EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 2.3.2017
COM(2017) 202 final
VERSLAG VAN DE COMMISSIE
AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD
Tiende verslag over herplaatsing en hervestiging
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52017DC0202
REPORT FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE EUROPEAN COUNCIL AND THE COUNCIL Tenth report on relocation and resettlement
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD Tiende verslag over herplaatsing en hervestiging
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD Tiende verslag over herplaatsing en hervestiging
COM/2017/0202 final
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 2.3.2017
COM(2017) 202 final
VERSLAG VAN DE COMMISSIE
AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD
Tiende verslag over herplaatsing en hervestiging
1Inleiding
In het kader van de aanpak van de ernstige vluchtelingencrisis werkt de Europese Commissie er sinds 2015 intensief aan om alle herhaaldelijk door de Europese Raad en het Europees Parlement gevraagde elementen van een breed migratiebeleid in het leven te roepen. Dit betreft maatregelen voor zowel de korte als de lange termijn, gaande van het aanpakken van de migratiestromen buiten de EU en het indammen van de irreguliere migratiestromen naar en binnen Europa tot de doeltreffende bewaking van onze buitengrenzen door het Europees Grens- en kustwachtagentschap, de hervorming van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel en het bieden van betere mogelijkheden voor legale migratie, onder meer door middel van een gemeenschappelijk EU-kader voor hervestiging.
De tijdelijke noodregelingen voor herplaatsing 1 en hervestiging 2 zijn belangrijke onderdelen van de strategie van de Unie voor beter migratiebeheer, waarmee het beginsel van verantwoordelijkheid en solidariteit in praktijk wordt gebracht. Samen met de andere maatregelen die genomen zijn of genomen moeten worden om de toestroom van irreguliere migranten naar Europa duurzaam in te perken, zijn deze regelingen belangrijke elementen van een bredere strategie om de situatie weer onder controle te brengen.
Zonder solidariteit is eerlijk delen van verantwoordelijkheid niet haalbaar. De maatregelen en voorstellen van de Commissie zijn op dit beginsel gebaseerd en kunnen niet los van elkaar worden gezien. Zoals de staatshoofden en regeringsleiders op Malta hebben verklaard 3 , moeten alle onderdelen van het integrale integratiebeleid van de EU worden uitgevoerd. De Dublinoverdrachten naar Griekenland, die volgens de aanbeveling van de Commissie op 15 maart 2017 zouden moeten worden hervat, kunnen niet worden losgekoppeld van de collectieve verantwoordelijkheid om de druk op Griekenland te verlichten door te voldoen aan de verplichtingen die in de herplaatsingsbesluiten van de Raad zijn vervat. Het is niet alleen van wezenlijk belang dat de noodherplaatsingsregelingen op korte termijn volledig worden uitgevoerd, om de druk op Italië en Griekenland te verlichten; ook moeten tegelijkertijd de werkzaamheden voor de hervorming van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel, en met name de Dublinverordening, worden geïntensiveerd. Die hervorming is nodig om ervoor te zorgen dat Europa over een eerlijk en doeltreffend asielbeleid beschikt, dat gebaseerd is op een eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheden over alle lidstaten en voorziet in structurele instrumenten voor het omgaan met situaties waarin de druk hoog is.
Hoewel het aantal binnenkomende migranten in 2016 aanzienlijk is afgenomen, ondervindt Griekenland nog steeds een sterke druk doordat er nog circa 62 300 migranten op het grondgebied verblijven. Griekenland moet bovendien zijn middelen vooral inzetten voor de uitvoering van de verklaring EU-Turkije en zorgen voor de dagelijkse gang van zaken rond de terugkeer naar Turkije van irreguliere migranten die na 20 maart 2016 vanuit Turkije op de Griekse eilanden zijn aangekomen. Italië zag in 2016 een recordaantal van 181 436 migranten 4 het land binnenkomen (18% meer dan in 2015), onder wie 14% niet-begeleide minderjarigen. De maatregelen die Italië onlangs heeft voorgesteld 5 om de terugkeer te bevorderen van migranten die geen verblijfsrecht hebben in de EU, zijn welkom en zouden snel moeten worden uitgevoerd. Door herplaatsing kan de druk op Italië worden verlicht door samen de verantwoordelijkheid te nemen voor de opvang van migranten die duidelijk internationale bescherming behoeven.
