Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52016IP0066

    Resolutie van het Europees Parlement van 25 februari 2016 over de humanitaire situatie in Jemen (2016/2515(RSP))

    PB C 35 van 31.1.2018, p. 142–145 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    31.1.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 35/142


    P8_TA(2016)0066

    Humanitaire situatie in Jemen

    Resolutie van het Europees Parlement van 25 februari 2016 over de humanitaire situatie in Jemen (2016/2515(RSP))

    (2018/C 035/25)

    Het Europees Parlement,

    gezien zijn eerdere resoluties over Jemen, en met name die van 9 juli 2015 over de situatie in Jemen (1),

    gezien de gezamenlijke verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV), Federica Mogherini, en de commissaris voor Humanitaire Hulp en Crisisbeheersing, Christos Stylianides, van 10 januari 2016 over de aanval op een ziekenhuis van Artsen zonder Grenzen (AzG) in Jemen,

    gezien de verklaring van de woordvoerder van de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) van 15 december 2015 over de hervatting van door de VN gefaciliteerde besprekingen over Jemen, en de gezamenlijke verklaring van de VV/HV, Federica Mogherini, en de commissaris voor Humanitaire Hulp en Crisisbeheersing, Christos Stylianides, van 2 oktober 2015 over Jemen,

    gezien de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken over Jemen, in het bijzonder die van 20 april 2015,

    gezien de resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties over Jemen, meer bepaald resoluties 2216(2015), 2201(2015) en 2140(2014),

    gezien de aan de woordvoerder van de secretaris-generaal van de VN toe te schrijven verklaringen van 10 januari 2016 en 8 januari 2016 over Jemen,

    gezien artikel 123, leden 2 en 4, van zijn Reglement,

    A.

    overwegende dat de huidige crisis in Jemen het gevolg is van het feit dat de opeenvolgende regeringen er niet in zijn geslaagd tegemoet te komen aan het legitieme verlangen van de Jemenitische bevolking naar democratie, economische en sociale ontwikkeling, stabiliteit en veiligheid; overwegende dat dit falen de omstandigheden voor het uitbreken van een gewelddadig conflict heeft geschapen, omdat er geen inclusieve regering werd gevormd, de macht niet eerlijk werd verdeeld en de vele tribale spanningen in het land, de algemene onveilige situatie en de verlamde economie stelselmatig werden genegeerd;

    B.

    overwegende dat de door Saudi-Arabië geleide militaire interventie — waarom de president van Jemen, Abd Rabbuh Mansur Hadi, heeft gevraagd en waarbij ook gebruik wordt gemaakt van internationaal verboden clusterbommen — heeft geleid tot een rampzalige humanitaire situatie die de bevolking van het hele land treft, ernstige gevolgen heeft voor de regio en een gevaar vormt voor de internationale vrede en veiligheid; overwegende dat de Jemenitische burgerbevolking, die toch al te kampen heeft met abominabele levensomstandigheden, het voornaamste slachtoffer is van de huidige militaire escalatie;

    C.

    overwegende dat Houthi-rebellen Taiz, de derde stad van Jemen, belegeren en de levering van humanitaire goederen verhinderen; overwegende dat volgens Stephen O'Brien, de adjunct-secretaris-generaal van de VN voor humanitaire zaken en noodhulpcoördinator, zo'n 200 000 burgers die daar in de val zitten dringend behoefte hebben aan drinkwater, voedsel, medische verzorging en andere levensreddende bijstand en bescherming;

    D.

    overwegende dat er sinds het uitbreken van het conflict ten minste 5 979 doden, van wie bijna de helft burgers, en 28 208 gewonden zijn gevallen; overwegende dat er onder de slachtoffers honderden vrouwen en kinderen zijn; overwegende dat de humanitaire gevolgen van de aanhoudende gevechten tussen verschillende milities en de bombardementen op en de verstoring van essentiële diensten, voor de burgerbevolking alarmerende proporties aannemen;

    E.

