EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 30.9.2020
SWD(2020) 320 final
WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE
Verslag over de rechtsstaat 2020
Landenhoofdstuk over Polen
bij
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
Verslag over de rechtsstaat 2020
Situatie op het gebied van de rechtsstaat in de Europese Unie
{COM(2020) 580 final} - {SWD(2020) 300 final} - {SWD(2020) 301 final} - {SWD(2020) 302 final} - {SWD(2020) 303 final} - {SWD(2020) 304 final} - {SWD(2020) 305 final} - {SWD(2020) 306 final} - {SWD(2020) 307 final} - {SWD(2020) 308 final} - {SWD(2020) 309 final} - {SWD(2020) 310 final} - {SWD(2020) 311 final} - {SWD(2020) 312 final} - {SWD(2020) 313 final} - {SWD(2020) 314 final} - {SWD(2020) 315 final} - {SWD(2020) 316 final} - {SWD(2020) 317 final} - {SWD(2020) 318 final} - {SWD(2020) 319 final} - {SWD(2020) 321 final} - {SWD(2020) 322 final} - {SWD(2020) 323 final} - {SWD(2020) 324 final} - {SWD(2020) 325 final} - {SWD(2020) 326 final}
Samenvatting
De Poolse justitiële hervormingen sinds 2015 zijn een belangrijke bron van controverse geweest, zowel in eigen land als op EU-niveau, en hebben aanleiding gegeven tot ernstige punten van zorg, waarvan er verschillende nog steeds bestaan. De hervormingen, die gevolgen hebben voor het grondwettelijk hof, het hooggerechtshof, de gewone rechtbanken, de nationale raad voor de rechtspraak en het Openbaar Ministerie, hebben de invloed van de uitvoerende en wetgevende macht op het justitiële stelsel vergroot en daardoor de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht verzwakt. Dit heeft de Commissie ertoe gebracht in 2017 de procedure van artikel 7, lid 1, VEU in te leiden, waarover de Raad zich nog moet uitspreken. In 2019 en 2020 heeft de Commissie twee nieuwe inbreukprocedures ingeleid om de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te waarborgen en heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie in kort geding voorlopige maatregelen gelast om de bevoegdheden van de tuchtkamer van het hooggerechtshof met betrekking tot tuchtzaken tegen rechters op te schorten.
Er bestaat een ontwikkeld juridisch en institutioneel kader om corruptie te voorkomen en de transparantie te bevorderen. Een speciaal corruptiebestrijdingsprogramma van de overheid richt zich op het geven van opleiding en begeleiding aan ambtenaren. Er zijn echter structurele zwakheden vastgesteld op gebieden zoals de huidige regelingen voor de vermogensaangifte en de regelgeving in verband met lobbywerk. Er zijn plannen voor wetgeving inzake de transparantie van het openbare leven om de belangrijkste preventieve bepalingen te herschikken in één enkele wettekst, maar er bestaat bezorgdheid over de herhaalde vertragingen. Er bestaat ook bezorgdheid over de onafhankelijkheid van de belangrijkste instellingen die verantwoordelijk zijn voor de preventie en bestrijding van corruptie, met name gezien de ondergeschiktheid van het Centraal Bureau voor Corruptiebestrijding aan de uitvoerende macht en het feit dat de minister van Justitie tegelijkertijd de procureur-generaal is.
Het Poolse rechtskader inzake mediapluriformiteit is gebaseerd op zowel grondwettelijke waarborgen als sectorale wetgeving. Relevante waarborgen voor de regulerende instantie voor de media, de nationale omroepraad, lijken aanwezig te zijn, maar er zijn enige zorgen geuit over de onafhankelijkheid van deze instantie. De rol van de regulerende instantie voor de media is ook verminderd door de hervorming van 2016, waarbij de bevoegdheden voor het beheer van de Poolse publieke media zijn toegewezen aan een nationale mediaraad (RMN). Het rechtskader inzake transparantie van de eigendom van de media is niet voor alle mediapartijen gelijkelijk van toepassing. Wat de bescherming van journalisten betreft, blijft de strafbaarstelling van het beledigen van overheidsfunctionarissen problematisch.
Ook andere onderdelen van het systeem van controles en waarborgen staan onder druk. De hervormingen zijn goedgekeurd via versnelde wetgevingsprocedures met beperkte raadpleging van belanghebbenden of mogelijkheden voor de oppositie om haar rol in het wetgevingsproces te spelen. Polen heeft een levendig maatschappelijk middenveld en sterke beroepsverenigingen van rechters en aanklagers, die deelnemen aan het publieke debat. Desalniettemin hebben organisaties te maken gehad met ongunstige verklaringen van politici. Ondanks de moeilijke omstandigheden is de ombudsdienst een belangrijke rol blijven spelen als waarborg voor de rechtsstaat.
I.Justitieel stelsel
Het Poolse justitiële stelsel bestaat uit twee grote geledingen, namelijk de administratieve en de gewone rechterlijke macht. Het hooggerechtshof en 16 administratieve rechtbanken oefenen controle uit op het openbaar bestuur, met inbegrip van de rechtmatigheid van de maatregelen van de lokale overheidsorganen en de territoriale bestuursorganen. De gewone rechterlijke macht, onder toezicht van het hooggerechtshof, bestaat uit drie niveaus: 11 hoven van beroep, 46 regionale rechtbanken en meer dan 300 districtsrechtbanken. De rechters worden door de president van de Republiek benoemd op verzoek van de nationale raad voor de rechtspraak. Het grondwettelijk hof, dat zich met name uitspreekt over de grondwettigheid van de wetgeving, bestaat uit 15 rechters die door de Sejm (tweede kamer van het parlement) worden gekozen voor een ambtstermijn van 9 jaar. De nationale raad voor de rechtspraak heeft volgens de grondwet de taak de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te waarborgen. Een bijzonder kenmerk van het Openbaar Ministerie, dat geen deel uitmaakt van de onafhankelijke rechterlijke macht, is dat de procureur-generaal en de minister van Justitie dezelfde persoon zijn. De grondwet bepaalt dat advocaten en juridische adviseurs hun praktijk zelf mogen regelen.
Onafhankelijkheid
De in november 2015 gestarte justitiële hervormingen werden voortgezet. Deze hervormingen werden uitgevoerd door middel van meer dan dertig wetten die betrekking hebben op de hele structuur van het justitiële stelsel, met inbegrip van het grondwettelijk hof, de nationale raad voor de rechtspraak, het hooggerechtshof, de gewone rechtbanken, de administratieve rechtbanken en het Openbaar Ministerie. Verschillende aspecten van de justitiële hervorming stemmen tot ernstige bezorgdheid over de rechtsstaat, met name de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Dit is het belangrijkste punt van de procedure van artikel 7, lid 1, van het VEU die door de Europese Commissie is ingeleid en die nog in behandeling is bij de Raad. Het Europees Parlement heeft ook zijn bezorgdheid geuit over de rechtsstaat in Polen. Bovendien zijn bepaalde aspecten van deze hervormingen het voorwerp van een inbreukprocedure. Het waarborgen van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in Polen was een van de landenspecifieke aanbevelingen in het kader van het Europees semester 2020.
De perceptie van onafhankelijkheid van de rechterlijke macht bij de bevolking en de bedrijven is laag en vertoont de laatste jaren een dalende trend. Terwijl 34 % van het brede publiek de onafhankelijkheid van de rechtbanken en rechters in 2019 als “redelijk goed of zeer goed” ervaart, deelt 27 % van de bedrijven dezelfde perceptie. De reden die het vaakst wordt aangevoerd voor het vermeende gebrek aan onafhankelijkheid van de rechterlijke macht houdt verband met inmenging of druk van de regering en politici. Het publieke debat over het rechtsstelsel wordt gekenmerkt door sterke spanningen. In 2019 rapporteerden de Poolse media dat hoge ambtenaren, naar verluidt, in verband werden gebracht met een lastercampagne tegen rechters die openlijk kritiek hadden geuit op de justitiële hervormingen.
Arresten van het Hof van Justitie hebben de eisen van het EU-recht inzake de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht bevestigd. In 2019 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (“het Hof van Justitie”) twee arresten gewezen waarin wordt bevestigd dat de wetgeving die door de Commissie in het kader van een inbreukprocedure wordt betwist, in strijd is met het EU-recht wat de vereisten van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht betreft. Het Hof van Justitie heeft zich uitgesproken tegen wijzigingen in de pensioenregeling van de rechters van het hooggerechtshof, waardoor het mandaat van ongeveer een derde van de rechters van dat hof voortijdig is beëindigd. Bovendien heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat de Poolse wetgeving betreffende de nieuwe pensioenregeling voor gewone rechters in strijd is met het EU-recht, met name op grond van het feit dat deze niet voldoende waarborgen voor de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht bevatte. Vóór de uitspraken hadden de Poolse autoriteiten de nationale wetgeving al gewijzigd. Het Hof van Justitie is ook aangezocht door Poolse rechtbanken in meer dan tien prejudiciële procedures met betrekking tot de justitiële hervorming.
