EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017IP0396

Resolutie van het Europees Parlement van 24 oktober 2017 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie betreffende de verlenging van de vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde mais 1507 (DAS-Ø15Ø7-1), overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (D052754 — 2017/2905(RSP))

PB C 346 van 27.9.2018, p. 122–126 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

27.9.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 346/122


P8_TA(2017)0396

Genetisch gemodificeerde mais 1507

Resolutie van het Europees Parlement van 24 oktober 2017 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie betreffende de verlenging van de vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde mais 1507 (DAS-Ø15Ø7-1), overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (D052754 — 2017/2905(RSP))

(2018/C 346/17)

Het Europees Parlement,

gezien het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie betreffende de verlenging van de vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde mais 1507 (DAS-Ø15Ø7-1), overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (D052754),

gezien Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (1), en met name artikel 11, lid 3, en artikel 23, lid 3,

gezien de stemming van 14 september 2017 in het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid als bedoeld in artikel 35 van Verordening (EG) nr. 1829/2003, die geen advies heeft opgeleverd,

gezien de artikelen 11 en 13 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (2),

gezien het advies dat op 19 januari 2005 door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) werd goedgekeurd en op 3 maart 2005 werd gepubliceerd (3),

gezien het advies dat op 30 november 2016 door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) werd goedgekeurd en op 12 januari 2017 werd gepubliceerd (4),

gezien het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 182/2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (COM(2017)0085, COD(2017)0035),

gezien zijn eerdere resoluties waarin bezwaar wordt gemaakt tegen het verlenen van vergunningen voor genetisch gemanipuleerde organismen (5), met name zijn eerdere resolutie over het in de handel brengen voor aanplanting van zaad van genetisch gemodificeerde mais 1507 van 6 oktober 2016,

gezien de ontwerpresolutie van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid,

gezien artikel 106, leden 2 en 3, van zijn Reglement,

A.

overwegende dat Pioneer Overseas Corporation en Dow AgroSciences Ltd. op 27 februari 2015 overeenkomstig de artikelen 11 en 23 van Verordening (EG) nr. 1829/2003 bij de Commissie gezamenlijk een aanvraag hebben ingediend voor een verlenging van de vergunning voor het in de handel brengen van levensmiddelen en diervoeders die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde mais 1507; overwegende dat het toepassingsgebied van de verlenging ook betrekking heeft op andere producten dan levensmiddelen en diervoeders die bestaan uit of zijn geproduceerd met mais 1507;

B.

overwegende dat de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) op 30 november 2016 overeenkomstig de artikelen 6 en 18 van Verordening (EG) nr. 1829/2003 een gunstig advies heeft uitgebracht, dat op 12 januari 2017 is gepubliceerd;

C.

overwegende dat in Verordening (EG) nr. 1829/2003 wordt bepaald dat genetisch gemodificeerde levensmiddelen of diervoeders geen negatieve effecten op de menselijke gezondheid, op de diergezondheid of op het milieu mogen hebben en wordt vereist dat de Commissie bij het opstellen van haar besluit alle desbetreffende bepalingen van het Unierecht en andere ter zake dienende factoren in aanmerking neemt;

D.

overwegende dat de genetisch gemodificeerde mais 1507 het Cry1F-eiwit tot expressie brengt, een Bt-eiwit (afkomstig van Bacillus thuringiensis subsp. Kurstaki) dat resistentie geeft tegen de Europese maisboorder (Ostrinia nubilalis) en bepaalde andere schadelijke schubvleugelige insecten zoals de paarsrode boorder (Sesamia spp.), de legerrups (Spodoptera frugiperda), de aardrups van de grote worteluil (Agrotis ipsilon) en de Mexicaanse maisboorder (Diatraea grandiosella), alsook het PAT-eiwit dat tolerantie geeft voor het herbicide glufosinaat-ammonium;

E.

overwegende dat genetisch gemodificeerde Bt-gewassen het insecticidetoxine tot expressie brengen in elke cel gedurende de gehele levensduur, ook in de delen die door mensen en dieren worden geconsumeerd; overwegende dat uit experimenten met het voederen van dieren blijkt dat genetisch gemodificeerde Bt-gewassen mogelijk toxische effecten hebben (6); overwegende dat is aangetoond dat het Bt-toxine in genetisch gemodificeerde gewassen aanzienlijk verschilt van het Bt-toxine dat in de natuur voorkomt (7);

F.

overwegende dat de verlening van een vergunning voor de teelt van mais 1507 in de Unie momenteel in behandeling is; overwegende dat het Parlement bezwaar heeft gemaakt tegen een dergelijke verlening van een vergunning, onder meer uit bezorgdheid over het eventuele ontstaan van resistentie tegen het Cry1F-eiwit bij schadelijke schubvleugelige insecten, hetgeen gewijzigde praktijken voor de bestrijding van schadelijke organismen tot gevolg kan hebben (8);

