Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52016XR6277

    Resolutie van het Europees Comité van de Regio’s — Jaarlijkse groeianalyse 2017 van de Europese Commissie

    PB C 207 van 30.6.2017, p. 1–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    30.6.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 207/1


    Resolutie van het Europees Comité van de Regio’s — Jaarlijkse groeianalyse 2017 van de Europese Commissie

    (2017/C 207/01)

    Ingediend door de fracties van PSE, EVP, ALDE, EA EN ECR

    HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S (CvdR),

    gelet op de mededeling van de Europese Commissie over de Jaarlijkse groeianalyse 2017 (1) en de start van het Europees semester 2017;

    gelet op de resolutie van het Europees Parlement van 26 oktober 2016 over het Europees semester voor de coördinatie van het economisch beleid: tenuitvoerlegging van de prioriteiten voor 2016 (2);

    1.

    is ingenomen met het belang dat in de jaarlijkse groeianalyse wordt gehecht aan investeringen, structurele hervormingen en verantwoorde overheidsfinanciën maar had meer aandacht verwacht voor de tenuitvoerlegging van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen als een van de pijlers van de Europese economische, sociale en ecologische strategie voor de periode na 2020;

    2.

    merkt op dat verschillende indicatoren — bbp, investeringen, nieuwe banen, arbeidsparticipatie en activiteitsgraad — erop wijzen dat de EU-economie zich herstelt ondanks de toenemende onzekerheid wereldwijd; deelt evenwel het standpunt van de Commissie dat zelfgenoegzaamheid niet op zijn plaats is daar de werkloosheidscijfers in tal van Europese regio’s nog steeds veel te hoog zijn en verschillende opeenvolgende jaren van onvoldoende investeringen (de „investeringskloof”) zwaar wegen op het concurrentievermogen en de samenhang van Europa;

    3.

    is bezorgd over het feit dat bestaande onevenwichtigheden binnen de EU en de eurozone groei en samenhang in de weg staan en dat convergentie tussen en binnen de lidstaten in vele gevallen is afgeremd; beklemtoont dat verschillen binnen de lidstaten een belangrijke bron vormen van economische en sociale ongelijkheden die verder toenemen in de EU, en betreurt dat zij niet op gestructureerde wijze worden aangepakt in de groeianalyse;

    4.

    onderstreept dat een Europese pijler van sociale rechten, waarbij de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid in acht worden genomen, een aanzienlijke bijdrage zou kunnen leveren aan de coördinatie en opwaartse convergentie van de sociale normen, alsook de democratische legitimiteit van de EU zou kunnen versterken;

    5.

    verzoekt de Commissie een voorstel in te dienen voor een begrotingscapaciteit voor de eurozone die voor alle lidstaten openstaat, in combinatie met een analyse van de gevolgen voor de begroting (3);

    Investeringen opnieuw aanzwengelen

    6.

    verheugt zich over de resultaten van het eerste werkingsjaar van EFSI wat het aantal investeringen betreft die aldus konden worden geactiveerd; is evenwel bezorgd over de onzekere resultaten van EFSI wat betreft de meerwaarde, de onevenwichtige geografische verdeling van de projecten die erdoor werden gefinancierd en het gebrek aan gedetailleerde en transparante informatie erover; merkt op dat deze bezorgdheid wordt gedeeld door de Europese Rekenkamer (4) alsook in de door de Commissie gepubliceerde onafhankelijke evaluatie (5); beklemtoont dat projecten vanaf een projectwaarde van 10 miljoen euro voor EFSI-steun in aanmerking zouden moeten kunnen komen, zodat lokale en regionale overheden meer gebruik maken van het EFSI, ook via investeringsplatforms, en betreurt dat veel overheden hierover nog steeds niet geïnformeerd zijn; dringt erop aan dat het aanpakken van de problemen inzake bestuurscapaciteit die lokale en regionale overheden vaak verhinderen van het EFSI gebruik te maken, in de context van het Europees semester als een prioriteit worden aangemerkt;

    7.

    is ingenomen met het feit dat in de groeianalyse wordt verwezen naar hinderpalen voor investeringen op lokaal en regionaal niveau; betreurt evenwel dat de groeianalyse 2017 geen follow-up bevat van de analyse van deze hinderpalen die in het Europees semester 2016 is gelanceerd en waaraan het CvdR heeft bijgedragen via zijn analyse van de hinderpalen op territoriaal niveau (6); acht het van belang te erkennen dat maatregelen voor het verdiepen van de interne markt een belangrijke rol spelen in de verbetering van het algemene investeringsklimaat op EU-niveau en in het wegwerken van de obstakels voor investeringen op nationaal, regionaal en lokaal niveau;