De Commissie brengt maandelijks verslag uit over de uitvoering van de regelingen voor herplaatsing en hervestiging. Wat hervestiging betreft, zijn veelbelovende vorderingen gemaakt, maar van de regeling voor herplaatsing kan dat niet worden gezegd: de uitvoering daarvan verloopt traag. Om te bevorderen dat de herplaatsingsverplichtingen snel worden vervuld, heeft de Commissie, op basis van de situatie in de praktijk, specifieke streefcijfers vastgesteld 6 . Dat moet ertoe leiden dat alle personen in Italië en Griekenland die voor herplaatsing in aanmerking komen, binnen de geldigheidsduur van de Raadsbesluiten vlot en doeltreffend worden herplaatst. De Commissie heeft er op bilateraal niveau bij de lidstaten op aangedrongen dat zij zich krachtiger inspannen om de vastgestelde streefcijfers te verwezenlijken en met name aan hun verplichtingen te voldoen. De reeds op het gebied van herplaatsing actieve lidstaten en geassocieerde landen hebben positief gereageerd en hebben de Commissie hun maandplanning doen toekomen. De reactie van minder actieve lidstaten was echter gemengd.
Alle voorwaarden voor het uitvoeren van de herplaatsingsoperaties en voor het helpen van de lidstaten bij het halen van de streefcijfers, zijn vervuld. Enkele lidstaten en geassocieerde landen hebben het voortouw genomen. De andere lidstaten zouden hun voorbeeld moeten volgen. Alle in aanmerking komende personen in Italië en Griekenland kunnen in september 2017 herplaatst zijn, als elke lidstaat aan zijn verplichtingen voldoet. Om concrete resultaten te boeken met dit belangrijke onderdeel van het integrale migratiebeleid van de Europese Unie, overeenkomstig de door de staatshoofden en regeringsleiders geuite wens, is het cruciaal dat alle lidstaten hun inspanningen opvoeren en onderling afstemmen en dat alle betrokkenen goed samenwerken.
2Herplaatsing
Het tempo van de herplaatsingen is geleidelijk gestegen, zodat het aantal herplaatste personen op 28 februari was gestegen tot 13 546 personen (9 610 uit Griekenland en 3 936 uit Italië). Dit aantal vertegenwoordigt echter nog steeds niet meer dan 14% van het aantal te herplaatsen personen dat de Raad heeft toegewezen? (106 000 voor Italië en Griekenland). Als het huidige tempo niet wordt verhoogd, zou het totale aantal herplaatste personen in september 2017 ver onder het streefcijfer liggen.
In Frankrijk is tot dusver het grootste aantal verzoekers (2 758) herplaatst, gevolgd door Duitsland (2 626) en Nederland (1 486). Zoals echter uit de gegevens in de bijlagen blijkt, liggen momenteel slechts twee lidstaten, Malta en Finland, op schema om op tijd aan hun verplichtingen te voldoen voor Italië en Griekenland. Ook Luxemburg en Portugal maken geleidelijk vorderingen ten aanzien van hun verplichtingen jegens Griekenland en Italië. De geassocieerde landen liggen over het algemeen goed op schema om tijdig aan hun verplichtingen te kunnen voldoen, hoewel zij vrijwillig aan de regeling deelnemen. Tot slot doet Zweden er alles aan om tussen juni en september 2017 aan zijn herplaatsingsverplichtingen voor Italië en Griekenland te voldoen.
Andere lidstaten geven helaas echter een teleurstellend beeld te zien. Hongarije, Oostenrijk en Polen weigeren nog steeds aan de herplaatsingsregeling deel te nemen. Tsjechië heeft sinds mei 2016 geen toezeggingen meer gedaan en sinds augustus 2016 niemand herplaatst. Het land heeft aan minder dan 1% van zijn herplaatsingsverplichtingen voldaan. Bulgarije, Kroatië en Slowakije voeren slechts in zeer beperkte mate herplaatsingen uit (1 tot 2% van de hun toegewezen plaatsen).
Verder hebben België, Duitsland en Spanje, niettegenstaande hun recente inspanningen om het herplaatsingstempo te versnellen, slechts 10% van het hun toegewezen aantal herplaatsingen uitgevoerd en doet Spanje geen toezeggingen op maandelijkse basis. Tot slot hebben enkele lidstaten die aanvankelijk zeer actief waren, hun herplaatsingsactiviteiten op een laag pitje gezet. Hun is verzocht het eerdere tempo te hervatten.
Griekenland
Er zijn 9 000 personen herplaatst en er bevinden zich momenteel in Griekenland nog circa 20 000 personen die voor herplaatsing in aanmerking zouden kunnen komen. De migratiesituatie zal naar verwachting stabiel blijven, nu de uitvoering van de verklaring EU-Turkije standhoudt. Als het huidige tempo van circa 1 000 herplaatsingen per maand aanhoudt, zal het aantal vanuit Griekenland herplaatste personen in september 2017 circa 16 400 bedragen, ofwel 57% van het totale aantal voor herplaatsing in aanmerking komende personen 7 . Dat verlicht de druk onvoldoende.
