Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52020XG0629(01)

    Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over de impact van de COVID-19-pandemie en het herstel van de sportsector 2020/C 214 I/01

    ST/8926/2020/INIT

    PB C 214I van 29.6.2020, p. 1–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    29.6.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    CI 214/1


    Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over de impact van de COVID-19-pandemie en het herstel van de sportsector

    (2020/C 214 I/01)

    DE RAAD EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

    HERINNEREND AAN HET VOLGENDE:

    1.

    De uitbraak van de COVID-19-pandemie heeft wereldwijd een enorme impact op de volksgezondheid, de economische activiteiten, de werkgelegenheid en het sociale leven.

    2.

    In de strijd tegen de COVID-19-pandemie blijft het redden van levens en beschermen van de gezondheid van onze burgers de hoogste prioriteit.

    3.

    Om de verspreiding van COVID-19 in te dammen, zijn er in de lidstaten verschillende maatregelen ingevoerd, afhankelijk van het stadium van de epidemie en andere specifieke omstandigheden. In samenwerking met overheidsinstanties zijn er zichtbare snelle reacties uit de sportsector gekomen. De sportsector heeft bijgedragen aan het voorkomen van de verspreiding van het virus in het vroege stadium van de uitbraak, via verschillende maatregelen en aanbevelingen gericht op alle betrokken belanghebbenden, waaronder sportorganisaties, clubs, sporters, coaches, sportpersoneel en -vrijwilligers, alsook toeschouwers en burgers.

    4.

    Tegelijkertijd is de sportsector zwaar getroffen door de pandemie, ook in economisch opzicht (1). De COVID-19-pandemie heeft rampzalige gevolgen voor de hele sector op alle niveaus, met name voor sportorganisaties en -clubs, competities, fitnesscentra, sporters, coaches, sportpersoneel, sportvrijwilligers en voor sportgerelateerde sectoren (2), waaronder organisatoren van sportevenementen en sportmedia.

    5.

    De sanitaire maatregelen van de gezondheidsinstanties en hun aanbevelingen betreffende afstand houden, hebben gevolgen voor antidopingorganisaties, waardoor ze geen dopingcontroles kunnen uitvoeren. Dit kan de mogelijkheden om de integriteit van de sport te beschermen, beïnvloeden.

    6.

    Groeiende zorgen in verband met de wereldwijde verspreiding van het virus hebben wereldwijd geleid tot officiële besluiten om sportevenementen en -wedstrijden te annuleren of uit te stellen (3). Sportactiviteiten op alle niveaus en de reguliere werking van sportorganisaties en -clubs zijn beperkt, onderbroken of stopgezet.

    7.

    Het dagelijks leven van burgers veranderde ook. Thuis blijven en thuiswerken, afstand houden en beperkte mogelijkheden voor regelmatige lichaamsbeweging kunnen zeer schadelijk zijn voor het algemene welzijn van burgers. De volledige en gedeeltelijke lockdowns hebben aangetoond dat het bieden van mogelijkheden om tijdens het thuisblijven of -werken sport te beoefenen en te blijven bewegen in deze ongekende omstandigheden, belangrijk is voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid (4).

    8.

    Verdere inspanningen op lokaal, nationaal, regionaal en Europees niveau kunnen nodig zijn om de sportsector te beschermen en te ondersteunen en om ervoor te zorgen dat sport kan blijven bijdragen aan de lichamelijke en geestelijke gezondheid van onze burgers (5) en aan de ontwikkeling van onze maatschappij in de huidige pandemiesituatie, alsook in het licht van de exit- en herstartstrategieën na de pandemie.

    BEKLEMTONEN HET VOLGENDE:

    9.

    In deze tijden van een gezondheidscrisis zijn solidariteit en wederzijds begrip op alle niveaus — tussen burgers, de sportwereld, de particuliere sector, lidstaten, de EU en internationale instellingen in alle sectoren — noodzakelijk om onze gemeenschappen actief en gezond te houden.

    10.

    De rol van sport in de maatschappij en het vermogen van sport om de gezondheid en het welzijn van burgers in de COVID-19-crisis te verbeteren, met name door sportorganisaties en de rol die sporters op verschillende manieren vervullen als positieve rolmodellen (6), maar ook door de toewijding van coaches die innovatieve hulpmiddelen, platforms en nieuwe en flexibele coachingmethoden inzetten, dienen te worden erkend en gestimuleerd.

    11.

