerkracht van de reële economie tijdens de transitie. Ondanks de inspanningen van entiteiten en toezichthouders uit de financiële sector om klimaat- en milieufactoren in de risicobeheersystemen en de prudentiële kapitaalvereisten op te nemen, wordt onvoldoende vooruitgang geboekt.
-De Commissie zal wijzigingen in het prudentiële kader voor banken voorstellen om ervoor te zorgen dat ESG-factoren consequent worden opgenomen in de risicobeheersystemen en het toezicht daarop. Daartoe zullen duidelijke vereisten worden bepaald voor het vaststellen, meten, beheren en monitoren van duurzaamheidsrisico’s in de risicobeheerkaders, met inbegrip van stresstests voor banken op het gebied van klimaatverandering. Om dit aan te vullen zal in het kader van de jaarlijkse toezichtbeoordeling de rol van de toezichthouders bij de beoordeling van dergelijke risico’s worden verduidelijkt en versterkt. Tot slot zal de Commissie voorstellen dat de Europese Bankautoriteit voor de prudentiële behandeling van blootstellingen betreffende activa of activiteiten die hoofdzakelijk verband houden met milieu- en/of sociale doelstellingen, haar lopende beoordeling met twee jaar vervroegt tot 2023.
-De Commissie zal ook consequent duurzaamheidsrisico’s integreren in de risicobeheersystemen en het toezicht op verzekeraars. Er zullen wijzigingen in de Solvabiliteit II-richtlijn
worden voorgesteld, waaronder de analyse van klimaatveranderingsscenario’s door verzekeraars. Net zoals voor de aanpak van de banksector zal de Eiopa in het verzekeringsbedrijf de risicoverschillen beoordelen tussen ecologisch en/of sociaal duurzame en andere blootstellingen.
Beheer van duurzaamheidsrisico’s op systeemniveau
Om het financiële stelsel beter bestand te maken tegen schokken, moeten de risico’s worden vastgesteld, gemeten en beheerd op systeemniveau. De Commissie zal haar samenwerking met de Europese toezichthouders en de Europese Centrale Bank (ECB) versterken om alle systemische duurzaamheidsrisico’s die van invloed zijn op de financiële stabiliteit op lange termijn, te inventariseren, te monitoren en te beperken. Daartoe zal intensiever worden gekeken naar de ontwikkeling van coherente en relevante methodologieën en scenario’s om duurzaamheidsrisico’s te kwantificeren en de veerkracht van het financiële stelsel, met betrekking tot de relevante financiële sectoren, te testen in stresssituaties. De Commissie zal opdracht geven om het financiële stelsel aan gerichte stresstests te onderwerpen in het kader van het Fit-for-55-pakket.
Financiële instellingen worden steeds vaker blootgesteld aan de snelle achteruitgang van ecosystemen en het toenemende verlies aan biodiversiteit, de uitputting van natuurlijke hulpbronnen en de vormen van vervuiling in het water, de lucht en de bodem. Ter bevordering van het streven om de financiële risico’s in beeld te brengen die het gevolg zijn van een aanzienlijk verlies aan biodiversiteit en de achteruitgang van ecosystemen, zal de Commissie een verslag opstellen over het meten en vaststellen van dergelijke risico’s in de EU. In het verslag van de Commissie zal ook aandacht worden besteed aan benaderingen en methoden om die risico’s te meten en worden de volgende stappen op dit gebied toegelicht.
Ten slotte hebben de macroprudentiële autoriteiten passende instrumenten nodig om systeemrisico’s te verhelpen en te beheren. Met de steun van de Europese toezichthoudende autoriteiten (ETA’s), het Europees Comité voor systeemrisico’s (ESRB) en de ECB zal de Commissie in het kader van de aanstaande herziening van het macroprudentiële kader voor banken nagaan of macroprudentiële instrumenten geschikt zijn om klimaatgerelateerde risico’s voor de financiële stabiliteit aan te pakken. Op middellange termijn zal op basis van advies van de Europese toezichthoudende autoriteiten, het ECSR en de ECB verder worden onderzocht of het toepassingsgebied kan worden uitgebreid tot niet-bancaire sectoren en milieurisico’s.