In het gezamenlijke actieplan 8 dat de Europese Raad heeft goedgekeurd 9 , is het streefcijfer opgenomen van 3 000 herplaatsingen per maand. Als dat aantal wordt gehaald, zullen tegen september 2017 in totaal 28 400 tot 30 400 personen zijn herplaatst. Als dit cijfer wordt gehaald, zal de overgrote meerderheid van potentieel voor herplaatsing in aanmerking komende migranten in Griekenland zijn herplaatst en het belangrijkste doel van deze in september 2015 goedgekeurde noodmaatregel zijn bereikt.
Slechts enkele landen (Estland, Ierland, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Portugal en Finland) zijn op schema om aan hun herplaatsingsverplichtingen voor Griekenland te kunnen voldoen. Het is alleen mogelijk om de streefcijfers te verwezenlijken als alle lidstaten op een stabiele maandelijkse basis toezeggingen doen en overdrachten uitvoeren in verhouding tot het aantal hun toegewezen plaatsen. Met name zouden de lidstaten die niemand of slechts enkele personen hebben herplaatst (Tsjechië, Hongarije, Kroatië, Oostenrijk, Polen en Slowakije) daar onmiddellijk mee moeten beginnen. Spanje zou op maandelijkse basis toezeggingen moeten doen en herplaatsingen moeten uitvoeren in verhouding tot het aantal toegewezen plaatsen en Bulgarije, Cyprus, Litouwen, Luxemburg, Portugal, Roemenië en Slovenië zouden weer moeten beginnen op maandelijkse basis toezeggingen te doen en herplaatsingen uit te voeren. België, dat onlangs heeft verklaard bereid te zijn het herplaatsingstempo op te voeren, en Duitsland zouden eveneens het aantal maandelijkse toezeggingen en herplaatsingen moeten verhogen overeenkomstig het aantal toegewezen plaatsen. Frankrijk en Nederland zouden in ieder geval hun huidige maandelijkse inspanningen moeten voortzetten, en hetzelfde geldt voor de lidstaten en geassocieerde landen die al op schema liggen om tijdig aan hun verplichtingen te kunnen voldoen. Alle lidstaten zouden meer plaatsen moeten aanbieden voor de herplaatsing van niet-begeleide minderjarigen, onder wie ook gehuwde minderjarigen, zich flexibeler moeten opstellen en een eerlijk aandeel in de herplaatsing van kwetsbare personen moeten aanvaarden.
Voor de verwezenlijking van deze streefcijfers zullen zich grotendeels de lidstaten van herplaatsing moeten inzetten, want Griekenland en de bij de uitvoering van de regeling betrokken EU-instanties en internationale organisaties hebben al het nodige gedaan om de herplaatsing tot een succes te maken. Griekenland heeft de meeste aanbevelingen opgevolgd die de Commissie in haar maandelijkse verslagen heeft opgenomen. Met name betreft dat de snelle registratie van alle migranten, inclusief degenen die voor herplaatsing in aanmerking komen, met de steun van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) en de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen (UNHCR): Griekenland zal in maart 2017 alle migranten die zich momenteel in Griekenland bevinden, hebben geregistreerd, een maand eerder dan aanvankelijk gepland. Het EASO werkt aan de uitvoering van een nieuw operationeel plan, op grond waarvan tijdelijk personeel kan worden ingehuurd om de continue inzet van deskundigen te kunnen waarborgen. De input van het EASO is cruciaal gebleken voor het garanderen van de hoge kwaliteit van de herplaatsingsdossiers en de ondersteuning van beginnende personeelsleden van de Griekse asieldienst. Dankzij de gecoördineerde steun van de UNHCR en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) verloopt het herplaatsingsproces steeds efficiënter. De UNHCR heeft cruciaal werk verricht voor de opzet van de massale preregistratie en de passende huisvesting van verzoekers om herplaatsing, terwijl de IOM ervoor zorgt dat alle verzoekers een medische controle ondergaan en voor hun vertrek aanwijzingen ontvangen. De IOM gaat soepel om met de uiteenlopende voorwaarden die de lidstaten stellen, en heeft continu haar capaciteit vergroot.
Italië
In 2016 zijn in Italië ca. 20 700 Eritreeërs aangekomen, maar tot dusver hebben de Italiaanse autoriteiten slechts 5 300 à 5 800 van hen voor herplaatsing geregistreerd. Als het huidige tempo van circa 750 herplaatsingen per maand aanhoudt, zal het aantal vanuit Italië herplaatste personen in september 2017 circa 9 200 bedragen, ofwel circa 44% van het totale aantal momenteel voor herplaatsing in aanmerking komende personen 10 . Dat verlicht de druk onvoldoende. Met het oog op de toekomstige migratiedruk zouden deze cijfers bovendien nog kunnen veranderen.