    Wegens de voorschriften inzake afstand houden moet bijzondere aandacht worden besteed aan mogelijkheden om te bewegen voor burgers die normaal gesproken deelnemen aan binnensporten, contactsporten en teamsporten. Aangezien er tijdens de COVID-19-pandemie vooral thuis of individueel is gesport, kan het van belang zijn om in samenwerking met de sector te evalueren welke de mogelijke gevolgen van deze crisis zijn voor de lichaamsbeweging van burgers, de sportbeoefening in sportclubs en het engagement van vrijwilligers.

    12.

    Wat sport betreft, hebben de EU-lidstaten vanwege de impact van de COVID-19-pandemie naargelang hun nationale omstandigheden verschillende maatregelen genomen om de sportsector te ondersteunen en burgers te motiveren om te blijven bewegen.

    13.

    In deze onzekere en veranderende omstandigheden waarin alle EU-lidstaten met vergelijkbare uitdagingen worden geconfronteerd, hebben de lidstaten het belang erkend van samenwerking en informatie-uitwisseling over hun nationale situatie, waaronder maatregelen die ze hebben genomen om de negatieve gevolgen van de COVID-19-pandemie te beperken, en mogelijkheden voor trainingen voor sporters en lichaamsbeweging voor burgers. Het delen van ideeën over mogelijke exit- en herstartstrategieën en de te zetten stappen om de sportsector met succes weer op gang te brengen zijn voorbeelden van hoe samen optrekken een meerwaarde kan opleveren.

    14.

    Om de uitdagingen waar de sportsector zich door de COVID-19-pandemie mee geconfronteerd ziet, verder het hoofd te bieden, is brede sectoroverschrijdende samenwerking (7) noodzakelijk. In dit verband dient samenwerking op alle niveaus en tussen alle betrokken belanghebbenden, inclusief de sportwereld, te worden aangemoedigd.

    15.

    De activiteiten van de sportsector moeten worden hervat in omstandigheden die veilig zijn voor alle betrokken partijen. De specifieke maatregelen die in de sportsector zijn genomen om de verspreiding van COVID-19 tegen te gaan, dienen voorzichtig en geleidelijk te worden versoepeld. Daarbij moet een beoordeling van de mogelijke risico’s worden gemaakt om te voorkomen dat de inperkingsmaatregelen te vroeg worden opgeheven.

    16.

    Aangezien sport en lichaamsbeweging tijdens de COVID-19-crisis een belangrijke rol spelen en in de samenleving na de pandemie zeker nog aan belang zullen winnen, zijn nationale en Europese herstelprogramma’s bepalend voor de toekomst van de sportsector.

    17.

    Gezien het vermogen van sport om bij te dragen aan het wederzijds begrip tussen Europeanen en onder voorbehoud van de epidemiologische toestand in de lidstaten, dienen het vrije verkeer en de mobiliteit van onze sporters, coaches en fans op een veilige en waar mogelijk gecoördineerde manier te worden hersteld, met inachtneming van het specifieke karakter van de sport.

    18.

    De betrokken instellingen van de Unie zouden, binnen hun respectieve bevoegdheden, de nationale inspanningen kunnen aanvullen om de nodige steun te verlenen teneinde de gevolgen van de COVID-19-pandemie voor de sportsector te verzachten.

    VERZOEKEN DE LIDSTATEN:

    19.

    Voor de juiste sturing te zorgen, het herstel te steunen en verdere duurzame ontwikkeling van de sportsector aan te moedigen.

    20.

    Mogelijkheden te promoten om de sportsector te ondersteunen door middel van de beschikbare en in aanmerking komende EU-programma’s en -fondsen, waaronder het Erasmus+-programma, het Europees Solidariteitskorps, de fondsen voor het cohesiebeleid en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

    21.

    In overeenstemming met de nationale prioriteiten en in samenwerking met de betrokken instanties na te gaan wat ze kunnen doen in het kader van de betreffende horizontale maatregelen en initiatieven, zoals het corona-investeringsinitiatief (CRII), het corona-investeringsinitiatief plus (CRII+), de tijdelijke steun om het risico op werkloosheid in noodsituaties te beperken (SURE), de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun, alsook andere EU-herstelinitiatieven. Op uiteenlopende wijze vorm te geven aan het uitwisselen van ervaringen en beste praktijken over de ondersteuning van de sportsector, bijvoorbeeld activiteiten om van gelijken te leren of bijeenkomsten van belangstellende lidstaten.

