EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 17.8.2016
COM(2016) 508 final
2016/0248(NLE)
Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
tot vaststelling van het standpunt van de Unie met betrekking tot de wijzigingen van de bijlagen bij de Europese overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR) en van de bijlagen bij de Europese overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN)
TOELICHTING
1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
Het voorgestelde besluit van de Raad heeft als doel het standpunt van de Europese Unie te bepalen met betrekking tot de wijzigingen van de bijlagen bij de Europese overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR) en van de bijlagen bij de Europese overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN), van toepassing vanaf 1 januari 2017.
De hierboven genoemde bijlagen, algemeen bekend als de bijlagen bij de ADR en de bijlagen bij de ADN, regelen het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg en over de binnenwateren tussen de leden van de Economische Commissie van de Verenigde Naties voor Europa (VN-ECE) die ook verdragsluitende partij zijn bij de ADR en de ADN.
De ontwikkeling van het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg en over de binnenwateren, zowel binnen de Unie als tussen de Unie en de buurlanden, is een essentieel element van het Europees gemeenschappelijk vervoersbeleid en garandeert de goede werking van alle industrietakken die goederen produceren of gebruiken die volgens de ADR en de ADN als gevaarlijk zijn ingedeeld. Voor de ontwikkeling van het vervoer en de aanverwante industrietakken in de economische keten is het daarom van wezenlijk belang dat die overeenkomsten worden aangepast aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang. Het doel van de wijzigingen is de ADR en de ADN in overeenstemming te brengen met de modelreglementen van de VN, met inbegrip van de nieuwe definities, indelingscriteria en VN-nummers, verpakkings- en etiketteringsvoorschriften, actualisering van de toepasselijke normen en technische bepalingen en redactionele correcties.
2.RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELINGEN
De internationale bepalingen met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke goederen zijn vastgelegd door diverse internationale organisaties, zoals de Economische Commissie van de Verenigde Naties voor Europa (VN-ECE), diverse gespecialiseerde agentschappen van de Verenigde Naties, de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF) en de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR). Aangezien de regels onderling verenigbaar moeten zijn, is een complex internationaal systeem ontwikkeld voor coördinatie en harmonisatie tussen de organisaties die bij die werkzaamheden zijn betrokken. De bepalingen worden om de twee jaar aangepast.
Tijdens de voorbereiding van die wijzigingen is een breed scala van deskundigen uit de publieke en private sector geraadpleegd. De volgende technische vergaderingen hebben plaatsgevonden tijdens de opstelling van die wijzigingen:
zittingen van het VN-subcomité van deskundigen inzake het vervoer van gevaarlijke goederen:
1) 43e zitting in Genève, 24-28 juni 2013,
2) 44e zitting in Genève, 25 november-4 december 2013,
3) 45e zitting in Genève, 23 juni-2 juli 2014, en
4) 46e zitting in Genève, 1-9 december 2014;
zittingen van de VN-ECE – OTIF gezamenlijke vergadering van de commissie van deskundigen van het RID en de werkgroep inzake het vervoer van gevaarlijke goederen:
1) najaarszitting 2014 in Genève, 15-19 september 2014,
2) voorjaarszitting 2015 in Bern, 23-27 maart 2015,
3) najaarszitting 2015 in Genève, 15-25 september 2015, en
4) voorjaarszitting 2016 in Bern, 14-18 maart 2016;
zittingen van de werkgroep inzake het vervoer van gevaarlijke goederen – WP.15:
1) voorjaarszitting 2014 in Genève, 6-9 mei 2014,
2) najaarszitting 2014 in Genève, 3-7 november 2014,
3) voorjaarszitting 2015 in Genève, 4-7 mei 2015,
4) najaarszitting 2015 in Genève, 9-13 november 2015, en
5) voorjaarszitting 2016 in Genève, 9-13 mei 2016;
zittingen van het Administratief Comité van de Europese overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN) op basis van de voorstellen van het Veiligheidscomité:
1) zomerzitting 2014 in Genève, 25-29 augustus 2014,
2) winterzitting 2015 in Genève, 27-30 januari 2015,
3) zomerzitting 2015 in Genève, 24-28 augustus 2015,
4) winterzitting 2016 in Genève, 25-29 januari 2016.
Tijdens deze vergaderingen zijn de afzonderlijke voorstellen voor wijzigingen geanalyseerd en verwerkt door de commissies van deskundigen. In de meeste gevallen werd unaniem overeenstemming bereikt over de aanbevolen maatregel. Sommige voorstellen zijn door een meerderheid van de deskundigen aanbevolen. De werkgroep inzake het vervoer van gevaarlijke goederen – WP.15 heeft tijdens elk van de bovengenoemde vergaderingen een besluit over deze voorstellen genomen.