De punten van bezorgdheid over de onafhankelijkheid en de legitimiteit van het grondwettelijk hof, die door de Commissie in het kader van de procedure van artikel 7, lid 1, VEU, aan de orde zijn gesteld, zijn tot dusver niet weggewerkt. In 2019 bleven de ombudsdienst en het hooggerechtshof zich zorgen maken over het functioneren en de legitimiteit van het Hof. De bezorgdheid over het grondwettelijk hof is herhaald door de Commissie van Venetië, en door internationale organisaties en ngo's. Zaken met betrekking tot politiek gevoelige kwesties, met name die met betrekking tot de justitiële hervormingen, zijn ingeleid door de premier, de maarschalk (voorzitter) van de Sejm, de nationale raad voor de rechtspraak en de nieuw opgerichte tuchtkamer van het hooggerechtshof. In bepaalde zaken die door de procureur-generaal en de tuchtkamer zijn aangespannen, wordt nagegaan of de bepalingen van het EU-Verdrag verenigbaar zijn met de grondwet.
De nationale raad voor de rechtspraak bestaat voornamelijk uit politiek benoemde leden. Met de justitiële hervorming van 2018 is de procedure voor de benoeming van rechters die lid zijn van de nationale raad voor de rechtspraak (Krajowa Rada Sądownictwa — KRS) gewijzigd. De leden-rechters, die de meerderheid van de leden van de KRS vormen, worden nu rechtstreeks door de Sejm benoemd in plaats van door hun collega's zoals voorheen. Bij de nieuwe samenstelling van de KRS is geen rekening gehouden met de aanbevelingen van de Raad van Europa en het is een van de punten van zorg die de Commissie aan de orde heeft gesteld in haar met redenen omklede voorstel dat is goedgekeurd in het kader van de procedure van artikel 7, lid 1, VEU, met betrekking tot de rechtsstaat in Polen. Op 25 maart 2019 heeft het grondwettelijk hof op verzoek van de KRS verklaard dat de nieuwe benoemingsprocedure van de leden-rechters van de KRS in overeenstemming is met de grondwet. Op 19 november 2019 heeft het Hof van Justitie, op grond van een prejudiciële vraag van het hooggerechtshof over de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de nieuw opgerichte tuchtkamer, geoordeeld dat de deelname van een raad voor de rechtspraak aan de benoemingsprocedure van rechters door de president van de Republiek alleen objectief kan zijn als die raad zelf voldoende onafhankelijk is van de wetgevende en de uitvoerende macht en van het orgaan waaraan hij advies uitbrengt. Op 23 januari 2020 heeft het hooggerechtshof, onder verwijzing naar deze uitspraak van het Hof van Justitie, een resolutie uitgebracht waarin wordt gesteld dat de nieuw samengestelde KRS niet onafhankelijk is en waarin wordt beweerd dat de nieuwe rechters van het hooggerechtshof die door dat Hof zijn gekozen, geen zaken mogen beoordelen. De resolutie is vervolgens door het grondwettelijk hof, dat uitspraak deed op verzoek van de premier en de maarschalk van de Sejm, gesteund door de president van de republiek en de procureur-generaal, in strijd met de grondwet en met het EU-recht bevonden. Het hooggerechtshof is zijn resolutie echter blijven toepassen. De KRS blijft kandidaten voor rechterlijke benoemingen voordragen aan de president van de Republiek.
De twee nieuwe kamers van het hooggerechtshof, die in het kader van de hervorming van 2018 zijn opgericht, hebben in 2019 nieuwe bevoegdheden gekregen. De tuchtkamer en de kamer voor buitengewone controle en publieke aangelegenheden zijn uitsluitend samengesteld uit nieuwe rechters die op verzoek van de nieuw samengestelde nationale raad voor de rechtspraak (KRS) zijn benoemd. Na het arrest van het Hof van Justitie van 19 november 2019 heeft het hooggerechtshof in drie arresten geoordeeld dat de tuchtkamer geen onafhankelijke rechterlijke instantie is in de zin van het EU- en het nationale recht. De wet van 20 december 2019 verleende de nieuwe kamer voor buitengewone controle en publieke aangelegenheden de uitsluitende bevoegdheid om te beslissen over kwesties in verband met de gerechtelijke onafhankelijkheid. Dit deel van de genoemde wet is een van de elementen die aan de orde zijn gesteld in de door de Commissie op 29 april 2020 ingeleide inbreukprocedures. De nieuwe tuchtkamer heeft ook de bevoegdheid gekregen om de immuniteit van rechters op te heffen wanneer tegen hen een strafprocedure wordt aangespannen (een bevoegdheid die voorheen werd uitgeoefend door de tuchtrechtbanken van eerste aanleg). Deze nieuwe bevoegdheden die aan de kamers zijn toegekend, zijn door een aantal nationale instellingen en de Commissie van Venetië bekritiseerd.
Het hooggerechtshof heeft nieuwe hervormingen ondergaan, met name wat betreft de procedure voor de benoeming van de eerste voorzitter. Enkele maanden voor het einde van de ambtstermijn van de vorige eerste voorzitter van het hooggerechtshof is door de tweede kamer van het parlement (Sejm) een nieuwe wet aangenomen waarmee de procedure voor de benoeming van de nieuwe eerste voorzitter is gewijzigd. De wet die in februari 2020 in werking is getreden, bepaalt dat de president van de Republiek een waarnemend eerste voorzitter kan aanwijzen die belast is met de organisatie van de procedure voor de selectie van de kandidaten, en wijzigt het quorum dat nodig is om te stemmen over een lijst van kandidaten voor het ambt. Op 1 mei 2020 heeft de president van de Republiek een waarnemend eerste voorzitter benoemd uit de rechters die volgens de genoemde resolutie van het hooggerechtshof niet meer bevoegd zijn om te oordelen. De selectieprocedure was omstreden, met name omdat de waarnemend eerste voorzitter weigerde de leden van de tuchtkamer van die procedure uit te sluiten, ondanks het ontbreken van garanties voor hun onafhankelijkheid. Op 26 mei 2020 heeft de president van de Republiek een nieuwe eerste voorzitter benoemd, die ook een van de rechters is die volgens de genoemde resolutie van het hooggerechtshof niet meer bevoegd is om te oordelen.
De tuchtregeling voor rechters is gewijzigd en wordt actief gebruikt. De tuchtregeling, die in 2018 ingrijpend is gewijzigd, heeft de vrees doen ontstaan dat het ontbreekt aan passende waarborgen voor de bescherming van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, omdat het risico bestaat dat rechters worden gesanctioneerd vanwege de inhoud van rechterlijke beslissingen, waaronder besluiten om het Hof van Justitie om een prejudiciële beslissing te verzoeken. Bovendien blijft er bezorgdheid bestaan over de onafhankelijkheid van de tuchtkamer van het hooggerechtshof, die als laatste aanleg voor tuchtzaken fungeert en uitsluitend bestaat uit rechters die door de nieuw samengestelde KRS zijn geselecteerd. De Commissie heeft op 10 oktober 2019 besloten Polen voor het Hof van Justitie te dagen en deze nieuwe regelingen aan te vechten. De tuchtregeling maakt het mogelijk dat rechters aan een tuchtprocedure worden onderworpen omwille van de inhoud van hun rechterlijke beslissingen of hun verklaringen over de werking van de grondwettelijke organen in Polen. Op 8 april 2020 heeft het Hof van Justitie, naar aanleiding van een verzoek in kort geding, Polen gelast de toepassing van de nationale bepalingen inzake de bevoegdheden van de tuchtkamer met betrekking tot tuchtzaken betreffende rechters onmiddellijk op te schorten. Naar aanleiding van de beschikking heeft de tuchtkamer een rechtsvraag aan het grondwettelijk hof voorgelegd en daarbij de grondwettigheid van de verdragsbepalingen waarop de beschikking in kort geding is gebaseerd, aangevochten. De wet van 20 december 2019 heeft het begrip “tuchtrechtelijke inbreuk” verder verruimd en het risico voor de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht vergroot. Deze kwestie maakt deel uit van de nieuwe inbreukprocedure die de Commissie op 29 april 2020 heeft ingeleid. De nieuwe tuchtregeling en de wet van 20 december 2019 hebben ertoe geleid dat rechtbanken van andere lidstaten in het kader van de justitiële samenwerking binnen de EU vraagtekens hebben gezet bij de justitiële waarborgen van het Poolse stelsel.
Rechters zijn onderworpen aan tal van nieuwe eisen. De wet van 20 december 2019 verplicht alle rechters in Polen om persoonlijke informatie bekend te maken, zoals hun lidmaatschap van verenigingen, functies in non-profitorganisaties of hun lidmaatschap van en positie in politieke partijen vóór 29 december 1989. Dergelijke bepalingen geven aanleiding tot bezorgdheid over het recht op eerbiediging van het privéleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens, zoals gewaarborgd door het Handvest van de grondrechten van de EU en de algemene verordening gegevensbescherming. Deze nieuwe eisen volgen op andere eisen die in 2018 zijn ingevoerd met betrekking tot de verlenging van de actieve dienst van gewone rechters, waarover nu door de nationale raad voor de rechtspraak (KRS) wordt beslist. Hoewel deze wijziging een reactie was op de inbreukprocedure, is het niet voldoende geweest om het probleem met betrekking tot de gevolgen voor de gerechtelijke onafhankelijkheid aan te pakken, vanwege de bezorgdheid over de KRS.