Als het streefcijfer van 1 500 per maand wordt gehaald, zullen tegen september 2017 in totaal 11 200 tot 14 200 personen zijn herplaatst.
Slechts acht landen (Duitsland, Frankrijk, Malta, Nederland, Noorwegen, Finland, Portugal en Zwitserland) zijn volledig betrokken bij de herplaatsing vanuit Italië. Andere lidstaten (België, Kroatië, Letland, Roemenië en Spanje) hebben tot dusver slechts enkele personen herplaatst. Sommige lidstaten (Cyprus, Kroatië, Luxemburg, Roemenië, Slovenië en Spanje) doen geen maandelijkse toezeggingen. Te veel lidstaten hebben nog niemand uit Italië herplaatst: Bulgarije, Tsjechië, Estland, Ierland, Hongarije, Litouwen, Oostenrijk, Polen en Slowakije).
De streefcijfers kunnen alleen worden verwezenlijkt als alle lidstaten op een stabiele maandelijkse basis toezeggingen doen en overdrachten uitvoeren in verhouding tot het aantal hun toegewezen plaatsen. Er zijn regelingen getroffen met Europol en de Italiaanse autoriteiten om bijzondere aanvullende veiligheidscontroles, met inbegrip van veiligheidsgesprekken, te faciliteren. Minder actieve lidstaten die tot dusver veiligheidsredenen hebben aangevoerd om hun trage herplaatsingstempo te verklaren 11 , zouden hun inspanningen dan ook onverwijld moeten opvoeren. Tegelijkertijd zouden lidstaten die bij de verzoekers minder bekend zijn, de informatievoorziening moeten verbeteren, onder meer door culturele kennismakingsbijeenkomsten te organiseren.
Italië zou zich zijnerzijds flexibeler moeten opstellen wat betreft de redenen om aanvullende veiligheidsgesprekken in Europol-verband toe te staan. Bovendien zou Italië alle in aanmerking komende personen altijd zo snel mogelijk moeten identificeren en voor herplaatsing registreren. Italië moet daarom zorgen voor uitbreiding van het aantal medewerkers van de Dublineenheid dat verzoeken behandelt, zo nodig met steun van het EASO, bijvoorbeeld in het kader van de reeds bestaande mobiele EASO-teams die voor herplaatsing in aanmerking komende migranten registreren buiten de oorspronkelijke herplaatsingshubs. Italië zou tevens de verzoekers op een klein aantal herplaatsingslocaties moeten samenbrengen, in ieder geval tijdens de laatste fasen van de procedure. Zo kan de fase voorafgaand aan het vertrek, die de nodige medische controles en sessies voor culturele oriëntatie omvat, beter worden geregeld, en wordt tevens bijgedragen tot bestrijding van het onderduikrisico, aangezien de verzoeken sneller zullen worden behandeld. Tot slot zou Italië met spoed de procedures voor de herplaatsing van niet-begeleide minderjarigen moeten verduidelijken (onder meer door de aanwijzing van een voogd te vergemakkelijken), gebruik moeten maken van de richtsnoeren en verdere steun van het EASO, en één of meer speciale herplaatsingshubs voor niet-begeleide minderjarigen moeten opzetten om de procedures sneller te doen verlopen.
Om de streefcijfers voor zowel Griekenland als Italië te verwezenlijken, is het noodzakelijk dat:
alle lidstaten op een stabiele maandelijkse basis toezeggingen doen en overdrachten uitvoeren, in verhouding tot het aantal hun toegewezen plaatsen, de responstermijn van de herplaatsingsprotocollen in acht nemen en hun opvang- en integratiesystemen verbeteren om vertragingen bij de overbrenging te voorkomen, door de EU-middelen ten volle te benutten;
lidstaten niet overdreven kieskeurig te werk gaan of op arbitraire gronden beslissen een herplaatsingsverzoek al of niet te aanvaarden. Een afwijzing zou uitsluitend gebaseerd moeten zijn op de criteria in de besluiten van de Raad;
Italië alle in aanmerking komende migranten na hun aankomst snel identificeert en registreert, zich flexibeler opstelt ten aanzien van de criteria voor veiligheidsgesprekken in Europol-verband, verzoekers in de laatste fasen van de procedure in een kleiner aantal aangewezen opvangfaciliteiten samenbrengt en zo snel mogelijk begint met de herplaatsing van niet-begeleide minderjarigen.