Maatregel 3: Om de economische en financiële veerkracht ten aanzien van duurzaamheidsrisico’s te verhogen, zal de Commissie:
a)samen met de EFRAG, de ESMA en de IASB nagaan hoe de standaarden voor financiële verslaglegging relevante duurzaamheidsrisico’s optimaal kunnen weergeven;
b)maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat relevante ESG-risico’s systematisch en op transparante wijze in ratings en ratingoutlooks worden weergegeven, rekening houdend met verdere beoordeling door de ESMA (2023);
c)wijzigingen in de verordening kapitaalvereisten en de richtlijn kapitaalvereisten voorstellen om ervoor te zorgen dat duurzaamheidsrisico’s op consistente wijze in de risicobeheersystemen van banken worden geïntegreerd, onder meer door middel van stresstests op het gebied van klimaatverandering voor banken (2021);
d)wijzigingen in de Solvabiliteit II-richtlijn voorstellen om duurzaamheidsrisico’s consequent in het risicobeheer van verzekeraars te integreren, onder meer door verzekeraars scenario’s van klimaatverandering te laten analyseren (2021); alsmede
e)de financiële stabiliteit op lange termijn versterken door nauwere samenwerking op het gebied van risicobeoordeling van de financiële stabiliteit, regelmatige stresstests, een beoordeling van macroprudentiële instrumenten en een studie over risico’s ten gevolge van aantasting van het milieu en verlies aan biodiversiteit.
Versnelling van de bijdrage van de financiële sector aan de transitie-inspanningen
Naast het beheer van duurzaamheidsrisico’s door financiële instellingen hangt het succes van de Europese Green Deal af van de bijdrage van alle economische belanghebbenden en van hun stimulansen om onze doelstellingen te halen. Daartoe moeten financiële instellingen de duurzaamheidsdoelstellingen van de EU omzetten in hun financieringsstrategieën en besluitvormingsprocessen voor de lange termijn. Dat betekent dat de vorderingen beter moeten worden gemeten en gemonitord en regelmatig moeten worden bekendgemaakt.
Betere omschrijving van wetenschappelijk gefundeerde doelstellingen en betere bekendmaking en monitoring van de verbintenissen van de financiële sector
Financiële instellingen moeten hun eigen plannen voor de transitie naar duurzaamheid en een koolstofarme economie bekendmaken, onder meer met tussentijdse en langetermijndoelstellingen en een toelichting over hun plannen om de ecologische voetafdruk te verkleinen. Meer transparantie met betrekking tot streefdoelen, indicatoren, definities en methodologieën zal van groot belang zijn om de doeltreffendheid van de maatregelen in de loop van de tijd te monitoren. Met het CSRD-voorstel zullen grote EU-ondernemingen en beursgenoteerde ondernemingen, waaronder banken, verzekeraars en investeerders, ertoe verplicht worden hun streefdoelen en hun vorderingen op het gebied van verduurzaming bekend te maken. Daarnaast zal de Commissie, voortbouwend op de technische reguleringsnorm uit hoofde van de SFDR, ervoor zorgen dat financiëlemarktdeelnemers voor al hun beleggingsproducten meer inzetten op bekendmaking en efficiëntie van hun maatregelen met het oog op een koolstofvrije economie.
In dit verband zijn vrijwillige toezeggingen van financiële instellingen wereldwijd om strategische, wetenschappelijk gefundeerde klimaat- en duurzaamheidsdoelstellingen vast te stellen, als eerste stap eveneens lovenswaardig. In afwachting van mogelijke verdere beleidsmaatregelen op dit gebied zal de Commissie onderzoeken in hoeverre meer richtsnoeren mogelijk zijn om de geloofwaardigheid van dergelijke vrijwillige toezeggingen te waarborgen, en zal zij erop toezien of er in de EU mettertijd vooruitgang wordt geboekt. In dit stadium kunnen financiële instellingen gebruikmaken van de EU-taxonomie en andere instrumenten voor duurzame financiering om op het niveau van de entiteit of van de portefeuille vorderingen te boeken in de verwezenlijking van hun plannen.