    overwegende dat er volgens het in november 2015 verschenen „2016 Humanitarian Needs Overview” (HNO) 21,2 miljoen mensen (82 % van de bevolking) inmiddels de een of andere vorm van humanitaire bijstand nodig hebben; overwegende dat er momenteel eveneens naar schatting 2,1 miljoen mensen ondervoed zijn, waaronder meer dan 1,3 miljoen kinderen die aan ernstige acute ondervoeding lijden;

    F.

    overwegende dat de EU in 2015 voor 52 miljoen EUR nieuwe humanitaire bijstand heeft verleend voor de crisis in Jemen en de gevolgen ervan in de Hoorn van Afrika; overwegende dat de EU tot 2 miljoen EUR zal bijdragen aan de invoering van het verificatie- en inspectiemechanisme van de VN (UNVIM) voor commerciële leveringen aan Jemen, waarmee de onbelemmerde levering van handelsgoederen en humanitaire bijstand zal worden vergemakkelijkt;

    G.

    overwegende dat er talrijke meldingen zijn dat burgerdoelen zoals ziekenhuizen, scholen, markten, graandepots, havens en een kamp voor ontheemden getroffen zijn bij luchtaanvallen van de door Saudi-Arabië geleide militaire coalitie in Jemen, die ernstige schade hebben toegebracht aan essentiële hulpverleningsinfrastructuur en bijgedragen hebben tot het ernstige voedsel- en brandstoftekort in het land; overwegende dat een door Artsen zonder Grenzen (AzG) gesteund ziekenhuis in Noord-Jemen op 10 januari 2016 werd gebombardeerd, waarbij ten minste zes doden en een tiental gewonden zijn gevallen, waaronder personeel van AzG, en de medische infrastructuur ernstig is beschadigd; overwegende dat dit slechts het meest recente geval is van aanvallen op medische centra; overwegende dat er ook vele historische en archeologische monumenten onherstelbaar zijn beschadigd of verwoest, zoals delen van de oude stad Sanaa, die tot het Unesco-werelderfgoed behoort;

    H.

    overwegende dat vanwege de verminderde havencapaciteit en de congestie als gevolg van de beschadigde infrastructuur nog slechts 15 % van de hoeveelheid brandstof die voor de crisis werd ingevoerd het land bereikt; overwegende dat volgens de IPC-classificatie (Integrated Food Security Phase Classification) van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) in acht van de gouvernementen van het land, te weten Sa'ada, Hajjah, Hodeida, Taiz, Al-Dhale, Lahj, Abyan en Hadramaut, het noodsituatieniveau voor voedselzekerheid geldt;

    I.

    overwegende dat volgens Save the Children in minstens 18 van de 22 gouvernementen van het land ziekenhuizen gesloten zijn als gevolg van, of ernstig te lijden hebben onder, de gevechten of het gebrek aan brandstof; overwegende dat met name 153 gezondheidscentra die voorheen meer dan 450 000 in gevaar verkerende kinderen van voedsel voorzagen, gesloten zijn, evenals 158 ambulante zorgcentra die basisgezondheidszorg moeten bieden aan bijna een half miljoen kinderen onder de vijf jaar;

    J.

    overwegende dat het conflict in Jemen volgens Unicef ook ernstige gevolgen heeft voor de toegang van kinderen tot onderwijs, dat voor bijna 2 miljoen kinderen stilligt omdat 3 584 scholen — één op de vier — gesloten zijn; overwegende dat 860 van die scholen beschadigd zijn of voor de opvang van ontheemden worden gebruikt;

    K.

    overwegende dat er op 15 december 2015 in het hele land een staakt-het-vuren werd afgekondigd, maar dat dit vervolgens op grote schaal werd geschonden; overwegende dat bij de vredesbesprekingen tussen de oorlogvoerende partijen van medio december 2015 in Zwitserland geen belangrijke doorbraak werd bereikt die uitzicht biedt op de beëindiging van het conflict; overwegende dat de voor 14 januari 2016 geplande hervatting van de door de VN geleide vredesbesprekingen onder auspiciën van de speciale VN-gezant voor Jemen, Ismail Ould Cheikh Ahmed, tijdelijk werd uitgesteld wegens het voortduren van het geweld;