3Hervestiging
Wat hervestiging betreft, is aanzienlijke vooruitgang geboekt: meer dan de helft van de 22 504 hervestigingen die in het kader van de conclusies van 20 juli 2015 zijn overeengekomen, is al voltooid. Sinds 6 februari 2016 zijn voornamelijk vanuit Turkije, Libanon en Jordanië 454 personen hervestigd. Op 27 februari 2017 waren 14 422 personen hervestigd in 21 landen: België, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Ierland, IJsland, Italië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. Estland, Finland, Ierland, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Zweden, evenals de geassocieerde landen IJsland, Liechtenstein en Zwitserland, hebben hun toezeggingen al gestand gedaan.
De meeste landen die aan de regeling deelnemen, hebben aangegeven dat hun inspanningen op het gebied van hervestiging voornamelijk, maar niet uitsluitend, waren gericht op Syriërs die in Jordanië, Libanon en Turkije verblijven. Daartoe behoren onder meer de inspanningen van de lidstaten om Syriërs vanuit Turkije te hervestigen in het kader van de verklaring EU-Turkije van 18 maart 2016.
Sinds 4 april 2016 zijn er vanuit Turkije 3 565 Syriërs hervestigd in het kader van de 1:1-regeling die deel uitmaakt van de verklaring EU-Turkije. In totaal zijn er sinds de vorige verslagperiode 467 personen hervestigd in het kader van dit mechanisme. Het resterende aantal toezeggingen bedraagt 12 108. Tot dusver zijn er in het kader van de 1:1-regeling personen hervestigd in België, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Portugal, Spanje en Zweden. Bovendien heeft Noorwegen sinds 4 april 2016 tot dusver 150 Syriërs vanuit Turkije hervestigd 12 .
De lidstaten die nog geen hervestigingen hebben uitgevoerd in overeenstemming met de conclusies van 20 juli 2015 en de lidstaten die hun streefdoel nog lang niet hebben gehaald, zouden ook hun inspanningen moeten opvoeren. Met name de lidstaten die nog niemand hebben hervestigd in het kader van de lopende regelingen op EU-niveau (Bulgarije, Cyprus, Griekenland, Kroatië, Malta, Polen, Roemenië, Slovenië en Slowakije), maar ook Denemarken, Portugal en Tsjechië, die al enkele maanden geen vorderingen hebben gemeld, zouden aan hun inspanningen meer prioriteit moeten geven.
4Volgende stappen
De Commissie brengt sinds een jaar maandelijks verslag uit om de uitvoering van de Raadsbesluiten inzake herplaatsing in nauwe samenwerking met Italië en Griekenland en de overige lidstaten, EU-instanties en internationale organisaties te stimuleren. De voorwaarden en de operationele infrastructuur om de herplaatsing te doen slagen, zijn inmiddels allemaal aanwezig. Er zijn hotspots ingericht, de procedures ter vergemakkelijking van herplaatsing zijn opgesteld en de EU-instanties en internationale organisaties werken nauw met Italië en Griekenland samen in volledig operationele teams met een daadwerkelijk Europees karakter.
De resultaten op het gebied van herplaatsing zijn echter niet in overeenstemming met de vorderingen die met het voorbereidende werk zijn gemaakt. Er is weliswaar vooruitgang geboekt met de herplaatsing, maar die is nog steeds fragmentarisch en onregelmatig van aard. Door gezamenlijke inspanningen is het tempo van de herplaatsing tot september 2016 geleidelijk opgevoerd, maar slechts enkele lidstaten zijn op schema om aan hun verplichtingen op grond van de Raadsbesluiten te kunnen voldoen. Bij dit tempo zal het totale aantal herplaatste personen in september 2017 ver onder het streefcijfer liggen. De komende maanden moet het aantal maandelijkse overbrengingen voor alle lidstaten aanzienlijk worden opgevoerd.
Toen de Raad in september 2015 de herplaatsingsbesluiten vaststelde, werd een termijn van twee jaar voor een noodmechanisme voldoende geacht. De besluiten zijn nu zeventien maanden in werking, maar de druk is in zowel Griekenland als Italië nog steeds hoog, aangezien slechts 14% van de vastgestelde herplaatsingen is verwezenlijkt. Het is essentieel dat alle lidstaten met spoed hun inspanningen opvoeren en zorgen dat ze de streefcijfers halen – dat wil zeggen maandelijks ten minste 3 000 personen herplaatsen vanuit Griekenland en 1 500 vanuit Italië. Het streefcijfer voor Griekenland is door de Europese Raad goedgekeurd. De bedoeling van de streefcijfers is dat alle in aanmerking komende personen die zich momenteel in Italië en Griekenland bevinden, snel en doeltreffend worden herplaatst, in een zodanig tempo dat de operationele en logistieke knelpunten worden vermeden die zouden ontstaan als de resterende overbrengingen voor het merendeel pas in de laatste maanden voor september zouden plaatsvinden. Italië, Griekenland, de EU-instanties en internationale organisaties hebben hun capaciteit versterkt om dit doel te kunnen bereiken. Zij staan klaar om de maandelijkse streefcijfers te realiseren. Met name in Griekenland zijn 9 000 personen klaar om te worden herplaatst, maar het aantal toegezegde plaatsen is ontoereikend. De andere lidstaten moeten nu van hun kant aan hun verplichtingen voldoen.