Verduidelijking van de fiduciaire verplichtingen en de rentmeesterschapsregels voor investeerders om de bijdrage van de financiële sector aan de doelstellingen van de Green Deal weer te geven
Om de financiële stromen in overeenstemming te brengen met de doelstellingen van de Europese Green Deal, moet verdere aandacht worden geschonken aan de duurzaamheidseffecten in de strategieën en besluitvormingsprocessen van investeerders. Op 21 april 2021 heeft de Commissie zes gedelegeerde wijzigingshandelingen bekendgemaakt op grond waarvan financiële ondernemingen, zoals adviseurs, vermogensbeheerders en verzekeraars, financieel relevante duurzaamheidsrisico’s in hun procedures moeten opnemen en rekening moeten houden met de duurzaamheidsvoorkeuren van hun cliënten. Dit zal moeten worden aangevuld met verdere maatregelen voor de 125 000 pensioenfondsen in de EU die collectieve regelingen beheren namens ongeveer 75 miljoen Europeanen. Om hun bijdrage aan de doelstellingen van de Green Deal te versterken, is het van cruciaal belang dat de fiduciaire verplichtingen van beleggers en pensioenfondsen jegens deelnemers en gerechtigden ook de ESG-risico’s van beleggingen ten aanzien van de buitenwereld weerspiegelen die deel uitmaken van de besluitvormingsprocessen voor beleggingen.
-De Commissie zal de Eiopa verzoeken na te gaan of de noodzaak bestaat het concept “langetermijnbelang van deelnemers en gerechtigden” uit te breiden en in het kader voor pensioenbeleggingen de verplichting in te voeren om rekening te houden met duurzaamheidseffecten. Het is de bedoeling ervoor te zorgen dat het kader beter aansluit bij de duurzaamheidsvoorkeuren van leden en begunstigden en bij de bredere maatschappelijke en milieudoelstellingen. In samenwerking met de Europese toezichthoudende autoriteiten zal de Commissie verdere maatregelen overwegen en zal zij beoordelen of alle relevante financiëlemarktdeelnemers en adviseurs op basis daarvan de positieve en negatieve duurzaamheidseffecten kunnen incalculeren van hun beleggingsbeslissingen en van de producten die zij systematisch aanbevelen.
-De Commissie zal de toepasselijke kaders met betrekking tot het rentmeesterschap van investeerders en hun betrokkenheid op de beleggingen evalueren. Zij zal met name onderzoeken hoe de richtlijn aandeelhoudersrechten II
de duurzaamheidsdoelstellingen van de EU beter kan weerspiegelen en op de mondiale beste praktijken in richtsnoeren voor rentmeesterschap kan worden afgestemd.
Verbetering van de beschikbaarheid, integriteit en transparantie van ESG-marktonderzoek en -ratings
In het kader van hun inspanningen om de transitie te volbrengen zullen financiële instellingen een breed gamma aan gegevens nodig hebben om in kaart te brengen welke duurzaamheidsrisico’s, kansen en effecten zich voordoen bij de ondernemingen waarin wordt belegd, en bij de cliënten. Daartoe zullen grote beursgenoteerde EU-ondernemingen op basis van het CSRD-voorstel ertoe verplicht worden zinvolle, vergelijkbare en toekomstgerichte duurzaamheidsgegevens bekend te maken in de hele financiële waardeketen
. Daarnaast zal in het komende voorstel voor een centraal Europees toegangspunt een EU-breed mechanisme worden ingesteld met vlot toegankelijke, vergelijkbare en digitaal bruikbare gegevensbanken over de openbaarmakingsvereisten van bedrijven, met inbegrip van duurzaamheidsinformatie.
