EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 17.9.2020
COM(2020) 563 final
2020/0036(COD)
Gewijzigd voorstel voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot vaststelling van een kader voor de totstandbrenging van klimaatneutraliteit en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1999 (Europese klimaatwet)
TOELICHTING
1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
•Motivering en doel van het voorstel
Op 4 maart 2020 heeft de Commissie haar voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor de totstandbrenging van klimaatneutraliteit en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1999 (Europese klimaatwet) aangenomen.
Het voorstel voor een verordening betreffende een Europese klimaatwet maakt deel uit van een breder pakket ambitieuze maatregelen dat de Commissie in haar mededeling over de Europese Green Deal heeft aangekondigd. Met de Europese Green Deal gaat een nieuwe groeistrategie voor de EU van start, die de EU moet omvormen tot een eerlijke en welvarende samenleving, met een verbeterde levenskwaliteit voor de huidige en toekomstige generaties en een moderne, hulpbronnenefficiënte en concurrerende economie, waar vanaf 2050 netto geen broeikasgassen meer worden uitgestoten en economische groei is losgekoppeld van het gebruik van hulpbronnen. Ook moet de Green Deal het natuurlijk kapitaal van de EU beschermen, behouden en verbeteren, en de gezondheid en het welzijn van de burgers beschermen tegen milieugerelateerde risico’s en effecten. De Europese Green Deal is een bevestiging van de ambitie van de Commissie om van Europa tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent te maken.
Het voorstel heeft tot doel een richting aan die ambitie te geven door de doelstelling van klimaatneutraliteit in de EU in 2050 in wetgeving te verankeren, de zekerheid van en het vertrouwen in het engagement van de EU te versterken, en transparantie en verantwoording te vergroten.
Volgens het oorspronkelijke voorstel zou de Commissie tegen september 2020 een plan met bijbehorende effectbeoordeling presenteren om de broeikasgasemissiereductiedoelen van de EU voor 2030 op verantwoorde wijze te verhogen zodat emissies tegen die tijd 50 tot 55 % minder zijn dan in 1990, en zou zij voorstellen dat voorstel dienovereenkomstig te wijzigen, hetgeen werd weerspiegeld in artikel 2, lid 3, en overweging 17 van het oorspronkelijke voorstel. Uit het klimaatdoelstellingsplan voor 2030 blijkt dat het haalbaar en nuttig is om de emissiereductiedoelstelling van de EU voor 2030 tot ten minste 55 % te verhogen.
Met het oog op het bereiken van klimaatneutraliteit in de Unie tegen 2050 wordt daarom voorgesteld de EU-doelstelling voor broeikasgasemissiereductie voor 2030 te verhogen tot ten minste 55 % ten opzichte van het niveau van 1990, met inbegrip van emissies en verwijderingen van broeikasgassen. Dit voorstel wijzigt het oorspronkelijke voorstel van de Commissie (COM (2020) 80 final) teneinde het herziene streefcijfer in de Europese klimaatwet op te nemen.
•Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
In de toelichting bij het oorspronkelijke voorstel van de Commissie wordt uitvoerig ingegaan op de samenhang met de bestaande beleidsbepalingen. Uit het klimaatdoelstellingsplan voor 2030 blijkt dat een verhoging van de doelstelling betekent dat alle sectoren zich zullen moeten inzetten voor de verlaging van broeikasgasemissies en dat de verwijdering van die emissies moet worden versterkt, waarvoor verschillende beleidsmaatregelen nodig zijn. Derhalve zal de Commissie tegen juni 2021 alle relevante gerelateerde beleidsinstrumenten beoordelen, zoals bepaald in artikel 2 bis, lid 2, van het voorstel.
•Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
Het initiatief houdt verband met vele andere beleidsterreinen, aangezien alle EU‑acties en ‑beleidsmaatregelen een rechtvaardige transitie naar klimaatneutraliteit en een duurzame toekomst moeten bevorderen, zoals beschreven in de toelichting bij het oorspronkelijke voorstel van de Commissie.