Of de herplaatsingsregeling is geslaagd, zal worden afgemeten aan de mate waarin alle voor herplaatsing in aanmerking komende personen inderdaad naar een andere lidstaat zijn overgebracht, zoals bepaald in de Raadsbesluiten, en aan de mate waarin alle lidstaten actief aan de regeling deelnemen in een geest van loyale samenwerking. Gezien de huidige aantallen in Griekenland en Italië is het mogelijk en haalbaar om iedereen die naar verwachting in aanmerking komt, tegen september 2017 te herplaatsen. Het is nu hoog tijd om de oproep van de staatshoofden en regeringsleiders in concrete daden om te zetten.
De Commissie dringt er bij het Maltese voorzitterschap van de Raad en bij de lidstaten op aan om de aanbevelingen van de Commissie op te volgen. Zij gaat ervan uit dat de aanstaande Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, die eind maart zal worden gehouden, zal besluiten dat het tempo van de herplaatsingen vóór september 2017 op gecoördineerde wijze wordt verhoogd.
Als de lidstaten het aantal herplaatsingen niet snel opvoeren en de druk op Griekenland en Italië niet vermindert, zal de Commissie niet aarzelen haar bevoegdheden uit hoofde van de Verdragen te doen gelden.
Als de herplaatsingsregeling in ontoereikende mate wordt uitgevoerd, zal niet alleen de druk op Griekenland en Italië niet worden verlicht, maar zal ook de vooruitgang inzake andere aspecten van de integrale EU-respons op de migratie- en vluchtelingencrisis negatief worden beïnvloed. In ieder geval zullen de wettelijke verplichtingen van de lidstaten uit hoofde van de besluiten van de Raad na september 2017 niet zijn geëindigd. De in die besluiten vervatte herplaatsingsprocedure moet derhalve ook daarna door de lidstaten nog steeds binnen een redelijke termijn worden uitgevoerd ten aanzien van verzoekers die voor herplaatsing in aanmerking komen.
Tegelijkertijd moeten de lidstaten blijven voldoen aan hun verplichtingen op het vlak van hervestiging; met name moeten de lidstaten die nog niemand hebben hervestigd en de lidstaten die de in de conclusies van 20 juli 2015 opgenomen streefcijfers nog niet hebben bereikt, hun inspanningen opvoeren.
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 2.3.2017
COM(2017) 202 final
BIJLAGE
bij het
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD
Tiende verslag over herplaatsing en hervestiging
Bijlage 1: Herplaatsingen vanuit Griekenland tot en met 28 februari 2017
Lidstaat |
Formeel toegezegd 1 |
Daadwerkelijk herplaatst |
Juridisch in de besluiten van de Raad vastgelegde verbintenissen 2 |
Percentage daadwerkelijk herplaatste personen |
Oostenrijk 3 |
1491 |
0% |
||
België |
530 |
338 |
2 415 |
14% |
Bulgarije |
310 |
29 |
831 |
3% |
Kroatië |
40 |
10 |
594 |
2% |
Cyprus |
95 |
55 |
181 |
30% |
Tsjechië |
30 |
12 |
1 655 |
1% |
Estland |
253 |
87 |
204 |
43% |
Finland |
940 |
560 |
1 299 |
43% |
Frankrijk |
4 170 |
2 476 |
12 599 |
20% |
Duitsland |
3 240 |
1 556 |
17 209 |
9% |
Hongarije |
988 |
0% |
||
IJsland |
||||
Ierland |
661 |
320 |
240 |
133% |
Letland |
349 |
219 |
295 |
74% |
Liechtenstein |
10 |
10 |
||
Litouwen |
500 |
229 |
420 |
55% |
Luxemburg |
210 |
164 |
309 |
53% |
Malta |
67 |
50 |
78 |
64% |
Nederland |
1 250 |
1 011 |
3 797 |
27% |
Noorwegen |
570 |
249 |
||
Polen |
65 |
4 321 |
0% |
|
Portugal |
1 230 |
810 |
1 778 |
46% |
Roemenië |
1 022 |
523 |
2 572 |
20% |
Slowakije |
40 |
16 |
652 |
2% |
Slovenië |
135 |
101 |
349 |
29% |
Spanje |
750 |
707 |
6 647 |
11% |
Zweden 4 |
2 378 |
0% |
||
Zwitserland |
450 |
78 |
||
TOTAAL |
16 917 |
9 610 |
63 302 |
15% |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/408 van de Raad van 10 maart 2016 inzake de tijdelijke opschorting van de herplaatsing van 30% van de verzoekers die aan Oostenrijk zijn toegewezen op grond van Besluit (EU) 2015/1601 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland.