Na een openbare raadpleging en een effectbeoordeling zal de Commissie maatregelen nemen om de betrouwbaarheid, vergelijkbaarheid en transparantie van ESG-ratings te verbeteren. ESG-ratings hebben een steeds grotere invloed op de werking van de kapitaalmarkten en op het vertrouwen van beleggers in duurzame producten. Een dergelijk initiatief zal voortbouwen op een studie van de Commissie van januari 2021, waarin wordt gewezen op een gebrek aan transparantie bij de werking van ESG-ratingaanbieders, de geringe vergelijkbaarheid van ESG-ratings en potentiële belangenconflicten. De toenemende vraag naar duurzame beleggingen maakt ook duidelijk dat er behoefte bestaat aan onbevooroordeeld en betrouwbaar ESG-onderzoek op basis van transparante en vergelijkbare methoden.
Maatregel 4: Om te garanderen dat de financiële sector meer bijdraagt aan duurzaamheid, zal de Commissie:
a)zorgen voor een betere bekendmaking van duurzaamheidsdoelstellingen door financiële instellingen en voor een betere transitieplanning, zal zij nagaan in hoeverre de geloofwaardigheid van vrijwillige toezeggingen kan worden gewaarborgd door sterkere richtsnoeren, alsook de vooruitgang monitoren;
b)de Eiopa verzoeken na te gaan tegen 2022 of de fiduciaire verplichtingen van pensioenfondsen en beleggers moeten worden herzien om duurzaamheidseffecten weer te geven in het kader van het besluitvormingsproces bij beleggingen, met inbegrip van activiteiten op het gebied van rentmeesterschap en betrokkenheid; alsmede
c)maatregelen nemen om de betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid van ESG-ratings te verbeteren, en bepaalde aspecten van het ESG-onderzoek verder beoordelen, om te beslissen of het noodzakelijk is op te treden.
Groenwassen aanpakken
De EU heeft belangrijke stappen ondernomen om groenwassen op de financiële markt aan te pakken. Pogingen tot groenwassen kunnen voor de betrokken actoren reputatierisico’s opleveren en leiden tot een verlies van vertrouwen in duurzame financiële producten en het financiële stelsel. Om groenwassen te voorkomen, heeft de EU verplichtingen inzake informatieverschaffing voor bedrijven en beleggers ingevoerd en instrumenten gecreëerd om de transparantie te vergroten en om eindbeleggers te helpen zoeken naar geloofwaardige investeringskansen
. De doeltreffendheid van het beleid inzake duurzame financiering hangt echter ook af van een passend niveau van handhaving in de hele EU. Toezichthouders spelen een sleutelrol door hun toezicht op de naleving van de regelgeving inzake duurzame financiering waarbij ze door de volle uitoefening van hun wettelijke mandaten en bevoegdheden ervoor zorgen dat beleggers en consumenten tegen ongefundeerde duurzaamheidsclaims worden beschermd.
Met ondersteuning van de Europese toezichthoudende autoriteiten zal de Commissie beoordelen of de toezichtbevoegdheden, -capaciteiten en -verplichtingen geschikt zijn voor het beoogde doel. Op basis van deze beoordeling en de monitoring van de risico’s op groenwassen door de Europese toezichthoudende autoriteiten zal de Commissie stappen overwegen om te komen tot een toereikend en consistent niveau van handhaving en toezicht om groenwassen aan te pakken.
Toezicht op een ordelijke transitie van het financiële stelsel van de EU
Ter verwezenlijking van de EU-klimaatdoelstellingen moeten de lidstaten, de financiële toezichthouders en de bevoegde overheidsinstanties samenwerken om de voortgang van de transitie te monitoren. De Commissie zal in samenwerking met het platform voor duurzame financiering een robuust monitoringkader ontwikkelen om kapitaalstromen naar duurzame beleggingen te meten. De Commissie zal de lidstaten bijstaan om de investeringskloof te beoordelen en de vooruitgang te meten die de financiële sectoren boeken bij het verwezenlijken van onze klimaat- en milieudoelstellingen
.