Procedure voor de wijziging van de bijlagen bij de ADR en de ADN
Volgens hoofdstuk VII – "stemming" van het mandaat en het reglement van orde van de werkgroep inzake het vervoer van gevaarlijke goederen (WP.15) hebben alleen volwaardige deelnemers één stem in WP.15, en worden de besluiten van die werkgroep voornamelijk bij consensus genomen. WP.15 stemt bij handopsteken.
Overeenkomstig artikel 14 van de ADR worden voorgestelde wijzigingen van de bijlagen bij de ADR, eenmaal daarover is besloten door de werkgroep inzake het vervoer van gevaarlijke goederen – WP.15, geacht te zijn aanvaard tenzij, binnen drie maanden vanaf de datum waarop de secretaris-generaal van de Verenigde Naties ze heeft verspreid, ten minste een derde van de overeenkomstsluitende partijen, of vijf van hen als eenderde dat aantal overstijgt, de secretaris-generaal schriftelijk in kennis hebben gesteld van hun bezwaar tegen de voorgestelde wijziging.
De wijzigingen die momenteel door de WP.15 zijn aangenomen, zoals vermeld in de documenten in de bijlage bij het onderhavige voorstel, zullen aan de secretaris-generaal van de Verenigde Naties worden toegezonden zodat zij op 1 juli 2016 ter aanvaarding kunnen worden gemeld aan de overeenkomstsluitende partijen van de ADR, overeenkomstig de in artikel 14 van de ADR vastgelegde procedure, en online beschikbaar zijn.
Overeenkomstig artikel 20 van de ADN worden de wijzigingen, eenmaal daarover is besloten door het administratief comité van de ADN, geacht te zijn aanvaard tenzij, binnen drie maanden vanaf de datum waarop de secretaris-generaal van de Verenigde Naties ze heeft verspreid, ten minste een derde van de overeenkomstsluitende partijen, of vijf van hen als eenderde dat aantal overstijgt, de secretaris-generaal schriftelijk in kennis hebben gesteld van hun bezwaar tegen de voorgestelde wijziging.
De wijzigingen die momenteel door het administratief comité van de ADN zijn aangenomen, zoals vermeld in de documenten in de bijlage bij het onderhavige voorstel, zullen aan de secretaris-generaal van de Verenigde Naties worden toegezonden zodat zij op 1 juli 2016 ter aanvaarding kunnen worden gemeld aan de overeenkomstsluitende partijen van de ADN, overeenkomstig de in artikel 20 van de ADN vastgelegde procedure, en online beschikbaar zijn.
3.JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL
De Europese Unie is geen overeenkomstsluitende partij bij de ADR en de ADN. Dat de Europese Unie niet aan een internationale overeenkomst deelneemt, verhindert evenwel niet dat zij haar bevoegdheid uitoefent door via haar instellingen een standpunt vast te stellen dat namens haar moet worden ingenomen in het orgaan dat volgens die overeenkomst is opgericht, met name via de lidstaten die partij zijn bij die overeenkomst en die gezamenlijk optreden in het belang van de Unie (zie Duitsland/Raad, C-399/12 ("OIV"), punt 52 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
Momenteel zijn er 48 partijen bij de ADR, en alle lidstaten van de EU zijn partij bij die overeenkomst. Er zijn 18 partijen bij de ADN, en 13 lidstaten van de EU zijn partij bij die overeenkomst.
Sinds 1 januari 1997 past de Europese Unie de bepalingen van de ADR toe op het vervoer van gevaarlijke goederen op EU-grondgebied, aanvankelijk krachtens Richtlijn 94/55/EG van de Raad van 21 november 1994 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg. In 2008 is Richtlijn 94/55/EG vervangen door Richtlijn 2008/68/EG, die dezelfde beginselen nastreeft. Sinds 1 januari 2009 past de Europese Unie de bepalingen van de ADN toe op het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren.
In artikel 4 van Richtlijn 2008/68/EG (derde landen) is bepaald dat "vervoer van gevaarlijke goederen tussen lidstaten en derde landen wordt toegestaan indien wordt voldaan aan de ADR, het RID of de ADN, tenzij in de bijlagen anders is vermeld". Bovendien is in overweging 12 van de richtlijn bepaald dat "het gebruik van in derde landen geregistreerde vervoermiddelen dient te worden toegestaan voor internationaal vervoer van gevaarlijke goederen op het grondgebied van de lidstaten overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van de ADR, het RID of de ADN en van deze richtlijn".
Tenzij een voldoende aantal partijen bezwaar maakt, treden de in dit voorstel bedoelde wijzigingen op 1 januari 2017 in werking en worden zij bindend.