Bij wet van 20 december 2019 is voor de Poolse rechtbanken een algemeen verbod ingesteld om de bevoegdheden van de rechtbanken en hoven, grondwettelijke organen en wetshandhavingsinstanties aan te vechten. De wet verhindert dat Poolse rechters zich uitspreken over de rechtmatigheid van rechterlijke benoemingen en over de bevoegdheid van een rechter om rechterlijke functies uit te oefenen. Hetzelfde verbod geldt voor rechters die de rechtmatigheid van de samenstelling van een zitting beoordelen. Deze eisen zijn aangevochten in de inbreukprocedures die de Commissie op 29 april 2020 heeft ingeleid. Dezelfde wet introduceerde nieuwe beperkingen aan verklaringen die kunnen worden afgelegd en handelingen die kunnen worden gesteld door rechters, rechtbanken en andere onafhankelijke organen, die nu niet meer mogen tornen aan de bevoegdheden van justitiële en grondwettelijke organen en wetshandhavingsinstanties. De wet legt een dergelijk verbod ook op ten aanzien van verklaringen of handelingen van organen voor gerechtelijk zelfbestuur die gerechtelijke benoemingen aanvechten. Deze veranderingen hebben aanleiding gegeven tot bezorgdheid van de nationale instellingen en de Commissie van Venetië. Wat de voorzitters van de rechtbanken betreft, is na het ontslag van meer dan 70 voorzitters van de rechtbanken door de minister van Justitie geen enkel middel voorgesteld om hun situatie te verhelpen. Een zaak met betrekking tot die ontslagen is aanhangig gemaakt bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Het feit dat de minister van Justitie tegelijkertijd de procureur-generaal is, stemt tot bijzondere bezorgdheid over de bevoegdheid om instructies te geven in individuele gevallen en om aanklagers over te plaatsen. Na de hervormingen die in 2016 zijn doorgevoerd, is de positie van de procureur-generaal en die van de minister van Justitie samengevoegd. De minister van Justitie hanteert dus rechtstreeks de bevoegdheden van het hoogste Openbaar Ministerie, met inbegrip van de bevoegdheid om in specifieke gevallen instructies te geven aan de aanklagers. In 2019 werd de bevoegdheid van de procureur-generaal, of van de aanklagers van een hogere rang, om instructies te geven in individuele zaken (inclusief het niet vervolgen) bij verschillende gelegenheden gebruikt, ook in politiek relevante zaken. Deze bevoegdheid is onder meer door de Commissie van Venetië bekritiseerd. Bovendien heeft de procureur-generaal de bevoegdheid om te beslissen over de detachering van aanklagers, zonder hun toestemming en zonder opgave van redenen, naar een andere functie voor maximaal zes maanden. Bovendien kan hij de zaken naar eigen goeddunken opnieuw toewijzen aan de aanklagers, wat eveneens aanleiding heeft gegeven tot de vrees dat politieke overwegingen van invloed zouden kunnen zijn op het verloop van de strafprocedure.
Kwaliteit
De financiering van de rechterlijke macht is sinds 2016 geleidelijk toegenomen. Polen geeft ongeveer het EU-gemiddelde per inwoner uit aan rechtbanken. Tegelijkertijd heeft Polen een van de hoogste overheidsuitgaven voor justitie (inclusief vervolging en rechtsbijstand) als percentage van het bbp.
Wat de personele middelen betreft, blijft een aantal justitiële posten vacant. Er wordt opgemerkt dat de minister van Justitie vóór de wijzigingen in de samenstelling van de KRS in 2018 de publicatie van de vacante posten in de rechtbanken heeft uitgesteld, wat een voorwaarde is om voor een dergelijke functie te solliciteren. Dit werd als een kwestie aan de orde gesteld door de ombudsdienst
en door vertegenwoordigers van justitiële verenigingen
, die aanvoerden dat onderbezette rechtbanken de belangrijkste reden voor hun afnemende efficiëntie blijven.
Er is ruimte voor verbetering met betrekking tot de digitalisering van het rechtsstelsel. In vergelijking met voorgaande jaren heeft Polen de beschikbaarheid van online-informatie over het rechtsstelsel voor het grote publiek verbeterd.Hoewel er aanzienlijke vooruitgang is geboekt, blijft de noodzaak om IT-instrumenten in te voeren in het kader van gerechtelijke procedures, bestaan. Oproepen tot verdere inspanningen om de rechtbanken te digitaliseren kwamen van verenigingen van rechters, de ombudsdienst en de nationale raad van de orde van advocaten, die aangeven dat het gebrek aan digitalisering een terugkerend probleem werd ten tijde van de COVID-19-pandemie.
De hervormingen met betrekking tot rechtsbijstand, gerechtskosten en de burgerlijke rechtsvordering zijn in 2019 in werking getreden. In Polen is gratis rechtsbijstand en gratis civiel advies beschikbaar voor iedereen die zich geen betaald advies kan veroorloven en die een verklaring in die zin aflegt. Er zijn ook plannen om geleidelijk aan gratis bemiddeling mogelijk te maken. De nationale raad van de orde van advocaten heeft zijn bezorgdheid geuit over de wijzigingen van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering die in 2019 zijn aangenomen en die niet zouden bijdragen tot een verhoging van het tempo van de gerechtelijke procedures
.
Efficiëntie
De algemene prestaties van de gewone rechtbanken liggen dicht bij het EU-gemiddelde als het gaat om de duur van de procedure. In 2018 was er echter een toename van de geschatte tijd die nodig is om litigieuze burgerlijke en handelsrechtszaken te beslechten, en een verslechtering van de snelheid waarmee dergelijke zaken worden beslecht. Terwijl het aantal van dergelijke zaken is gedaald, is het aantal hangende zaken toegenomen. Polen blijft voor de duur van de civielrechtelijke en strafrechtelijke procedures onder verscherpt toezicht staan van het Comité van Ministers van de Raad van Europa.
De prestaties van de administratieve rechtbanken liggen boven het EU-gemiddelde. Er is een lichte daling zichtbaar in het aantal inkomende administratieve zaken en in de geschatte tijd die nodig is om deze te beslechten. Het percentage van het beslechten van dergelijke zaken blijft boven de 100 %.
II.Corruptiebestrijding
Het juridische en institutionele kader ter voorkoming en bestrijding van corruptie is grotendeels aanwezig. Het Centraal Bureau voor Corruptiebestrijding (CBC) is het gespecialiseerde corruptiebestrijdingsorgaan. Het CBC combineert inlichtingen- en politiefuncties en kan zowel administratieve als strafrechtelijke procedures in gang zetten. De geplande wet betreffende de “transparantie van het openbare leven” heeft tot doel de belangrijkste preventieve bepalingen te herschikken in één enkele wettekst. Als onderdeel hiervan zullen bepaalde elementen, zoals de huidige vermogensaangiftesystemen en de lobbyregelgeving, worden aangepast.
In de recentste corruptieperceptie-index van Transparency International scoort Polen 58/100 en staat het op de 12e plaats in de Europese Unie en op de 41e plaats wereldwijd. Uit Eurobarometer-enquêtes blijkt dat het aantal Poolse respondenten dat corruptie in hun land als wijdverbreid beschouwt (59 %), lager is dan het EU-gemiddelde (71 %), terwijl 37 % van de mensen zich in hun dagelijks leven persoonlijk door corruptie getroffen voelt (EU-gemiddelde 26 %). Wat het bedrijfsleven betreft, is 49 % van de bedrijven van mening dat corruptie wijdverbreid is (EU-gemiddelde 63 %), terwijl 27 % van de bedrijven van mening is dat corruptie een probleem is bij het zakendoen (EU-gemiddelde 37 %). Vervolgens vindt 43 % van de mensen dat er genoeg succesvolle vervolgingen zijn om mensen af te schrikken van corrupte praktijken (EU-gemiddelde 36 %), terwijl 26 % van de bedrijven van mening is dat mensen en bedrijven die worden betrapt op het omkopen van een hoge ambtenaar, op gepaste wijze worden gestraft (EU-gemiddelde 31 %).
Een gepland initiatief heeft tot doel het rechtskader voor corruptiebestrijding verder te ontwikkelen. Het Poolse strafrecht biedt een solide basis voor het onderzoek naar en de vervolging en berechting van corruptiedelicten
. Polen beschikt ook over een rechtskader voor het voorkomen van corruptie, met verschillende wetsbesluiten die kwesties van ethiek en integriteit in de publieke sector reguleren, evenals openbaarmakingsverplichtingen voor vermogens en belangenconflicten. Desalniettemin is een aantal punten van zorg naar voren gebracht, met name met betrekking tot belangenconflicten en de bekendmaking van vermogens. Een nieuwe wet inzake de transparantie van het openbare leven bevindt zich momenteel in een vergevorderd stadium van voorbereiding, met als doel de bestaande corruptiebestrijdingsmechanismen te versterken en de transparantiebeginselen in één enkele wettekst op te nemen. Een andere doelstelling van de wet is het intrekken van bepaalde bestaande wetten om het huidige systeem en de huidige regels voor vermogensaangifte te standaardiseren. Het voorstel heeft ook tot doel de bestaande regels inzake lobbywerk en de wet op de toegang tot overheidsinformatie te wijzigen en de maatregelen ter bescherming van klokkenluiders te versterken
.