    L.

    overwegende dat de situatie in Jemen ernstige risico's inhoudt voor de stabiliteit in de regio, met name in de Hoorn van Afrika, het gebied rond de Rode Zee en het Midden-Oosten in ruimere zin; overwegende dat Al Qaida op het Arabische Schiereiland (AQAP) heeft kunnen profiteren van de verslechtering van de politieke en veiligheidssituatie in Jemen om zijn aanwezigheid op te voeren en het aantal en de impact van zijn terroristische aanslagen te vergroten; overwegende dat de zogenaamde Islamitische Staat (ISIS)/Da'esh zich in Jemen heeft gevestigd en terroristische aanslagen heeft uitgevoerd op sjiitische moskeeën, waarbij honderden mensen zijn omgekomen;

    M.

    overwegende dat een stabiel en veilig Jemen met een goed werkende regering van cruciaal belang is voor de internationale inspanningen tegen het extremisme en het geweld in de regio en daarbuiten, en voor de vrede en stabiliteit binnen Jemen zelf;

    N.

    overwegende dat een aantal EU-lidstaten sinds het begin van de oorlog exportvergunningen is blijven afgeven voor de levering van wapens en toebehoren aan Saudi-Arabië; overwegende dat deze leveringen in strijd zijn met Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB inzake de controle op de uitvoer van wapens, dat de lidstaten uitdrukkelijk verbiedt een wapenexportvergunning af te geven indien er een duidelijk risico bestaat dat de uit te voeren militaire goederen of technologie zullen worden gebruikt om ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht te begaan en om de vrede, de veiligheid en de stabiliteit in de regio te ondermijnen;

    1.

    is ernstig bezorgd over de alarmerende verslechtering van de humanitaire situatie in Jemen die wordt gekenmerkt door wijdverbreide voedselonzekerheid en ernstige ondervoeding, willekeurige aanvallen op burgers, gezondheidswerkers en hulpverleners en vernietiging van civiele en medische infrastructuur als gevolg van het reeds eerder bestaande intern conflict, de steeds talrijkere luchtaanvallen van de door Saudi-Arabië geleide coalitie en de grondgevechten en beschietingen, ondanks de herhaalde oproepen om de vijandelijkheden opnieuw te staken; betreurt ten zeerste dat het conflict levens geëist heeft en lijden berokkent aan diegenen die bij de gevechten betrokken zijn, en betuigt zijn medeleven aan de families van de slachtoffers; bevestigt opnieuw dat het Jemen en de Jemenitische bevolking zal blijven steunen;

    2.

    is ernstig bezorgd over de luchtaanvallen van de door Saudi-Arabië geleide coalitie en de zeeblokkade van Jemen, die aan duizenden mensen het leven hebben gekost, Jemen verder hebben gedestabiliseerd, de fysieke infrastructuur van het land hebben verwoest, instabiliteit hebben gecreëerd die wordt uitgebuit door terroristische en extremistische organisaties zoals ISIS/Da'esh en AQAP, en de reeds kritieke humanitaire situatie nog hebben verergerd; veroordeelt eveneens met klem de destabiliserende en gewelddadige acties van de Houthi's, die door Iran worden gesteund, waaronder de belegering van Taiz, die ook rampzalige humanitaire gevolgen heeft voor de inwoners van die stad;

    3.

    onderstreept dat gecoördineerd humanitair optreden onder leiding van de VN noodzakelijk is, en dringt er bij alle landen op aan bij te dragen tot het lenigen van de humanitaire noden; verzoekt alle partijen de binnenkomst en levering van dringend noodzakelijke levensmiddelen, geneesmiddelen, brandstof en andere noodzakelijke bijstand door de VN en internationale humanitaire kanalen toe te staan om, overeenkomstig de beginselen van onpartijdigheid, neutraliteit en onafhankelijkheid, in de dringende behoeften van de door de crisis getroffen burgers te kunnen voorzien; roept op tot een humanitair bestand, zodat zo snel mogelijk levensreddende bijstand kan worden geboden aan de Jemenitische bevolking; herhaalt dat de toegang tot Jemen voor commerciële leveringen daarom absoluut moet worden versoepeld;