De uitbraak van de coronavirusziekte nadat het oorspronkelijke voorstel van de Commissie werd goedgekeurd, heeft bovendien geleid tot een volksgezondheidscrisis en een sociaal-economische schok van ongekende omvang. De ongekende Europese beleidsrespons op COVID‑19 biedt een unieke kans om de transitie naar een klimaatneutrale economie en een duurzame toekomst te versnellen en tegelijkertijd de ernstige gevolgen van de crisis te verzachten. Het voorstel is in overeenstemming met de mededelingen over de volgende generatie en een vernieuwde langetermijnbegroting van de EU, waarin de Commissie een ambitieus herstelplan heeft opgesteld, dat sturing geeft en bouwt aan een duurzamer, veerkrachtiger en eerlijker Europa voor de volgende generatie. Uit die mededelingen blijkt de vastbeslotenheid van onze klimaat- en milieuambities om “niet [te] schaden”, te waarborgen dat het geld wordt besteed in overeenstemming met de doelstellingen van de Europese Green Deal en de dubbele groene en digitale transitie op een sociaal rechtvaardige manier te versnellen.
2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
•Rechtsgrondslag
De rechtsgrondslag voor het voorstel is artikel 192, lid 1, VWEU, dezelfde als voor het oorspronkelijke voorstel van de Commissie.
•Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
In de toelichting bij het oorspronkelijke voorstel van de Commissie worden de overwegingen betreffende subsidiariteit en evenredigheid toegelicht. Die toelichting blijft ook van toepassing voor de voorgestelde wijzigingen, aangezien een EU‑breed streefcijfer voor de hele economie alleen op EU‑niveau kan worden vastgesteld.
•Keuze van het instrument
Dit voorstel wijzigt voorstel COM(2020) 80 final van de Commissie. Het gekozen instrument is een verordening, in overeenstemming met het instrument dat voor het oorspronkelijke voorstel van de Commissie werd gekozen. Deze keuze wordt toegelicht in de toelichting bij het oorspronkelijke voorstel van de Commissie.
3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
•Raadpleging van belanghebbenden
In de toelichting bij het oorspronkelijke voorstel van de Commissie worden de raadplegingen van belanghebbenden beschreven, zoals de uitgevoerde openbare raadpleging, het door de Commissie ter voorbereiding van de mededeling “Een schone planeet voor iedereen” georganiseerde evenement voor belanghebbenden en het in januari 2020 georganiseerde publieke evenement over de tenuitvoerlegging van de Europese Green Deal en de Europese klimaatwet.
Daarnaast heeft de Commissie bij de voorbereiding van het klimaatdoelstellingsplan van 2030 van 31 maart tot en met 23 juni 2020 een openbare raadpleging gehouden, waarbij zij meer dan 4 000 reacties ontving van een breed scala aan belanghebbenden. De raadplegingsactiviteiten van het plan zijn opgenomen in een samenvattend verslag.
•Effectbeoordeling
De diensten van de Commissie hebben ter ondersteuning van de mededeling “Een schone planeet voor iedereen” een diepgaande analyse verricht. In de analyse is onderzocht hoe klimaatneutraliteit tegen 2050 kan worden bereikt door alle belangrijke economische sectoren, waaronder energie, vervoer, industrie en landbouw, in ogenschouw te nemen. Die beoordeling en de evaluatie van de aanpassingsstrategie van de EU (2018) ondersteunen het oorspronkelijke voorstel van de Commissie, zoals in de toelichting bij dat voorstel is uiteengezet.
De voorgestelde wijzigingen van het voorstel hebben betrekking op de streefcijfers voor 2030 met betrekking tot de vermindering van de netto broeikasgasemissies van de EU. Wat de verhoging van deze streefcijfers betreft, heeft de Commissie een effectbeoordeling uitgevoerd die het klimaatdoelstellingsplan voor 2030 vergezelt.
•Grondrechten
In de toelichting bij het oorspronkelijke voorstel van de Commissie worden de overwegingen met betrekking tot de grondrechten toegelicht.
4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
De gevolgen voor de begroting zijn uiteen gezet in het financieel memorandum van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie, en deze wijziging is niet van invloed op die gevolgen.
5.OVERIGE ELEMENTEN
•Artikelsgewijze toelichting
De voorgestelde wijzigingen van de bepalingen in het oorspronkelijke voorstel voor een Europese klimaatwet hebben betrekking op de opneming van een nieuw streefcijfer voor de reductie van broeikasgasemissies van de EU voor 2030 in artikel 2 bis, lid 1, van het voorstel. Deze gewijzigde bepaling vervangt artikel 2, lid 3, van het oorspronkelijke voorstel, waarin de procedure wordt beschreven die tot deze wijziging heeft geleid.