    22.

    De voortzetting van de reguliere, reeds bestaande nationale en lokale sportfinancieringsprogramma’s en -initiatieven aan te moedigen, met name voor de lokale sportorganisaties.

    23.

    De rol en de waarde van sport en lichaamsbeweging te promoten, meer bepaald de bijdrage ervan aan de lichamelijke en geestelijke gezondheid en het welzijn van burgers, met name in tijden van crisis zoals de COVID-19-pandemie en de periode daarna.

    24.

    In samenwerking met de sportwereld meer synergie met de sectoren economie en ondernemerschap, innovatie, onderwijs en jeugdwerk te creëren om sporters en alle burgers nieuwe mogelijkheden te bieden om lichamelijk actief te zijn, onder andere door de inzet van digitale middelen.

    25.

    Sectoroverschrijdende samenwerking en raadplegingen op gebieden die relevant zijn voor sport op alle niveaus te bevorderen, onder andere met de sportwereld, het sportgerelateerde bedrijfsleven en andere betrokken belanghebbenden, om de uitdagingen waar de sportsector door de COVID-19-pandemie mee geconfronteerd wordt, effectief het hoofd te bieden en de positie van sport in de maatschappij te versterken.

    26.

    De solidariteit tussen sportbonden, -clubs, -organisaties en sporters te bevorderen om bij te dragen aan het duurzame herstel en de verdere ontwikkeling van de sportsector, en het Europese sportmodel (8) te erkennen als voorbeeld van een op solidariteit gebaseerd systeem.

    27.

    De rol van sport en lichaamsbeweging te promoten als hulpmiddel voor economische en sociale ontwikkeling richting gezondere en actievere gemeenschappen (9). In dit verband mensen beter bekend te maken met beste praktijken, het volledige potentieel van sport en lichaamsbeweging voor territoriale ontwikkeling te onderstrepen en passend gebruik te maken van de financieringsstromen, zoals de fondsen voor het cohesiebeleid, om de sportsector in de toekomst veerkrachtiger te maken.

    28.

    Door te gaan met het regelmatig uitwisselen van informatie, ideeën en ervaringen teneinde goede praktijken in kaart te brengen en toe te passen en gezamenlijke inspanningen op het gebied van de exit- en herstartstrategieën na de COVID-19-pandemie mogelijk te maken, alsook toekomstige crises te voorkomen en zich daarop voor te bereiden, en aldus de duurzame ontwikkeling en veerkracht van de EU-sportsector te waarborgen.

    VERZOEKEN DE EUROPESE COMMISSIE:

    29.

    Regelmatig informatie te blijven delen over mogelijkheden voor flexibele regelingen inzake de uitvoering van Erasmus+: sportprojecten in de context van de COVID-19-crisis, rekening houdend met de verschillende nationale omstandigheden, en in de toekomstige jaarprogramma’s en oproepen tot het indienen van voorstellen te voorzien in mogelijkheden om het herstel van de sportsector te ondersteunen.

    30.

    Na te denken over de mogelijkheid en relevantie van meer flexibiliteitsmechanismen in toekomstige financieringsprogramma’s op het gebied van sport, zodat de EU tijdig kan reageren op de gevolgen van de COVID-19-crisis en mogelijke toekomstige uitdagingen.

    31.

    Verdere informatie en regelmatige updates aan de lidstaten te presenteren en onder de lidstaten te verspreiden over de mogelijkheden om de sportsector te ondersteunen teneinde de gevolgen van de COVID-19-pandemie te beperken, onder meer door middel van horizontale maatregelen zoals het CRII, het CRII+ en andere EU-herstelinitiatieven, en via geschikte financieringsmechanismen, en de uitwisseling van ervaringen over de toepassing van voor de sportsector beschikbare mechanismen te faciliteren.

    32.

    Informatie te verspreiden over gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging, waar mogelijk in samenwerking met bevoegde instanties zoals de Wereldgezondheidsorganisatie, en campagnes als #BeActive (10) te promoten, om burgers te motiveren om lichamelijk actief te blijven.

    33.

    In samenwerking met de lidstaten de gevolgen van de COVID-19-crisis te onderzoeken en analyseren, en de resultaten beschikbaar te stellen zodat ze kunnen worden meegenomen bij het opstellen van het volgende EU-werkplan voor sport.

    34.

    De verzameling en analyse van gegevens en informatie over sportdeelname en de impact van COVID-19 te ondersteunen, waar passend via de Eurobarometer en Eurostat.