Er zijn wijzigingen in het strafwetboek voorgesteld. Een wetsontwerp tot wijziging van het strafwetboek
van juni 2019 werd op 14 juli 2020 door het grondwettelijk hof als ongrondwettelijk beschouwd. Het ontwerp stelde wijzigingen voor in de definitie van een persoon die een publieke functie uitoefent, en zou een ruimere definitie van een “persoon die een publieke functie uitoefent” hebben ingevoerd waarin onder meer zijn opgenomen: een binnenlandse of buitenlandse organisatie-eenheid die over publieke middelen beschikt, leden van de raad van bestuur of vertegenwoordigers van staatsbedrijven, en entiteiten waarvan het aandelenkapitaal voor meer dan 50 % in handen is van de centrale of de lokale overheid. Andere voorgestelde wijzigingen zouden onder meer betrekking hebben op de verhoging van de sancties voor actieve en passieve omkopingsdelicten in verband met waardevolle activa. Toch zouden mechanismen zoals de “niet-bestraffing”-clausule blijven bestaan, die bepaalt dat een persoon die een steekpenning geeft, niet strafbaar is als hij of zij de wetshandhavingsinstanties vrijwillig in kennis stelt van het delict. De Groep van Staten tegen Corruptie van de Raad van Europa (Greco) heeft zijn bezorgdheid geuit over elementen van de immuniteitsregeling en de gevolgen daarvan voor de vervolging van met corruptie verband houdende delicten.
Het Centraal Bureau voor Corruptiebestrijding (CBC) is het gespecialiseerde corruptiebestrijdingsorgaan. Het CBC combineert inlichtingen- en politiefuncties en kan zowel administratieve als strafrechtelijke procedures in gang zetten. Het opsporen van corruptie behoort tot de kerntaken van het CBC en in geval van redelijke verdenking kan het CBC een strafrechtelijk onderzoek instellen. Het is bevoegd om de vermogensaangiften te verifiëren en de beslissingen inzake overheidsopdrachten te toetsen. Het is ook belast met het toezicht op de niet-naleving van de onverenigbaarheidsregels met betrekking tot beperkingen van externe bedrijfsactiviteiten door overheidsfunctionarissen en het inleiden van procedures voor de teruggave van oneerlijk verkregen voordelen. Het CBC heeft ook een preventieve rol en houdt toezicht op de coördinatie van het programma voor corruptiebestrijding van de overheid voor 2018-2020, dat onder meer tot doel heeft de corruptiebestrijdingsvoorschriften te verbeteren en de samenwerking en coördinatie tussen de rechtshandhavingsinstanties te versterken. Het hoofd van het bureau wordt door de premier benoemd voor een periode van vier jaar. Het CBC werkt onder het gezag van de premier en van een aangewezen “minister-coördinator voor bijzondere diensten”. In het huidige rechtskader heeft deze benoemingsprocedure en de ondergeschiktheid van het bureau aan de uitvoerende macht aanleiding gegeven tot bezorgdheid over de onafhankelijkheid van het CBC en zijn uiteindelijke onafhankelijkheid van de uitvoerende macht.
Kwesties van ethiek en integriteit in de publieke sector en belangenconflicten worden momenteel geregeld in verschillende basiswetten. De belangrijkste rechtshandeling ter bevordering van de integriteit is de wet op de beperking van de zakelijke activiteiten van personen die openbare functies uitoefenen, die bepaalde activiteiten verbiedt en het zakelijk aandelenbezit en het lidmaatschap van verschillende raden van bestuur beperkt. De verordening betreffende het ethisch kader voor het ambtenarenapparaat stelt de ethische normen voor het openbaar bestuur vast, maar heeft geen betrekking op topleden van de uitvoerende macht, wier gedrag in grote lijnen door de grondwet wordt geregeld. Ministeries pakken ook de integriteit in hun gelederen in verschillende mate aan. De Greco heeft de potentiële voordelen van een meer samenhangend beleid onderstreept en heeft aanbevolen een algemeen integriteitsplan op te stellen, een gedragscode te ontwikkelen met krachtige toezichts- en sanctiemechanismen, en het bewustzijn over integriteitskwesties te vergroten. Bovendien voorzien verschillende andere wetteksten in een verplichting om specifieke situaties van belangenconflicten te melden, maar zonder duidelijke coördinatie of consolidatie in één enkel kader. Hoewel er geen wettelijke definitie van belangenconflicten is in algemeen bindende wetten, heeft het wetboek inzake administratieve rechtspraak betrekking op belangenconflicten voor overheidsfunctionarissen. Voor ministers en andere hoge ambtenaren zijn deze beperkt tot bepaalde specifieke situaties met betrekking tot eigendomsbelangen. In 2019 onderzocht het CBC 2 477 belangenconflicten bij de ministeries van Volksgezondheid en Defensie (4 581 in 2018), waarbij 2 187 personen (2 110 in 2018) betrokken waren en 3 zaken werden doorverwezen naar het Openbaar Ministerie.
Er bestaat geen uniforme wetgeving of gecentraliseerd systeem voor de indiening van en het toezicht op vermogensaangiften. De leden van het parlement dienen de vermogensaangiften in overeenkomstig de wet op de uitoefening van hun ambt door de afgevaardigden en senatoren van de Sejm van mei 1996. De wet op de beperking van de zakelijke activiteiten van personen die openbare functies uitoefenen schrijft de jaarlijkse bekendmaking voor van financiële en economische activiteiten voor uitvoerende topfuncties. De wetgeving wordt echter in de praktijk toegepast op politici op alle niveaus, er bestaat bezorgdheid over de uiteenlopende systemen en de kaders om de publicatie van de verklaringen te garanderen. In 2019 heeft het CBC 90 controles van de vermogensaangiften uitgevoerd (69 in 2018), 364 analyses van de voorafgaande controle (330 in 2018) en 341 controlezaken (320 in 2018). De wijzigingen van de wet betreffende de uitoefening van het mandaat van plaatsvervangend lid en senator, die bedoeld zijn om de catalogus van verplichte personen en de reikwijdte van de informatie te verruimen, worden momenteel echter aangevochten voor het grondwettelijk hof. Hoewel de Greco het bestaan van verplichtingen toejuicht, heeft zij verklaard dat de Poolse regelingen voor vermogensaangiften moeten worden versterkt en aangevuld met een onafhankelijk en doeltreffend toetsingsmechanisme. In dit verband wordt een wetsontwerp met een nieuw formulier voor vermogensaangiften voorbereid en ontwikkelt het CBC een uniform systeem om het gebrek aan elektronische en geautomatiseerde methoden voor het indienen en controleren van aangiften aan te pakken
.
Er bestaan maatregelen om lobbywerk en “draaideurpraktijken” te reguleren en sommige bepalingen maken de bescherming van klokkenluiders mogelijk. De wet op lobbywerk in het wetgevingsproces geeft een brede definitie van lobbyen, stelt een openbaar register in en bepaalt de verplichtingen en sancties voor niet-geregistreerde activiteiten. De bepalingen van de wet beperken het concept van lobbyen echter tot het wetgevingsproces. De Greco heeft aanbevolen om de onderlinge contacten tussen parlementsleden en lobbyisten transparanter te maken, om gedetailleerde regels in te voeren voor interacties met lobbyisten en om voldoende informatie over het doel van deze contacten openbaar te maken. “Draaideurpraktijken” worden geregeld door een afkoelingsperiode van een jaar, maar dit is beperkt tot entiteiten waarvoor een ambtenaar specifieke besluiten heeft genomen. Er bestaan plannen om de periode te verlengen, maar ook een verruiming van het toepassingsgebied is aanbevolen. Sommige wetteksten bevatten bepalingen voor de bescherming van klokkenluiders, maar er is geen specifieke wetgeving op dit gebied en er is onderstreept dat personen die feiten melden beter moeten worden beschermd.
III.Mediapluriformiteit
Het Poolse rechtskader inzake mediapluriformiteit is gebaseerd op zowel grondwettelijke waarborgen als sectorale wetgeving. De grondwet garandeert de onafhankelijkheid van de nationale media-autoriteit — de nationale omroepraad (KRRiT) — en de bevoegdheden van de regulerende instantie voor de media zijn nader gespecificeerd in de Omroepwet van 1992. Wat het kader voor de bescherming van journalisten betreft, is de vrijheid van meningsuiting grondwettelijk beschermd. Tegelijkertijd bevat het strafwetboek echter delicten van belediging van staatssymbolen, hoge ambtenaren en religie. De grondwet garandeert ook het recht van de burgers om geïnformeerd te worden over de activiteiten van de overheid. Dit recht wordt nader gespecificeerd in de wet van 6 september 2001 betreffende de toegang tot overheidsinformatie.
