Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52016XC0909(03)

    Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake de kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

    PB C 331 van 9.9.2016, p. 7–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    9.9.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 331/7


    Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake de kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

    (2016/C 331/04)

    Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van de Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.

    ENIG DOCUMENT

    MIEL VILLUERCAS-IBORES

    EU-nr. ES-PDO-0005-01268 — 21.10.2014

    BOB ( X ) BGA ( )

    1.   Naam/Namen

    „Miel Villuercas-Ibores”

    2.   Lidstaat of derde land

    Spanje

    3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

    3.1.   Productcategorie

    Categorie 1.4 Andere producten van dierlijke oorsprong (eieren, honing, diverse zuivelproducten met uitzondering van boter enz.).

    3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

    „Miel Villuercas-Ibores” is honing gemaakt van inheemse flora door honingbijen van het soort Apis mellifera.

    Op basis van de verschillende vegetatiegebieden zijn de volgende soorten honing gedefinieerd:

    monoflorale bremhoning (Retama sphaerocarpa),

    monoflorale kastanjehoning (Castanea sativa),

    multiflorale honing (miel de milflores),

    honingdauwhoning.

    a)   Gemeenschappelijke kenmerken van alle BOB „Miel Villuercas-Ibores”-honingsoorten:

    Fysieke kenmerken

    vochtgehalte

    14-17 %


    Chemische kenmerken

    HMF (ten tijde van het op de markt brengen)

    < 10 mg/kg

    Elektrisch geleidingsvermogen

    Niet minder dan 0,8 mS/cm (kastanje- en honingdauwhoning).

    Niet meer dan 0,8 mS/cm (brem en multiflorale honing).

    Sacharosegehalte

    < 5 g per 100 g

    Fructose- en glucosegehalte

    > 60 g per 100 g (algemeen)

    > 45 g per 100 g (honingdauwhoning)

    b)   Stuifmeel:

    Bremhoning: > 50 % Retama sphaerocarpa.

    Kastanjehoning: > 70 % Castanea sativa.

    Multiflorale honing: deze honingsoort wordt aan het begin van de zomer verzameld en haar stuifmeelspectra weerspiegelen de floristische verscheidenheid van de daaraan voorafgaande maanden; ze is rijk aan stuifmeel van de Fabaceae, Fagaceae, Ericaceae, Lamiaceae en/of Cistaceae die kenmerkend zijn voor dit gebied.

    Honingdauwhoning: deze honingsoort wordt door de bijen gemaakt van afscheidingsproducten op of van levende plantendelen, met name de soorten van de Fagaceae-familie en het Quercus-geslacht, alsmede een klein percentage stuifmeel van de Fagaceae, Ericaceae, Lamiaceae en/of Cistaceae die kenmerkend zijn voor dit gebied.

    Deze honing wordt vooral aan het eind van de zomer geproduceerd, de tijd van het jaar waarin de minste planten in bloei zijn in de gebieden waar de bijen nectar verzamelen.

    c)   Diastatische activiteit: niet minder dan 30.

    d)   Organoleptische kenmerken:

    Bremhoning: licht amberkleurig tot donker met roodachtige lichten; zeer aromatisch met een zoete smaak.

    Kastanjehoning: donker amberkleurig met rode of groenachtige tinten. Sterk aroma. Licht zuur, bitter en met een levendig karakter.

    Multiflorale honing: kleur variërend van licht tot donker amber, afhankelijk van de bloemen, met een wisselend aroma en wisselende smaak.

    Honingdauwhoning: donker amberkleurig; minder zoet van smaak en met een sterke karakteristieke geur.

    3.3.   Diervoeder (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

    3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

    De honing wordt alleen gewonnen uit bijenkasten gelegen in het productiegebied; transhumance buiten dit gebied is niet toegestaan.

    Het verwijderen van de bijen van de honingraten gebeurt met behulp van borstels en/of rokers.

    De raten worden volgens de traditionele methode ontzegeld, namelijk met messen of kammen.

    De raten worden van de honing ontdaan door middel van centrifugatie.

    De opslag van de honing vindt plaats in vaten of bezinktanks.

    De honing wordt gezuiverd door hem te decanteren en te filteren.

    In de uitzonderlijke situatie dat er wegens een slechte oogst gevaar dreigt voor het voortbestaan van de bijenkast, wordt aanvullende voeding voor de bijen toegestaan buiten de periode van nectarverzameling. Deze voeding kan bestaan uit een of meer van de volgende producten: honing van de bijenkast zelf, sacharose (rietsuiker), glucose- en vruchtensiroop.

    3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

    De honing moet worden verpakt in vloeibare of vaste (gekristalliseerde) toestand.

    De gekristalliseerde honing wordt verwarmd tot een maximale temperatuur van 45 °C voor decanteren en verpakken.