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 2.3.2017
COM(2017) 202 final
BIJLAGE
bij het
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD
Tiende verslag over herplaatsing en hervestiging
Bijlage 2: Herplaatsingen vanuit Italië tot en met 28 februari 2017
Lidstaat |
Formeel toegezegd 1 |
Daadwerkelijk herplaatst |
Juridisch in de besluiten van de Raad vastgelegde verbintenissen 2 |
Percentage daadwerkelijk herplaatste personen |
Oostenrijk 3 |
462 |
0% |
||
België |
200 |
58 |
1 397 |
4% |
Bulgarije |
140 |
471 |
0% |
|
Kroatië |
36 |
9 |
374 |
2% |
Cyprus |
45 |
10 |
139 |
7% |
Tsjechië |
20 |
1 036 |
0% |
|
Estland |
8 |
125 |
0% |
|
Finland |
630 |
504 |
779 |
65% |
Frankrijk |
920 |
282 |
7 115 |
4% |
Duitsland |
3 010 |
1 070 |
10 327 |
10% |
Hongarije |
306 |
0% |
||
IJsland |
||||
Ierland |
20 |
360 |
0% |
|
Letland |
105 |
9 |
186 |
5% |
Liechtenstein |
0 |
|||
Litouwen |
70 |
251 |
0% |
|
Luxemburg |
110 |
61 |
248 |
25% |
Malta |
47 |
46 |
53 |
87% |
Nederland |
575 |
475 |
2 150 |
22% |
Noorwegen |
690 |
415 |
||
Polen |
35 |
1 861 |
0% |
|
Portugal |
388 |
275 |
1 173 |
23% |
Roemenië |
680 |
45 |
1 608 |
3% |
Slowakije |
250 |
0% |
||
Slovenië |
45 |
23 |
218 |
11% |
Spanje |
150 |
144 |
2 676 |
5% |
Zweden 4 |
50 |
39 |
1 388 |
3% |
Zwitserland |
830 |
471 |
||
TOTAAL |
8 804 |
3 936 |
34 953 |
11% |
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 2.3.2017
COM(2017) 202 final
BIJLAGE
bij het
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD
Tiende verslag over herplaatsing en hervestiging
Bijlage 3: Herplaatsingen vanuit Italië en Griekenland tot en met 28 februari 2017
Lidstaat |
Daadwerkelijk herplaatst vanuit Italië |
Daadwerkelijk herplaatst vanuit Griekenland |
Totaal daadwerkelijk herplaatst |
Juridisch in de besluiten van de Raad vastgelegde verbintenissen 1 |
Percentage daadwerkelijk herplaatste personen |
Oostenrijk 2 |
1 953 |
0% |
|||
België |
58 |
338 |
396 |
3 812 |
10% |
Bulgarije |
29 |
29 |
1 302 |
2% |
|
Kroatië |
9 |
10 |
19 |
968 |
2% |
Cyprus |
10 |
55 |
65 |
320 |
20% |
Tsjechië |
12 |
12 |
2 691 |
0% |
|
Estland |
87 |
87 |
329 |
26% |
|
Finland |
504 |
560 |
1 064 |
2 078 |
51% |
Frankrijk |
282 |
2 476 |
2 758 |
19 714 |
14% |
Duitsland |
1 070 |
1 556 |
2 626 |
27 536 |
10% |
Hongarije |
1 294 |
0% |
|||
IJsland |
|||||
Ierland |
320 |
320 |
600 |
53% |
|
Letland |
9 |
219 |
228 |
481 |
47% |
Liechtenstein |
10 |
10 |
|||
Litouwen |
229 |
229 |
671 |
34% |
|
Luxemburg |
61 |
164 |
225 |
557 |
40% |
Malta |
46 |
50 |
96 |
131 |
73% |
Nederland |
475 |
1 011 |
1 486 |
5 947 |
25% |
Noorwegen |
415 |
249 |
664 |
||
Polen |
6 182 |
0% |
|||
Portugal |
275 |
810 |
1 085 |
2 951 |
37% |
Roemenië |
45 |
523 |
568 |
4 180 |
14% |
Slowakije |
16 |
16 |
902 |
2% |
|
Slovenië |
23 |
101 |
124 |
567 |
22% |
Spanje |
144 |
707 |
851 |
9 323 |
9% |
Zweden 3 |
39 |
39 |
3 766 |
1% |
|
Zwitserland |
471 |
78 |
549 |
||
TOTAAL |
3 936 |
9 610 |
13 546 |
98 255 |
14% |
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 2.3.2017
COM(2017) 202 final