Het rechtskader biedt garanties voor de onafhankelijkheid van de regulerende instantie voor de media. De grondwet geeft de nationale omroepraad(KRRiT) de rol om de vrijheid van meningsuiting, het recht op informatie en het algemeen belang van de radio- en televisieomroep te waarborgen. De leden worden benoemd door het parlement en de president van de Republiek. Zij mogen niet behoren tot een politieke partij of een vakbond of openbare activiteiten uitoefenen die onverenigbaar zijn met de waardigheid van hun functie. De Omroepwet bevat een specifieke lijst van de bevoegdheden van de KRRiT. De herziene richtlijn audiovisuele mediadiensten (AVMD-richtlijn) bevat een reeks specifieke garanties voor de onafhankelijkheid en doeltreffendheid van de nationale regulerende instantie voor de media. Polen is momenteel bezig met de omzetting van de herziene AVMD-richtlijn, in het kader waarvan enkele verdere aanpassingen van de nationale wetgeving aan het EU-kader zouden kunnen worden voorgesteld en in het begin van het najaar van 2020 kunnen worden goedgekeurd.
De Poolse regulerende instantie voor de media is wellicht nog steeds onderhevig aan politieke beïnvloeding. In de MPM 2020 wordt melding gemaakt van een middelgroot risico met betrekking tot de onafhankelijkheid en doeltreffendheid van de Poolse regulerende instantie voor de media, waarbij wordt vastgesteld dat de benoemingsprocedures voor de nationale omroepraad (KRRiT) het risico van politieke beïnvloeding van de media niet effectief hebben beperkt. Zo werd er geen opdracht gegeven tot het analyseren van de berichtgeving in de media over de verkiezingscampagnes in 2019 voor de Europese en nationale parlementen. Evenzo heeft de KRRiT in het geval van de presidentiële campagne van 2020, zoals gerapporteerd door het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten (ODIHR) van de OVSE, niet gezorgd voor onafhankelijk toezicht op de campagne. Daarnaast zijn als gevolg van de hervorming van 2016 enkele bevoegdheden van de KRRiT weggenomen en toegewezen aan de nieuw opgerichte nationale mediaraad (RMN), die nu belast is met het benoemen en ontslaan van de bestuurs- en toezichtsraden van de Poolse televisie (TVP), de Poolse radio en het Poolse persbureau. In december 2016 heeft het Poolse grondwettelijk hof de uitsluiting van de KRRiT van het benoemingsproces van het beheer van de publieke media als ongrondwettelijk beschouwd. Het arrest moet nog worden uitgevoerd.
Het rechtskader inzake transparantie van de eigendom van de media in Polen is niet voor alle media-actoren gelijkelijk van toepassing. Met name zijn er geen sectorspecifieke bepalingen over de transparantie van de eigendom van de nieuwsmedia. Vanwege dit feit is de MPM 2020 van mening dat de transparantie van de media-eigendom in Polen een middelgroot risico loopt, waarbij echter moet worden opgemerkt dat er in de omroepsector een aantal specifieke regels van kracht is. Deze hebben betrekking op de bekendmaking van informatie aan het overheidsorgaan KRRiT.
Er is een gebrek aan wettelijke waarborgen die de politieke controle op de mediakanalen in Polen beperken. Dergelijke waarborgen hebben betrekking op de regels inzake belangenconflicten tussen de eigenaren van de media en de regerende partijen, partijgebonden groepen of politici. Uit de CBOS-enquête van 2019 blijkt dat de perceptie van politieke vooringenomenheid in de media wijdverbreid is. Niettemin hebben de eigenaars van de grootste media in Polen, zoals door de MPM 2020 wordt erkend, geen openlijke banden met politieke partijen, en de meeste nieuwsmedia, waaronder digitale kanalen, drukken verschillende politieke standpunten uit. Naar blijkt heeft de regeringscoalitie tijdens de presidentiële campagne van 2020 verwezen naar mogelijke wetswijzigingen met betrekking tot de concentratie van buitenlandse mediakanalen. Als dergelijke veranderingen zich voordoen, kunnen ze gevolgen hebben voor de mediapluriformiteit en voor de interne markt van de EU.
Strafrechtelijke bepalingen kunnen van invloed zijn op bepaalde aspecten van het kader voor de bescherming en activiteiten van journalisten. Het strafwetboek bevat delicten van belediging van staatssymbolen, hoge ambtenaren en religie. Een gevangenisstraf (van maximaal één jaar) behoort tot de mogelijke sancties voor smaad gepleegd via massacommunicatiemiddelen. Zoals sommige vertegenwoordigers van journalisten hebben opgemerkt, is deze regeling al geruime tijd het voorwerp van kritiek, aangezien het probleem van smaad voldoende zou kunnen worden aangepakt op basis van het kader van de burgerlijke aansprakelijkheid. In dit verband merkt de MPM 2020 ook op dat de zelfregulerende maatregelen die zouden kunnen bijdragen aan de versterking van de positie van journalisten, in Polen niet effectief zijn uitgevoerd. Positief is dat de wet betreffende de pers is gewijzigd en dat journalisten niet langer verplicht zijn de redactionele lijn van een bepaalde titel te volgen. De wet geeft nu de mogelijkheid aan een journalist om een bindende instructie af te wijzen als deze in strijd is met de principes van eerlijkheid, objectiviteit en professionele zorgvuldigheid. Wat de veiligheid van journalisten betreft, heeft het platform van de Raad van Europa ter bevordering van de bescherming van de journalistiek en de veiligheid van journalisten twee waarschuwingen over Polen gepubliceerd in 2019 en zes in 2020. De waarschuwingen zijn ingedeeld in de categorie intimidatie van journalisten en de categorie handelingen met een afschrikkend effect op de vrijheid van de media
. Wat de digitale veiligheid van journalisten betreft, wordt in de MPM 2020 melding gemaakt van incidentele gevallen waarin journalisten werden bedreigd door toezicht door de politie- en inlichtingendiensten en van gevallen van gebruik van de telecom- of internetgegevens van journalisten zonder voorafgaande kennisgeving.
Het huidige rechtskader erkent het recht op toegang tot overheidsinformatie. Er zijn echter steeds weer gevallen geweest waarin een dergelijke toegang werd geweigerd. De wet van 6 september 2001 betreffende de toegang tot overheidsinformatie verplicht de overheid (en andere entiteiten) om alle informatie over openbare aangelegenheden ter beschikking te stellen. Volgens de wet omvat het recht op overheidsinformatie het recht om dergelijke informatie met actuele kennis van openbare aangelegenheden onverwijld te verkrijgen. Gerubriceerde informatie is van deze regel uitgesloten. Wat de toepassing van dit recht in de praktijk betreft, wordt in de MPM 2020 melding gemaakt van gevallen waarin de toegang tot informatie op lokaal niveau is geweigerd, met name wat betreft informatie over activiteiten van lokale en regionale overheden of geplande investeringen. Andere gevallen van weigering waren onder meer het ontzeggen van de toegang van journalisten tot debatten over onderwijs- en justitiële hervormingen.
IV.Andere institutionele kwesties in verband met controles en waarborgen
Polen is een representatieve democratische republiek met een rechtstreeks verkozen president, een tweekamerparlement
en een grondwettelijk hof dat belast is met de grondwettelijke toetsing van de wetten. De Sejm heeft de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid bij het aannemen van wetten. De president van de Republiek, de Senaat, een groep van 15 afgevaardigden, de Ministerraad en een groep van ten minste 100 000 burgers hebben het recht om nieuwe wetgeving voor te stellen. De onafhankelijke ombudsdienst heeft tot taak de vrijheden en rechten van personen en burgers die in de grondwet en andere normatieve handelingen zijn vastgelegd, te waarborgen.
In de periode 2015-2019 werd op grote schaal gebruik gemaakt van de versnelde goedkeuring van wetgeving; belangrijke voorbeelden daarvan zijn onder meer ingrijpende structurele hervormingen van de rechterlijke macht. Wat de wetgeving inzake justitiële hervormingen betreft, heeft het parlement gemiddeld 18 dagen aan elke wet besteed
. Er is met name bezorgdheid geuit over de versnelde procedure die de wetgever in december 2019 heeft toegepast om controversiële wijzigingen in de wetgeving inzake de rechterlijke macht aan te nemen, waaronder de manier waarop de wijzigingen in het oorspronkelijke ontwerp in het wetgevingsproces zijn voorgesteld. Het hooggerechtshof heeft geoordeeld dat dit in strijd is met de regels van goede wetgeving. De Commissie van Venetië en de OVSE hebben bij verschillende gelegenheden het belang onderstreept van grondige beraadslagingen over wetgevingsvoorstellen en wijzigingen, met inbegrip van zinvol overleg met belanghebbenden, deskundigen en het maatschappelijk middenveld, en een dialoog met de politieke oppositie. Er zij op gewezen dat openbare raadplegingen alleen verplicht zijn in het geval van een door de Ministerraad ingediend wetgevingsvoorstel, terwijl de justitiële hervormingen zijn geïnitieerd door leden van het parlement, waarvoor geen raadpleging nodig is.