    35.

    Ondersteuning te bieden aan sectoroverschrijdende samenwerking tussen de sportsector en andere betrokken sectoren (11), met name op het gebied van het gebruik van innovatieve en digitale hulpmiddelen, om de sportsector beter bestand te maken tegen eventuele toekomstige crises.

    36.

    Een dialoog te starten met de lidstaten en de sportwereld over toekomstige activiteiten waarin sport en gezondheid worden gekoppeld naar aanleiding van de Europese Week van de sport, de follow-up van de “oproep van Tartu voor een gezonde levensstijl” en andere relevante sportevenementen en -activiteiten.

    37.

    Een dialoog te starten met Europese en internationale sportbonden en de lidstaten om te bespreken hoe belangrijke internationale sportevenementen op een veilige manier kunnen worden voortgezet.

    VERZOEKEN DE SPORTWERELD:

    38.

    Zich te houden aan de richtsnoeren van de Wereldgezondheidsorganisatie, het ECDC (12) en de nationale gezondheidsautoriteiten met betrekking tot de preventie en verspreiding van het COVID-19-virus en wat betreft de herstartprotocollen voor de sport.

    39.

    Sporters en burgers te motiveren om in deze ongekende en uitzonderlijke omstandigheden aan sport te doen en op een veilige manier lichamelijk actief te blijven.

    40.

    Burgers aan te moedigen de sportsector te blijven steunen door na te denken over hoe ze lid kunnen blijven van hun sportclub en hun kaartjes voor sportevenementen die mogelijk worden verplaatst, te bewaren.

    41.

    Mogelijke oplossingen te verkennen om de nationale sportkalenders aan te passen, rekening houdend met de Europese en internationale sportkalenders.


    (1)  Uit een onderzoek uit 2018 naar de economische impact van sport op grond van sportsatellietrekeningen blijkt dat sport goed is voor 2,12 % van het bbp van de EU en dat sportgerelateerde activiteiten werkgelegenheid bieden aan 5,67 miljoen mensen (2,72 % van de werkgelegenheid in de EU).

    (2)  In deze conclusies wordt onder sportgerelateerde activiteiten verstaan: winstgerelateerde activiteiten met betrekking tot sportartikelen, -diensten, -evenementen, -mensen,-voorzieningen, -locaties of -ideeën.

    (3)  De Olympische Spelen van 2020 in Tokio en UEFA EURO 2020 zijn bijvoorbeeld uitgesteld tot 2021.

    (4)  Wereldgezondheidsorganisatie, https://www.who.int/news-room/campaigns/connecting-the-world-to-combat-coronavirus/healthyathome/healthyathome---physical-activity

    (5)  Aanbeveling van de Raad over de stimulering van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging in de verschillende sectoren (PB C 354 van 4.12.2013, blz. 1).

    (6)  Bijvoorbeeld “Athletes at the forefront of the COVID-19 response” (“Sporters lopen voorop in de respons op COVID-19”),”) https://www.olympic.org/news/athletes-at-the-forefront-of-the-covid-19-response; “Pass the message to kick out Coronavirus” (“Speel de boodschap door en win van het coronavirus”) https://www.who.int/news-room/detail/23-03-2020-pass-the-message-five-steps-to-kicking-out-coronavirus

    (7)  Onder andere op het gebied van gezondheid, werkgelegenheid, onderwijs, jeugd, digitalisering, innovatie, mobiliteit en transport, stadsplanning, toerisme en milieu.

    (8)  Hoewel er vanwege de diversiteit in de Europese sportstructuren geen gemeenschappelijke definitie van het Europese sportmodel bestaat, maken een aantal bepalende kenmerken het toch mogelijk de contouren ervan te schetsen. Deze kenmerken zijn onder andere een piramidale structuur, een open systeem van promotie en degradatie, lokale verankering en solidariteit, de rol in de nationale identiteit, structuren op basis van vrijwilligerswerk en de sociale en educatieve functie die sport vervult.

    (9)  Bijvoorbeeld binnen het Share-initiatief — SportHub: Alliance for Regional development in Europe -initiative

    (10)  Of in niet eerder geziene en uitzonderlijke omstandigheden, #BeActiveAtHome.

    (11)  Met inbegrip van onderwijs, jeugd, toerisme, economie en ondernemerschap.

    (12)  Europees Centrum voor ziektepreventie en bestrijding


    Top