In artikel 2 bis, lid 2, van het herziene voorstel wordt een procedure aangekondigd voor de herziening van de wetgeving van de Unie ter uitvoering van de doelstelling voor 2030 overeenkomstig artikel 2, lid 4, van het oorspronkelijke voorstel, die is verplaatst naar het nieuwe artikel 2 bis, en waarin een verwijzing naar de nieuwe doelstelling voor 2030 is ingevoegd.
Artikel 1 van het oorspronkelijke voorstel wordt eveneens gewijzigd, teneinde er een verwijzing naar de nieuwe doelstelling voor 2030 in verband met het toepassingsgebied van de verordening betreffende de Europese klimaatwet in op te nemen, en de overeenkomstige overwegingen zijn aangepast.
2020/0036 (COD)
Gewijzigd voorstel voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot vaststelling van een kader voor de totstandbrenging van klimaatneutraliteit en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1999 (Europese klimaatwet)
Voorstel COM(2020) 80 van de Commissie wordt als volgt gewijzigd:
1)Overweging 17 wordt vervangen door:
“Zoals aangekondigd in haar mededeling “De Europese Green Deal” heeft de Commissie, in haar mededeling “Een ambitieuzere klimaatdoelstelling voor Europa voor 2030: investeren in een klimaatneutrale toekomst voor ons allemaal”, een beoordeling gemaakt van de broeikasgasemissiereductiedoelstelling van de Unie voor 2030, op basis van een uitgebreide effectbeoordeling en rekening houdend met haar analyse van de geïntegreerde nationale energie‑ en klimaatplannen die overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad bij de Commissie zijn ingediend. In het licht van de doelstelling van klimaatneutraliteit tegen 2050 moeten de broeikasgasemissies tegen 2030 worden verminderd en de broeikasgasverwijderingen worden verbeterd, zodat de netto broeikasgasemissies, dat wil zeggen emissies na aftrek van verwijderingen, in de hele economie en op nationaal niveau tegen 2030 ten minste 55 % minder zijn dan in 1990. De nieuwe klimaatdoelstelling van de Unie voor 2030 is een verdere doelstelling voor de toepassing van artikel 2, punt 11, van Verordening (EU) 2018/1999 en vervangt derhalve de in dat punt vastgelegde Uniebrede streefcijfers voor broeikasgasemissies van de Unie. Daarnaast moet de Commissie uiterlijk op 30 juni 2021 beoordelen hoe de Uniewetgeving ter uitvoering van de klimaatdoelstelling voor 2030 zou moeten worden gewijzigd teneinde die nettoemissiereducties te kunnen bewerkstelligen.”.
2)Aan artikel 1, tweede alinea, wordt de volgende zin toegevoegd:
“Zij bevat ook een bindend streefcijfer voor de nettoreductie van broeikasgasemissies in de Unie voor 2030.”.
3)In artikel 2 worden de leden 3 en 4 geschrapt.
4)Het volgende artikel 2 bis wordt ingevoegd:
“Artikel 2 bis
Klimaatdoelstelling voor 2030
1.
Om de in artikel 2, lid 1, vastgestelde doelstelling inzake klimaatneutraliteit te bewerkstelligen, is de bindende klimaatdoelstelling voor de Unie voor 2030 een nettoreductie van broeikasgasemissies (emissies na aftrek van verwijderingen) van ten minste 55 % in 2030 ten opzichte van de niveaus van 1990.
2.
Uiterlijk op 30 juni 2021 herziet de Commissie de relevante wetgeving van de Unie om de verwezenlijking van de in lid 1 van dit artikel vastgestelde doelstelling en de in artikel 2, lid 1, genoemde doelstelling inzake klimaatneutraliteit mogelijk te maken en neemt zij de nodige maatregelen in overweging, waaronder de vaststelling van wetgevingsvoorstellen, overeenkomstig de Verdragen.”.
5)Artikel 3, lid 2, wordt vervangen door:
“2. Het traject begint met de in artikel 2 bis, lid 1, vastgestelde klimaatdoelstelling voor de Unie voor 2030.”.
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement
Voor de Raad
De voorzitter
De voorzitter