    8.

    wijst op de bijdrage van de ESI-fondsen aan investeringen en beklemtoont dat 61 van de landenspecifieke aanbevelingen voor 2016 worden meegenomen in cohesiebeleidsprogramma’s op landenniveau; is het ermee eens dat de ESI-fondsen samen met het EFSI kunnen worden gebruikt en benadrukt dat de ESI-fondsen het belangrijkste EU-investeringsinstrument zijn en gericht zijn op verbetering van de samenhang, zoals aangegeven in de Verdragen;

    9.

    juicht het toe dat in de groeianalyse wordt verwezen naar de noodzaak de voordelen van de globalisering eerlijk te verdelen en de legitimiteit van het handelsbeleid te verhogen; wijst tevens op de ernst van de bezorgdheid van de burgers en acht het nodig dat de handelingsvrijheid en de democratische speelruimte van de Unie, de parlementen en de regeringen van de lidstaten en de regio’s gewaarborgd worden zodat ook de democratische mogelijkheden van de burgers blijven bestaan; is van mening dat de Commissie zich bij de onderhandeling over en afsluiting van handelsovereenkomsten sterker moet maken voor de handhaving van de Europese kwaliteitsnormen, nationale regelingen en standaarden zodat die overeenkomsten een fair en transparant resultaat opleveren. Zulks onder meer met betrekking tot milieu-, dieren-, klimaat, gezondheids- en consumentenbescherming;

    10.

    verheugt zich erover dat in de groeianalyse wordt erkend dat duidelijke voorschriften m.b.t. de toepassing van de staatssteunregels voor overheidsfinanciering van infrastructuur de financiering van de reële economie vergemakkelijken; onderstreept dat een groot deel van deze financiering betrekking heeft op diensten van algemeen economisch belang (DAEB) en roept de Commissie op de reikwijde van DAEB te verruimen teneinde in te spelen op nieuwe uitdagingen;

    Voortzetten van structurele hervormingen

    11.

    merkt op dat structurele hervormingen van cruciaal belang zijn voor een beter concurrentievermogen, hetgeen steeds harder nodig is om in een context van wereldwijde handel en concurrentie duurzame en inclusieve groei en banen te bevorderen;

    12.

    is verheugd dat de belangrijke rol van overheidsopdrachten bij het bevorderen van het concurrentievermogen en de innovatie wordt onderkend, en benadrukt dat een groot gedeelte van overheidsopdrachten wordt uitgevoerd door lokale en regionale overheden; beklemtoont dat inspanningen ter verbetering van de administratieve capaciteit om overheidsopdrachten te plaatsen specifiek op lokale en regionale overheden gericht zouden moeten zijn;

    13.

    onderstreept dat kmo’s, start-ups en ondernemerschap moeten worden ondersteund door de toegang tot financiering te vergemakkelijken, investeringen in onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten aan te moedigen, administratieve rompslomp te verminderen en betere regelgeving hoog op de agenda te blijven plaatsen; benadrukt dat er moet worden gegarandeerd dat kmo’s in alle sectoren, met inbegrip van dienstensectoren, aan mondiale waardeketens kunnen deelnemen dankzij o.a. een ondersteunend industrie- en regelgevingsbeleid;

    14.

    beklemtoont dat het gebrek aan administratieve capaciteit van overheden op alle niveaus, met name op lokaal en regionaal niveau, een belemmering vormt voor het doorvoeren van structurele hervormingen, en dat de Commissie een gemeenschappelijk strategisch document zou moeten uitbrengen waarin alle stromen van door de EU gefinancierde technische bijstand voor meer bestuurlijke efficiëntie worden gecoördineerd, met inbegrip van het steunprogramma voor structurele hervormingen;

    15.

    apprecieert dat in de jaarlijkse groeianalyse aangegeven wordt dat investeringen in menselijk kapitaal prioritair moeten worden ondersteund; benadrukt met name dat het van belang is de tenuitvoerlegging van de Jongerengarantie te bevorderen en de jeugdwerkloosheid die in tal van regio’s en gemeenschappen nog hoog is, verder te bestrijden;

    Budgettaire expansie en een verantwoord begrotingsbeleid

    16.

    is ingenomen met de discussie over een positieve begrotingskoers voor de eurozone als geheel, hetgeen noodzakelijkerwijs zou moeten worden gekoppeld aan de uitvoering van structurele hervormingen;

    17.