    3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

    De honing moet voorzien zijn van een genummerd secundair etiket met het logo van de benaming, dat dusdanig moet worden aangebracht in de verpakkingsfaciliteit dat het niet kan worden hergebruikt. Het moet tevens voorzien zijn met het EU-symbool en het „Miel Villuercas-Ibores” BOB-logo.

    Het „Miel Villuercas-Ibores” BOB-logo wordt als volgt omschreven:

    Image

    Aan de rechterkant bevindt zich de naam Extremadura en een kaart waarop het productiegebied van de honing is gemarkeerd met twee concentrische cirkels.

    4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

    Het productiegebied van de honing is gelegen in de autonome gemeenschap Extremadura (Spanje) in het zuidoosten van de provincie Cáceres. Het bestaat uit een totaal van 27 gemeenten die samen de comarca Villuercas-Ibores vormen; al deze gemeenten bevinden zich in de provincie Cáceres.

    5.   Verband met het geografische gebied

    Natuurlijke factoren

    De comarca Villuercas-Ibores bestaat uit een reeks van buitengewoon steile en grillige bergformaties bedekt met Armoricaanse kwartsietrotsen en geflankeerd door lei- en zandsteen. Het hoogste punt bevindt zich in het massief van La Villuerca (1 601 m). Het hydrografisch netwerk omvat rivieren die deel uitmaken van de bekkens van de Taag en de Guadiana. In het gebied heerst een subhumide regenklimaat en de neerslag is daarom over het algemeen hoger dan in de meeste van de andere comarcas van Extremadura.

    Volgens het USDA-classificatiesysteem (Bodemtaxonomie) zijn de bodems van het type Entisol, Inceptisol en Alfisol. De Entisolen vormen zeer smalle stroken op de vlakten van de rivieren Ruecas en Silvadillos. De Inceptisolen bevinden zich voornamelijk op de aan de noordzijde gelegen berghellingen. De Alfisolen bevinden zich in het zuidelijke deel van het gebied, in de rivierterrassen en vlakten met struikgewas. Het zijn bodems die voldoen aan slechts enkele van de vereiste kenmerken voor de teelt van gewas, maar geschikt zijn voor bosbouwactiviteiten.

    De comarca Villuercas-Ibores heeft een rijke en gevarieerde flora, overeenkomstig het biogeografisch gebied waarin het is gelegen (Ladero, 1987), en omvangrijke gebieden van grasland en struiken waar de bijen uitgebreid nectar kunnen halen uit inheemse bloemen, wat voor honing met uitstekende kwaliteiten zorgt. Er zijn ook talrijke bossen van steen- en kurkeiken, kastanje- en eikenbomen die de bijen voorzien van nectar, stuifmeel en honingdauw. Hoewel de comarca over het algemeen bedekt is met bos- en dehesa-soorten, zijn de kastanje- en olijfboom, matorral en Cistus de belangrijkste soorten van het gebied, samen met uitgestrekte eikenbossen.

    Van de talloze plantensoorten waaruit bijen voedsel kunnen halen, staan enkele van de belangrijkste honingplanten in de comarca Villuercas-Ibores hieronder vermeld; ze zijn allemaal inheems in het productiegebied:

    BORAGINACEAE: Echium plantagineum L. (paars slangenkruid), Anchusa azurea Miller (Italiaanse ossentong).

    BRASSICACEAE: Raphanus raphanistrum L. (knopherik).

    ERICACEAE: Erica australis L. (Spaanse boomheide), Erica lusitanica Rudolphi (Portugese heide), Erica umbellata L. (schermbloemige heide), Calluna vulgaris (L.) Hull (Schotse heide), Arbustus unedo L. (aardbeiboom).

    FABACEAE: Retama sphaerocarpa L. (gewone brem, bolletjesbrem), Trifolium stellatum L. (sterklaver), Genista tridentata (carquesa), Cytisus multiflorus (witte brem of bezem).

    FAGACEAE: Castanea sativa Miller (tamme kastanje), Quercus pyrenaica Willd. (Pyrenese eik), Quercus rotundifolia L. (steeneik), Quercus suber L. (kurkeik).

    LAMIACEAE: Lavandula stoechas subsp. pedunculata Miller (Franse lavendel), Rosmarinus officinalis L. (rozemarijn).

    ROSACEAE: Rubus ulmifolius Schott (doornloze braam).

    APIACEAE: (UMBELLIFERAE): Erynginum campestre L. (echte kruisdistel).

    CISTACEAE: Cistus ladanifer L. (cistusroos), Cistus spp. en Halimium spp. (zonneroosjes in het algemeen).