BIJLAGE
bij het
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD
Tiende verslag over herplaatsing en hervestiging
Bijlage 4: Stand van zaken per 27 februari 2017 wat betreft hervestiging in het kader van de conclusies van 20 juli 2015 en het „1:1-mechanisme” met Turkije (toegepast sinds 4 april 2016)
Lidstaat/
|
Toezeggingen in het kader van de regeling van 20 juli 2015 |
Totaal aantal hervestigde personen in het kader van de regeling van 20 juli 2015, met inbegrip van het 1:1mechanisme met Turkije |
Derde land waaruit hervestiging heeft plaatsgevonden |
Oostenrijk |
1 900 |
1 643 |
Libanon: 886; Jordanië: 573; Turkije: 183; Irak: 1 |
België |
1 100 |
597 |
Libanon: 439; Turkije: 106 (van wie 102 via het 1:1-mechanisme); Jordanië: 28; Egypte: 24 |
Bulgarije |
50 |
0 |
|
Kroatië |
150 |
0 |
|
Cyprus |
69 |
0 |
|
Tsjechië |
400 |
52 |
Libanon: 32; Jordanië: 20 |
Denemarken |
1 000 |
481 |
Libanon; Uganda |
Estland |
20 |
20 |
Turkije: 20 via het 1:1-mechanisme |
Finland |
293 1 |
293 2 |
Libanon: 245; Egypte: 37; Jordanië: 4; Irak: 3; Jemen: 2; Israël 2; Turkije: 248 via het 1:1-mechanisme, buiten de regeling van 20 juli om |
Frankrijk |
2 375 |
1 200 |
Turkije: 522 in het kader van het 1:1-mechanisme (van wie 228 in het kader van de regeling van 20 juli en 261 buiten de regeling van 20 juli om 3 ); Libanon: 513; Jordanië: 362; Irak: 8; andere landen: 89 |
Duitsland |
1 600 |
1 403 |
Turkije: 1 403 via het 1:1-mechanisme |
Griekenland |
354 |
0 |
|
Hongarije |
|||
IJsland |
50 |
50 4 |
Libanon |
Ierland |
520 |
520 5 |
Libanon |
Italië |
1 989 |
673 |
Libanon: 490; Turkije: 117 via het 1:1-mechanisme; Sudan: 48; Jordanië: 18 |
Letland |
50 |
10 |
Turkije: 10 via het 1:1-mechanisme |
Liechtenstein |
20 |
20 |
Turkije |
Litouwen |
70 |
25 |
Turkije: 25 via het 1:1-mechanisme |
Luxemburg |
30 |
0 6 |
Turkije: 98 via het 1:1-mechanisme, buiten de regeling van 20 juli om |
Malta |
14 |
0 |
|
Nederland |
1 000 |
1 000 |
Turkije: 673 via het 1:1-mechanisme (van wie 556 in het kader van de regeling van 20 juli en 117 buiten de regeling van 20 juli om); Turkije: 7; Libanon: 341; Kenia: 70; Ethiopië: 8; Jordanië: 7; Libië: 4; Israël: 2; Irak, Marokko, Egypte, Saudi-Arabië, Syrië: 1 |
Noorwegen |
3 500 |
2 924 |
Libanon: 2 552; Turkije: 351 7 (van wie 150 sinds 4 april 2016); Jordanië: 21 |
Polen |
900 |
0 |
|
Portugal |
191 |
12 |
Turkije: 12 via het 1:1-mechanisme |
Roemenië |
80 |
0 |
|
Slowakije |
100 |
0 |
|
Slovenië |
20 |
0 |
|
Spanje |
1 449 |
289 |
Libanon: 232; Turkije: 57 via het 1:1-mechanisme |
Zweden |
491 |
491 |
Turkije: 278 via het 1:1-mechanisme (van wie 269 in het kader van de regeling van 20 juli); Sudan: 124; Kenia: 80; Libanon: 8; Irak: 8; Egypte: 1; Jordanië: 1 |
Zwitserland |
519 |
519 |
Libanon: 431; Syrië: 88 |
Verenigd Koninkrijk |
2 200 |
2 200 |
Jordanië, Libanon, Turkije, Egypte, Irak en andere landen |
TOTAAL |
22 504 |
14 422 |
In totaal zijn 3 565 personen hervestigd vanuit Turkije via het 1:1-mechanisme, van wie 2 799 op basis van de regeling van 20 juli 2015 |