Επιλέξτε τις πειραματικές λειτουργίες που θέλετε να δοκιμάσετε

Το έγγραφο αυτό έχει ληφθεί από τον ιστότοπο EUR-Lex

Έγγραφο 52017PC0560

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over het standpunt van de Raad over de vaststelling van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad teneinde nieuwe psychoactieve stoffen in de definitie van “drug” op te nemen en tot intrekking van Besluit 2005/387/JBZ van de Raad

    COM/2017/0560 final - 2013/0304 (COD)

    Brussel, 27.9.2017

    COM(2017) 560 final

    2013/0304(COD)

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

    overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

    over het

    standpunt van de Raad over de vaststelling van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad teneinde nieuwe psychoactieve stoffen in de definitie van “drug” op te nemen en tot intrekking van Besluit 2005/387/JBZ van de Raad


    2013/0304 (COD)

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

    overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie


    over het

    standpunt van de Raad over de vaststelling van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad teneinde nieuwe psychoactieve stoffen in de definitie van “drug” op te nemen en tot intrekking van Besluit 2005/387/JBZ van de Raad

    1.Chronologisch overzicht

    Indiening van het voorstel bij het Europees Parlement en de Raad
    (document COM(2013) 618 final – 2013/0304 (COD):

    17.9.2013.

    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (PB C 177 van 11.6.2014, blz. 52):

    21.1.2014.

    Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing:

    17.4.2014.

    Indiening van het gewijzigd voorstel:

    n.v.t.

    Vaststelling van het standpunt van de Raad:

    25.9.2017.

    2.Doel van het voorstel van de Commissie

    De richtlijn maakt deel uit van een op 17 september 2013 door de Commissie gepresenteerd pakket van twee wetgevingsvoorstellen inzake nieuwe psychoactieve stoffen: een voorstel voor een verordening betreffende nieuwe psychoactieve stoffen 1 en een voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad van 25 oktober 2004 betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van de illegale drugshandel, wat de definitie van drug betreft 2 .

    Met dit pakket wordt beoogd de beschikbaarheid van nieuwe risicohoudende psychoactieve stoffen te beperken door op Unieniveau sneller en doeltreffender op te treden dan mogelijk is met het vigerende systeem, dat is gebaseerd op Besluit 2005/387/JBZ van de Raad van 10 mei 2005 inzake de uitwisseling van informatie, de risicobeoordeling en de controle ten aanzien van nieuwe psychoactieve stoffen 3 .

    3.Opmerkingen over het standpunt van de Raad

    De onderhandelingen over het wetgevingspakket lopen inmiddels ruim vier jaar. Tijdens de behandeling van de voorstellen in de Raad hebben de lidstaten twijfels geuit over de keuze van artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) als rechtsgrondslag voor de voorgestelde verordening. Met het oog op dezelfde doelstelling (sneller en doeltreffender EUoptreden op het gebied van nieuwe psychoactieve stoffen) heeft het Comité van permanente vertegenwoordigers (Coreper) zich op 6 april 2016 4 akkoord verklaard met een nieuwe aanpak die het voorzitterschap heeft voorgesteld.

    De opzet die in het uit 2013 daterende Commissievoorstel voor een op artikel 114 VWEU gebaseerde verordening betreffende nieuwe psychoactieve stoffen was gevolgd, is in het kader van deze nieuwe benadering losgelaten. De bepalingen van het uit 2013 daterende voorstel van de Commissie voor een verordening betreffende nieuwe psychoactieve stoffen zijn enerzijds opgenomen in de tekst van de richtlijn tot wijziging van Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad en anderzijds in de tekst van een nieuw voorstel tot wijziging van de oprichtingsverordening van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD) (Verordening (EG) nr. 1920/2006), die de Commissie is verzocht in te dienen. De Commissie heeft het voorstel tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1920/2006, wat betreft de uitwisseling van informatie, het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en de risicobeoordelingsprocedure inzake nieuwe psychoactieve stoffen, op 29 augustus 2016 vastgesteld 5 . Het voorstel uit 2013 voor een verordening betreffende nieuwe psychoactieve stoffen is ingetrokken in het kader van het werkprogramma van de Commissie voor 2017.

    De medewetgevers hebben op de trialoogvergadering van 29 mei 2017 een politiek akkoord over het pakket bereikt, dat is goedgekeurd door het Coreper op 31 mei 2017 en door de commissie LIBE op 8 juni 2017.

    Overeenkomstig de hierboven beschreven nieuwe benadering bevat de tekst van de richtlijn belangrijke wijzigingen ten opzichte van het uit 2013 daterende voorstel van de Commissie voor een richtlijn tot wijziging van Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad van 25 oktober 2004. De richtlijn bevat nu met name bepalingen inzake een definitie van nieuwe psychoactieve stoffen en bepalingen inzake snellere besluitvorming op Unieniveau betreffende schadelijke nieuwe psychoactieve stoffen. Als nieuwe psychoactieve stoffen aan te merken substanties worden vermeld in een nieuwe bijlage bij Kaderbesluit 2004/757/JBZ, die de Commissie bevoegd is door middel van gedelegeerde handelingen te wijzigen om nieuwe psychoactieve stoffen aan de definitie van drug toe te voegen. Alle in de bijlage vermelde substanties vallen onder de strafrechtelijke bepalingen die zijn vastgelegd in het kaderbesluit, overeenkomstig de betrokken rechtsgrondslag, artikel 83, lid 1, VWEU. Het pakket voldoet echter nog steeds aan de oorspronkelijke doelstelling van de Commissie om de beschikbaarheid van nieuwe risicohoudende psychoactieve stoffen te beperken door op Unieniveau sneller en doeltreffender op te treden dan mogelijk is met het vigerende systeem.

    4.Conclusie

    De Commissie onderschrijft het standpunt van de Raad ten volle, aangezien het nog steeds strookt met de oorspronkelijke doelstelling van de Commissie.

    (1) COM(2013) 619 definitief.
    (2) COM(2013) 618 definitief.
    (3) PB L 127 van 10.5.2005, blz. 32. De verschillende beleidsopties zijn geanalyseerd in een effectbeoordeling van elk van de voorstellen (SWD(2013) 319 final).
    (4) Beknopt verslag, document van de Raad 7908/1/16 REV 1 van 27 mei 2016 (niet beschikbaar in het Nederlands).
    (5) COM(2016) 547 definitief.
    Επάνω