G.

overwegende dat de lidstaten gedurende de overlegperiode van drie maanden waarin is voorzien voor de risicobeoordeling van de EFSA met betrekking tot de initiële vergunning, tal van kritische opmerkingen hebben ingediend; overwegende dat in de meest kritische commentaren wordt opgemerkt dat er onvoldoende documentatie is verstrekt om een risicobeoordeling te kunnen verrichten, dat het controleplan niet strookt met de bepalingen van bijlage VII bij Richtlijn 2001/18/EG, en dat de gegevens en risicobeoordelingen die door de aanvrager zijn verstrekt niet voldoen (9);

H.

overwegende dat de lidstaten ook gedurende de overlegperiode van drie maanden waarin is voorzien voor de risicobeoordeling van de EFSA met betrekking tot de verlenging van de vergunning, tal van kritische opmerkingen hebben ingediend (10); overwegende dat in de meest kritische commentaren wordt opgemerkt dat het voorgestelde controleplan niet geschikt is om een aantal problemen met betrekking tot milieumonitoring na het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde mais 1057 aan te pakken en niet kan worden beschouwd als voldoende uitgewerkt om toe te zien op de potentiële milieublootstelling van genetisch gemodificeerde mais 1507, dat de controle als verricht door de kennisgever geen betrouwbare gegevens heeft opgeleverd ter bevestiging van de conclusie van de risicobeoordeling dat de effecten op de menselijke en dierlijke gezondheid verwaarloosbaar zouden zijn, en dat het bewijsmateriaal dat moet aantonen dat het gebruik van het Pat-eiwit in het verleden veilig is gebleken, zoals vereist uit hoofde van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 503/2013 van de Commissie, door de kennisgever niet naar behoren is gedocumenteerd;

I.

overwegende dat er geen controle is verricht over de persistentie van Cry-eiwitten die in het milieu terechtkomen door het gebruik van genetisch gemodificeerde mais 1507 in diervoeder, hoewel Cry-eiwitten maandenlang in de bodem aanwezig kunnen blijven met behoud van hun werking als insecticide, zoals is aangetoond voor het toxine Cry1Ab (11);

J.

overwegende dat glufosinaat is ingedeeld bij de stoffen die toxisch zijn ten aanzien van de voortplanting en dus onder de uitsluitingscriteria valt van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen; overwegende dat de goedkeuring van glufosinaat op 31 juli 2018 afloopt;

K.

overwegende dat de toepassing van complementaire herbiciden tot de gangbare landbouwpraktijken behoort bij de teelt van herbicideresistente gewassen en dat daarom te verwachten valt dat de oogst steeds residuen van besproeiing zal bevatten en dat deze er een onvermijdelijk bestanddeel van uitmaken; overwegende dat is aangetoond dat voor herbicidetolerante genetisch gemodificeerde gewassen meer van dit soort complementaire herbiciden worden gebruikt dan voor hun conventionele tegenhangers (12);

L.

overwegende dat de residuen die afkomstig zijn van besproeiing met glufosinaat niet zijn opgenomen in de beoordeling; overwegende dat dus niet kan worden geconcludeerd dat deze genetisch gemanipuleerde mais 1507 veilig is voor gebruik in levensmiddelen en diervoeders;

M.

overwegende dat voor mais 1507 een vergunning voor teeltdoeleinden is verleend in Argentinië, Brazilië, Canada, Colombia, Honduras, Japan, Panama, Paraguay, de Filipijnen, Zuid-Afrika, de VS en Uruguay; overwegende dat uit een recente collegiaal getoetste studie blijkt dat de ontwikkeling van resistentie tegen Cry-eiwitten bij de beoogde insecten een ernstig gevaar vormt voor de duurzaamheid van de Bt-technologie (13); overwegende dat glufosinaatresistent onkruid sinds 2009 wordt waargenomen;

N.

overwegende dat de stemming op 14 september 2017 van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid als bedoeld in artikel 35 van Verordening (EG) nr. 1829/2003 geen advies heeft opgeleverd; overwegende dat twaalf lidstaten tegen stemden en twaalf lidstaten, die nauwelijks 38,75 % van de bevolking van de Unie vertegenwoordigen, vóór stemden, terwijl vier lidstaten zich van stemming onthielden;

O.