Op 20 maart 2020 kondigde de regering de staat van epidemie af om het hoofd te bieden aan de COVID-19-pandemie. De belanghebbenden hebben hun bezorgdheid geuit over de maatregelen die in dat verband zijn opgelegd, gezien de gevolgen ervan voor de grondrechten en de presidentsverkiezingen. De staat van epidemie is nog steeds van kracht, hoewel de beperkingen geleidelijk aan worden opgeheven. Bepaalde maatregelen die zijn genomen om de staat van epidemie aan te pakken, hebben een negatieve invloed op de ambtstermijn van bepaalde overheidsinstanties, waaronder het Bureau voor elektronische communicatie, waarvoor de Europese Commissie inbreukprocedures heeft ingeleid.
De rechters van het hooggerechtshof die in het kader van de hervorming van 2017 zijn benoemd, zijn bevoegd om in bepaalde gevallen de uitspraken van de gewone rechtbanken van twintig jaar geleden te herzien. In het kader van de nieuwe buitengewone beroepsprocedure is de nieuwe kamer van buitengewone controle en publieke aangelegenheden bevoegd om elk definitief vonnis van de gewone rechtbanken van de afgelopen twintig jaar geheel of gedeeltelijk ongedaan te maken, behoudens enkele uitzonderingen. De bevoegdheid om het beroep in te stellen, berust onder meer bij de procureur-generaal en de ombudsdienst. Volgens de beschikbare informatie is het grootste deel van de procedures tot nu toe door de procureur-generaal ingesteld. Er is bezorgdheid geuit over het feit dat deze procedure ook kan worden gebruikt voor wat politieke motieven kunnen lijken
. Meer in het algemeen roept deze nieuwe, op brede criteria gebaseerde buitengewone beroepsprocedure vragen op met betrekking tot het beginsel van rechtszekerheid en is het een van de punten van zorg die de Commissie in haar met redenen omklede voorstel op grond van de procedure van artikel 7, lid 1, VEU aan de orde heeft gesteld.
Nieuwe ontwikkelingen hebben een negatieve invloed op de ruimte van het maatschappelijk middenveld
. Polen heeft een breed en levendig maatschappelijk middenveld, dat bestaat uit meer dan 120 000 verschillende ngo's. De ontwikkelingen hebben echter aangetoond dat ngo's die kritisch staan tegenover het een of andere beleid van de regering, het doelwit zijn van ongunstige verklaringen van de vertegenwoordigers van de overheid. Een Nationaal Instituut voor de vrijheid — Centrum voor de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld is verantwoordelijk voor de verdeling van de overheidsmiddelen, alsmede voor de nationale toewijzing van EU-middelen aan ngo's. De vertegenwoordigers van de organisaties vormen een minderheid in het besluitvormingsproces in het kader van dit instituut, dat wordt voorgezeten door een lid van de regering. De OVSE heeft vastgesteld dat de regering een beslissende invloed lijkt te hebben op het bestuur en de werking van het Nationaal Instituut voor de vrijheid en heeft in dat verband aanbevelingen gedaan. In de update van het CIVICUS-verslag voor 2020 wordt gesteld dat de middenveldruimte voor het functioneren van ngo's kleiner is geworden. Belanghebbenden toonden zich bezorgd over het feit dat leden van de regering onlangs wetgeving hebben voorgesteld die de ngo's zal verplichten de ontvangen buitenlandse subsidies bekend te maken en waarbij de ngo’s onder bepaalde voorwaarden als “in het buitenland gevestigde” organisaties zullen worden beschouwd. Het besluit van bepaalde regio's om zichzelf uit te roepen tot “LGBTI-vrije zones” heeft ernstige twijfels doen rijzen over het vermogen van de lokale overheden om de EU-fondsen eerlijk te verdelen over de ngo's. Acties van de regering gericht op LGBTI-groepen, waaronder arrestaties en het opsluiten van enkele vertegenwoordigers van de groepen en het voeren van lastercampagnes tegen dergelijke groepen, hebben tot bezorgdheid geleid.
De ombudsdienst speelt een belangrijke rol bij de verdediging van de rechtsstaat. De ombudsdienst werd in november 2017 opnieuw geaccrediteerd met de “A”-status door de Global Alliance of National Human Rights Institutions (GANHRI) van de VN. GANHRI onderstreepte de noodzaak van adequate financiering om de ombudsdienst in staat te stellen zijn mandaat doeltreffend uit te voeren. De ombudsdienst heeft een aantal adviezen uitgebracht over nieuwe wetgeving, met inbegrip van hervormingen die van invloed zijn op het functioneren van de rechterlijke macht, en is tussenbeide gekomen bij Poolse rechtbanken en het Hof van Justitie van de EU. De ombudsdienst komt regelmatig tussenbeide ter ondersteuning van personen in gevallen van mogelijke schendingen van de grondrechten
. Andere activiteiten van de ombudsdienst zijn gericht op het bevorderen van de normen voor onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de rechtsstaat en de grondrechten. Sinds 2016 wordt de ombudsdienst geconfronteerd met een meer uitdagende omgeving die wordt gekenmerkt door een ontoereikend budget (besloten door de Sejm), kritiek van de heersende politieke meerderheid en persoonlijke aanvallen in bepaalde mediakanalen.
Bijlage I: lijst van bronnen in alfabetische volgorde*
* De lijst van de bijdragen die zijn ontvangen in het kader van de raadpleging voor het verslag over de rechtsstaat 2020 is te vinden op (COM-website).
Amnesty International (2019), 2019 Report on Poland.
https://www.amnesty.org/en/countries/europe-and-central-asia/poland/report-poland/
Batory Foundation (2018a), Eksperci krytycznie oceniają funkcjonowanie TK.
https://www.batory.org.pl/informacje_prasowe/eksperci-krytycznie-oceniaja-funkcjonowanie-tk/
Batory Foundation (2019), Pogłębiający się kryzys w Polsce - Kiedy w Europie umiera praworządność.
https://www.batory.org.pl/upload/files/Programy%20operacyjne/Forum%20Idei/Poglebiajacy%20sie%20kryzys%20w%20Polsce.pdf
Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten van de Verenigde Naties (2017), Report of Special Rapporteur on the independence of judges and lawyers on his mission to Poland.
https://documents-dds-ny.un.org/doc/UNDOC/GEN/G18/084/27/PDF/G1808427.pdf?OpenElement
Centre for Media Pluralism and Media Freedom (2020), 2020 Media pluralism monitor.
https://cmpf.eui.eu/media-pluralism-monitor/mpm-2020
Civic Space Watch (2019), The 2019 Civic Space Watch
http://civicspacewatch.eu/civic-space-watch-report-2019-%E2%80%A2-success-stories-of-resistance-is-out/
CIVICUS, Poland Country Profile.
https://monitor.civicus.org/country/poland/
DoRzeczy (2019), “Sejmowa awantura o Bodnara. “Antypolski rzecznik”, “to jest kryminał”.
https://pinkosz.dorzeczy.pl/kraj/113540/sejmowa-awantura-o-bodnara-antypolski-rzecznik-to-jest-kryminal.html
Europees Instituut voor gendergelijkheid (2020), Country Specific Information: Poland (bijgewerkt in november 2019).
https://eige.europa.eu/gender-mainstreaming/countries/poland
Europees Netwerk van Raden voor de rechtspraak (2018), The position paper of the Board of the ENCJ on the membership of the National Council for the Judiciary of Poland.
https://pgwrk-websitemedia.s3.eu-west-1.amazonaws.com/production/pwk-web-encj2017-p/News/ENCJ%20Board%20position%20paper%20on%20KRS%20Poland.pdf
Europees Netwerk van Raden voor de rechtspraak (2020), The Position Paper on the Membership of the KRS of the ENCJ setting out the reasons for its proposal to the General Assembly to expel the KRS from the Association.
https://www.encj.eu/node/556
Europese Commissie (2017), informatie over de inleiding van de procedure van artikel 7, lid 1, VEU tegen Polen.
https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/IP_17_5367
.
Europese Commissie (2019), informatie over de inbreukprocedure die tegen Polen is ingeleid en die op 10 oktober 2020 voor het Hof van Justitie is gebracht.
https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/IP_19_6033
Europese Commissie (2020), Country Report Poland, SWD(2020) 520 final.
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/PDF/?uri=CELEX:52020SC0520&from=EN
Europese Commissie (2020), EU-scorebord voor justitie.
https://ec.europa.eu/info/policies/justice-and-fundamental-rights/upholding-rule-law/eu-justice-scoreboard_en
Europese Commissie (2020), Het inbreukenpakket voor juli: voornaamste beslissingen.
https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/INF_20_1212
Europese Commissie (2020), informatie over de inbreukprocedure die op 29 april 2020 tegen Polen is ingeleid.
https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_20_772
Gazeta Prawna(2018), 21 osobistica instrukcji Zbigniewa Ziobry. Nie oznacza aan, że nieformalnych nacisków w ogóle nie ma.
https://prawo.gazetaprawna.pl/artykuly/1099148,naciski-zbigniewa-ziobro-na-prokuratorow.html
Gazeta Wyborcza (2019), “Minister kontroli, nacisków i ręcznego sterowania. Minister Ziobro dzieli i rządzi w resorcie sprawiedliwości”.
https://wyborcza.pl/7,75968,24473135,minister-kontroli-naciskow-i-recznego-sterowania-zbigniew.html
GRECO (2012), Third evaluation round – evaluation report on Poland on “Incriminations”, “Transparency of Party Funding” — Evaluation report.