De Europese toezichthouders kunnen een belangrijke rol spelen om het perspectief van dubbele materialiteit consistent in het hele financiële stelsel te integreren. De Commissie zal zorgen voor een sterkere samenwerking tussen alle relevante overheidsinstanties, waaronder toezichthouders: zo zal zij de tussentijdse doelstellingen voor de financiële sector helpen vaststellen en meer inzicht bieden in de geboekte vooruitgang, om zo de weg vrij te maken voor een meer coöperatief beleid van alle betrokken overheidsinstanties.
Tot slot zal de Commissie een onderzoeksforum voor duurzame financiering oprichten om de rol van de wetenschap te versterken en de academische wereld en de sector aan te zetten tot het delen van kennis over duurzame financiering. Dit forum zal tot taak hebben meer bekendheid te verlenen aan het gebruik van onderzoek inzake duurzame financiering en kennisuitwisseling tussen onderzoekers en de financiële gemeenschap.
Maatregel 5: Om toezicht te houden op een ordelijke transitie en de integriteit van het financiële stelsel van de EU te waarborgen, zal de Commissie:
a)toezien op de gevaren van groenwassen, en de huidige toezichts- en handhavingsinstrumenten waarover de bevoegde autoriteiten beschikken, beoordelen en evalueren zodat de toezichtbevoegdheden, -capaciteiten en -verplichtingen geschikt zijn voor het beoogde doel, met ondersteuning van de Europese toezichthoudende autoriteiten;
b)tegen 2023 een robuust monitoringkader ontwikkelen om kapitaalstromen te meten en de lidstaten bij te staan bij het beoordelen van de investeringskloof en het meten van de door hun financiële sectoren geboekte vooruitgang;
c)een sterkere samenwerking tot stand brengen tussen alle betrokken overheidsinstanties, waaronder de lidstaten, de ECB, het ESRB, de Europese toezichthoudende autoriteiten en het Europees Milieuagentschap, om te werken aan een gemeenschappelijke aanpak in de monitoring van de ordelijke transitie en te waarborgen dat het perspectief van dubbele materialiteit consequent wordt geïntegreerd in het financiële stelsel van de EU (tegen 2022); alsmede
d)een onderzoeksforum voor duurzame financiering oprichten om kennisuitwisseling tussen onderzoekers en de financiële gemeenschap te bevorderen.
IV.Wereldwijde ambitie bevorderen
Mondiale uitdagingen vragen om wereldwijde actie. De verschillende rechtsgebieden hebben echter andere uitgangsposities, andere ambitieniveaus en andere doelstellingen. Internationale fora en netwerken coördineren in toenemende mate initiatieven voor duurzame financiering om het mondiale potentieel voor duurzame financiering ten volle te benutten
. Voortbouwend op haar binnenlandse verwezenlijkingen is de EU internationaal toonaangevend geworden op het gebied van duurzame financiering en draagt zij actief bij aan de wereldwijde inspanningen. Dit leiderschap kan een bron van inspiratie zijn voor andere rechtsgebieden in de hele wereld en kan wereldwijd zakelijke kansen creëren voor de financiële sector van de EU. EU-actoren zijn de grootste emittenten van groene obligaties en zijn uitgegroeid tot belangrijke duurzame beleggers. Dynamische groene markten helpen de internationale rol van de euro te versterken en maken van de EU de belangrijkste mondiale hub voor duurzame financiering.
Naar het oordeel van de Commissie bestaat er behoefte aan een ambitieuze en robuuste internationale architectuur voor duurzame financiering waarin het concept van dubbele materialiteit wordt gehanteerd en de partnerlanden van de EU worden ondersteund. Deze architectuur moet robuuste internationale governance, een solide rulebook en een monitoringkader omvatten. Als eerste stap stelt de Commissie voor dat de Raad voor financiële stabiliteit zijn mandaat uitbreidt en daarin de bijdrage van het financiële stelsel aan mondiale klimaat- en milieudoelstellingen opneemt.