    Menselijke factoren

    De comarca Villuercas-Ibores is altijd aan de bijenteelt gekoppeld. Specifieke verwijzingen gaan terug tot ten minste 1086 en maken melding van bekende gebeurtenissen, zoals het wonder van Onze-Lieve-Vrouw van Guadalupe (1575). Tegenwoordig verwijzen nog steeds veel plaatsnamen in de comarca naar bijen en de lokale flora (Castañar, Carrascalejo, Peraleda) en natuurlijke kenmerken met namen die aan de bijenteelt doen denken, zoals „La Umbría del Colmenar” in de gemeente Cañamero en „El Arroyo del Enjambrero” en „Valle del Enjambrero” in de gemeente Alía.

    Het productiegebied heeft een sterk landelijk en bergachtig karakter, met gemeenten met een lage bevolkingsdichtheid waar de landbouw en de veehouderij de belangrijkste middelen van bestaan zijn. Deze omstandigheden en een inheemse flora die vrijwel niet beïnvloed is door menselijke activiteiten, maken het een geschikte omgeving voor de bijenteelt, waar de honing nog steeds wordt gewonnen op de traditionele manier om al zijn kwaliteiten te behouden.

    Een belangrijke lokale traditionele bijenteeltpraktijk betreft het beheer van de bijenkasten. Er is geen transhumance en de bijenkorven mogen alleen binnen het productiegebied worden verplaatst van de ene plek naar de andere.

    Een ander basiskenmerk van het productieproces is dat de laatste partij honing wordt achtergelaten in de bijenkast als voedsel voor de bijen. De lokale imkers doen daarmee aan niet-intensieve bijenteelt. Wanneer de honingraat in de herfst uit de bijenkast wordt verwijderd, halen zij niet alle honing eruit, maar laten het nodige achter om de bijen van voeding te voorzien. Op deze manier wordt het welzijn van de bijen in acht genomen en is de bijenkast duurzaam, zodat de bijen in topconditie blijven.

    Specificiteit van het product

    Het productiegebied, met zijn lange bijenteelttraditie, is een deel van Extremadura, waar imkers door de eeuwen heen goed gebruik hebben weten te maken van de inheemse flora. De keuze van de naam „Miel Villuercas-Ibores” weerspiegelt de historische status van honing in dit gebied, de vaardigheid en de traditionele en ambachtelijke technieken waarmee de honing bereid wordt, alsmede zijn bijzondere kwaliteiten die voortvloeien uit de omgeving waarin hij wordt geproduceerd.

    Bovendien, in tegenstelling tot andere comarcas in Extremadura, is er geen transhumance, zodat de verkregen honing qua lokale flora homogeen is en zijn bijzondere eigenschappen uitsluitend voortkomen uit natuurlijke en menselijke factoren die samenkomen in het afgebakende geografische gebied.

    Het bewijs van het traditionele productiesysteem kan worden gevonden in de waarden die zijn verkregen voor bepaalde parameters voor het eindproduct en die wijzen op de hoge kwaliteit van de honing:

    typisch lage HMF-waarden die de frisheid en ambachtelijkheid van de productie aangeven;

    lage vochtgehaltes die de rijpheid aangeven en te danken zijn aan het permanent aftoppen van de honingraat, aangezien het geen intensieve vorm van bijenteelt betreft;

    hoge diastatische activiteit als gevolg van de versheid van de honing;

    elektrische geleidingsvermogenswaarden en organoleptische kenmerken die karakteristiek zijn voor het stuifmeelsoort waaruit de honing is gemaakt.

    Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product

    Onderzoek van de verschillende stuifmeelspectra heeft het mogelijk gemaakt de geografische markers te bepalen die de „Miel Villuercas-Ibores”-honing kenmerken — oftewel, het stuifmeel van alle flora — met als resultaat homogene stuifmeelprofielen die kenmerkend zijn voor het gebied en niet meer dan één procent stuifmeel bevatten van gekweekte of uitheemse planten.

    De honingdauwhoning is een ander distinctief kenmerk van dit unieke gebied dat onlangs door Unesco de naam Villuercas Ibores Jara Global Geopark kreeg toegewezen. Deze honing wordt gemaakt in september en oktober als de bloeitijd bijna of volledig is afgelopen en de bijen geen nectar meer hebben. De bijen verzamelen afscheidingen van de levende plantendelen van de Fagaceae-familie of de afscheidingen die daarop worden gevonden als gevolg van de activiteiten van specifieke plantsapzuigende insecten. Dit helpt de bijen te overleven gedurende de maanden waarin er geen nectar is, aangezien er geen transhumance plaatsvindt naar andere gebieden waar ze bloemen kunnen vinden. Dat onderscheidt deze honing van andere soorten honingdauwhoning uit andere gebieden, aangezien hij niet zo zoet is, zoals blijkt uit zijn fructose- en glucosegehalte (> 45 g per 100 g).

    Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

    (artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)

    http://www.gobex.es/filescms/con03/uploaded_files/SectoresTematicos/Agroalimentario/Denominacionesdeorigen/PC_mielVilluercasIbores.pdf


    (1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.


    Top