GRECO (2013), Fourth evaluation round — evaluation report on Poland on corruption prevention in respect of members of parliament, judges and prosecutors.
GRECO (2014), EU Anti Corruption Report 2014.
GRECO (2019), Fifth evaluation round — evaluation report on Poland on preventing corruption and promoting integrity in central governments (top executive functions) and law enforcement agencies.
GRECO (2019), Fourth evaluation round — second addendum to the second compliance report including follow-up to the addendum to the evaluation report (Rule 34) on Poland.
Grondwettelijk hof (2018), open brief aan de rechter die zetelt in het grondwettelijk hof.
https://tvn24.pl/polska/list-sedziow-trybunalu-konstytucyjnego-do-julii-przylebskiej-ra851319-2389711
Grondwettelijk hof (2018), open brief aan de rechter die zetelt in het grondwettelijk hof.
https://oko.press/images/2018/12/List-Se%CC%A8dzio%CC%81w-TK_5.12.2018-r..pdf
Grondwettelijk hof (2018), open brief ondertekend door vijf rechters van het grondwettelijk hof.
https://archiwumosiatynskiego.pl/wpis-w-debacie/list-pieciorga-sedziow-tk-w-sprawie-istotnych-problemow-wynikajacych-z-dzialalnosci-orzecznictwa-trybunalu-konstytucyjnego-w-2017-roku/
Grondwettelijk hof (2019), open brief ondertekend door twee gepensioneerde rechters van het grondwettelijk hof.
http://monitorkonstytucyjny.eu/archiwa/11447
Grondwettelijk hof (2019), open brief van een persoon benoemd in een reeds bezette functie van de rechter van het grondwettelijk hof, gericht aan de rechter die zetelt in het grondwettelijk hof.
https://tvn24.pl/polska/sedzia-tk-jaroslaw-wyrembak-stawia-zarzuty-prezes-julii-przylebskiej-apeluje-o-dymisje-ra986349-2299314
Grondwettelijk hof (2020), openlijke verklaring van een groep voormalige rechters van het grondwettelijk hof.
https://wiadomosci.onet.pl/kraj/oswiadczenie-sedziow-trybunalu-konstytucyjnego-w-stanie-spoczynku/0w4enjq
Grondwettelijk hof, arrest van 13 december 2016 in zaak K 13/16.
Grondwettelijk hof, uitspraak van 20 april 2020 in zaak U 2/20.
Grondwettelijk hof, uitspraak van 21 april 2020 in zaak Kpt 1/20.
Grondwettelijk hof, uitspraak van 25 maart 2019 in zaak K 12/18.
Grondwettelijk hof, uitspraak van 4 maart 2020 in zaak P 22/19.
Helsinki Foundation for Human Rights (2017), Smear campaign against courts continues.
https://www.hfhr.pl/en/smear-campaign-against-courts-continues-hfhr-issues-statement/
Helsinki Foundation for Human Rights (2018), verslag over de activiteiten van het grondwettelijk hof in 2017.
https://www.hfhr.pl/trybunal2017
Helsinki Foundation for Human Rights (2020), Report, The Time of Trial. How do changes in justice system affect Polish judges?
https://www.hfhr.pl/en/hfhrs-report-the-time-of-trial-how-do-changes-in-justice-system-affect-polish-judges/
Hof van Justitie van de Europese Unie, arrest van 19 november 2019, A.K., C-585/18, C-624/18 en C-625/18.
Hof van Justitie van de Europese Unie, arrest van 24 juni 2019, Commissie/Polen, C-619/18.
Hof van Justitie van de Europese Unie, arrest van 26 maart 2020, Miasto Łowicz e.a., C-558/18 en C-563/18.
Hof van Justitie van de Europese Unie, arrest van 5 november 2019, Commissie/Polen, C-192/18.
Hooggerechtshof (2019), advies van het hooggerechtshof van 16 december 2019 en van 23 december 2019 over de wet van 20 december 2019 tot wijziging van de wet betreffende de organisatie van de gewone rechtbanken en bepaalde andere wetten.
Hooggerechtshof (2020), brief van de “waarnemende” eerste voorzitter van het hooggerechtshof waarin vijf kandidaten worden voorgesteld aan de president van de Republiek.
http://www.sn.pl/aktualnosci/SiteAssets/Lists/Wydarzenia/AllItems/Pismo%20do%20Prezydenta%20RP%20-%20lista%20kandydat%C3%B3w%20na%20stanowisko%20Pierwszego%20Prezesa%20SN.pdf
Hooggerechtshof (2020), gezamenlijke resolutie van de drie kamers van het hooggerechtshof van 23 januari 2020.
http://www.sn.pl/aktualnosci/SitePages/Wydarzenia.aspx?ItemSID=602-0dc69815-3ade-42fa-bbb8-549c3c6969c5&ListName=Wydarzenia
Hooggerechtshof (2020), verklaring van 50 rechters van het hooggerechtshof die vóór de hervorming van het gerechtelijk apparaat zijn benoemd.
http://www.sn.pl/aktualnosci/SitePages/Wydarzenia.aspx?ItemSID=666-0dc69815-3ade-42fa-bbb8-549c3c6969c5&ListName=Wydarzenia
Hooggerechtshof (2020), verklaring van de eerste voorzitter van het hooggerechtshof, afgelegd in het kader van een zaak waarin de grondwettigheid van een resolutie van het hooggerechtshof van 23 januari 2020 wordt betwist, ter uitvoering van het arrest tot prejudiciële beslissing van het Hof van Justitie van 19 november 2019 in zaak A.K., C-585/18.
https://ipo.trybunal.gov.pl/ipo/dok?dok=F880008732%2FKpt_1_20_SN_2020_02_28_ADO.pdf
Hooggerechtshof (2020), verklaring van de voorzitter van de tuchtkamer van het hooggerechtshof naar aanleiding van de beschikking in kort geding.
http://www.sn.pl/aktualnosci/SitePages/Wydarzenia.aspx?ItemSID=625-0dc69815-3ade-42fa-bbb8-549c3c6969c5&ListName=Wydarzenia
Hooggerechtshof, arrest van 5 december 2019 in zaak III PO 7/18.
Hooggerechtshof, uitspraak van 15 januari 2020 in zaak III PO 8/18.
Hooggerechtshof, uitspraak van 15 januari 2020 in zaak III PO 9/18.
Hooggerechtshof, uitspraak van 25 juni 2020 in zaak I KZP 1/20.
Iustitia (2020), verklaring van 9 mei 2020.
https://www.iustitia.pl/83-komunikaty-i-oswiadczenia/3830-rekomendacje-ssp-iustitia-dotyczace-funkcjonowania-sadow-podczas-pandemii-koronawirusa
Lex Super Omnia (2020), open brief aan de premier van 3 juni 2020.
http://lexso.org.pl/2020/06/10/list-otwarty-do-pana-mateusza-morawieckiego-prezesa-rady-ministrow/
Lex Super Omnia (2020), resolutie van 26 april 2020.
http://lexso.org.pl/2020/04/26/uchwala-zarzadu-stowarzyszenia-prokuratorow-lex-super-omnia-z-dnia-26-kwietnia-2020-roku-w-sprawie-obrony-niezaleznosci-prokuratorskiej/
Ministerie van Milieu en het ministerie van Justitie, persbericht van 7 augustus 2020.
https://www.gov.pl/web/srodowisko/nowe-prawo-wzmocni--przejrzystosc-finansowania-organizacji-pozarzadowych
OESO (2015), Poland: Follow up to the Phase 3 Report and Recommendations.
https://www.oecd.org/daf/anti-bribery/Poland-Phase-3-Written-Follow-Up-Report-ENG.pdf
Ombudsdienst (2018), verklaring van 9 oktober 2018 ingediend bij het ministerie van Justitie.
https://www.rpo.gov.pl/pl/content/ms-%E2%80%9Ezamrozilo%E2%80%9D-etaty-s%C4%99dziowskie-procesy-przed%C5%82uzaja-sie-kolejne-wyst%C4%85pienie-rpo-do-zbigniewa-ziobry
Ombudsdienst (2019), communiqué betreffende de niet-uitvoering van het arrest van het administratief hooggerechtshof met betrekking tot de openbaarmaking van de lijst van rechters die kandidaat-rechters voor de KRS steunen.
https://www.rpo.gov.pl/pl/content/rpo-dlaczego-kancelaria-sejmu-nie-wykonuje-wyroku-nsa-ws-list-poparcia-do-krs
Ombudsdienst (2019), communiqué betreffende de zaak van de openbare aanklager Krasoń en zijn detachering zonder zijn toestemming.
https://www.rpo.gov.pl/pl/content/rpo-pyta-o-uzasadnienie-naglego-przeniesienia-prokuratora-krasonia
Ombudsdienst (2019), verzoek om een rechter van het grondwettelijk hof te wraken.
https://www.rpo.gov.pl/pl/content/rpo-mozna-wnosic-o-wylaczenie-sedziego-z-powodu-jego-wadliwego-powolania
Ombudsdienst (2020), advies van 7 januari 2020 over de wet van 20 december 2019 tot wijziging van de wet betreffende de organisatie van de gewone rechtbanken en bepaalde andere wetten.