De rechtsgrondslag van het voorgestelde besluit van de Raad is artikel 91, VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.
Artikel 1 van het ontwerpvoorstel bevat een gedetailleerde lijst van de beoogde wijzigingen, waarbij wordt aangegeven dat zij door de Unie kunnen worden aanvaard. De voorgestelde wijzigingen worden geschikt geacht voor het veilig vervoer van gevaarlijke goederen op een kosteneffectieve wijze, rekening houdend met de technologische vooruitgang, en kunnen daarom worden ondersteund.
4.
TENUITVOERLEGGING IN DE EUROPESE UNIE
De bovengenoemde wijzigingen, voor zover zij bindend worden, moeten worden opgenomen in Richtlijn 2008/68/EG betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land, waarbij uniforme regels worden toegepast op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, het spoor en de binnenwateren in of tussen lidstaten. Daartoe heeft de Commissie de bevoegdheid gekregen om bijlage I, deel I.1, en bijlage III, deel III.1, bij Richtlijn 2008/68/EG aan te passen aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang. Zodra de termijn voor bezwaar tegen een kennisgeving door de secretaris-generaal van de Verenigde Naties is verstreken, geeft de Commissie het startsein voor het wijzigingsproces.
2016/0248 (NLE)
Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
tot vaststelling van het standpunt van de Unie met betrekking tot de wijzigingen van de bijlagen bij de Europese overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR) en van de bijlagen bij de Europese overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91 in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)Het optreden van de Unie in de sector van het vervoer van gevaarlijke goederen moet gericht zijn op de verbetering van de veiligheid, de bescherming van het milieu en het vergemakkelijken van het internationale vervoer.
(2)De Unie is geen partij bij de Europese overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (hierna de "ADR" genoemd) en de Europese overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (hierna de "ADN"). Dat verhindert evenwel niet dat zij haar bevoegdheid uitoefent door via haar instellingen een standpunt vast te stellen dat namens haar moet worden ingenomen in het orgaan dat volgens die overeenkomst is opgericht, met name via de lidstaten die partij zijn bij die overeenkomst en die gezamenlijk optreden in het belang van de Unie.
(3)Alle lidstaten zijn partij bij de ADR en passen die toe, en 13 lidstaten zijn partij bij de ADN en passen die toe.
(4)Bij Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad zijn vereisten vastgesteld voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, het spoor en de binnenwateren in of tussen de lidstaten, onder verwijzing naar de ADR en de ADN. Bovendien is in artikel 4 van die richtlijn bepaald dat "vervoer van gevaarlijke goederen tussen lidstaten en derde landen wordt toegestaan indien wordt voldaan aan de ADR, het RID of de ADN, tenzij in de bijlagen anders is vermeld".
(5)De werkgroep inzake het vervoer van gevaarlijke goederen – WP.15 en het administratief comité van de ADN hebben overeenkomstig de procedures die zijn neergelegd in artikel 14 van de ADR en artikel 20 van de ADN, in de periode 2014-2016 bepaalde wijzigingen aangenomen die naar verwachting op 1 januari 2017 in werking treden.
(6)Die wijzigingen, die betrekking hebben op technische normen of uniforme technische voorschriften, hebben tot doel het veilig en efficiënt vervoer van gevaarlijke goederen te garanderen, rekening houdend met de technische en wetenschappelijke vooruitgang in de sector en de ontwikkeling van nieuwe stoffen en goederen die gevaar kunnen opleveren tijdens het vervoer. De ontwikkeling van het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg en over de binnenwateren, zowel binnen de Unie als tussen de Unie en de buurlanden, is een essentieel element van het Europees gemeenschappelijk vervoersbeleid en garandeert de goede werking van alle industrietakken die goederen produceren of gebruiken die volgens de ADR en de ADN als gevaarlijk zijn ingedeeld.
(7)Alle voorgestelde wijzigingen zijn gerechtvaardigd en nuttig, en moeten derhalve door de Unie worden gesteund,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het door de Europese Unie in te nemen standpunt over de voorgestelde wijzigingen van de bijlagen bij de ADR en de bijlagen bij de ADN zijn in overeenstemming met de bijlage bij dit besluit.
Kleine wijzigingen van dat standpunt kunnen worden overeengekomen zonder verder besluit van de Raad.
Artikel 2
Het standpunt van de Unie als omschreven in artikel 1 wordt uitgedrukt door de lidstaten die partij zijn bij de ADR en de ADN en die gezamenlijk optreden in het belang van de Unie.
Artikel 3
De besluiten van de werkgroep inzake het vervoer van gevaarlijke goederen (WP.15) en het veiligheidscomité van de ADN worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, met vermelding van hun inwerkingtreding.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De voorzitter