De Commissie verzoekt alle internationale partners de samenwerking op het gebied van duurzame financiering, bilateraal en multilateraal, te verdiepen, met name om convergente benaderingen te bevorderen en de particuliere sector uit te rusten met bruikbare instrumenten en maatstaven, zoals taxonomieën. In het bijzonder benadrukt de Commissie dat, als onderdeel van de routekaart van de werkgroep duurzame financiering (SFWG) van de G20, ernaar moet worden gestreefd de geldstromen af te stemmen op de duurzaamheidsdoelstellingen.
Bevordering van een ambitieuze consensus op internationale fora
De EU zal ervoor pleiten dat internationale fora en normalisatie-instanties, zoals de IFRS Foundation, ambitieuze normen en beginselen voor informatieverschaffing ontwikkelen, waar nodig voortbouwend op de aanbevelingen van de Task Force on Climate-related Financial Disclosures en andere internationale initiatieven
. Internationale normen inzake informatieverschaffing kunnen elkaar overlappen, inconsistent zijn en uiteenlopende ambitie vertonen. De Commissie is ingenomen met het streven naar een wereldwijde basisnorm voor duurzaamheidsrapportage en pleit voor alomvattende normen voor deze rapportage waarin alle duurzaamheidskwesties aan bod komen en het perspectief van dubbele materialiteit wordt weergegeven in overeenstemming met het CSRD-voorstel.
De EU zal met haar partners op internationale fora blijven samenwerken om overeenstemming te bereiken over gemeenschappelijke doelstellingen en beginselen voor taxonomieën en om, in de toekomst, de vergelijkbaarheid en consistentie van de maatstaven en drempels van taxonomieën te verbeteren. De EU zet zich binnen de G20 en het Internationaal Platform voor duurzame financiering actief in om te voorkomen dat de benaderingen te sterk uiteenlopen, wat zou leiden tot hogere transactiekosten, ontoereikende grensoverschrijdende kapitaalstromen en belemmeringen voor financiële innovatie.
Wereldwijde inspanningen zijn van cruciaal belang om de gevolgen van klimaat- en milieurisico’s voor de financiële stabiliteit aan te pakken. De EU verzoekt de FSB bredere duurzaamheidskwesties aan te pakken en in aanmerking te nemen dat activiteiten van financiële instellingen gevolgen hebben voor het klimaat en het milieu en derhalve bijdragen tot de risico’s die deze instellingen beogen te meten. Tot slot verleent de EU actieve steun aan de werkzaamheden van de taskforce inzake klimaatgerelateerde financiële risico’s in het Bazels Comité voor bankentoezicht om potentiële lacunes in het Bazelse kader en in de werkzaamheden van de International Association of Insurance Supervisors op te sporen en aan te pakken met het oog op de integratie van klimaatgerelateerde risico’s in het verzekeringstoezicht.
De werkzaamheden van het IPSF bevorderen en verdiepen
Om de internationale samenwerking te bevorderen, hebben de Europese Commissie en zeven andere rechtsgebieden in oktober 2019 het Internationaal Platform voor duurzame financiering (IPSF)
opgericht. Het IPSF bevordert geïntegreerde markten voor duurzame financiering en werkt aan bruikbare instrumenten en maatstaven. Het telt nu 17 leden en wordt erkend als een belangrijk internationaal initiatief voor duurzame financiering
.