    4.

    verzoekt alle partijen het internationaal humanitair recht en de internationale mensenrechtenwetgeving te eerbiedigen, de bescherming van burgers te waarborgen en zich te onthouden van rechtstreekse aanvallen op civiele infrastructuur, met name medische voorzieningen en watervoorzieningsstelsels; dringt aan op een onafhankelijk onderzoek naar alle aantijgingen van misbruik, foltering, het gericht doden van burgers en andere schendingen van de internationale mensenrechtenwetgeving en het internationaal humanitair recht;

    5.

    herinnert alle partijen eraan dat ziekenhuizen en medisch personeel expliciet beschermd zijn krachtens het internationaal humanitair recht en dat het doelbewust tot doelwit maken van burgers en civiele infrastructuur een oorlogsmisdrijf is; vraagt om een onpartijdig en onafhankelijk onderzoek naar alle vermeende schendingen van de internationale mensenrechtenwetgeving en het internationaal humanitair recht, met inbegrip van de recente aanvallen op humanitaire infrastructuur en hulpverleners; dringt er bij alle partijen op aan de mensenrechten en vrijheden van alle Jemenitische burgers te eerbiedigen, en benadrukt dat het belangrijk is de veiligheid te vergroten van al degenen die zich inzetten voor vrede en humanitaire missies in het land, onder meer hulpverleners, artsen en journalisten;

    6.

    verzoekt de EU de naleving van het internationaal humanitair recht doeltreffend te promoten, zoals bepaald in de desbetreffende EU-richtsnoeren; benadrukt in het bijzonder dat de EU in haar politieke dialoog met Saudi-Arabië meer moet hameren op het feit dat het internationaal humanitair recht moet worden geëerbiedigd, en dat, indien deze dialoog geen resultaten oplevert, moet worden nagedacht over andere maatregelen overeenkomstig de richtsnoeren van de EU inzake de bevordering van de naleving van het internationaal humanitair recht;

    7.

    verzoekt de VV/HV het initiatief te nemen voor een wapenembargo van de EU tegen Saudi-Arabië, dit gezien de ernstige beschuldigingen van schendingen van het internationaal humanitair recht door Saudi-Arabië in Jemen, en gezien het feit dat het blijven verlenen van vergunningen voor wapenverkoop aan Saudi-Arabië dus in strijd is met Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad van 8 december 2008;

    8.

    is van mening dat Saudi-Arabië en Iran een grote rol spelen bij het oplossen van de crisis, en roept beide kanten op pragmatisch en te goeder trouw te werk te gaan om een eind te maken aan de gevechten in Jemen;

    9.

    benadrukt dat enkel een politieke, ruime en via onderhandelingen bereikte oplossing voor het conflict de vrede kan herstellen en de eenheid, de soevereiniteit, de onafhankelijkheid en de territoriale integriteit van Jemen kan handhaven; verzoekt alle partijen met klem te goeder trouw en zonder voorafgaande voorwaarden zo spoedig mogelijk toe te treden tot een nieuwe ronde van door de VN geleide vredesbesprekingen, onder meer door hun geschillen via dialoog en overleg bij te leggen, het gebruik van geweld voor politieke doeleinden af te wijzen en zich te onthouden van provocaties en unilaterale acties die een politieke oplossing zouden schaden; steunt de inspanningen van speciaal VN-gezant Ismail Ould Cheikh Ahmed om door de VN geleide vredesbesprekingen te houden, overeenkomstig het initiatief van de Samenwerkingsraad van de Golf, de conclusies van de Conferentie voor nationale dialoog en de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad, met name resoluties 2140(2014) en 2216(2015);

    10.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de secretaris-generaal van de Samenwerkingsraad van de Golf, de secretaris-generaal van de Liga van Arabische Staten en de regering van Jemen.


    (1)  Aangenomen teksten, P8_TA(2015)0270.


    Top