overwegende dat de Commissie meermaals haar ongenoegen heeft laten blijken over het feit dat ze sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1829/2003 vergunningsbesluiten heeft moeten vaststellen die niet werden gesteund door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, en dat de terugzending van het dossier naar de Commissie voor het nemen van een definitief besluit — bedoeld als uitzondering voor de procedure in zijn geheel — de norm is geworden bij de besluitvorming over vergunningen betreffende genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders; overwegende dat ook Commissievoorzitter Juncker deze praktijk heeft afgekeurd en als ondemocratisch heeft bestempeld (14);

P.

overwegende dat het Parlement het wetgevingsvoorstel van 22 april 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1829/2003 op 28 oktober 2015 in eerste lezing heeft verworpen (15) en de Commissie heeft verzocht het voorstel in te trekken en een nieuw voorstel in te dienen;

Q.

overwegende dat in overweging 14 van Verordening (EU) nr. 182/2011 wordt gesteld dat de Commissie zoveel mogelijk dusdanig moet handelen dat wordt voorkomen dat wordt ingegaan tegen een eventueel meerderheidsstandpunt binnen het comité van beroep dat afwijzend staat tegenover de gepastheid van een uitvoeringshandeling, met name op gevoelige terreinen zoals gezondheid van de consument, voedselveiligheid en het milieu;

R.

overwegende dat het voorstel van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 182/2011 niet volstaat om het gebrek aan democratie in de vergunningsprocedure voor ggo's aan te pakken;

S.

overwegende dat democratische legitimiteit alleen kan worden gegarandeerd als er op zijn minst in wordt voorzien dat het Commissievoorstel wordt ingetrokken wanneer het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid geen advies uitbrengt; overwegende dat deze procedure al bestaat voor sommige andere permanente comités;

1.

is van mening dat het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie een overschrijding inhoudt van de uitvoeringsbevoegdheden waarin is voorzien in Verordening (EG) nr. 1829/2003;

2.

is van mening dat het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie niet in overeenstemming is met het recht van de Unie, doordat het niet verenigbaar is met het doel van Verordening (EG) nr. 1829/2003 om overeenkomstig de algemene beginselen die in Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (16) zijn vastgesteld de basis te leggen voor het waarborgen van een hoog beschermingsniveau voor het leven en de gezondheid van de mens, de gezondheid en het welzijn van dieren, het milieu en de belangen van de consument met betrekking tot genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders, waarbij de goede werking van de interne markt wordt gewaarborgd;

3.

verzoekt de Commissie haar ontwerp van uitvoeringsbesluit in te trekken;

4.

verzoekt de Commissie elk uitvoeringsbesluit met betrekking tot vergunningsaanvragen voor genetisch gemodificeerde organismen op te schorten totdat de vergunningsprocedure zodanig is herzien dat de tekortkomingen van de huidige procedure, die inadequaat is gebleken, zijn weggewerkt;

5.

verzoekt de bevoegde wetgevers dringend vooruitgang te boeken met betrekking tot het voorstel van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 182/2011 en er onder andere voor te zorgen dat de Commissie het voorstel intrekt als het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid geen advies uitbrengt over de toelating van een ggo, hetzij voor teelt, hetzij voor levensmiddelen en diervoeders;

6.

verzoekt de Commissie geen enkele vergunning te verlenen voor herbicidetolerante genetisch gemodificeerde gewassen zonder dat er een volledige beoordeling is verricht van de residuen die afkomstig zijn van besproeiing met de complementaire herbiciden en hun commerciële toepassingen in de landen waar ze worden geteeld;

7.

verzoekt de Commissie strategieën uit te werken voor de beoordeling van gezondheidsrisico's en voor toxicologie, alsook voor toezicht na het in de handel brengen, gericht op de volledige levensmiddelen- en diervoederketen;

8.

verzoekt de Commissie de risicobeoordeling van de toepassing van de complementaire herbiciden en hun residuen volledig op te nemen in de risicobeoordeling van herbicidetolerante genetisch gemodificeerde gewassen, ongeacht of het genetisch gemodificeerde gewas bestemd is voor teelt in de Unie of voor invoer als levensmiddelen en diervoeders;

9.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.

(1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 1.

(2)  PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.

(3)  http://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/182

(4)  https://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/4659

(5)  

Resolutie van 16 januari 2014 over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het in de handel brengen voor de teelt, overeenkomstig Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad, van een maisproduct (Zea mays L., lijn 1507), genetisch gemodificeerd met het oog op resistentie tegen bepaalde schadelijke schubvleugelige insecten (PB C 482 van 23.12.2016, blz. 110).

Resolutie van 16 december 2015 over Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2279 van de Commissie van 4 december 2015 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde mais NK603 × T25 (P8_TA(2015)0456).

Resolutie van 3 februari 2016 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde soja MON 87705 × MON 89788 (Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0040).