Het IPSF zal verslag uitbrengen over zijn werkzaamheden met betrekking tot een “op gemeenschappelijke gronden gebaseerde taxonomie” op basis van de nieuwe taxonomieën die door zijn leden zijn ontwikkeld, en over informatieverschaffing over duurzaamheid. De Commissie zal het concept van dubbele materialiteit binnen het IPSF bevorderen. Daarnaast zal zij voorstellen de kennisdeling te verbeteren op belangrijke gebieden van duurzame financiering, zoals de synergieën tussen financiering voor klimaat en biodiversiteit en de transitie van het financiële stelsel naar gedeelde duurzaamheidsdoelstellingen. De Commissie zal ook de uitbreiding van het IPSF-lidmaatschap en een sterkere governancestructuur ondersteunen en zal uiterlijk in het najaar van 2021 een nieuw werkplan voorstellen. Het IPSF wordt ook erkend als kennispartner van de opnieuw opgerichte SFWG van de G20 en levert in dat verband een aanzienlijke bijdrage aan de werkzaamheden inzake de afstemming van investeringen op duurzaamheidsdoelstellingen.
Lage- en middeninkomenslanden ondersteunen om hun toegang tot duurzame financiering op te schalen
De Commissie zal een alomvattende strategie ontwikkelen om de duurzame financiering in de partnerlanden van de EU te helpen versterken. Lage- en middeninkomenslanden hebben te maken met enorme investeringsbehoeften om hun duurzame ontwikkeling te financieren. Willen we onze mondiale duurzaamheidsagenda collectief kunnen uitvoeren, dan is het van groot belang dat de particuliere geldstromen naar onze partnerlanden sneller op gang komen. Hiervoor is echter specifieke steun nodig. De Commissie zal steun verlenen aan inspanningen om de financieringsinstrumenten voor duurzaamheid op te schalen in onze partnerlanden en beter te helpen opbouwen wereldwijd, met name via het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI) “Europa in de wereld” en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA).
Maatregel 6: Om de ontwikkeling van internationale initiatieven en normen voor duurzame financiering ter ondersteuning van de partnerlanden van de EU op een hoog niveau van ambitie te brengen, zal de Commissie:
a)streven naar een ambitieuze consensus op internationale fora, het concept van dubbele materialiteit mainstreamen, het belang van kaders voor informatieverschaffing beklemtonen en overeenstemming zoeken over doelstellingen en beginselen voor taxonomieën;
b)voorstellen doen om de werkzaamheden van het IPSF uit te breiden tot nieuwe onderwerpen en de governance ervan te versterken; alsmede
c)lage- en middeninkomenslanden ondersteunen om hun toegang tot duurzame financiering op te schalen, door een alomvattende strategie te ontwikkelen en financiële instrumenten op het gebied van duurzaamheid te bevorderen.
Conclusie – Uitvoering en verdere stappen
Op basis van het actieplan voor duurzame financiering van 2018 heeft de Commissie ongekende stappen gezet om de basis te leggen voor duurzame financiering. Dit ambitieuze kader moet worden voltooid en geconsolideerd zodat we kunnen voldoen aan de massale investeringsbehoeften van de transitie, om ervoor te zorgen dat deze eerlijk verloopt en aan te sluiten bij de mondiale context. Met deze strategie worden deze uitdagingen aangepakt en wordt gezorgd voor een werkbaar en samenhangend kader.
Deze strategie bepaalt hoe de doelstellingen van de Europese Green Deal in het hele financiële stelsel hun vertaling krijgen en garandeert dat actoren in alle sectoren van de economie ongeacht hun uitgangspunt in staat zijn om hun transitie te financieren. Dit beleid vormt een aanvulling op de kritieke veranderingen in het klimaat- en milieubeleid die in de Europese Green Deal zijn uiteengezet. Het bouwt voort op de samenwerking en de partnerschappen die de Commissie onderhoudt met externe particuliere en publieke initiatieven, en heeft tot doel de leidende rol te bevorderen die de financiële sector speelt in de verwezenlijking van de duurzaamheidsdoelstellingen van de EU. De Commissie zal uiterlijk eind 2023 verslag uitbrengen over de uitvoering van deze strategie en zal de lidstaten actief ondersteunen bij hun inspanningen.
De Commissie roept alle betrokken belanghebbenden, van centrale banken en toezichthouders tot lidstaten, burgers, lokale overheden en financiële en niet-financiële ondernemingen, op om elk op zijn gebied actie te ondernemen en de effecten van deze strategie te maximaliseren.