    beklemtoont dat lokale en regionale overheden de door het Stabiliteits- en Groeipact toegestane flexibiliteit volledig willen benutten; herhaalt zijn verzoek om investeringen die door lokale en regionale overheden in het kader van de ESI-fondsen worden gedaan, in alle EU-lidstaten niet in de berekeningen van de tekort- en schuldmaxima mee te nemen;

    18.

    wijst op de noodzaak om ervoor te zorgen dat op alle bestuursniveaus sprake is van gezonde overheidsfinanciën en een beperking van overheidsschulden; benadrukt dat de samenstelling van de overheidsuitgaven als onderdeel van deze algemene inspanning verbeterd moet worden in het licht van de OESO-richtsnoeren voor doeltreffende investeringen op alle overheidsniveaus; is betrokken bij het opzetten van toezicht op de implementatie van dergelijke regels; verzoekt de Commissie om zich in te spannen ten behoeve van begrotingsdecentralisatie in de hele EU, hetgeen volgens de beschikbare bewijzen de doeltreffendheid van overheidsuitgaven ten goede zou komen;

    Verbeteren van de governance van het Europees Semester

    19.

    wijst erop dat meer dan de helft van de landenspecifieke aanbevelingen betrekking heeft op structurele hervormingen die alleen in partnerschap met de lokale en regionale overheden doorgevoerd kunnen worden; benadrukt derhalve dat de beperkte betrokkenheid van de lokale en regionale overheden een van de oorzaken is van het gebrek aan doeltreffendheid van en gevoel van eigen verantwoordelijkheid voor de economische beleidscoördinatie in het kader van het Europees Semester, zoals blijkt uit de bescheiden mate waarin de in de landenspecifieke aanbevelingen uiteengezette structurele hervormingen worden doorgevoerd;

    20.

    is ingenomen met het feit dat de bij het Europees semester betrokken ambtenaren die door de Commissie bij de lidstaten zijn gedetacheerd, in sommige lidstaten reeds met lokale en regionale overheden samenwerken. Dit zou de standaardaanpak in alle lidstaten moeten zijn;

    21.

    betreurt dat de rol van de lokale en regionale overheden niet wordt erkend in de jaarlijkse groeianalyse en dat in de landenspecifieke aanbevelingen geen rekening wordt gehouden met het feit dat verschillende bevoegdheden uitsluitend op regionaal niveau worden uitgeoefend; benadrukt dat het een advies opstelt met daarin het voorstel om een gedragscode voor de betrokkenheid van de lokale en regionale overheden bij het Europees Semester in te voeren; verwelkomt de steun die het Europees Parlement voor dit voorstel heeft uitgesproken; verzoekt de EU-instellingen om het voorstel meteen na publicatie ervan te bespreken;

    22.

    merkt op dat in tal van landenspecifieke aanbevelingen wordt aangedrongen op structurele hervormingen waarvan de tenuitvoerlegging veel langer dan een jaar kan duren, zodat de geboekte vooruitgang bij de evaluatie van de tenuitvoerlegging na één jaar mogelijk wordt onderschat, wat zowel misleidend als ontmoedigend kan zijn voor de betrokken nationale en subnationale bestuursniveaus; verzoekt de Commissie en de Raad daarom de landenspecifieke aanbevelingen zo op te stellen dat ze een eerlijke en transparante evaluatie van de bij de tenuitvoerlegging gemaakte vorderingen mogelijk maken;

    23.

    draagt zijn voorzitter op om deze resolutie aan de Europese Commissie, het Europees Parlement, het Maltese voorzitterschap van de Raad en de voorzitter van de Europese Raad toe te sturen.

    Brussel, 8 februari 2017.

    De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

    Markku MARKKULA


    (1)  COM(2016) 725 final.

    (2)  http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//NONSGML+TA+P8-TA-2016-0416+0+DOC+PDF+V0//EN.

    (3)  Zie het CvdR-ontwerpadvies over Begrotingscapaciteit en automatische stabilisatoren in de economische en monetaire unie, rapporteur: Carl Fredrik Graf (EVP/SV), ECON-VI-018, dat naar verwachting tijdens de CvdR-zitting van februari zal worden goedgekeurd.

    (4)  Europese Rekenkamer, „EFSI: an early proposal to extend and expand”, Advies nr. 2/2016.

    (5)  https://ec.europa.eu/priorities/publications/independent-evaluation-investment-plan_en.

    (6)  7e Monitoringverslag van het CvdR over Europa 2020 en het Europees semester http://portal.cor.europa.eu/europe2020/pub/Documents/2016/7mp.pdf)


    Top