Resolutie van 3 februari 2016 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde soja MON 87708 × MON 89788 (Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0039).

Resolutie van 3 februari 2016 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde soja FG72 (MST-FGØ72-2) (Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0038).

Resolutie van 8 juni 2016 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde mais Bt11 × MIR162 × MIR604 × GA21, en genetisch gemodificeerde maissoorten die bestaan uit een combinatie van twee of drie van de „events” Bt11, MIR162, MIR604 en GA21 (Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0271).

Resolutie van het Europees Parlement van 8 juni 2016 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie betreffende het in de handel brengen van een genetisch gemodificeerde anjer (Dianthus caryophyllus L., lijn SHD-27531-4) (Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0272).

Resolutie van 6 oktober 2016 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit betreffende de verlenging van de vergunning voor het in de handel brengen voor aanplanting van zaad van genetisch gemodificeerde mais MON 810 (Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0388).

Resolutie van 6 oktober 2016 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten van genetisch gemodificeerde mais MON 810 (Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0389).

Resolutie van 6 oktober 2016 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie betreffende het in de handel brengen voor aanplanting van zaad van genetisch gemodificeerde mais Bt11 (Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0386).

Resolutie van 6 oktober 2016 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie betreffende het in de handel brengen voor de teelt van zaden van genetisch gemodificeerde mais 1507 (Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0387).

Resolutie van 6 oktober 2016 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerd katoen 281-24-236 × 3006-210-23 × MON 88913 (Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0390).

Resolutie van 5 april 2017 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde mais Bt11 × 59122 × MIR604 × 1507 × GA21, en genetisch gemodificeerde maissoorten die bestaan uit een combinatie van twee, drie of vier van de events Bt11, 59122, MIR604, 1507 en GA21, ingevolge Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (Aangenomen teksten, P8_TA(2017)0123).

Resolutie van 17 mei 2017 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde mais DAS-40278-9, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (Aangenomen teksten, P8_TA(2017)0215).

Resolutie van 17 mei 2017 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerd katoen GHB119 (BCS-GHØØ5-8) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P8_TA(2017)0214).

Resolutie van 13 september 2017 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde soja DAS-68416-4, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (Aangenomen teksten, P8_TA(2017)0341).

Resolutie 4 oktober 2017 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde soja FG72 × A5547-127, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (Aangenomen teksten, P8_TA(2017)0377).

Resolutie van 4 oktober 2017 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde soja DAS-44406-6, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (Aangenomen teksten, P8_TA(2017)0378).

(6)  Zie bijvoorbeeld El-Shamei ZS, Gab-Alla AA, Shatta AA, Moussa EA, Rayan AM, Histopathological Changes in Some Organs of Male Rats Fed on Genetically Modified Corn (Ajeeb YG). Journal of American Science 2012, 8(9):1127-1123. https://www.researchgate.net/publication/235256452_Histopathological_Changes_in_Some_Organs_of_Male_Rats_Fed_on_Genetically_Modified_Corn_Ajeeb_YG

(7)  Székács A, Darvas B. Comparative aspects of Cry toxin usage in insect control. In: Ishaaya I, Palli SR, Horowitz AR, eds. Advanced Technologies for Managing Insect Pests. Dordrecht, Nederland: Springer; 2012:195-230. https://link.springer.com/chapter/10.1007/978-94-007-4497-4_10

(8)  Resolutie van 6 oktober 2016 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie betreffende het in de handel brengen voor de teelt van zaden van genetisch gemodificeerde mais 1507 (Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0387).

(9)  http://registerofquestions.efsa.europa.eu/roqFrontend/questionLoader?question=EFSA-Q-2004-08

(10)  Bijlage F — Opmerkingen van de lidstaten en antwoorden van het ggo-panel, http://registerofquestions.efsa.europa.eu/roqFrontend/questionLoader?question=EFSA-Q-2015-00342

(11)  Bijlage F — Opmerkingen van de lidstaten en antwoorden van het ggo-panel, http://registerofquestions.efsa.europa.eu/roqFrontend/questionLoader?question=EFSA-Q-2015-00342, blz. 7.

(12)  https://link.springer.com/article/10.1007%2Fs00267-015-0589-7

(13)  https://drive.google.com/file/d/0B7H5dHXeodSCc2RjYmwzaUIyZWs/view

(14)  Hij deed dit onder meer in zijn Openingstoespraak voor de plenaire zitting van het Europees Parlement, opgenomen in de politieke beleidslijnen voor de volgende Europese Commissie (Straatsburg, 15 juli 2014) of in zijn State of the Union van 2016 (Straatsburg, 14 september 2016).

(15)  PB C 355 van 20.10.2017, blz. 165.

(16)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.


Top