Ombudsdienst (2020), brief aan het ministerie van Justitie van 9 juni 2020.
https://www.rpo.gov.pl/pl/content/koronawirus-rpo-elektronizacja-wymiaru-sprawiedliwosci-niezbedna
Ombudsdienst (2020), communiqué over de niet-uitvoering van het arrest van het grondwettelijk hof van 13 december 2016.
https://www.rpo.gov.pl/pl/content/rpo-krrit-nie-upomina-sie-o-wykonanie-wyroku-tk-z-2016-ws-malej-ustawy-medialnej
Ombudsdienst (2020), informatie over de activiteiten van de ombudsdienst in 2019.
https://www.rpo.gov.pl/pl/content/informacja-roczna-rpo-2019
Ombudsdienst (2020), open brief aan de president van de Republiek en aan de eerste voorzitter van het hooggerechtshof.
https://www.rpo.gov.pl/pl/content/rpo-do-premiera-i-sn-ws-kontyunowania-dzialan-izby-dysycyplinarnej-mimo-decyzji-tsue
Ombudsdienst (2020), verklaring van 8 januari 2020 over de situatie van ngo's in Polen.
https://www.rpo.gov.pl/pl/content/rpo-o-wyzwaniach-dla-ngos
Onet.pl (2019), onderzoek van Onet. De trollenfabriek in het ministerie van Justitie die zegt “We sluiten degenen die goed doen niet op”.
https://wiadomosci.onet.pl/tylko-w-onecie/sledztwo-onetu-farma-trolli-w-ministerstwie-sprawiedliwosci-czyli-za-czynienie-dobra/j6hwp7f
Orde van advocaten, resolutie van de nationale raad van de orde van advocaten (nr. 61/2019).
Orde van advocaten, resolutie van het presidium van de nationale orde van advocaten van 12 maart 2020 (nr. 155/20) met bijlage.
OSCE-ODIHR (2020) Urgent Interim Opinion JUD-POL/365/2019 [AlC].
Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa (2020), Report on the Functioning of Democratic Institutions in Poland of 6 January 2020.
http://assembly.coe.int/nw/xml/XRef/Xref-DocDetails-EN.asp?FileID=28330&lang=EN
Prawo.pl (2019), Finansowe zachęty mają motywować do korzystania z mediacji.
https://www.prawo.pl/prawnicy-sady/mediacja-ministerstwo-sprawiedliwosci-pracuje-nad-zmianami,496489.html
Prawo.pl (2019), Wakaty uderzają w sądy…szczególnie w okręgowe.
https://www.prawo.pl/prawnicy-sady/wakaty-w-sadach-dane-ms-za-2016-2018-r,494093.html
President van de Republiek (2018), officieel communiqué.
https://www.prezydent.pl/kancelaria/aktywnosc-ministrow/art,1410,mucha-nsa-nie-jest-wlasciwy-doingerowania-
Press.pl (2019), CBOS: dla większości badanych media nie są bezstronne, najgorzej wypada TVP.
https://www.press.pl/tresc/57412,cbos_-dla-wiekszosci-badanych-media-nie-sa-bezstronne_-najgorzej-wypada-tvp
Raad van de Europese Unie (2020), Aanbeveling van de Raad van 20 juli 2020 over het nationale hervormingsprogramma 2020 van Polen en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma 2020 van Polen.
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32020H0826(21)&from=NL
Raad van Europa: Comité van Ministers (2010), Recommendation CM/Rec(2010)12 of the Committee of Ministers to member states on judges: independence, efficiency and responsibilities.
Raad van Europa: Comité van Ministers (2016), Recommendation CM/Rec(2016)4 on the protection of journalism and safety of journalists and other media actors.
Raad van Europa: Comité van Ministers, CM/Del/Dec(2018)1331/H46-19: H46-19 Bąk (Application No. 7870/04), Majewski (Application No. 52690/99), Rutkowski and Others (Application No. 72287/10) and Jan Załuska, Marianna Rogalska and 398 other applications (Application No. 53491/10) v. Poland.
https://search.coe.int/cm/Pages/result_details.aspx?ObjectID=09000016808fde36
Raad van Europa: Commissaris voor de Mensenrechten (2020), verklaring van 8 augustus 2020.
https://twitter.com/CommissionerHR/status/1292007235447656448?s=20
Raad van Europa: Commissie van Venetië (2016), Poland — Opinion on the Act on the Constitutional Tribunal, CDL AD(2016)026-e.
Raad van Europa: Commissie van Venetië (2017), Opinion on the Act on the Public Prosecutor's office, as amended, CDL-AD(2017)028.
Raad van Europa: Commissie van Venetië (2017), Parameters on the Relationship between the Parliamentary Majority and the Opposition in a Democracy: a checklist, CDL-AD(2017)031.
Raad van Europa: Commissie van Venetië (2019), Checklist of 24 June 2019, CDL-AD(2019)015.
Raad van Europa: Commissie van Venetië (2020), Poland — Joint Urgent Opinion of the Venice Commission and the Directorate General of Human Rights and Rule of Law (DGI) of the Council of Europe on amendments to the Law on the Common courts, the Law on the Supreme court and some other Laws, CDL-AD(2020)017.
Regering (2018), Regeringsprogramma voor corruptiebestrijding voor 2018-2020.
https://cba.gov.pl/pl/antykorupc/rzadowy-program-przeciw/3409,Rzadowy-Program-Przeciwdzialania-Korupcji-na-lata-2018-2020.html
Reporters Without Borders, World Press Freedom Index.
https://rsf.org/en/ranking
Resolutie van het Europees Parlement van 1 maart 2018 over het besluit van de Commissie om de procedure van artikel 7, lid 1, VEU in te leiden ten aanzien van de situatie in Polen.
Resolutie van het Europees Parlement van 15 november 2017 over rechtsstaat en democratie in Polen.
Resolutie van het Europees Parlement van 16 januari 2020 over hoorzittingen die plaatsvinden in het kader van artikel 7, lid 1, van het VEU met betrekking tot Polen en Hongarije.
Reuters (2019), Poland to propose limits on foreign media soon, Kaczynski says.
https://www.reuters.com/article/us-poland-media/poland-to-propose-limits-on-foreign-media-soon-kaczynski-says-idUSKCN24K0O1
Sejm (2016), officieel communiqué van de Sejm bekendgemaakt op 7 juli 2016.
http://www.sejm.gov.pl/Sejm8.nsf/komunikat.xsp?documentId=D49AF4B1166B6550C1257FE100489A92
Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie (2015), Implementation Review Group (cycle 1).
Virtueel bezoek aan Polen in het kader van het verslag over de rechtsstaat 2020.
Wirtualne Media (2020), Lichocka: jesienią Sejm zajmie się dekoncentracją mediów. Czarnecki: trzeba będzie odkupywać je od Niemców.
https://www.wirtualnemedia.pl/artykul/lichocka-jesienia-sejm-zajmie-sie-dekoncentracja-mediow-czarnecki-trzeba-bedzie-odkupywac-je-od-niemcow
Wprost (2019), Krytyka TVP po materiaal o synu Bodnara. "14-latek groził nożem rówieśnikom".
https://www.wprost.pl/kraj/10227621/krytyka-tvp-po-materiale-o-synu-bodnara-14-latek-grozil-nozem-rowiesnikom.html
Bijlage II: landbezoek aan Polen
De diensten van de Commissie hebben in juni en juli 2020 virtueel vergaderd met:
·Administratief Hooggerechtshof
·Batory Foundation
·Forum voor civiele ontwikkeling
·Free Courts
·Grondwettelijk hof
·Helsinki Foundation of Human Rights
·Hooggerechtshof
·Jagiellonian Club
·Kamer van persredacteuren
·Lokale krantenvereniging
·Ministerie van Justitie
·Nationale Mediaraad
·Nationale Raad voor Justitie
·Nationale Raad voor Radio- en Televisieomroepen
·Ombudsdienst
·Poolse mediavereniging
·Vereniging van aanklagers “Lex Super Omnia”
·Vereniging van journalisten (Towarzystwa Dziennikarskiego)
·Vereniging van Poolse journalisten (Stowarzyszenie Dziennikarzy Polskich)
·Vereniging van Poolse lokale en regionale tv-omroepen
·Verenigingen van rechters “Iustitia” en “Themis”
* De Commissie heeft eveneens de volgende organisaties ontmoet in een aantal horizontale vergaderingen:
·Amnesty International
·Civil Liberties Union for Europe
·Civil Society Europe
·Conference of European Churches
·EuroCommerce
·European Center for Not-for-Profit Law
·European Centre for Press and Media Freedom
·European Civic Forum
·Free Press Unlimited
·Front Line Defenders
·ILGA-Europe
·International Commission of Jurists
·International Federation for Human Rights
·International Press Institute
·Lifelong learning Platform
·Open Society Justice Initiative/Open Society European Policy Institute
·Reporters without Borders
·Transparency International EU