EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52019AP0322

P8_TA(2019)0322 Voorschriften inzake de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten die van toepassing zijn op bepaalde online-uitzendingen en doorgifte van televisie- en radioprogramma's ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 28 maart 2019 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften inzake de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten die van toepassing zijn op bepaalde online-uitzendingen van omroeporganisaties en doorgifte van televisie- en radioprogramma’s (COM(2016)0594 — C8-0384/2016 — 2016/0284(COD)) P8_TC1-COD(2016)0284 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 28 maart 2019 met het oog op de vaststelling van Richtlijn (EU) 2019/… van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften inzake de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten die van toepassing zijn op bepaalde online-uitzendingen van omroeporganisaties en doorgifte van televisie- en radioprogramma’s en tot wijziging van Richtlijn 93/83/EEG van de Raad

PB C 108 van 26.3.2021, p. 932–933 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

26.3.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 108/932


P8_TA(2019)0322

Voorschriften inzake de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten die van toepassing zijn op bepaalde online-uitzendingen en doorgifte van televisie- en radioprogramma's ***I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 28 maart 2019 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften inzake de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten die van toepassing zijn op bepaalde online-uitzendingen van omroeporganisaties en doorgifte van televisie- en radioprogramma’s (COM(2016)0594 — C8-0384/2016 — 2016/0284(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

(2021/C 108/53)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2016)0594),

gezien artikel 294, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0384/2016),

gezien het advies van de Commissie juridische zaken inzake de voorgestelde rechtsgrond,

gezien artikel 294, lid 3, artikel 53, lid 1, en artikel 62 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 25 januari 2017 (1),

na raadpleging van het Comité van de Regio’s,

gezien het overeenkomstig artikel 69 septies, lid 4, van zijn Reglement door de bevoegde commissie goedgekeurde voorlopig akkoord en de door de vertegenwoordiger van de Raad bij brief van 18 januari 2019 gedane toezegging om het standpunt van het Europees Parlement overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie goed te keuren,

gezien artikelen 59 en 39van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en de adviezen van de Commissie cultuur en onderwijs, de Commissie industrie, onderzoek en energie en de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A8-0378/2017),

1.

stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.

verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

(1)  PB C 125 van 21.4.2017, blz. 27.


P8_TC1-COD(2016)0284

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 28 maart 2019 met het oog op de vaststelling van Richtlijn (EU) 2019/… van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften inzake de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten die van toepassing zijn op bepaalde online-uitzendingen van omroeporganisaties en doorgifte van televisie- en radioprogramma’s en tot wijziging van Richtlijn 93/83/EEG van de Raad

(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Richtlijn (EU) 2019/789.)


Top